TENNET Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen In opdracht van: TenneT TSO B.V. Utrechtseweg 310 Postbus 718 6800 AS Arnhem Telefoon: 026 - 373 11 11 Fax: 026-373 13 95 Internet: www.tennet.org Omniplan H. van Lijndenlaan 1 3703 AS Zeist Telefoon: 030 - 692 60 80 Fax: 030 - 692 60 81 Internet: www.omniplan.org E-mail: info@omniplan.org Zeist, 8 november 2006 Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 1 van 26 Inhoudsopgave pag. 1 Inleiding 3 2 Kernzoekgebied 2.1 Begrenzing 2.2 Zoekzones 4 4 5 3 Criteria 3.1 Inleiding 3.2 Ruimtelijk/maatschappelijke criteria 3.3 (Elektro)technische criteria 3.4 Financiële criteria 3.5 Criteria met betrekking tot tijd/planning 6 6 6 9 10 11 4 Beoordeling zones 4.1 Inleiding 4.2 Ruimtelijk/Maatschappelijke beoordeling 4.3 (Elektro)technische beoordeling 4.4 Financiële beoordeling 4.5 Beoordeling op tijd/planning 12 12 12 15 16 17 5 Conclusies 5.1 Weging van de criteria 5.2 Conclusies 18 18 19 Bijlagen: Bijlage 1 Bijlage 2 - Bijlage 3 Kaart 380 & 150 kV-Elektriciteitsnet Midden Nederland Illustratie Kernzoekgebied 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen Illustratie Zoekzones 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 2 van 26 1 Inleiding ENECO/ENBU, en TenneT hebben het voornemen een nieuw hoogspanningsstation te realiseren ten behoeve van de koppeling tussen het regionale 150 kV-net in 150 kV-hoogspanningsstation Lage Weide te Utrecht en het landelijke 380 kV-net. Aanleiding hiertoe zijn de huidige fysieke beperkingen in het 150 kV-net en de verwachte verdere stijging van de elektriciteitsvraag in combinatie met de afname van de lokale productiecapaciteit. Voorliggend rapport bevat een onderbouwing van de locatiekeuze voor dit station. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 3 van 26 2 Kernzoekgebied De koppeling van het 150 kV-net met het 380 kV-net vergt een 380/150 kV-hoogspanningsstation met een omvang van circa 1,7 hectare. Om het 150 kVstation Lage Weide te kunnen invoeden vanuit het 380 kV-net, kan vanuit het bestaande 380kV-net een nieuwe verbinding naar Lage Weide worden aangelegd. Een dergelijke lange verbinding is vanuit kostenoverweging een zeer dure optie. Dit stuit tevens op grote ruimtelijke bezwaren. Het is daarom logischer de bestaande 150 kV-lijn naar Lage Weide te verzwaren en deze te koppelen aan een bestaande 380 kV lijn. De zoekrichting voor een nieuw station ligt logischerwijs vanuit Industrieterrein Lage Weide in de richting van de 380 kV-lijn. Daar waar de 150 kV-lijn en de 380 kV-lijn elkaar naderen is de meest voor de hand liggende locatie. Dit is het geval in de omgeving van Breukelen (zie bijlage 1, 380 & 150 kV~Elektriciteitsnet Midden Nederland), in deze omgeving is een zogenaamd kernzoekgebied vastgesteld. 2.1 Begrenzing Het kernzoekgebied wordt aan de noordzijde begrensd door het bestaande 150 kV-transformatorstation Breukelen (aan de Ter Aaseweg). Dit is een "natuurlijke noordgrens" voor het zoekgebied. Het gebied ten noorden hiervan heeft immers een hogere landschappelijke waarde door de aanwezigheid van ongerepte polders. Uitzondering hierop is wellicht de locatie nabij het bedrijventerrein Angstelkade. De 380 kV-verbinding Krimpen-Diemen kruist hier de snelweg waardoor op deze locatie zowel de bestaande 380 als de bestaande 150 kV verbinding aan de oostzijde van Rijksweg A2 liggen. Hoewel deze locatie buiten het kernzoekgebied ligt, is deze zorgvuldigheidshalve toch in het onderzoek meegenomen. Aan de zuidzijde wordt het kernzoekgebied begrensd door de bebouwing van Maarssenbroek. Verder naar het zuiden gaan de 380 en 150 kV-verbindingen te ver uit elkaar lopen. Door de aanleg van langere verbindingen zal het landschap altijd meer worden beïnvloed. Ook het kostenaspect speelt hier een rol. De aanleg van een nieuw station nog verder naar het zuiden is niet aan de orde vanwege de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn. Ten zuiden van Leidsche Rijn is de afstand tussen de twee genoemde verbindingen te groot. Aan de oostzijde van het kernzoekgebied vormt het Amsterdam-Rijnkanaal een natuurlijke barrière. Een kruising van hoogspanningsverbindingen met het kanaal is uit landschappelijk, elektrotechnisch en kostenoogpunt niet aantrekkelijk. Daarbij zou de verbinding dan ook door of over het dorp Breukelen moeten worden aangelegd. Dit brengt onoverkomelijke ruimtelijke bezwaren met zich mee. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 4 van 26 Aan de westzijde ligt de grens van het kernzoekgebied bij de lintbebouwingen Kortrijk en Oud-Aa die parallel aan de snelweg lopen. Kruising van deze lintbebouwingen door nieuwe hoogspanningsverbindingen is uit ruimtelijk oogpunt minder wenselijk. Daarenboven wordt het landschap ten westen van de lintbebouwing waardevoller waardoor eerder sprake is van aantasting. Op basis van voornoemde begrenzingen blijft er een ellipsvormig gebied over waarbinnen de beste locatie voor een nieuw 380/150 kV-hoogspanningsstation moet worden gevonden. Dit gebied is het kernzoekgebied (zie bijlage 2, Kernzoekgebied 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen). 2.2 Zoekzones Binnen het kernzoekgebied zijn vervolgens 9 zones onderscheiden die vergelijkbare eigenschappen bevatten. Zoals hierboven toegelicht, wordt een 10e zone gevormd door het gebied direct rondom het bedrijventerrein Angstelkade. Alle 10 zones zijn afgebeeld in bijlage 3, Zoekzones 380/150 kV hoogspanningsstation Breukelen. Deze 10 zones worden hierna getoetst aan diverse criteria om te bepalen welke zone de voorkeurslocatie voor de vestiging van een 380/150 kV-hoogspanningsstation vormt. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 5 van 26 3 Criteria 3.1 Inleiding Bij het bepalen van de juiste locatie voor de vestiging van een nieuw hoogspanningsstation speelt een aantal criteria een rol. Deze criteria zijn onder te verdelen in vier groepen: Ruimtelijk/maatschappelijke criteria (Elektro)technische criteria Financiële criteria Criteria m.b.t. tijd/planning Voor het bepalen van de relevante criteria is gebruik gemaakt van eerdere haalbaarheidsonderzoeken uit het verleden en actuele inzichten. Iedere groep bestaat uit meerdere subcriteria. In dit hoofdstuk zal een beoordelingsschema worden opgesteld aan de hand waarvan de 10 zones vervolgens zullen worden getoetst. 3.2 Ruimtelijk/maatschappelijke criteria Deze groep bestaat uit de onderstaande subcriteria: 1. Landschappelijke inpasbaarheid Waarneembaarheid Doorsnijding landschappelijke elementen/detonatie Koppeling aan grootschalige elementen Schaalcontrast 2. Ecologie 3. Cultuurhistorische waarden 4. Ruimtelijke reserveringen 5. Magnetische velden 1. Landschappelijke inpasbaarheid Een nieuw station met bijbehorende masten en verbindingen zal altijd zichtbaar zijn in het landschap. De wijze waarop het station en de verbindingen worden geplaatst en de locatiekeuze kunnen echter sterk van invloed zijn op de mate waarin het landschap wordt beïnvloed door een nieuw station. Ook de hoeveelheid masten en de lengte van de verbindingen spelen hierbij een rol. In het veenweidegebied rondom Breukelen is een landschappelijk verantwoorde locatiekeuze noodzakelijk. Het open landschap met overwegend rechte verkavelingslijnen is kwetsbaar voor iedere toevoeging. Ook de karakteristieke ontginningslijnen en de herkenbaarheid van het landschap dienen zo weinig mogelijk te worden aangetast. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 6 van 26 Het meten van de landschappelijke inpasbaarheid gebeurt aan de hand van vier subcriteria: - Waarneembaarheid De invloed ván een station en de masten op_ het landschap wordt sterk bepaald door de mate van waarneembaarheid. Een station valt op als het zichtbaar is vanaf een plek waar zich veel mensen bevinden. Veel woningen en de hoeveelheid en soort routes bepalen deze mate van waarneembaarheid. - Doorsnijding landschappelijke elementen Het landschap wordt aangetast als de oorspronkelijke karakteristieke lijnen en vlakken worden doorsneden. Zo zal een grootschalig element in de richting van kavellijnen bijvoorbeeld minder opvallen dan een zelfde grootschalig element dat hier diagonaal op wordt geplaatst. - Koppeling aan grootschalige elementen In de buurt van Breukelen is reeds een fors aantal grootschalige (lijn)elementen in het landschap aanwezig. Te denken valt hierbij aan de Rijksweg A2, het spoor Amsterdam-Woerden en het spoor Utrecht-Amsterdam. Ook de huidige 150 kV en 380 kV-hoogspanningsverbindingen en het bedrijventerrein ten oosten van de A2 behoren hier toe. Koppeling van een nieuw grootschalig element aan een bestaand grootschalig element levert minder versnippering op van het oorspronkelijke landschap. Koppeling kan soms zelfs leiden tot versterking van het landschapsbeeld. Bij de locatiekeuze zal zoveel mogelijk worden gestreefd het nieuwe station en de verbindingen te koppelen aan bestaande grootschalige elementen. - Schaalcontrast De invloed van een station en de masten op het landschap wordt ook bepaald door de schaal van het landschap en het contrast hierin. De schaal van een hoogspanningsstation en de masten wordt extra benadrukt als zich objecten van veel kleinere schaal in de nabijheid bevinden. De 10 zones zullen ook op dit aspect worden gewogen. Het is niet ondenkbaar dat bovenstaande vier subcriteria elkaar zullen overlappen. Daarnaast blijft het vaak een subjectieve toets en zal smaak en persoonlijke voorkeur altijd een rol spelen. Desalniettemin is met deze vier criteria getracht de aantasting van het landschap zo goed mogelijk meetbaar te maken zodat een zo objectief mogelijke toets plaatsvindt. 