sapere aude durf te denken FONTYS HOGESCHOOL VOOR DE KUNSTEN TILBURG May 20, 2015 Authored by: Joosje ter Velde In deze essay zal ik kritisch kijken naar het geloof en het menselijke moraal. Ik probeer een link te leggen naar de huidige samenleving, dit doe ik aan de hand van twee filosofen. Ik zal kritisch kijken naar hun theorie en mezelf bevragen of het van toepassing is op mijn eigen leven en in hoeverre ik het met ze eens ben. Ik volg het motto van de verlichting; durf te denken. In eerste instantie zal ik de verlichting toelichten en dan bespreek ik twee filosofen en hun filosofie. Deze filosofen zijn Immanuel Kant en Voltaire die beide het moreel van de mens en het geloof veelal hebben besproken in hun filosofie. Wat is de verlichting Aufklarung, de verlichting, Eeuw van de rede en zo heeft het nog wel vele namen, maar wat houdt nou precies de verlichting in. De verlichting was rond de 17e en de 18e eeuw, maar wanneer hij precies begint en eindigd is niet geheel duidelijl. De naam komt origineel van het idee dat in dit tijdperk een duistere tijd achter zich werd gelaten, ze werden letterlijk verlicht tot een nieuwe filosofie. Er kwam een beweging van intellectuelen, filosofen, die als doel hadden het gebruik van rede en het filosoferen te bevorderen. De samenleving begon te moderniseren dit met behulp van indicidualisering, globalisering, feminsime, emancipatie en secularisering. Mensenrechten, burgerrechten en dergelijke dingen als het ‘vrijdenken’ beginnen zich te vestigen in de samenleving. De stroming beperkt zich niet, het veranderd grotendeels de manier van denken over religie, politiek, wetenschap, kunst en de filosofie. Daarnaast kent het ook twee algemene kanten, aan de ene zijde is het kritisch en aan de andere kant constructief. De kritische kant houdt zich vooral bezig met het geloof en de onredelijkheid van de samenleving. De constructieve kant zoekt vooral naar nieuwe kennis in bijvoorbeeld de wetenschap, of nieuwe samenlevingsvormen zoals de democratie. De kritische en nieuwschierige blik van de verschillende filosofen zorgt voor een andere mentaliteit. Men laat zich leiden door haar intellect en durft dingen te bevragen, dingen die voorheen misschien taboe waren of niet bevraagt hoorde te worden. Men was ook optimistisch, alsof ze ervan overtuigt waren dat ze alles konden bereiken. Zolang ze maar het durfte te onderzoeken was het mogelijk, alles was met verstand te verklaren. In deze eeuw zijn er dus veel verschillende filosofen, vandaar dat het ook wel de eeuw van de filosofen wordt genoemd. Met al deze filosofen komen er ook veel meningen en theorieen. In deze essay ga ik enkele filosofen van de verlichting langs om te kijken hoe het moderne mensbeeld is volgens hen. Ik zal kritisch kijken naar hun theorie en mezelf bevragen of het van toepassing is op mijn eigen leven en in hoeverre ik het met ze eens ben. Ik volg het motto van de verlichting; durf te denken. Immanuel Kant Immanuel Kant, een van de belangrijkste filosofen van verlichting, maar ook nog steeds een filosoof die relevant is. In zijn tijd schrijft hij de drie kritieken waarbij hij drie grote vragen probeert te beantwoorden en de kern van zijn filosofische gedachtegoed beschreven staat. Afbeelding 1 Als eerste schreef hij de kritiek van de zuivere rede, waarin hij de mogelijkheden van het menselijke kennen onderzoekt. Hij onderzoek of wij als mens een grens hebben aan ons kennen, hij komt tot de conclusie dat wij inderdaad een grens hebben aan het menselijke kennen. Hij zegt namelijk dat deze grens van het menselijke denken stopt bij de dingen die onze zintuigen te boven gaan. Met name de vraag wat er gebeurd na de dood, de onsterfelijke ziel of een god die ons regeert en ons als mens rechtvaardig maakt. Ondanks onze eeuwige nieuwschierigheid is Kant ervan overtuigt dat we nooit deze begrippen kunnen beantwoorden. Deze begrippen beschouwd hij als iets sturends, iets wat we