AFDELING HERENTALS VASTE PLANTEN LESGEVER: BERT PEERS 21-09-2014 TEKST: BERT PEERS VERSLAG: MICHEL PEETERS Wat zijn vaste planten? 1 Vaste planten zijn kruidachtige planten die meestal 's winters afsterven en ondergronds overwinteren. Ze komen elke lente terug om hun jaarlijkse cyclus van groei, bloei, zaadvorming en bovengronds afsterven te herhalen. Er zijn ook wintergroene vaste planten. Vaste planten delen we op in 7 groepen : - Vivassen : dit zijn de vaste planten die tweezaadlobbig zijn . Het zijn de bloeiende vaste planten. Dit is de grootste groep en bevat zowel wintergroene als niet-wintergroene soorten. - Grassen : dit is de groep van de éénzaadlobbigen. Deze groep bevat zowel wintergroene als niet- wintergroene soorten. - Varens : deze groep bevat zowel wintergroen als niet-wintergroene soorten. - Kruiden : deze groep bevat zowel wintergroen als niet-wintergroene soorten. - Bollen : deze groep bevat enkel niet-wintergroene soorten. Van sept-nov worden ze ook als losse bollen aangeboden (goedkoper). - Bamboes : deze kleine groep bevat enkel wintergroene soorten die ruiven doorheen het jaar. - Tuinorchideeën : deze kleine groep bevat enkel niet-wintergroene soorten. De voornaamste eigenschappen van vaste planten zijn: bloeitijd van 3 à 4 weken tot vele maanden oneindig veel combinatiemogelijkheden - jaarrond bloei in de tuin indien goed gecombineerd - verscheidenheid aan bladvormen en -kleuren - verschillende bloemvormen en -kleuren - groeivorm en sierlijkheid - bodembedekkende eigenschappen - zowel geschikt voor zon, half-zon, half-schaduw als schaduw - wintergroene karakter van sommige soorten - zeer gemakkelijk te herschikken en te herplanten - voor elke grondsoort en standplaats is er een aanbod Het is een zeer breed assortiment dus is het zeer moeilijk om hier een duidelijk overzicht te geven. We zouden zeker een aantal belangrijke planten vergeten te vermelden. 2 Enkele tips bij de aankoop: De kwaliteit van de tuinplanten in het algemeen. Een eerste algemene indruk ivm de netheid van de kwekerij zegt vaak al heel veel over de verzorging die de planten er krijgen. Liggen er veel potten omgevallen en staan er veel soorten door elkaar heen gezet, dan is de verzorging de laatste dagen of weken niet optimaal geweest. Staan de meeste planten er gezond en goed verzorgd bij dan kunnen we verder kijken of we er interessante planten vinden. De bladeren vertellen ons meer. De gezondheidstoestand van de plant kan je vaak aflezen aan de bladeren. Zijn de bladeren slap, verwelkt of kleuren ze geel dan hebben ze ofwel veel dorst, ofwel last van een ziekte ofwel hebben ze al een te lange tijd in een te kleine pot gestaan met te weinig voedingsstoffen. Dergelijke planten kunnen er wel doorkomen, maar je start in elk geval niet in optimale omstandigheden. Koop liever planten die blaken van gezondheid met frisse, groene bladeren. Insecten en ziektes. Bij het kiezen van de planten kijk je ze best ineens na op aanwezigheid van ongedierte of ziektes. De insecten zitten meestal verstopt aan de onderkant van de bladeren of aan de groeipunten van de planten. Planten die aangetast zijn door bladluizen, witte vliegen of andere insecten zijn vaak verzwakt en eenmaal in uw tuin zal het ongedierte zich verspreiden naar uw andere planten. Zitten er gaatjes in de bladeren, zie je zwarte vlekken, vervorming of voelen de bladeren plakkerig aan (honingdauw afgescheiden door bladluizen) dan is de plant wellicht aangetast door ongedierte. Als