Leven door de Heilige Geest. Gal.5:13+16-18+25 Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde…… Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt. Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet. …… Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst. A: Een hevige conflict in onze inwendige mens. Paulus geeft in vers 16 een dringend advies tot het leiden van een leven dat door de Heilige Geest geleid wordt; het gevolg van een leven door de Geest zal zijn dat wij niet toegeven aan natuurlijke, zondige verlangens. In vers 17 beschrijft Paulus het gewelddadige karakter van de oorlog in ons binnenste, want er is sprake van een zeer agressief gevecht in het menselijke hart. Want aan de ene kant voeren onze natuurlijke verlangens een hevige strijd tegen de verlangens van de Heilige Geest, maar aan de andere kant voert de Heilige Geest eenzelfde agressieve strijd tegen de zondige verlangens van onze natuurlijke mens. In het voeren van deze strijd roept de Heilige Geest ons op om met Hem samen te werken, want de Geest kan alleen vrede en vrijheid brengen in ons leven wanneer wij samenwerken met Hem in het proces van bevrijding. Vers 13 laat ons namelijk zien dat onze innerlijke vrijheid hoog op de agenda van de Heilige Geest staat, en Hij is bijzonder toegewijd om ons vrijheid te schenken van de verkeerde verlangens van onze natuurlijke mens door de tirannie van onze aardse begeerten te breken. Wanneer Paulus spreekt over de aardse verlangens van onze natuurlijke mens, spreekt hij niet alleen over de verkeerde begeerten van onze ziel, d.w.z. wat wij denken en voelen, maar hij spreekt ook over de overheersende verlangens van ons lichaam. Paulus spreekt in vers 19-20 over zowel zielse als lichamelijke begeerten, want trots, woede en bitterheid zijn even gevaarlijk als lichamelijke verslaving aan voedsel, alcohol en drugs. Al deze dingen voeren een agressieve strijd tegen de aanwezigheid van de Heilige Geest die in ons woont, maar de Heilige Geest is de unieke derde Persoon van de Goddelijke Drie-Eenheid zodat Hij dus ook God is. En wanneer wij de tegenwoordigheid van de Geest verwelkomen en in eenheid met Hem leven, is vrijheid de heerlijke vrucht van Zijn Goddelijke werk in ons. 1Petr.2:11 Geliefde broeders en zusters, u bent als vreemdelingen die ver van huis zijn; ik vraag u dringend niet toe te geven aan zelfzuchtige verlangens, die uw ziel in gevaar brengen. Net als Paulus maakt ook Petrus duidelijk dat er een zeer agressieve oorlog gevoerd wordt in onze inwendige mens; ons menselijke hart is het slagveld waar twee enorme krachten met elkaar in hevige botsing komen. Het zijn de verleidingen van de wereld die van buitenaf een enorme aanval inzetten op onze innerlijke mens, maar het is de inwonende Heilige Geest die in onze wedergeboren geest woont en van daaruit strijd voert tegen de aanvallen van wereldse verleidingen. Ook in Rom.7 beschrijft Paulus het hevige conflict dat zich afspeelt in gelovigen die in hun innerlijke mens een groot verlangen hebben om de wil van God te doen (Rom.7:22), maar in hun natuurlijke mens het hevige conflict ervaren tussen het verlangen van de inwonende Heilige Geest en de valse begeerte van de wereld (Rom.7:23). Maar in Rom.7:24-25 maakt Paulus duidelijk dat ons de overwinning over dit conflict door Jezus Christus gegeven wordt, dit is echter geen vanzelfsprekende overwinning; deze strijd vraagt onze volledige overgave aan de Heilige Geest en een gewillige samenwerking met Hem. De uiteindelijke overwinning komt tot stand in een proces van ontmoeting met Jezus door een actieve relatie met de Heilige Geest. Deze oorlog zal in dit leven op aarde nooit eindigen, maar wel is er sprake van de mogelijkheid om blijvende overwinning in deze strijd te ervaren, wanneer wij een actieve relatie met de Heilige Geest blijven onderhouden. Deze relatie met de Geest is niet van zodanig uitzonderlijk gehalte dat het voor de meeste gelovigen niet haalbaar is; deze relatie met de Geest van God is beschikbaar voor alle gelovigen die nog 1 worstelen met zwakheid en gebrokenheid in hun hart. We hebben de dagelijkse inwerking van de kracht van de Heilige Geest constant nodig, omdat de aanvallen van verleiding nooit stoppen zolang wij nog in dit tijdelijke leven op aarde verblijven. Onze overwinning over de verleiding van zonde komt niet tot stand doordat de verleiding opeens beëindigd wordt, want dat zou een illusie zijn; het is door de kracht en superioriteit van de Heilige Geest dat wij kunnen heersen over de verleiding van zonde. Daarom moeten wij een permanente relatie met de Geest blijven onderhouden, want alleen dan zal er sprake zijn van blijvende overwinning over de verleidingen. Het is echter zo dat veel gelovigen de kracht van een relatie met de Heilige Geest enorm onderschatten en vaak onbewust toch hun vertrouwen stellen op hun eigen menselijke capaciteit om de verkeerde begeerten van de wereld te overwinnen. Zijn inwonende tegenwoordigheid is van onschatbare waarde. 