constant kunnen vernieuwen door nieuwe ontdekkingen in de studie naar de natuur. Maar we zullen de realiteit misschien nooit begrijpen of het kunnen weerleggen. Deze filosofie is misschien wel een goed voorbeeld van de agnostische manier van denken die hij hier opent. Daarnaast gaat ik in zijn Krieik van de pratische rede verder op het menselijke moreel. Hij concludeert eigenlijk in dit deel dat wij als moreel handelende wezens wel boven de zintuigelijke ervaring kunnen stappen, dit zou ons vrij maken volgens Kant. Daar in gaat hij door, hij is er van overtuigt dat we moreel handelende wezens zijn, en dat we er daarom vanuit moeten gaan dat we vrij en onsterfelijk zijn, maar ook dat god bestaat die ons moreel handelen met onsterfelijkheid beloont. In zijn laatste kritiek, kritiek van de praktische rede, probeert hij de eerste twee kritieken samen te brengen. De grens aan ons zintuigelijke bestaan en onze dorst naar het verklaren van wat we zien en wat er gebeurt, zullen we volgens hem nooit alles weten. Echter maakt ons dat als mens misschien juist moreel. Ondanks dat de sterrenhemel ons overdonderd en ons klein laat voelen, zorgt deze overweldigende sterrenhemel ook voor het besef dat wij als moreel mens vrij zijn. Ondanks dat er grenzen zijn aan ons bestaan, aan ons denkvermogen, zijn we instaat om keuzes te 1 Immanuel Kant, Quote uit ‘Grundlegung zur Metaphysik der Sitten’ (1786) maken en te handelen hoe wij willen. Kant concludeerd dus in de laatste kritiek dat wij als moreel mens echt vrij zijn. Daarnaast is hij duidelijk over dat hij vind dat je nooit god zal kunnen bewijzen, een mens kan zijn morele daden alleen vanuit zichzelf verantwoorden. Kant is eigenlijk een agnost als je het zo direct bekijkt. Hij is ervan overtuigt dat de mens nooit zal weten of god bestaat, omdat wij als mens niet zo werken. Ik ben eigenlijk een onbesloten agnost, de ene dag ben ik ervan overtuigt dat God niet bestaat, want hoe kan je nou een dergelijke wereld scheppen die zoveel leed voortbrengt. Maar aan de andere kant ben ik ook realistisch en kan ik niet bewijzen dat God bestaat. Wat mij dan vooral interesseerd is het feit dat de hele wereld al vanaf de begin tijden er van uit is gegaan dat er een bovenmenselijk wezen bestaat wat ons regeert. Als je nagaat waar de eerste Goden voor stonden, meestal stonden deze symbool voor de natuur en onverklaarbare elementen in het leven. Neem nu Hephaistos, de god van de smeedkunst en het vuur. Vuur was voor een lange tijd bijna een mythisch iets, een element in de natuur als geen ander. De grieken waren ervan overtuigd dat vuur iets was wat de Goden ons hadden gegeven, als een geschenk van het leven. De mensen van die tijd gaven dit onverklaarbare een verklaring zover ze dit konden, zo was de God van het vuur geboren. En zo is de lijst met Goden die staan voor onverklaarbare elementen in het leven nog wel langer, denk aan bliksem, water, aarde, de dood en etc. Wij als mens zijn dus al sinds wij bestaan bezig met Afbeelding 2 het verklaren van de wereld om ons heen, dat is misschien ook wel wat Kant bedoeld in zijn kritiek van zuivere rede. Veel van deze elementen van het leven hebben we al weten te verklaren. We weten steeds meer hoe de wereld in elkaar zit en God lijkt sinds de wetenschappelijke groei steeds meer op de achtergrond te raken. Je zou kunnen stellen dat God geschapen is door de mens en niet andersom. Dit is een stelling die Selina O’Grady oppert in haar boek ‘En de mens schiep God’. Ze beschrijft in dit boek waarom de mens het Christendom koos en niet een van de andere duizende religies. 