er gaten in de bladeren zitten, dan kan de schade zijn toegebracht door naaktslakken en die verstoppen zich overdag in de potgrond. Dergelijke planten laat je dan ook beter staan. Het formaat van de plant. Grote, smalle planten zijn zeker niet beter. Planten die opgegroeid zijn met een gebrek aan voldoende licht hebben lange uitgerekte en slappe stengels die buiten in de tuin bij de minste wind of regenbui tegen de vlakte liggen. Onkruid. Als er veel onkruid in de pot staat duidt dit niet alleen op slecht onderhoud van de verkopers of kwekers, maar erger is het feit dat het onkruid een hele tijd de voedingsstoffen voor de gewenste plant heeft gebruikt waardoor de gewenste plant concurrentie kreeg op gebied van eten, drinken en licht. Ziet de gewenste plant er toch voldoende gezond uit dan volstaat het meestal met het onkruid uit de pot te verwijderen. Is het echter een woekeronkruidje of een onkruid dat zich zeer snel uitzaait, laat de pot dan aub staan want later zou je er wel eens heel veel spijt van kunnen krijgen als je de helft van jouw borders mag leeghalen om te 'proberen' om dat vervelende woekeronkruid weg te krijgen. Bij de wortels begint alles. De wortels zijn zeer belangrijk. Als u een plant in pot aankoopt, dan moet de plant al een vrij goed uitgegroeid, gezond wortelgestel in de pot hebben. Ideaal is het als de plantenwortels net uit de afwateringsopeningen van de pot komen piepen. Tot dat moment hebben de planten steeds voldoende voedsel kunnen halen uit de potgrond en krijg je ze ook nog vlot uit de pot. Zitten de wortels al stevig in de vloeidoek, anti-worteldoek of grond gegroeid en moet je hard aan de pot trekken om deze los te krijgen, dan zal de plant daardoor een groeiremming krijgen aangezien je de fijne haarwortels daar hebt stuk getrokken. Bij warm weer zullen deze planten binnen het uur hun bladeren slap laten hangen. Koop je dergelijke planten toch, dan moet je ze de eerste week minstens dagelijks, zeer rijkelijk van water voorzien zodat ze de kans krijgen om zich te herstellen. Bloemen en bloemknoppen. Planten in volle bloei hebben het altijd wel iets lastiger om in de tuin aan te slaan dan planten die nog in bloemknop staan. Wil je zeker zijn van een bepaalde bloemkleur, koop dan bij voorkeur planten die net starten met bloeien. Je kunt er dan uiteraard ook ineens langer van genieten. 3 Vaste planten aanplanten kan het gehele jaar door. Vaste planten en andere kruidachtige gewassen inplanten Deze worden bijna altijd in pot geleverd. Als u een plantencompositie wilt maken, kunt u ze eerst in hun potjes uitzetten om het effect te bekijken. Voor een natuurlijk effect maakt u van kleinere planten groepjes van dezelfde soort in oneven aantallen. Het kan natuurlijk ook heel strak voor een hightecheffect. Het inplanten blijft hetzelfde. Haal de plant uit zijn potje, maak een plantgat, zet het kluitje erin en druk met beide handen de grond er goed tegenaan. Goed contact van de wortels met de grond is heel belangrijk. Vervolgens goed water geven. Primula juliae-hybr. 