H 7 Krachten • Deel 3 krachten meten 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 1:30 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 1:20 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 1:10 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 1:00 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 1:00 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:50 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:40 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:30 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:20 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:10 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:05 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:04 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:03 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:02 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:01 1,5 min waar gaat paragraaf 7.3 over 0:00 Kracht • Grootheid Kracht F • Eenheid Newton N • Door een kracht rekt de veer uit. • Er is een verband tussen de uitrekking en de kracht. Veerconstante • De veerconstante: C in N / cm Aantal Newton dat nodig is om een veer 1 cm uit te rekken. De veer • Een veer heeft een veerconstante (C in N/cm) • De veerkracht is recht evenredig met de lengte. • • Als de veer door het midden wordt geknipt wordt de veerconstante gehalveerd. Soorten veren • Stugge veer is dik en er is een grote kracht nodig om hem uit te rekken. • Slappe veer is dun en is een kleine kracht nodig om hem uit te rekken. Veerconstante Aan een veer met een veerconstante van 10 N / cm wordt een gewicht gehangen van 10 N 5 N / cm 10 N Veerconstante = kracht / uitrekking C = F / l F = 10 N C = 5 N / cm l=F/C l = 10 N / 5 N / cm = 2 cm Nu wordt er een extra veer tussen gezet met dezelfde veerconstante De kracht trekt aan beide veren even hart Veer 1 en veer 2 rekken dus elk 1 cm uit. De totale uitrekking = dus 2 cm. De veerconstante is dus 5 N / cm ( 10 N / 2 cm) 10 N / cm 10 N / cm 10 N Veren knippen • Nu hebben we een veer van 10 N / cm • Deze trekt bij een kracht van 10 N 1 cm uit. • Als we de veer door het midden knippen rekt elk deel 0,5 cm uit bij een gelijke kracht • Gevolg kracht blijft gelijk => Veerconstante 1 * uitrekking 1 = Veerconstante 2 * uitrekking 2 • 10 N / cm * 1 cm = Veerconstante 2 * 0,5 cm Veerconstante 2 = 20 N / cm