2. Ecologie De komst van een hoogspanningsstation heeft ruimtelijke gevolgen voor de ter plaatse aanwezige natuurwaarden, ecologie en de aanwezige flora en fauna. In diverse inventarisaties en beleidsdocumenten is in beeld gebracht waar ecologische waarden aanwezig en beschermd zijn. Deze documenten, zoals het bestemmingsplan en streekplan, zijn de basis voor het meten van de mogelijke aantasting van dit criterium. De aanwezigheid van hoge ecologische waarden betekent een grotere kans op aantasting van deze waarde als er een ingreep in Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 7 van 26 het gebied plaatsvindt. Dit zal bij de locatiekeuze zoveel mogelijk worden vermeden. Het is echter een toets op hoofdlijnen. De aanwezigheid van flora en fauna bijvoorbeeld is locatieafhankelijk. Zodra de keuze voor een zone is gemaakt zal aanvullend flora- en faunaonderzoek worden uitgevoerd. 3. Cultuurhistorische waarden Sinds de Nota Belvedère heeft behoud van oudheidkundige, cultuurhistorische en archeologische waarden in Nederland hoge prioriteit. De provincie Utrecht kent een grote cultuurhistorische variatie. Deze is vastgelegd in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur. Dit zijn ruimtelijk herkenbare of in de ondergrond aanwezige structuren die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode of ontwikkeling. Getracht wordt deze cultuurhistorische hoofdstructuur zo weinig mogelijk aan te tasten met de komst van een nieuw hoogspanningsstation. Aan de hand van informatie uit het streekplan en de provinciale cultuurhistorische atlas is in beeld gebracht hoe de zones scoren op aantasting van deze waarden. 4. Ruimtelijke reserveringen In het afwegingsproces bij de komst van een hoogspanningsstation speelt ook de mate van ruimtelijke reserveringen een rol. Bekeken is in diverse ruimtelijke plannen (o.a. streekplan, bestemmingsplan) welke reserveringen voor welke gebieden gelden. Mocht blijken dat een bepaalde zone reeds is gereserveerd of bestemd voor bijvoorbeeld uitbreiding van de rijksweg of een bedrijventerrein, dan is vestiging van een nieuw hoogspanningsstation op diezelfde plek minder voor de hand liggend. Bekeken is waar zich dergelijke ruimtelijke reserveringen in het kernzoekgebied voordoen en of dit de komst van een station minder gewenst maakt. 5. Magnetische velden De vermeende effecten van blootstelling van mensen (met name kinderen) aan magnetische velden in relatie tot hoogspanningsmasten veroorzaken regelmatig maatschappelijke zorg en discussie. Er bestaan geen wettelijke normen m.b.t. magnetische velden. Wel adviseert het Ministerie van VROM een referentiewaarde van 100 microTesla voor bestaande bovengrondse hoogspanningslijnen, nieuwe en bestaande ondergrondse hoogspanningskabels alsmede nieuwe en bestaande transformatorstations. Voor nieuwe bovengrondse hoogspanningslijnen, wijzigingen aan bestaande bovengrondse hoogspanningslijnen en nieuwe (woon)bebouwing bij bestaande bovengrondse hoogspanningslijnen adviseert VROM vanuit een voorzorgsprincipe een waarde van maximaal 0,4 microTesla. Op basis van dit advies is het aspect magnetische velden als separaat toetsingscriterium in dit onderzoek opgenomen. De toetsing heeft m.n. betrekking op het aantal en de nabijheid van woonbebouwing. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 8 van 26 3.3 (Elektro)technische criteria Deze groep wordt gevormd door onderstaande subcriteria: 1. Structuur hoogspanningsnet 2. Lengte verbindingen 3. Ondergrondse 380 kV-kabel 4. Fysieke belemmeringen - rijksweg - spoor - hoofdwaterleiding 1. Structuur hoogspanningsnet Omwille van de betrouwbaarheid, leveringszekerheid en, in mindere mate, het verkrijgen van een logische netstructuur wordt gestreefd naar positionering van hoogspanningsstations in de centra van bij benadering even grote distributiegebieden. Door de omvang van de distributiegebieden ongeveer even groot te houden blijven de effecten van storingen beperkt tot een zo klein mogelijk gebied. 