1Joh.4:4b …… want Hij die in u is, is machtiger dan hij die in de wereld heerst. De inwonende Heilige Geest is oneindig veel machtiger dan de duivel, maar deze waarheid zal ons alleen tot zegen zijn wanneer wij een levende relatie met de Geest onderhouden en gewillig zijn om met Hem samen te werken. De inwonende aanwezigheid van de Geest is niet voldoende om zonde te overwinnen, want van ons wordt gevraagd dat wij actief met Hem samenwerken door gehoorzaamheid. Afstand nemen van de verkeerde verlangens is op zichzelf niet voldoende, en daarom spoort Paulus ons aan om geleid te worden door de Geest en de weg te gaan die Hij wijst (Gal.5:25). Alleen een actieve relatie met de Geest zal ons in staat stellen om krachtig weerstand te bieden tegen verleidingen, maar verloochening van de verleidingen zal op zichzelf nooit genoeg zijn en altijd tekortschieten. Het getuigt van de wijsheid om verleiding uit de weg te gaan door afstand te houden van de plaatsen waar de verleiding ontstaat, maar dat op zichzelf is niet voldoende. Het onderhouden van een relatie met de Heilige Geest voorziet ons van alle mogelijke kracht en wijsheid om elke vorm van verleiding het hoofd te bieden en te weerstaan. Wanneer wij de vijand uit de weg gaan en een conflict met hem vermijden, getuigt dat op geen enkele wijze van echte overwinning, want hij zal altijd ons blijven achtervolgen. Wanneer wij echter de vijand confronteren met de tegenwoordigheid en de kracht van de inwonende Geest, zullen wij overwinning ervaren in de talrijke gebieden van conflict. B: Een relatie met de Heilige Geest. Gal.5:16 Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest …… Gal.5:18 Maar wanneer u door de Geest geleid wordt …… Gal.5:25 Wanneer de Geest ons leven leidt…… De NBV-vertaling gebruikt in deze drie teksten drie keer het woord leiden of geleid worden, maar in de Griekse grondtekst gebruikt Paulus drie verschillende woorden; in vers 16 spreekt hij over wandelen door de Geest, in vers 18 spreekt hij over geleid worden door de Geest, en in vers 25 spreekt hij over leven door de Geest. Met deze drie verschillende werkwoorden beschrijft Paulus drie verschillende manieren waarop wij een relatie met de Heilige Geest kunnen ontwikkelen. B1: Wandelen door de Geest. Gal.5:16 (NBG’51) Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees. Wandelen door de Geest betekent dat wij wandelen in de normen en waarden van de Heilige Geest; in vers 22 spreekt Paulus over de vrucht van de Geest, en deze vrucht spreekt over wat werkelijk kostbaar is voor de Geest en dat zijn de normen en waarden van de Geest. En wandelen door de Geest heeft dan te maken met het maken van keuzes op het gebied van onze dagelijkse levensstijl waardoor wij een gedragspatroon ontwikkelen. Wij zeggen nee tegen de dingen die de Heilige Geest bedroefd maken, en wij zeggen ja tegen de dingen die Hem vreugde verschaffen. De Heilige Geest kan en zal en wil die keuzes niet voor ons maken, want wij zijn zelf verantwoordelijk in het nemen van belangrijke beslissingen op het gebied van onze dagelijkse levenswandel. Het is onze verantwoordelijkheid om keuzes te maken die invloed hebben op onze relatie met de Heilige Geest, zodat wij Hem niet bedroefd maken (Efez.4:30) en Zijn werk in ons niet uitdoven (1Tess.5:19). 2 B2: Geleid worden door de Geest. Gal.5:18 (NBG’51) Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet. Geleid worden door de Geest heeft te maken met het accepteren van het leiderschap van de Heilige Geest; het spreekt van waakzaamheid en aandacht voor de aansporingen van de Geest in onze inwendige mens. We moeten leren om gevoelig te worden voor de signalen die de Heilige Geest ons geeft, zodat wij Zijn aanwijzingen kunnen opvolgen; dit heeft vooral te maken met de processen in onze gedachten en emoties. Het is goed om geleid te worden door de Geest in allerlei dagelijkse beslissingen op zakelijk terrein, maar de Geest is meer geïnteresseerd in de interne processen van ons verstand en gevoel. Wij hebben een van God gegeven vrijheid om beslissingen in ons leven te nemen, en zolang deze beslissingen in overeenstemming zijn met het hart van God, zullen wij vaak geen directe leiding van de Heilige Geest ervaren. Maar zodra wij beslissingen willen nemen die tegen de wil van God ingaan, zullen wij een aansporing van de Geest ontvangen om die bepaalde weg niet in te slaan. Zo kan het dus gebeuren dat de Heilige Geest vaker tegen ons zegt wat wij niet moeten doen dan dat Hij tegen ons zegt wat wij wel moeten doen. Wij eren de Geest in de vele kleine beslissingen van ons leven door te reageren op Zijn zachte aansporingen in plaats van deze aansporingen te negeren. Wij worden toegerust in de leiding van de Heilige Geest in belangrijke kwesties wanneer wij geleerd hebben om de aansporingen van de Heilige Geest te volgen in de vele kleine beslissingen van ons leven. Maar het negeren van de vele zachte aansporingen van de Geest in de vele kleine dingen van het leven zal onze menselijke geest zodanig beschadigen, dat wij niet in staat zullen zijn om Zijn leiding te ontvangen in de grote beslissingen van ons leven. Wij cultiveren deze leiding van de Heilige Geest door de vele gedachten die wij koesteren, door de emoties die wij voelen, maar vooral door de manier waarop wij onze geest voeden. Wij zullen echter nooit een relatie met de Heilige Geest kunnen ontwikkelen, wanneer wij alleen maar onze aandacht richten op de grote zaken van het leven