'Wanda' - sleutelbloem Onderhoud tijdens het jaar Voorjaar Zet al vroeg in het seizoen steunen bij hoge vaste planten om te voorkomen dat ze over de kleinere planten gaan hangen of omknikken door de wind. Doe het als de planten gaan uitlopen. In het voorjaar (vanaf begin maart) moeten de meeste vaste planten worden ‘opgeschoond’. Knip alle dode stengels af en haal het dode blad weg. Zorg dat u de nieuwe scheuten niet beschadigt. De heggenschaar is hierbij een ideaal stuk gereedschap. Wintergroene vaste planten die er nog goed uitzien, kunt u met rust laten, maar als ze lelijk zijn kunt u ook deze soorten net boven de grond afknippen. Ze groeien vanzelf weer mooi en gezond uit. Als een plant het in mei nog niet doet, is hij hoogstwaarschijnlijk dood en kunt u hem beter vervangen. Sommige polvormers kunnen verouderen. Ze groeien en bloeien dan niet goed meer. Daarvoor geldt hetzelfde. 4 Amsonia tabernaemontana - blauwe ster / stermaagdenpalm Zomer Een aantal lagere soorten, zoals Salvia, Nepeta, Trollius en vrouwenmantel (Alchemilla), kan na het hoogtepunt van de bloei sterk worden teruggeknipt met als prettig gevolg een tweede bloei. Zolang vaste planten over voldoende water en voeding kunnen beschikken, zullen ze het goed doen. Ontbreekt dat, dan zullen ze dat al snel laten zien. Watergebrek kan leiden tot een kortere bloeiperiode en kleinere planten. Voedseltekort leidt tot kleinere bloemen en de planten groeien niet goed. Ze worden ook vatbaarder voor aantastingen. In de meeste gevallen gaat het dan om schimmels, zoals echte en valse meeldauw. Sommige soorten, zoals hoge floxen, Aster en Monarda’s zijn daarvoor zeer gevoelig, hoewel er steeds smeer cultivars van deze soorten worden aangeboden, die daar minder last van hebben. De aangetaste delen wegknippen en afvoeren (in de biocontainer). Daarna de planten organische meststoffen geven en regelmatig van water voorzien. Vervang een aangetaste of herhaaldelijk zieke plant door een sterkere soort. Dat is milieuvriendelijker dan al dat spuiten. Tijdens het groeiseizoen kunt u de sterkst groeiende en bloeiende planten, zoals Lavatera, wat extra organische meststoffen geven. De andere hebben die hulp niet nodig wanneer u (zie bij winter) voor voldoende langdurig werkende groeistoffen en een laagje compost heeft gezorgd. 5 Anemone hybr ‘Königin Charlotte’ - Japanse anemoon Najaar In het najaar vragen vaste planten behoorlijk wat onderhoud. Knip uitgebloeide stengels die erg lelijk zijn eventueel kort af en bescherm die soorten die niet helemaal winterhard zijn. Leg bijvoorbeeld een laagje coniferentakken op de grond, dicht bij de wortels, of strooi potgrond tussen de planten. Afstervende stengels en blad van vaste planten moet u in de herfst zoveel mogelijk laten zitten om te voorkomen dat de vorst later schade kan aanrichten. Alleen waar die dode plantenmassa groenblijvers kan verstikken, moet u de planten kort afknippen, maar dat dan compenseren door rond de wortels potgrond strooien. Helleborus niger - Kerstroos Winter Vergeet niet de echte winterbloeiers te planten. De bloemen van Helleborus niger, de kerstroos, komen halverwege de winter tevoorschijn. Ze zijn verkrijgbaar in veel verschillende kleuren. De meeste bloeien tot het begin van het voorjaar. Voor de winter mogen dus delen van vaste planten worden verwijderd. Vaak zijn de stengels lelijk en is het niet fijn daar de hele winter tegenaan te kijken. Bij een aantal soorten is in het najaar al geen blad meer te bekennen. Hosta’s bijvoorbeeld verdwijnen helemaal. Daar hoeft u dus niets aan te doen. Elk jaar tijdens de winterperiode een laag compost over de vaste planten aanbrengen is genoeg om 6 ze vanaf het voorjaar maandenlang te laten groeien en bloeien. Een laag van een centimeter of drie is voldoende. U kunt er ook nog gedroogde koemest of beendermeel bij strooien. Bodembedekkers in de tuin Bodembedekkers deel 1: eigenschappen van een bodembedekker