In het begin schiep God op de 1ste dag hemel en aarde. Het eerste wat hij maakte was licht en duisternis. Hij maakte ook een scheiding tussen licht en duisternis. Die scheiding noemde hij dag en nacht. Dag was licht, nacht was donker. Het was toen licht en donker geweest. De eerste dag! De 2de dag schiep God water en aarde. Het droge noemde hij land en het natte noemde hij zee. En God schiep de hemel en zag dat het goed was. De 3de dag schiep God zaadhebbend gras en kruid en bomen. De aarde werd groen en God was deze dag erg tevreden. De 4de dag Deze dag schiep God tijd. Hij maakte tijden: uren, dagen, jaren, eeuwen en millennia. En hij maakte 2 grote lichten: een groot licht om de dag te regeren (de zon), een klein licht om de nacht te regeren (de maan), en de sterren. En God gaf ze de opdracht om op de aarde te schijnen en te verwarmen en zag dat het goed was. De 5de dag schiep God dieren: gevleugelde dieren die onder de hemel vlogen, en alle waterdieren gingen de zee in en alle landdieren konden nu over het gras rennen en God zag dat het goed was. De 6de dag schiep God de mens naar zijn beeld. Hij schiep twee geslachten: man en vrouw. Hij zegende hen en sprak tot hen: jullie zijn vruchtbaar en vermeerder jullie en ga op de aarde wonen die ik voor jullie geschapen heb. De twee eerste bewoners van de aarde heetten Adam & Eva. De 7de dag was aangebroken en God had nu zoveel gedaan, dat hij het tijd vond voor een rustdag, en daarom is de zondag een rustdag.