waarin wij de leiding van de Geest nodig hebben. Luc.16:10-11 Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als het om veel gaat, wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat. Als jullie onbetrouwbaar blijken in de omgang met de valse mammon, wie zal jullie dan werkelijk belangrijke dingen toevertrouwen? B3: Leven door de Geest. Gal.5:25 (NBG’51) Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden. In Efez.3:18 zegt Paulus dat de Heer de Geest is, en waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid; als de Heilige Geest de Heer van ons leven is, betekent dit dat Zijn aansporingen geen adviezen van een Assistent zijn, maar opdrachten van een Heer. De Heilige Geest is onze Helper, maar Zijn spreken tot ons is niet optioneel; van ons wordt verwacht dat wij Hem gehoorzamen. Leven door de Geest betekent dat wij bekrachtigd worden door het leven van de Heilige Geest, dat aan ons toebedeeld wordt wanneer wij het voedsel van de Geest tot ons nemen, d.w.z. het geschreven woord van God, de Bijbel. Wij zullen geen kracht van de Geest ontvangen wanneer wij geen voedsel van de Geest tot ons nemen, want dit principe is gelijk aan het natuurlijke principe van voedsel. Wij leven door de Geest wanneer het leven van de Geest in ons wordt vrijgezet, dan worden wij verkwikt door de aanraking van onze geest met het leven van de Heilige Geest. Maar dit vraagt een dagelijkse investering van tijd en energie in het ontwikkelen van een relatie met de Geest d.m.v. het woord van God en een levensstijl van vasten en gebed. Maar wanneer wij leven in geestelijke ondervoeding, zullen wij een verloren strijd voeren tegen wereldse begeerten; onze geestelijke autoriteit heeft te maken met onze levende relatie met de Heilige Geest. Efez.4:21b-24 Door Jezus wordt duidelijk dat u uw vroegere levenswandel moet opgeven en de oude mens, die te gronde gaat aan bedrieglijke begeerten, moet afleggen, dat uw geest en uw denken voortdurend vernieuwd moeten worden en dat u de nieuwe mens moet aantrekken, die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid. 3 Rom.12:2 U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is. Het licht van God is sterker dan de duisternis, en wanneer wij het vuur van Gods licht door investering van tijd en energie aanwakkeren, zal het licht van God de duisternis van vele verleidingen en valse begeerten overwinnen. Daarom is het nodig dat wij de oorlog verklaren aan alles wat de Heilige Geest bedroeft, want alles wat de Geest van God bedroeft, bezorgt ook verdriet aan onze eigen menselijke geest. Maar velen zijn zo gewend geraakt aan een kwijnende geest die gebukt gaat onder saaiheid, kleurloosheid en verveling, dat zij deze situatie in hun leven hebben aanvaard als normaal. Het is echter onze geestelijke erfenis om met een geest vol van vitaliteit door het leven op aarde te gaan, een geest die in vuur en vlam is gezet door het leven van de inwonende Heilige Geest. Wanneer wij ons hart voeden met het woord van God, zal het levende woord - dat is de stem van de Geest - onze geest in vuur en vlam zetten met hemelse realiteit (Luc.24:32). In het Nieuwe Verbond heeft God ons beloofd dat Hij Zijn wetten in ons hart en in ons verstand zou schrijven, en dat is de erfenis die ons door God beloofd is; dan voelen wij de kracht van Zijn woord in ons hart en in ons verstand (Hebr.10:16). Dan wordt ons emotionele hart versterkt en gaan wij de dingen liefhebben die God liefheeft, en zullen wij de dingen gaan haten waar God een afschuw van heeft. Matt.4:4 De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God. Het geschreven woord van God is een heilige weerspiegeling van het hart van God; wanneer wij willen weten wie God is, kunnen we dat ontdekken in Zijn geschreven woord. Vasten en gebed, meditatie in het woord en gehoorzaamheid positioneren ons hart in tegenwoordigheid van Gods troon; wij verdienen Gods kracht niet, want Hij geeft het uit genade. Maar wanneer wij ons koude hart in de tegenwoordigheid van Zijn Goddelijke vreugdevuur brengen, kan het niet anders of ons hart raakt in vuur en vlam door de warmte van Zijn liefde. Het geschreven woord weerspiegelt Gods hart, en wanneer wij het woord van God lezen, ontvangen wij een vocabulaire om met God te spreken. Maar alleen intellectuele Bijbelstudie zal ons hart niet kunnen veranderen, terwijl meditatie in het woord van God ons hart aanraakt met de diepere mysteries van Gods hart. Daarbij spelen twee aspecten van het woord van God een zeer belangrijke rol in het ervaren van de levende kracht van het woord. Er zijn onderwerpen in het woord van God die wij moeten geloven om ze te kunnen ervaren, en er zijn onderwerpen in het woord van God die wij moeten gehoorzamen om ze te kunnen ervaren. Joh.14:21 Wie Mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft Mij lief. Wie Mij liefheeft zal de liefde van Mijn Vader en Mij ontvangen, en Ik zal Mij aan hem bekendmaken. C: Communiceren met de Heilige Geest. 