2. Lengte verbindingen Uit het oogpunt van beheer en bedrijfsvoering en ter beperking van netverliezen dienen zowel de 380 als de 150 kV-verbindingen zo kort mogelijk te zijn. 3. Ondergrondse 380 kV-kabel Naast de lengte van de verbinding heeft ook het type verbinding elektrotechnische consequenties. Een kabelverbinding heeft een aantal elektrotechnische nadelen ten opzichte van een bovengrondse lijn. Het aanleggen van ondergrondse verbindingen vereist vaak speciale maatregelen. De kabel is meer storingsgevoelig door kwetsbaarheid voor graafwerkzaamheden en grondverzakkingen. Het oplossen van een dergelijke storing is aanzienlijk moeilijker omdat deze kabel minder bereikbaar is. Het belangrijkste nadeel is echter het effect van een storing. Bij een 150 kV-verbinding levert dit regionaal problemen op terwijl storing van een 380 kV-verbinding nadelige gevolgen kan hebben voor de elektriciteitsvoorziening in het hele land. Bij een kabel van 150 kV zijn deze risico's daarom eerder aanvaardbaar dan bij een kabel van 380 kV. 4. Fysieke belemmeringen De aanleg van een hoogspanningsstation met bijbehorende masten kan worden belemmerd door bestaande elementen in het gebied zoals de snelweg en de spoorlijnen Amsterdam-Utrecht en Amsterdam-Woerden. Masten zullen dan dichter op elkaar en in grotere hoeveelheden moeten worden geplaatst om een bepaalde hoogte van de hoogspanningslijnen te kunnen waarborgen. Of er moeten hogere masten worden toegepast. In het kernzoekgebied liggen ook twee hoofdwaterleidingen van Waternet. Deze waterleidingen verzorgen de aanvoer van drinkwater richting Noord-Holland en hebben een diameter van 1,20 en 1,50 meter. Rondom deze leidingen gelden strenge voorwaarden voor alles wat in en op de grond wordt gebouwd. Met de locatiekeuze van het Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 9 van 26 station zal zoveel mogelijk met deze belemmeringen rekening gehouden moeten worden. Voor de meest geschikte locatie geldt hoe minder belemmeringen hoe beter. 3.4 Financiële criteria Financieel gezien spelen de volgende subcriteria een rol: 1. Verwerving grond 2. Bouwkosten Kosten bouw station/verbindingen Geluidsmaatregelen transformator 3. Meerkosten 380 kV-kabel 4. Onderhoudskosten 5. Sanering vervuilde grond 6. Sloop bestaande opstallen 1. Verwerving Voor de bouw van een hoogspanningsstation moet grond worden verworven. De masten en de verbindingen worden met een zakelijk recht in het kadaster vastgelegd. Voor het station is circa 1,7 hectare grond noodzakelijk. De 10 zones worden getoetst op de mogelijke verwervingskosten. Deze zijn afhankelijk van het huidig dan wel reeds gepland toekomstig gebruik van de grond. 2. Bouwkosten De bouwkosten worden bepaald door de kosten van de bouw van het station en de verbindingen. De transformator produceert geluid en als deze te dicht bij geluidsgevoelige bebouwing wordt geplaatst zullen hiervoor geluidsreducerende maatregelen moeten worden getroffen. Van elke zone is een grove vergelijking gemaakt van de bouw- en eventuele isolatiekosten. 3. Meerkosten 380 k V-kabel De aanleg van een kabelverbinding is veie malen duurder dan een bovengrondse verbinding. Bij een kabel met een spanning van 380 kV liggen de kosten circa 7 á 10 keer hoger. 4. Onderhoudskosten De kosten van onderhoud van het station zal in alle gevallen hetzelfde zijn. De verschillen zullen ontstaan bij een verschillend aantal extra te bouwen masten. De zones zijn onderling globaal vergeleken wat de onderhoudskosten per jaar zuilen zijn. 5. Sanering vervuilde grond Sanering van vervuilde grond kan vaak leiden tot onverwachte kosten. In dit locatieonderzoek wordt per zone een inschatting gemaakt naar aanleiding van het huidig grondgebruik of vervuiling aannemelijk is. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 10 van 26 6. Sloop bestaande opstallen Bekeken wordt of het voor de bouw van het station noodzakelijk is bestaande opstallen te slopen. Er wordt naar gestreefd dit te voorkomen maar mocht zich dit voordoen dan zijn hier kosten aan verbonden. Deze kosten worden bij dit aspect in beeld gebracht. 3.5 Criteria met betrekking tot tijd/planning Het aspect tijd of planning speelt bij de bouw van een station een belangrijke rol. De uitdrukkelijke wens van ENECO om uiterlijk 1 januari 2009 de koppeling te hebben gerealiseerd brengt tijdsdruk met zich mee. Een lange procedure voor bijvoorbeeld verwerving kan de planning beïnvloeden. In deze groep spelen de volgende subcriteria een rol: 1. Benodigde tijd planologische procedure 2. Verwerving 3. Bouwtijd 1. Benodigde tijd planologische procedure Voor een hoogspanningsstation en een hoogspanningsverbinding is in een bestemmingsplan een specifieke bestemming of een vrijstelling van een geldende bestemming noodzakelijk. De duur van de procedure is echter wel afhankelijk van mogelijk bezwaar en beroep bij de rechter. Dit is, afhankelijk van de aanwezigheid van directe omwonenden, voor iedere zone in te schatten. 2. Verwerving De grond die verworven moet worden voor de bouw van het station zal bij voorkeur op minnelijke wijze worden verworven of in het uiterste geval via een onteigeningsprocedure. Beide kennen hun eigen tijdpad. Per zone is bekeken wat de verwachtingen zijn. 3. Bouwtijd Dit aspect betreft de tijd die gepaard gaat met de bouw van het station en de verbindingen. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 11 van 26 4 Beoordeling zones 4.1 inleiding Voor alle 10 zones is per criterium is onderzocht hoe een zone scoort. De basis hiervoor ligt in veldbezoeken, literatuuronderzoek, expert opinions en ervaring met eerdere locatieonderzoeken voor hoogspanningsstations. Het resultaat is weergegeven in navolgende beoordelingstabel. De scores zijn aangeduid met: + (goed) +/o (redelijk) o (neutraal) o/(matig) (slecht) Per criterium wordt hierna toegelicht hoe de zones scoren. 4.2 Ruimtelijk/maatschappelijke beoordeling Landschappelijke inpasbaarheid Uit een optelling van de vier criteria die de landschappelijke inpasbaarheid bepalen blijkt dat vooral zone IX voor wat betreft landschappelijke inpasbaarheid goed scoort. Zone IX is een restgebied gelegen tussen de Rijksweg A2 en de spoorlijnen Amsterdam-Utrecht en Amsterdam-Woerden. Het landschap zal hier het minst last ondervinden van de komst van een hoogspanningsstation. Zone III en VIl scoren redelijk terwijl zones IV en VIII een slechte score op het punt van de landschappelijke inpasbaarheid vertonen. De overige zones zitten tussen deze waardes in. Opvallend hierin is locatie VI, een bedrijventerrein. Dit is echter een zodanig hoogwaardig bedrijventerrein dat een bouwwerk als een hoogspanningsstation hier minder passend zal zijn. Ook opvallend is locatie X. Locatie X ligt buiten het kernzoekgebied maar omdat deze zone dichtbij een bestaand bedrijventerrein is gelegen leek het toch de moeite van het onderzoeken waard. Nadere beschouwing van dit gebied leert dat deze zone in een ongerepte polder langs een landschappelijk waardevolle watergang te liggen. Het bestaande bedrijventerrein is eigenlijk al een aantasting van het landschapsbeeld en moet landschappelijk gezien niet nog worden uitgebreid met de vestiging van een hoogspanningsstation. Van de overige locaties kan over het algemeen worden vermeld dat hier sprake is van een onaangetast veenweidelandschap dat door de komst van een hoogspanningsstation zodanig wordt beïnvloed dat het landschap niet meer in zijn oorspronkelijke verschijningsvorm kan worden beleefd. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 12 van 26 Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 13 van 26 Ecologie Uit de kaarten die zijn opgenomen in het Streekplan Utrecht blijkt dat het gehele kernzoekgebied een ecologisch redelijk waardevol gebied is. Er lopen diverse ecologische verbindingszones langs bestaande lijnstructuren. Geen van de zones scores daarom optimaal. Zone VI, het bedrijventerrein in ontwikkeling, heeft de minste ecologische waarde. Zone IX daarentegen is onlangs ingericht voor natuurcompensatie en zal naar verwachting in de toekomst ecologisch waardevol zijn. De overige zones liggen allemaal in de buurt van een ecologische verbindingszone of worden er zelfs door doorsneden. Cultuurhistorische waarden Het gebied rond Breukelen en het kernzoekgebied kent vele oude cultuurhistorische waarden. Deze zijn weergegeven in de Cultuurhistorische Atlas van Utrecht. In het Streekplan is een Strategiekaart opgenomen waarin uitspraken worden gedaan over het veiligstellen van en eisen stellen aan waardevolle gebieden. Opvallend is het gebied dat wordt veiliggesteld aan de westzijde van de A2 en de spoorlijn Amsterdam-Woerden. In dit gebied zijn de kenmerken van de ontginningen nog zeer goed zichtbaar. Grootschalige ingrepen in dit gebied die deze structuur aantasten zijn niet zonder meer toegestaan. Zone III, IV en V scoren daarom matig op dit aspect. Zone VI, VIl, VIII en X worden hier ook nog door beïnvloed en scoren neutraal. Voor de overige zones gelden geen beperkingen Ruimtelijke reserveringen Uit beleidsplannen van gemeente en provincie blijkt dat er voor slechts twee zones ruimtelijke reserveringen gelden die niet zijn te verenigen met de komst van een hoogspanningsstation. Zone VI is bestemd en thans gedeeltelijk ingericht als hoogwaardig bedrijventerrein. Binnen deze plannen past geen hoogspanningsstation.Voor zone VIl wordt door de gemeente Breukelen aangegeven dat de wens bestaat dit gebied te behouden voor een toekomstige uitbreiding van het hoogwaardig bedrijventerrein. Zone IX is onlangs ingericht als plas-drasgebied ter compensatie van de natuurwaarden die verloren zijn gegaan bij infrastructurele ingrepen. Een hoogspanningsstation binnen een pas aangelegde ecologische zone zou de bedoeling van de inrichting van dit gebied doorkruisen. De overige zones zijn over het algemeen in agrarisch gebruik en hiervoor gelden geen andere ruimtelijke reserveringen. Magnetische velden In verband met de nabijheid van woonbebouwing scoren zones VIll, X en in mindere mate IV negatief op het aspect magnetische velden. In de overige zones is de woonbebouwing dermate ver verwijderd dat geen verandering m.b.t. magnetische velden optreedt ten opzichte van de huidige situatie. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 14 van 26 4.3 (Elektro)technische beoordeling Structuur hoogspanningsnet Locatie VlIl ligt pal tegen het bestaande 150 kV-hoogspanningsstation van ENECO aan de Ter Aaseweg. Deze locatie heeft elektrotechnisch gezien voordelen vanwege meer flexibiliteit in de besturing van het 150 kV-net. Locatie X die eigenlijk buiten het kernzoekgebied ligt en daarmee ten noorden van het 150 kV-station Breukelen scoort daarom ten opzichte van de andere iocaties slecht. Door de bouw van een station op deze plek zal het bestaande 150 kVstation Breukelen tijdelijk onbruikbaar zijn of moeten er aanvullende technische ingrepen worden gedaan. Lengte verbindingen Een belangrijke voorwaarde voor het bepalen van het kernzoekgebied was dat de 150 en de 380 kV-verbindingen dichtbij elkaar moeten lopen om met zo kort mogelijke verbindingen een nieuw station te kunnen realiseren. Voor bijna alle zones geldt dat de lijnen maximaal 500 meter uit elkaar liggen. Aan de noorden zuidkant van het kernzoekgebied wijken zone I, II en X hier van af. Om de twee verbindingen op deze locaties via een station met elkaar te verbinden zullen langere verbindingen en daarmee meer masten moeten worden gebouwd. Deze scoren daarom slechter op dit aspect dan de overige zones. Ondergrondse 380 kV-kabel Indien wordt gekozen voor een station aan de westzijde van de A2, onder de 380 kV-verbinding dan zal de 150 kV-verbinding de rijksweg boven- of ondergronds moeten kruisen. Dat is het geval bij locatie II, III, IV en V. Als het station echter aan de oostzijde van de A2 zal worden gebouwd dan zal de 380 kV-verbinding de A2 moeten oversteken. Dit kan zowel boven- als ondergronds. Die kans bestaat bij locatie I, VI, VIl, VIII en IX. Voor locatie II geldt dat het spoor moet worden gekruist door de 380 kV-verbinding. Door de landschappelijke gevoeligheid van het gebied bij zone X kan ook daar een ondergrondse 380 kV-kabel noodzakelijk worden. Al deze locaties scoren op dit aspect dan ook negatief. Fysieke belemmeringen Bij dit criterium is bekeken hoe vaak en op welke manier een hoogspanningsverbinding een barrière zoals een spoorlijn of een rijksweg moet kruisen of waar rekening moet worden gehouden met de ligging van de twee hoofdwaterleidingen van Waternet. Zone X scoort hier het best omdat hier geen enkele barrière aanwezig is. Zone V, VI, VIl en VIII scoren redelijk vanwege een enkele fysieke belemmering. Zone I tot en met IV en zone IX scoren minder goed. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 15 van 26 4.4 Financiële beoordeling Verwerving grond Op basis van het huidige gebruik van de grond is een inschatting gemaakt van de grondprijs. Zone I tot en met V, VIII en zone X betreft agrarische grond. Dit is grond waar geen ruimtelijke reservering op ligt en waar een relatief lage grondprijs kan worden verwacht. Deze zones scoren neutraal. Van zone Vil en IX is bekend dat er een ruimteclaim ligt. Dat zal voor deze locaties wellicht tot hogere verwervingskosten leiden en scoren matig. Voor locatie VI is duidelijk dat de grondprijs is afgestemd op hoogwaardige bedrijven en dat deze vele malen hoger zal liggen dan de prijs voor agrarische grond. Deze scoort dan ook het minst op dit onderdeel. Bouwkosten De kosten voor de bouw van een hoogspanningstation is voor iedere globaal zone gelijk. Het verschil wordt gemaakt door de bouw van het aantal en het soort verbindingen en een eventuele noodzaak tot het nemen van geluidsmaatregelen. Vooral zone I en zone X waar lange afstanden moeten worden overbrugd leiden tot hoge bouwkosten door de vele 380 kV-masten die noodzakelijk zijn. Ook daar waar de lijnen scherpe bochten moeten maken zijn meer masten noodzakelijk en de kosten hoger. In zone III en V kan het station onder de bestaande 380 kV lijn worden gebouwd en zullen nauwelijks extra 380 kV-masten hoeven te worden gebouwd. Ook is hier geen sprake van bijzondere geluidswerende maatregelen omdat er geen geluidsgevoelige functies in de nabijheid zijn. Deze zones kennen relatief lage bouwkosten en scoren goed. Voor zone IV moeten wei geluidwerende maatregelen worden getroffen en scoort dan ook slechts redelijk. De overige zones scoren op dit aspect neutraal tot slecht. Meerkosten 380 kV-kabel Niet alleen op elektrotechnisch gebied maar ook financieel scoort de kans op een 380 kV-kabel negatief. De lengte van de kabel is echter bepalend voor de meerkosten. Zone I en X scoren daarbij slecht. Voor zone II, VI, VII, VIII en IX is de kans op een kabel ook aanwezig maar gaat het om een minder lange kabel. Deze scoren daarom.neutraal tot matig. In zone III, IV en V is een 380 kV-kabel niet aan de orde, deze zones scoren daarom positief. Onderhoudskosten De onderhoudskosten voor het station zijn voor iedere globaal zone gelijk. Daar waar kabels worden gelegd is nauwelijks sprake van onderhoudskosten. Het aantal extra te bouwen masten bepaalt het verschil in onderhoudskosten. Locatie III, IV en V scoren hier weer goed omdat het station direct onder de 380 kV-lijn kan worden gebouwd. Voor een station in de overige zones moeten meer masten worden gebouwd en liggen de kosten hoger. Deze scoren dan ook slechter. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 16 van 26 Sanering vervuilde grond In dit stadium van het onderzoek is het te veelomvattend om voor iedere zone een bodemonderzoek te laten verrichten. Ernstige bodemvervuiling zal echter wel moeten worden gesaneerd. Alle zones zijn van oorsprong agrarisch gebruikt. Ook het hoogwaardig bedrijventerrein in zone VI en het ecologisch gebiedje in zone IX. Het is niet te verwachten dat hier grootschalige bodemverontreiniging aanwezig is. Alle zones scoren daarom neutraal. Sloop bestaande opstallen In geen enkele zone lijkt het op voorhand noodzakelijk gebouwen te slopen voor de vestiging van een hoogspanningsstation, overal lijkt voldoende ruimte aanwezig. Alleen in zone VIII is hier enige twijfel over, wellicht zouden de opstallen van boerderij Uilenvlucht geheel of gedeeltelijk gesloopt moeten worden. Dit is echter pas na een gedetailleerd stationsontwerp vast te stellen. Vooralsnog is voor alle zones, inclusief zone VIII, aangenomen dat geen gebouwen gesloopt worden. 4.5 Beoordeling op tijd/planning Benodigde tijd planologische procedures Voor alle locaties is een aparte planologische procedure noodzakelijk. De tijd die daarmee gepaard gaat, is in principe gelijk voor iedere locatie. Ook op het bedrijventerrein op locatie VI is geen planologische ruimte voor dit soort bedrijvigheid. Het verschil tussen de 10 zones wordt gemaakt door de tijd die samenhangt met mogelijke bezwaar en beroepsprocedures. Nu is de kans op bezwaar- en beroepsprocedures altijd moeilijk in te schatten. Over het algemeen wordt deze kans echter groter naarmate in de directe omgeving van het hoogspanningsstation meer omwonenden / belanghebbenden zijn. Dit is het minst het geval bij locatie VIl en locatie IX. In zone I en V wonen de dichtstbijzijnde omwonenden / belanghebbenden wat verder weg en zullen wellicht minder bezwaar hebben. Bij een hoogspanningsstation op de overige locaties zijn meer omwonenden / belanghebbenden. Deze scoren dan ook slecht. Verwerving Net als bij de inschatting van kosten voor verwerving is het moeilijk in te schatten welke tijd hiermee samenhangt. In principe scoren alle zones hier neutraal. Zone VI vormt hierop een positieve uitzondering. Zone VI zal, als er planologische medewerking wordt verleend, makkelijk te verwerven zijn aangezien dit een uitgeefbaar bedrijfsterrein betreft. Deze scoort daarmee hoog. Bouwtijd De bouwtijd van ieder station wordt bepaald door de bouw van het station zelf. De bouw van de masten en het aanleggen van hoogspanningsverbindingen en kabels valt altijd binnen de bouwtijd van het station. Iedere zone scoort hier dus neutraal. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 17 van 26 5 Conclusies In hoofdstuk 4 is in beeld gebracht hoe de 10 te onderscheiden zones scoren op de in hoofdstuk 3 geformuleerde criteria. In dit hoofdstuk worden de totaalscores van de zones onderling vergeleken. Geconcludeerd wordt welke zone de voorkeurszone is voor de vestiging van het nieuwe 380/150 kV-station Breukelen. 5.1 Weging van criteria Het spreekt voor zich dat niet ieder criterium zoals genoemd in hoofdstuk 3 even zwaar telt bij het bepalen van een voorkeurslocatie. Het ene criterium speelt een belangrijkere rol dan het andere. Door verschillen in de belangen van partijen kunnen ook interpretatieverschillen ontstaan over de relatieve scores (en ook over de absolute scores). Belangrijk bij de weging is het doel van het locatieonderzoek, het betreft hier een project van groot maatschappelijk belang. Ruimtelijk/maatschappelijke criteria Ruimtelijk moet aan eenieder, maar vooral aan directe omwonenden en andere gebruikers van het gebied, worden verantwoord waarom het hoogspanningsstation het best op die ene locatie kan worden gebouwd. Het criterium "ruimtelijk/maatschappelijke beoordeling" uit de beoordelingstabel zal daarom bij de locatiekeuze de doorslag geven. (Elektro)technische criteria Voorwaarde is wel dat de locatie vanuit elektrotechnisch oogpunt geschikt is om een station te realiseren. Maar als de ruimte