Bodembedekkers zijn in bijna elke tuin terug te vinden. Tegenwoordig is er een ruim assortiment waaruit men kan kiezen elk met zijn specifieke eigenschappen: • • • • • • • • • • • • • Snel uitgroeien tot een groen massief. Laag blijven Sommige soorten kunnen belopen worden en dienen als vervanger van het gazon. onderhoudsvriendelijk ziektebestendig lange tijd bloeien of een andere sierwaarde hebben (bladkleur, bloem, vrucht) vorstbestendig zijn vrij neutraal zijn zodat ze rust uitstralen gemakkelijk te combineren met andere planten gemakkelijk een schaduwrijke plaats laten toegroeien onderbeplanting van solitairplanten en bomen door de grote groeikracht geven ze onkruid geen kans ... Het planten zelf: Bodembedekkers worden bijna altijd in pot verkocht waardoor het mogelijk is deze het jaar door aan te planten uitgezonderd als het vriest. Voor het planten de bodem goed onkruidvrij maken en diep bewerken want de planten moeten er tenslotte verschillende jaren goed in blijven groeien. Persoonlijk leg ik een laagje van 5 cm verteerde compost op de grond vooraleer deze om te spitten. Als de grond goed is omgespit wordt deze mooi effen geharkt. Vooraleer je de planten uit de pot haalt laat je ze eerst nog even volzuigen met water. Je krijgt de plant vrij gemakkelijk uit de pot door hem om te keren en er een tik tegen te geven. Lukt dit niet tik de pot dan met de rand tegen een emmerrand, kruiwagenrand,... Zet vervolgens de planten uit op de gewenste plaats. Als de planten uitgezet zijn kun je ze beginnen uitplanten. Plant ze steeds zodat de bovenkant van de potkluit gelijk zit met de omliggende grond. Na het planten met de handen rondom de kluit nog eens goed aandrukken. Onderhoudszorgen: Bodembedekkers zijn meestal vrij gemakkelijk in het onderhoud. Wel moet je opletten met soorten die kruipende wortelstokken hebben want deze kunnen woekerneigingen hebben. Informeer je dus goed vooraleer je een plant aankoopt. In het voorjaar kun je wat compost of meststoffen tussen de bodembedekkers strooien. Sommige soorten moeten wel eens worden gesnoeid om ze niet te groot te laten worden of om te voorkomen dat ze open gaan vallen. Om van een langere bloei te kunnen genieten is het aan te raden om de verwelkte bloemen regelmatig te verwijderen. Als je vrouwenmantel na de bloei terug knipt heb je veel kans dat deze nog een tweede keer zal bloeien weliswaar minder heftig. Hetzelfde principe geldt ook voor sommige Geraniumcultivars. 7 Indeling van de bodembedekkende planten: groenblijvend: vaste planten (kruidachtige gewassen) heesters (houtige gewassen) niet-groenblijvend: vaste planten (sterven jaarlijks boven de grond helemaal af en schieten terug uit in het voorjaar) heesters Vaste planten in de winter De meeste vaste planten zorgen zelf voor hun bescherming in de winter door hun doorlevende wortelkluit te overdekken met een massa afstervende stengels en bladeren. Maar er zijn ook groenblijvende vaste planten en zelfs vaste planten die ’s winters bloeien. Ook met vaste planten valt er ’s winters van alles te genieten. 