2Kor.13:13 De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de Heilige Geest zij met u allen. Communiceren in gebed heeft een verticale dimensie van praten met God boven ons en een horizontale dimensie van praten met God in ons; wij bidden tot God die in de hemel troont en wij bidden tot God die in ons woont. God op de troon is God de Vader en God de Zoon, maar de God die in ons woont is de Heilige Geest. Vanaf het moment dat wij opnieuw geboren werden in onze geest woont de Heilige Geest in onze inwendige mens, en vanaf dat moment hebben wij de mogelijkheid gehad om met Hem te communiceren in een verbondenheid die voor iedere gelovige is weggelegd. Wij wandelen met de Heilige Geest door met Hem te spreken, en deze voortdurende communicatie met de Geest is een sleutel tot de vernieuwing van ons emotionele hart. Deze communicatie is niet zonder onderbreking, en wij laten vaak open ruimtes ontstaan in onze relatie met de Geest, maar toch kunnen wij dit voortdurende gesprek met de Geest versterken. Wanneer wij het woord van God lezen, erover mediteren en onze gedachten omzetten in een dialoog met God, ontstaat er een actieve relatie met de Heilige Geest. Door te hoog gespannen verwachtingen van een relatie met de Geest kan het gebeuren dat wij de hoge norm niet kunnen vervullen, waardoor wij geneigd zijn om op te geven en af te haken in het zoeken naar communicatie met de Geest. 4 Wanneer wij het tot een dagelijkse gewoonte maken om op diverse momenten van de dag met de Heilige Geest te spreken, komt er een moment waarop wij mogen ervaren dat Hij tegen ons terugspreekt. Het spreken van de Geest houdt in dat er nieuwe impulsen in onze inwendige mens naar boven komen die sterker zijn dan de gebruikelijke impulsen die wij normaalgesproken ervaren als onderdeel van het natuurlijke leven. De stem van de Heilige Geest komt tot expressie in het naar boven komen van subtiele maar toch onmiskenbare impulsen in de vorm van gedachten of gevoelens. Deze impulsen zijn anders dan wij gewend zijn, want wanneer de Geest met ons communiceert, zet Hij Zijn kracht in onze inwendige mens vrij die resulteert in intellectuele of emotionele impulsen. Wanneer wij deze impulsen herkennen en aanvaarden als komend van de Heilige Geest, is het goed om Hem daarvoor dankbaar te zijn en deze dankbaarheid ook uit te spreken. Dan kunnen wij tegen God in ons terugspreken wat wij denken dat Hij tegen ons zegt; wanneer wij terugspreken wat de Geest tegen ons zegt, komt er een kracht in onze inwendige mens vrij. Deze kracht is zeker niet buitengewoon groot of zeer spectaculair, maar juist door het vrijzetten van kleine kracht op regelmatige momenten over de hele dag verspreid komen wij in aanraking met regelmatig binnenstromende geestelijke energie. Wij moeten de invloed van de kleine hoeveelheid van kracht echter op geen enkele wijze onderschatten. Openb.3:8 Ik weet wat u doet. Ik heb ervoor gezorgd dat de deur voor u openstaat, zonder dat iemand hem kan sluiten. Want ook al hebt u weinig invloed, u bent trouw gebleven aan wat Ik heb gezegd en hebt Mijn naam niet verloochend. De gebruikelijke weg van de Heer is dat Hij kleine porties kracht vrijzet in onze geest en in de gedachten en emoties van ons hart en ook in ons lichaam; en met het verstrijken van de tijd zullen we ervaren dat de kracht van God in ons leven toeneemt. Zoals het natuurlijke leven groeit doordat wij dagelijks kleine hoeveelheden voedsel tot ons nemen, zo groeit ook het geestelijke leven doordat wij dagelijks kleine hoeveelheden geestelijk voedsel tot ons nemen; zo heeft God de mens geschapen en zo heeft Hij het bedoeld. Wanneer wij de kracht van de Heilige Geest in onze gedachten ervaren, ontstaat er nieuwe openbaring en inzicht in het woord van God, en daardoor worden wij stap voor stap veranderd. Dan ontstaat er in ons hart een nieuw verlangen de Heer te gehoorzamen met grotere toewijding en vrijmoedigheid; de kracht van dit nieuwe verlangen duurt niet zo heel erg lang, en daarom is het nodig dat wij dagelijks communiceren met de Heilige Geest, zodat dit verlangen met grote regelmaat wordt aangewakkerd. Het werk van de Heilige Geest brengt nieuw leven aan onze totale mens, zowel onze geest als onze ziel als ons lichaam. Rom.8:11 Want als de Geest van Hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal Hij die Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk bent, levend maken door Zijn Geest, die in u leeft. Wanneer wij echter niet praten met de Heilige Geest, zal het vervolgens onmogelijk blijken om te wandelen met de Geest; als gevolg daarvan zal de natuurlijke mens met al zijn aardse begeerten ons leven gaan domineren. Dan zal een breed scala van de wereldse gedachten en emoties ons hart gaan overheersen, en zal een lange rij van lichamelijke genoegens voortdurend onze aandacht opeisen. Dan zijn we echt gedoemd om te leven als natuurlijke mensen, hoewel de Geest van God in ons woont (1Kor.3:3); de resultaten van een natuurlijk leven worden door Paulus duidelijk genoemd in Gal.5:19-20. Maar het resultaat van de stem van de Heilige Geest is volledig anders (Gal.5:22), want de Geest is een goede Leermeester wanneer Hij tot ons spreekt op voorwaarde dat Hij de kans krijgt om een conversatie met ons aan te gaan. Maar wanneer wij wachten totdat Hij met ons begint te communiceren, zullen wij tegen een muur oplopen, want verreweg de meeste communicatie met de Heilige Geest is bedoeld om door ons op gang gebracht te worden. Wanneer wij het woord van God lezen en gebruiken om een dialoog met de Geest op gang te brengen, heeft de Geest bijzonder veel tegen ons te zeggen. Wij zullen niet méér met de Geest kunnen wandelen dan dat wij met Hem praten, want naar de mate dat wij met Hem in gesprek gaan zal Hij ons helpen. Wij kunnen de Geest niet méér gehoorzamen dan dat wij met Hem praten, want in het gesprek met Hem wordt de energie vrijgezet om Hem te volgen. Een intieme relatie met de Heilige Geest is daarom van cruciaal belang om te groeien in geestelijke vrijheid. 