beoordeling het vraagt, dan zullen op elektrotechnisch vlak naar aanpassingen of creatieve oplossingen moeten worden gezocht. Financiële criteria ENECO/ENBU en TenneT, bouwers en beheerders van de 380 en 150 kV-hoogspanningsnetten, zijn bedrijven waarbij de aandelen geheel in eigendom van de overheid zijn. Het geld dat aan de bouw en het beheer van het hoogspanningsstation wordt uitgegeven, is in feite overheidsgeld en moet maatschappelijk verantwoord worden uitgegeven. Aan de andere kant komt de behoefte aan dit hoogspanningsstation natuurlijk voort uit een maatschappelijke vraag. Het feit dat er daarom overheidsgeld aan wordt uitgegeven is maatschappelijk verantwoord. Het is van belang dat de kosten zo laag mogelijk worden gehouden, maar niet ten koste van de ruimtelijke kwaliteit. Criteria m.b.t. tijd/planning Het tijdsaspect speelt ten opzichte van het behoud van ruimtelijke kwaliteit een minder prominente rol. Koppeling per 1 januari 2009 wordt echter nog steeds als uitgangspunt gehanteerd. Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 18 van 26 5.2 Conclusies Ruimtelijk/maatschappelijk Het belangrijkste aspect is de ruimtelijk/maatschappelijke beoordeling, zones III, VIl en IX scoren hierop het hoogst. Binnen dit hoofdcriterium maakt een concrete ruimtelijke reservering voor een andere functie de vestiging van een hoogspanningsstation minder eenvoudig en gewenst. Zones VI, VIl en IX hebben daarom niet de voorkeur. Landschappelijke inpasbaarheid zal voor omwonenden / belanghebbenden het meest doorslaggevende aspect zijn. Nu zones Vil en IX door een ruimtelijke reservering minder wenselijk zijn, zal een nieuw hoogspanningsstation in zone 111 het best landschappelijk in te passen zijn. Zone III geeft samen met zone II en VI ook de minste verstoring van ecologische waarden terwijl zone Xl juist een negatieve ecologische score heeft. Cultuurhistorisch gezien genieten zones I, II en IX de voorkeur. Concluderend komen ruimtelijk/maatschappelijk gezien zone III als voorkeurslocatie naar voren. Zones I en II vormen ruimtelijk een redelijk alternatief. Deze twee zones scoren echter minder goed dan zone III in verband met de grotere lengte van de nieuw te bouwen hoogspanningsverbindingen om het station op de bestaande 380 en 150 kV-verbindingen aan te sluiten. Elektrotechnisch Elektrotechnisch is het in iedere zone mogelijk een hoogspanningsstation te realiseren. Uit het onderzoek is voor geen enkele zone gebleken dat de vestiging van een station onmogelijk is. De ene zone is echter wel meer geschikt dan de ander. Kijkend naar de scoringstabel vormen zones III en V vanuit elektrotechnisch oogpunt de voorkeurslocaties. Zones IV, VI, VIl en VIII zijn goede alternatieven. Het minst geschikt, maar niet ongeschikt, zijn zones I en IX. Financieel De meest voordelige keuze is de bouw van een station in zone III, IV of V. Het loont financieel een station onder de bestaande 380 kV-verbinding te bouwen. De overige zones zullen duurder uitvallen maar zijn onderling wel redelijk vergelijkbaar. Zone X is het duurst vanwege de lange 380 kV-verbindingen die moeten worden aangelegd. Tijd/planning In alle zones zal de bouw van een hoogspanningsstation circa een jaar duren. De totale doorlooptijd is echter met name afhankelijk van de planologische- en verwervingsprocedures. Geen enkele locatie lijkt onhaalbaar. Mogelijk zal de tijdsspanne bij vestiging op locatie VIl en IX minder lang zijn. Op basis van de laatste drie hoofdcriteria komen de zones III en V het beste naar voren. Zones IV en VIl zijn goede alternatieven. Alle bovenstaande aspecten beschouwend is zone III, in de oksel van de A2 en het spoor Amsterdam-Woerden, de voorkeurslocatie voor het nieuwe 380/150 Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 19 van 26 kV-hoogspanningsstation Breukelen. Zowel op het ruimtelijk/maatschappelijk aspect als op de aspecten (elektro)technisch en financieel scoort deze zone positief. Het aspect tijd/planning is voor deze zone niet prohibitief. Binnen deze zone zal gedetailleerd moeten worden uitgewerkt op welke exacte locatie het station zal worden gebouwd. XXXXX Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 20 van 26 Bijlage 1 Kaart 380 & 150 kV-Elektriciteitsnet Midden Nederland Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 21 van 26 Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 22 van 26 Bijlage 2 Illustratie Kernzoekgebied 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 23 van 26 Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 24 van 26 Bijlage 3 Illustratie Zoekzones 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 25 van 26 Locatieonderzoek 380/150 kV-hoogspanningsstation Breukelen 8 november 2006 pagina 26 van 26