Sint-Joost-ten-Node, 15 november 2007 Mijn beste Ignace, Deze keer zal de sfeer van het Charliermuseum overspoeld worden met landschappen en stillevens. Wilde bloemen en zwierige bomen palmen onze lijsten in. Je zal er werken vinden die sinds lang te ruste gelegd waren. In het hart van Brussel zal je ontsnappen uit de zwaarte van onze wereld, met spontaneïteit, geuren, overdadige bloei, uitgestalde vruchten, het ritselen van bladeren, horizonten die verpletterd zijn door stilte. Je wordt aangesproken door... bloemruikers geciseleerd door Anna Boch, James Ensor, sneeuwvlokjes van Heymans, de wilde bloemenvelden van Wytsman, de rozengeur van Boulanger en zijn onweer, onze droefheid ingedijkt door de Noordzee van Verboeckhoven. In het magnetisch decor van het Museum zal je de paden van Khnoppf en Vogels betreden, in de wouden van Van Strydonck duiken... Doeken waarover al het licht van het impressionisme glijdt. Enkele stappen die noodzakelijk zijn in de zo spontane natuur van de kunstenaars van het einde van de 19de eeuw. Deze vredige of uitbundige natuur onthult ook onze eigen natuur. Beste Ignace, kom naast me zitten op deze helling van Tervuren. Ik wacht daar op je. Francine Delépine