5 D: De energievoorziening door de Heilige Geest. Gal.5:22-23a De vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. De God die in ons woont, de Heilige Geest, heeft een onuitputtelijke voorraad liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing; dit zijn negen verschillende facetten van de emotionele energie waarmee de Geest van God ons wil vervullen. Omdat Hij in ons woont, kunnen wij Hem danken voor de aanwezigheid van deze negen facetten van Zijn karakter die Hij aan ons wil toedelen; de simpele erkenning van Zijn aanwezigheid in ons is ook een erkenning van de aanwezigheid van deze negen facetten van Zijn karakter. Dat maakt het mogelijk dat wij terug kunnen vallen op dat speciale facet dat wij in een specifieke situatie nodig hebben; hebben wij liefde nodig om weerstand te bieden tegen haat, dan kunnen wij de Geest daarvoor danken. En hebben wij vreugde nodig in momenten van verdriet, dan kunnen wij de Geest danken dat Hij met zijn vreugde in ons woont. En dit kunnen we doen met elk van deze negen facetten die samen met de Heilige Geest in ons aanwezig zijn; wanneer wij er een gewoonte van maken om dit met zeer grote regelmaat toe te passen, wordt deze voorziening van de Geest een bron van Goddelijke kracht in onze inwendige mens. 2Petr.1:2-4 Genade zij u en vrede, in overvloed, door de kennis van God en van Jezus, onze Heer. Zijn Goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van Hem die ons geroepen heeft door Zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur. Genade en vrede zijn twee overvloedige energiebronnen die aan ons gegeven worden door het ontwikkelen van intieme kennis over God, dat is de kennis van God die boven ons troont én de kennis van God die in ons woont. Zijn Goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat wij nodig hebben voor een leven dat in overeenstemming is met de normen en waarden van God. Door de inwoning van de Heilige Geest hebben wij alles wat noodzakelijk is voor geestelijke groei ontvangen, waardoor zowel onze geest als ons emotionele hart en ook ons lichaam in verbinding staan met Zijn krachtbron. Want op het moment dat wij de Heilige Geest in ons leven ontvangen hebben, ontvingen wij ook al Zijn karaktereigenschappen en al Zijn Goddelijke macht die nodig is voor een leven dat God behaagt. Dit is echter niet een zaak van theologische leerstellingen, maar een zaak van intieme ontmoeting met God, want het is door de kennis van God dat deze dingen ons gegeven worden. Dit is de weg waarop het karakter van God in ons menselijke leven gestalte krijgt, want het is simpelweg een kwestie van het overdragen van Goddelijke energie aan ons menselijke hart. En door de tijd heen zullen wij stap voor stap veranderen naar het beeld van God met wie wij een intieme relatie ontwikkelen (2Kor.3:18). Door onze dialoog met de Heilige Geest krijgen wij deel aan Goddelijke karaktereigenschappen. Wij moeten ons concentreren op de inwonende aanwezigheid van de Heilige Geest in onze strijd tegen de zonde; wij herkennen Zijn tegenwoordigheid door Hem te danken voor het feit dat Hij in ons woont sinds onze wedergeboorte. Onze dialoog met de Geest maakt het voor ons mogelijk dat wij samen met de Geest door het leven wandelen; doen we dat niet dan staan we alleen in onze strijd tegen de verleiding van zonde. Paulus sprak over de intense aanvallen van de zonde op zijn natuurlijke mens in Rom.7, maar in Rom.8 gaf hij een zeer machtig antwoord in de oplossing voor zijn intense worsteling met de werking van zonde in zijn natuurlijke mens. De verleiding bestaat echter om Rom.7 als een apart hoofdstuk te zien ten opzichte van Rom.8, maar Paulus schreef de Romeinenbrief achter elkaar zonder een indeling van hoofdstukken. De waarheid van Rom.7 vormt één geheel met de waarheid van Rom.8, en Paulus bespreekt de weg waarin wij vrijheid in onze inwendige mens kunnen ervaren. Paulus ervoer dat zo bekende menselijke conflict in zijn bestaan tussen zijn grote verlangen om de Heer te gehoorzamen in zijn inwendige mens aan de ene kant, en aan de andere kant dat hevige duistere verzet in zijn uitwendige aardse mens tegen de waarheid. In onze geest hebben wij onszelf aan de Heer gegeven en zijn wij vastbesloten om Hem lief te hebben en te gehoorzamen, maar in ons natuurlijke intellect, emoties en verlangens ervaren 6 wij de zuigkracht van duistere begeerten die zich hevig verzetten tegen het geestelijke verlangen om Jezus met heel ons hart lief te hebben. Aan het eind van Rom.7 schreeuwt Paulus de vraag uit wie hem zal redden uit de greep van zijn natuurlijke bestaan dat beheerst wordt door de dood, maar direct daarop geeft hij zelf al het antwoord in vers 25, namelijk dat God door Jezus Christus