2 Thetis smeekt Hephaestus voor haar zoon Achilles een uitrusting te smeden. Johann Heinrich Füssli 1803 Het Christendom houdt zich vooral bezig met hoe je moet leven en wat er gebeurd na de dood. Dit zijn misschien wel de grootste onverklaarde dingen in het leven waar heel veel mensen zowel in de verlichting als in nu nog steeds zich mee bezig houden. De mens probeerde de dood te verklaren en zichzelf een doel te geven in het leven. We wisten immers niet waarom we hier zijn en wat we moesten doen met dit leven. Om ons zelf een god te geven om aan te antwoorden voor onze morele daden, leek het leven ook gemakkelijker. Als je je goed gedraagd wordt je beloont is in principe het uitgangspunt van vele geloven. Kant is het niet helemaal eens met het antwoorden aan een Godheid wat betreft je morele daden. Doordat je God nooit zal kunnen bewijzen, ben je verantwoordelijk voor je eigen daden, zoals hij dus beschreef in zijn Kritieken. “Hij beloofde je zelfs een hiernamaals als je je goed had gedragen op de wereld, als beloning.” 3 Kant spreekt dus van een moreel besef van de mens, ondanks dat God ons misschien zal beloven. Ik denk dat het voor heel veel mensen geld dat ze aan God antwoorden, doordat ze bang zijn dingen verkeerd te doen. Echter vind ik dit een excuus, ik begrijp de angst die mensen voelen, maar jij bent toch altijd de gene die oordeeld overjezelf. Jij bent degene die elke dag met je daden moet leven, je morelen probeert af te wegen. Als je aan God antwoord is God dan niet meer dan een excuus om het goede te doen? De mens zal altijd handelen naar wat hij of zij goed moreel vind en voor veel mensen liggen die normen en waarde op een andere plek. Immanuel Kant is zoals ik al eerde zei van een groot belang voor de samenleving van de verlichting, maar ook voor de samenleving van nu. Ik denk niet dat de mens ooit zal stoppen over God, het doel van het leven, misschien is er duidelijkheid op het moment dat ik dood zal gaan, maar dat is ook maar de vraag. Voltaire Voltaire was een filosoof en vrijdenker. Zijn mening over het geloof was altijd een beetje wankel. Alsof hij niet zeker wist wat waarheid was voor hem en wat niet. De uitspraak ‘Als God niet had bestaan, zou hij uitgevonden moeten worden’ geeft aan dat Voltaire bijna bezorgt lijkt over het bestaan van God. Hij lijkt de goddelijkheid steeds via de rede te willen benaderen en niet door het geloof. Hij moest zich ook weren tegen de beschuldigingen over dat hij Atheistish zou zijn, misschien heeft dit ook wel te maken met de twijfel die hij uitspreekt. 3 4 ‘En de mens schiep God’ - Selina O’Grady Illustratie uit ‘Candide’ afbeelding 4 Iets wat heel erg aansluit bij de mening van Kant, is zijn idee over hoe de mens moreel handeld. Hij is ervan overtuigt, net zoals Kant, dat de mens als individueu aan hun eigen oordeel wordt overgelaten en niet aan die van God. De waarde van de goddelijkheid van de mens kan je zien aan de manier waarop de mens omgaat met andere mensen is het uitgangspunt van Voltaire. Echter beschrijft hij ook dat niet-verlichte individuen niet over een groot genoeg geweten beschrikken om het goede te doen zonder het geloof dat iemand je zal straffen voor slechte daden. Hij zegt hier dus eigenlijk dat als je verlicht bent dat je best weet dat je een vrij mens bent en verantwoordelijk voor je daden, maar dat er heel veel mensen zijn die in principe niet verlicht zijn. Hier ben ik het deels mee eens, sommige mensen hebben een veel kleiner geweten dan andere. Maar er zijn ook mensen die vanuit hun eigen ‘geloof’ handelen, die tegen de mening ingaan van vele andere mensen en dit rechtvaardig vinden. Misschien een radicaal voorbeeld is Anders Behring Breivik, de Noorse extreemrechtse, staatsnationalist.Of hij een moraal standaard heeft weet ik niet, maar hij is zeker een voorbeeld van iemand die handeld vanuit het geloof dat hij de wereld moet beschermen tegen de Islam en andere invloeden. Als je heel nauw de theorie van Voltaire aanhoudt is Anders Breivik een verlicht mens. Hij is ervan overtuigt dat zijn handelen moreel gerechtvaardigd is omdat hij handeld vanuit zijn eigen idee en niet vanuit het idee dat hij zich moet verantwoorden aan een Goddelijk wezen. Voltaire begint ook te twijfelen aan God doordat hij veel leed ziet