ons in de vrijheid zal stellen. En in Rom.8 wordt duidelijk gemaakt dat het door de inwoning van de Heilige Geest is waardoor wij deze vrijheid gaan ervaren in onze inwendige mens. Maar de hoofdlijn van Rom.8 is dat wij moeten samenwerken met de inwonende Geest van God om tot het ervaren van deze vrijheid te komen. In Rom.7:25 zegt Paulus dat God ons zal bevrijden door Jezus Christus, maar dat is niet een eenmalige ervaring; integendeel, er is sprake van de noodzaak om een continue relatie met Jezus te ontwikkelen door het investeren in een dialoog met de Heilige Geest die in ons woont. Wij kunnen vandaag vrijheid ervaren in onze strijd met een bepaalde zonde, maar die vrijheid van vandaag is geen enkele garantie voor het ervaren van vrijheid op de dag van morgen. De overwinning is niet een eenmalige ervaring van doorbraak maar een voortdurende ervaring van intieme relatie met de Heilige Geest; om die reden wenste Paulus de gelovigen van Korinte zowel de genade van onze Heer Jezus toe als de liefde van God de Vader, maar ook de eenheid met de Heilige Geest (2Kor.13:13). Rom.8:2 De wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u bevrijd van de wet van de zonde en de dood. Een wet is een activiteit die op een permanente manier herhaald wordt met telkens dezelfde resultaten; de wet van zonde en dood is dus een duister principe dat zich steeds weer in onze natuurlijke mens herhaalt met steeds weer dezelfde resultaten (Rom.7:23). Elke wet heeft een onverbiddelijk karakter en zal nooit tekortschieten in zijn functioneren tenzij er sprake is van een hogere wet die grotere kracht heeft en die in staat is om de eerste wet te overtroeven. Zo is bijvoorbeeld de wet van de zwaartekracht over de hele wereld zonder enige uitzondering zeer effectief, en er is geen enkele plaats op aarde waar deze wet van de zwaartekracht niet in werking treedt. Maar er is een andere wet, en dat is de wet van de aërodynamica; en wanneer deze laatste wet in werking treedt, is deze sterker dan de wet van de zwaartekracht wanneer voldaan wordt aan de condities van de aërodynamica. Zo is er ook een wet die sterker is dan de wet van zonde en dood, en dat is de wet van de Geest die leven brengt; en deze wet werkt in ons sinds de Heilige Geest in ons woont, dat is sinds onze wedergeboorte. En deze wet zal effectief zijn wanneer wij actief in verbinding treden met de principes van deze wet; en wij komen in verbinding met deze wet wanneer wij een intieme relatie met de Heilige Geest onderhouden. Wanneer wij de Heilige Geest danken voor het feit dat Hij in ons woont en wij met geloof Zijn tegenwoordigheid erkennen, treedt de wet van de Geest van het leven in werking. De oorlog tussen geest en natuur eindigt op dat moment niet, maar de beslissing in elke veldslag wordt bepaald door de mate waarin de Heilige Geest onze Leidsman is. Zolang Mozes zijn armen opgeheven hield, was Israël de sterkste partij, maar zodra hij zijn armen liet zakken, was Amalek de sterkste (Ex.17:11). De opgeheven armen van Mozes waren doorslaggevend. Rom.8:26-27 De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest Zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. God, die ons doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen. Hij weet dat de Geest volgens Zijn wil pleit voor allen die Hem toebehoren. Wanneer wij de dialoog met de Heilige Geest aangaan, worden we aan de ene kant erbij bepaald dat wij van nature zwak zijn, maar een andere kant zullen we mogen ervaren dat de Geest ons te hulp komt in onze zwakheid. Waar onze gewone woorden tekortschieten om tot uitdrukking te brengen wat we zouden willen zeggen, daar begint de Heilige Geest Zelf in en voor ons te bidden. Met woordloze zuchten spreekt de Geest door ons heen en begint Hijzelf voorbede te doen voor ons, en God de Vader op de troon kent de bedoeling van Zijn Geest en geeft antwoord op het bidden van de Geest in ons én voor ons. Zo worden wij geestelijk opgebouwd door het werk van de Heilige Geest in ons, wanneer wij in gesprek met Hem gaan. De inwoning van de Geest van God is een wonder van het Nieuwe Verbond dat ons bevattingsvermogen ver te boven gaat, maar dankzij de vernieuwing van onze geest door de wedergeboorte en dankzij de inwoning van de Heilige Geest zorgt God ervoor dat wij 7 volgens Zijn wetten leven en Zijn regels in acht nemen. Het Nieuwe Verbond is een verbond waarin God Zichzelf garant stelt voor het succes dankzij de inwoning van de Heilige Geest. Jer.31:31+33 De dag zal komen, spreekt de HEER, dat Ik met het volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit…… Maar dit is het verbond dat Ik in de toekomst met Israël zal sluiten, spreekt de HEER: Ik zal Mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal Ik hun God zijn en zij Mijn volk. Ezech.36:26-27 Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, Ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. Ik zal jullie Mijn Geest geven en zorgen dat jullie volgens Mijn wetten leven en Mijn regels in acht nemen. E: Het zaad van God in onze inwendige mens. 1Joh.3:8b-9 De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen. Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren. Jezus, de Zoon van God, is mens geworden om de werken van de duivel te vernietigen; dit is een zeer specifiek doel van de eerste komst van Jezus naar de aarde. Maar om dit werk van Jezus te kunnen begrijpen, moeten wij vers 8 koppelen aan vers 9 om door te dringen tot de diepte van de overwinning van Jezus. Het grote wonder van de wedergeboorte is niet dat wij daardoor vergeving van zonde ontvangen, want ook in de tijd van het Oude Testament was vergeving beschikbaar terwijl wedergeboorte nog geen realiteit was. Het grote wonder van de wedergeboorte is dat wij daardoor tot een bovennatuurlijke eenheid met Jezus gekomen zijn; in de wedergeboorte is onze geest verenigd met de geest van Jezus, doordat de Heilige Geest in ons is komen wonen (1Kor.6:17). Maar terwijl de Geest van God in onze geest is komen wonen, hebben wij nog steeds te maken met de aanwezigheid van zonde in onze natuurlijke mens, waardoor wij nog steeds een worsteling ervaren. De werken van de duivel komen vooral tot expressie in de gedachten, emoties en lichamen van natuurlijke mensen, en Jezus is gekomen om daarmee af te rekenen. Als gevolg van de wedergeboorte hebben wij een totaal nieuwe houding aangenomen ten opzichte van de zonde, want wij hebben besloten om te strijden tegen de zonde in plaats van toe te geven aan de verleiding van zonde en duisternis. Dat wil niet zeggen dat wij nooit meer zondigen, maar het betekent wel dat wij de zonde niet meer bedrijven (Ps.119:3); hoewel de zonde soms nog winnen kan, maken wij van de zonde geen dagelijks bedrijf. De reden waarom wij ten strijde trekken tegen de zonde is het feit dat het zaad van God door de wedergeboorte blijvend in ons is, zodat wij zelfs niet kunnen blijven zondigen. Het feit dat het zaad van God in ons is, betekent dat de genetische eigenschappen van Gods wezen en karakter in ons aanwezig zijn; dit is een groot voorrecht want dit is niet het geval met de engelen. Het zaad van God met alle genetische eigenschappen van God is door de Heilige Geest in onze geest gekomen, zodat de werken van de duivel en de aanwezigheid van de zonde in ons leven vernietigd kunnen worden. Wij zijn door het volbrachte werk van Jezus op het kruis van Golgotha verlost van de schuld van zonde, en door het werk van de Heilige Geest zijn wij bezig om verlost te worden van de macht van de zonde; maar door de tweede komst van Jezus naar de aarde en onze opstanding uit de dood zullen wij verlost worden van de aanwezigheid van de zonde. Doordat wij deel hebben gekregen aan de Goddelijke natuur (2Petr.1:3-4), kunnen wij een intieme relatie ontwikkelen met God omdat wij Zijn gedachten en gevoelens kunnen begrijpen vanwege Zijn aanwezige eigenschappen in onze geest. De glorie van onze wedergeboorte is dat wij het leven van God in onze inwendige mens hebben ontvangen, waardoor wij in staat zijn de zonde in onze natuurlijke mens te overwinnen. Wij trekken ten strijde tegen de zonde omdat wij alle reden hebben om te geloven dat wij in staat zijn de zonde te overwinnen. Hebr.7:16b zegt dat Jezus de volmaakte Hogepriester van ons geloof is geworden op grond van Zijn onvergankelijke leven, d.w.z. de kracht van de inwonende Heilige Geest, waardoor dit leven in staat is volledig strijd te voeren tegen elke verleiding van zonde en deze te overwinnen. Het leven van God in ons heeft veel meer kracht dan enige vorm van verslaving aan zonde op voorwaarde dat wij onszelf volledig toewijden aan een intieme relatie met de Heilige Geest; dan komt Hij met de kracht van Zijn onvergankelijk leven ons te hulp in de strijd tegen 8 de zonde in onze natuurlijke mens. Immoraliteit, verslaving aan drugs en drank, vraatzucht, maar ook gevoelens van onzekerheid, trots en angst kunnen overwonnen worden door de aanwezigheid van het leven van God in onze geest. De negenvoudige vrucht van de Heilige Geest (Gal.5:22) zijn een expressie van het onvergankelijke leven van de Geest, terwijl trots, bitterheid, wrok, twijfel en onzekerheid allemaal vergankelijke eigenschappen zijn die met gemak door de Heilige Geest overwonnen kunnen worden. In de schepping van Gen.1 is de mens geschapen als een drievoudig wezen, namelijk geest, ziel en lichaam (1Tess.5:23); en voordat de zondeval kwam, was Adam een mens in wie zijn menselijke geest domineerde over zijn ziel en over zijn lichaam. Maar nadat hij gezondigd had, werd zijn relatie met God verbroken en vond er een omgekeerd proces plaats; op dat moment werd hij zich extreem bewust van zijn lichaam (Gen.3:7). In dit sterfelijke lichaam zijn wij ons zeer bewust van vermoeidheid, honger, natuurlijke verlangens en vooral zondige verlangens; en daarnaast zijn wij ons zeer bewust van onze zielse, dat is psychische behoeften. Maar sinds de zondeval zijn wij erg onbekend geraakt met het meest belangrijke aspect van ons mens-zijn, namelijk de menselijke geest. Maar door de wedergeboorte is onze geest tot nieuw leven gekomen met de bedoeling dat onze geest weer heerschappij zou voeren over onze ziel en over ons lichaam. Door het ontwikkelen van een intieme relatie met de Heilige Geest krijgt onze menselijke geest weer de dominante positie zoals God die altijd bedoeld heeft toen Hij ons schiep. Door de manier waarop wij onze geest koesteren in een relatie met de Heilige Geest bewandelen