na de aardbeving van Lissabon in 1755. Hij schrijft een kritisch gedicht 5 over de aardbeving. Hoe kan namelijk een wereld die door een God geschapen is, een wereld die moreel is, het idee van een goede morele orde in het universom, hoe kan er dan zoveel leed zijn in de wereld. Je ziet ook een verandering in de filosofie van Voltaire door de jaren heen. In het begin is hij optimistisch en gelooft hij dat de mens handeld naar wat juist is. De verlichting zou moeten zorgen voor het uitroeien van de door mensen gemaakte kwaden, zoals bijgeloof en onverdraagzaamheid. Twintig jaar later lijkt voltaire veel voorzichtiger, soms zelfs cynisch over de mensheid en de verlichting. Hij zag de wereld niet meer als het aardse paradijs, maar hij zag nog wel steeds wel dat er verbetering mogelijk was. Dit laatste beschrijft hij in Candide 6 waarbij hij de levensles concludeerd dat ‘we ons tuintje moeten cultiveren’, dat tuintje staat voor de wereld. Ik denk dat Voltaire steeds meer realistisch is gaan kijken naar de mensheid, misschien door alle teleurstellingen en leed die hij heeft meegemaakt en heeft gezien. Ik zie een duidelijke stroom in zijn laatste opvatting, over dat de wereld nog best kan groeien in het morele opzich. Vaak gaan we ervan uit dat als je wil dat er iets goeds gebeurt, dat je het zelf moet doen. Echter doordat er zoveel belangen in de wereld zijn, vraag ik me af of we ooit wel echt verlicht zullen worden, of we echt uiteindelijk in een morele orde in het universum komen. 5 Poème sur le désaster de Lisbonne - Voltaire Candide 1759, een humoristisch verhaal die de optimistische levensvisie van de Duitse filosoof Leibniz aanvalt. 6 Al met al hebben Kant en Voltaire nog steeds heel veel invloed op het dagelijks leven van nu. De verlichting mag dan officieel over zijn, ik denk dat we tegenwoordig ons nog steeds bezig houden met het verklaren van het leven. Nieuwschierigheid siert nou eenmaal de mens en dit zal waarschijnlijk blijven tot het eind van de mensheid. Hoe het moreel van de mens nou verbonden is met God zijn interessante vraagstukken die vandaag de dag nog steeds relevant zijn. Zijn we verantwoordelijk voor onze daden, of leidt dit allemaal naar een hoger doel? Dat is de vraag die iedere agnost zich bezighoudt, waaronder mijzelf. Of ik uiteindelijk nou een atheist ben of een agnost zal vandaag niet beantwoord kunnen worden, maar misschien wordt het duidelijker met de jaren net zoals bij Voltaire waar mijn voorkeur naar uit gaat. Echter ben ik er wel van overtuigt dat wij als mens verantwoordelijk zijn voor ons handelen. Als ik gestraft wordt voor wat ik doe in dit leven dan is dat maar zo, maar op het moment moet ik leven met wat ik in mijn dagelijks leven doe. Bronnenlijst Boomkens, R. E. N. E. (2011). Erfenissen van de verlichting Basisboek cultuurfilosofie. Geraadpleegd van https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=2&ved=0CCgQFjAB&url =http%3A%2F%2Fmycelium.nu%2Fwpcontent%2Fuploads%2F2012%2F12%2FSamenvatting-BasisboekCultuurfilosofie.docx&ei=WZpcVc7rGYqcsgGBx4CIBQ&usg=AFQjCNFEScO6l2ZY7YnScxWcOQ Kk0ys4cQ&sig2=BDc7cMAG9j3WKCabCMcXqw&bvm=bv.93756505,d.bGg&cad=rja Filosofie.nl. (z.j.). Immanuel Kant. Geraadpleegd van http://www.filosofie.nl/kant/index.html Humanistische Canon. (2009). Voltaire. Geraadpleegd van http://www.humanistischecanon.nl/verlichting/voltaire Humanistische Canon. (2014). Immanuel Kant. Geraadpleegd van http://www.humanistischecanon.nl/verlichting/immanuel_kant Immanuel, K. (2004). Kritiek van Zuivere Rede. Geraadpleegd van http://www.boomfilosofie.nl/product/153/Kritiek-van-de-zuivere-rede Perez, N. (2013, 01 april). “De mens schiep God en niet andersom”. Geraadpleegd van http://www.scientias.nl/de-mens-schiep-god-en-niet-andersom/ Veenbaas, J., & Visser, W. (2012). Immanuel Kant - kritiek van zuivere rede Uittreksel. Geraadpleegd van http://www.geestkunde.net/uittreksels/ik-kritiek-rede.html#opbouw van de Kritiek