wij een weg waarin onze geestelijke mens weer heerschappij gaat voeren over ons hele leven op aarde. De stem van de duivel schreeuwt door behoeften van onze ziel en ons lichaam heen om onze aandacht te trekken naar het natuurlijke leven, zodat wij grote voorrang geven aan het bevredigen van onze natuurlijke verlangens. Maar de stem van God spreekt tot onze geest, en Hij dringt er bij ons op aan om een relatie met de Heilige Geest te ontwikkelen zodat onze geestelijke mens heerschappij gaat uitoefenen over de behoeften van onze ziel en lichaam. De nieuwe mens in ons (Kol.3:10) is onze wedergeboren geest die het onvergankelijke leven van de Heilige Geest in zich heeft, terwijl de oude mens in ons het oude leven was waarin wij geen relatie met de Geest van God onderhielden. Het probleem van veel gelovigen is dat zij wel een wedergeboren geest hebben, maar nog steeds een levensstijl hebben waarin hun ziel en hun lichaam hun leven domineren. Maar door onze wedergeboorte hebben wij een nieuwe, d.w.z. geestelijke identiteit ontvangen als individuele zonen en dochters van God de Vader, terwijl wij ook samen met de Bruid van Christus zijn. We hebben een nieuwe identiteit en wij hebben ook een nieuwe verbondenheid met God doordat Zijn Geest in ons woont; de essentie van de nieuwe mens is het zaad van God met alle daarbij behorende genetische eigenschappen aanwezig in onze geest. F: Een rivier van levend water. Joh.4:13-14 Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, zei Jezus, maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft. Joh.7:37-39a Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en Hij riep: Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken! Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft, zo zegt de Schrift. Hiermee doelde Hij op de Geest die zij die in Hem geloofden zouden ontvangen…… Leven in relatie met de Heilige Geest is als leven in relatie met een rivier die uit je binnenste naar buiten stroomt; hoewel wij onze geest niet kunnen zien, kunnen wij des te meer de stroom van de Heilige Geest uit onze inwendige mens ervaren. Terwijl Jezus in Joh.4:13-14 meer de nadruk legt op het levende water indrinken, legt Hij in Joh.7:37-39 meer de nadruk op het uitdelen van het levende water. In Joh.4 legt Jezus de nadruk op het levende water dat Hij geeft, maar in Joh.7 legt Jezus de nadruk op het levende water dat wij ontvangen doordat wij bij Jezus komen en drinken. Het is zo belangrijk dat wij leren inzien dat de Geest van God al vanaf onze wedergeboorte in onze menselijke geest woont, maar dat Zijn werk in ons veel te maken heeft met onze bereidheid tot samenwerking. De Heilige Geest blijft vaak zeer passief vanwege Zijn grote respect voor onze vrijwillige keus; hoewel Hij alle macht 9 heeft om alles in ons te doen wat Hij kan en wil, zal Hij dat toch niet doen wanneer wij Zijn werk in ons niet stimuleren door vrijwillige overgave. Wij kunnen het werk van de Heilige Geest in ons activeren door geloof en overgave, maar wij kunnen het werk van de Heilige Geest in ons ook tot stilstand brengen. Jezus maakt duidelijk dat Hij het levende water geeft, maar Jezus maakt ook duidelijk dat wij het levende water ontvangen doordat wij bij Jezus komen én drinken, en het woord drinken veronderstelt een activiteit. Er zijn uitzonderlijke situaties waarin de Geest van God soeverein het initiatief neemt tot bepaalde acties, maar de doorsnee regel van het koninkrijk van God is dat de Heilige Geest wacht op ons initiatief door tegen de Geest te spreken en Hem uit te nodigen in ons leven. Ons gesprek met de Heilige Geest is dé manier bij uitstek om de kracht van de Geest in ons leven vrij te zetten; wanneer wij spreken met de Geest in onze eigen geest, wordt de kracht van Gods Geest vrijgezet in onze inwendige mens en ontvangen wij vernieuwing vanuit ons binnenste. Het woord van God is bij uitstek het beste instrument om een dialoog met de Heilige Geest aan te gaan, en als gevolg van onze relatie met de Geest zal Hij met grote regelmaat zeer kleine hoeveelheden van Zijn kracht vrijzetten. De kracht is klein maar zeer echt, zoals onze dagelijkse maaltijden kleine porties voedsel bevatten, maar toch ons lichaam voldoende kracht geven om te groeien. Er bestaat geen samenkomst, conferentie, prediker of geestelijk boek die ons met één ervaring zoveel kracht kan geven dat wij daarop een jaar kunnen teren. Het ontwikkelen van een relatie met de Geest heeft alles te maken met het dagelijks onderhouden van deze relatie op een gedisciplineerde manier met gebed, vasten en meditatie in het woord van God. Wij herkennen de manifeste tegenwoordigheid van de Heilige Geest doordat wij Zijn aanwezigheid in ons erkennen en Hem daarvoor danken met grote dankbaarheid. Wanneer je er goed over nadenkt, ga je beseffen dat het een enorm groot voorrecht is dat de Heilige Geest van God, die Zelf ook God is, er vreugde in vindt om in mensen te wonen. Joh.14:15-17 Als je Mij liefhebt, houd je dan aan Mijn geboden. Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere Pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, want ze ziet Hem niet en kent Hem niet. Jullie kennen Hem wel, want Hij woont in jullie en zal in jullie blijven. V.v.d.B. 10