8 Helleborus niger Helleborus niger is bekend als de wit bloeiende kerstroos. De bloeiperiode loopt van januari tot april. Andere soorten Helleborus, die dan nieskruid heten, bloeien wat later, vanaf februari, bijv. het stinkend nieskruid (Helleborus foetidus) met groenwitte bloemen. Heel apart is de manier waarop Helleborus zijn bloemen tegen vorst beschermt. Tijdens de vorst wordt tijdelijk het vocht uit de bloemen teruggetrokken. Bergenia - schoenlappersplant Schoenlappersplanten (Bergenia) hebben een wintergroen blad dat bij veel cultivars roodpaars of roze verkleurt, maar bij ‘Silberlicht’ blijft het frisgroen en bij ‘Abendglut’ wordt het warmbruin. De planten bloeien prachtig met trossen roze, witte of lichtrode bloemen (kan al vanaf januari). Veel wolfsmelksoorten (Euphorbia) zijn wintergroen en te herkennen aan het witte melksap dat uit afgesneden stengels vloeit. Een van de mooiste is de amandelwolfsmelk (Euphorbia amygdaloides ‘Pupurea’. Liriope muscari is vorstgevoelig, maar wel groenblijvend. Als u het smalle, grasachtige blad tijdens vorstperiodes wat afdekt, is er geen enkel probleem. De planten bloeien in augustus- 9 september prachtig met lilapaarse, opstaande bloemtrossen. Een longkruidsoort, Pulmonaria rubra uit de Balkan, heeft hetzelfde zacht behaarde uiterlijk als andere soorten longkruid, maar het ongevlekte, lichtgroene blad blijft ’s winters aan de planten. ‘Redstart’ bloeit helderrood in maart-april. Maagdenpalm (Vinca) is eigenlijk (net als de bekende Pachysandra) een groenblijvend, bodembedekkend struikje met klein (Vinca minor) of wat groter (Vinca major) blad. Bij V. minor is het wat donkerder groen, maar er zijn ook bonte bladvormen (‘Argenteovariegata’). De planten bloeien, afhankelijk van de cultivar, blauw, lila, roze of wit in april-mei. Een hele reeks vaste planten kan al vanaf eind februari bloeien: Arabis, Asarum, Brunnera, Doronicum, Draba, Hepatica, Pulsatilla en verschillende soorten Primula’s bijvoorbeeld. Wintergroene varens zijn er ook Bladhoudende varens verdragen over het algemeen droogte en schaduw beter dan andere soorten. Na de winter kan het oude blad het beste worden weggeknipt. Zeer goede soorten zijn o.a. schubvaren (Asplenium ceterach), steenbreekvaren (Asplenium trichomanes), Blechnum, Cyrtomium fortunei, veel Dryopteris- en Phyllitis-soorten, Polypodium en Polystichum in allerlei vormen. Verzorging Laat de vaste planten ’s winters zoveel mogelijk met rust. Haal afgestorven plantenmateriaal alleen weg waar het de groenblijvende planten zou kunnen verstikken. Niet over de planten lopen. In het vroege voorjaar het afgestorven materiaal wegknippen (voorzichtig: geen jonge scheuten/neuzen beschadigen). Plant groenblijvende vaste planten zo dat ze beschermd zijn tegen uitdrogende oostenwind. Vaste planten vermeerderen door scheuren of delen Vele vaste planten zijn niet wintergroen en trekken zich in de winter terug onder de grond. Het bovengrondse gedeelte sterft voor de winter nog af en onder de grond blijft de plant in leven. Eens het voorjaar terug is aangebroken zullen de ondergrondse plantedelen terug beginnen uitlopen. Vaste planten groeien vanuit het midden van de plantenpol naar buiten toe. De jongste en groeikrachtigste plantjes zitten dus altijd aan de buitenkant van de pol. Na verschillende jaren zal het centrum minder groeikrachtig worden en de stengels in het hart van de plant worden dan ook een stuk lager dan de buitenste takken. Als je dit opmerkt dan wordt het tijd om de plant te verjongen. Dit kan dan door ze te scheuren of delen. scheuren van vaste planten Wat is scheuren? Scheuren is planten met genoeg wortels uit elkaar trekken om zo twee of meerdere planten te verkrijgen. Meestal behoren deze planten tot de vaste planten of de sierheesters (struiken). De planten die we scheuren noemen we de moederplanten. Scheurperiode: 1. HERFST: september - oktober - november. 2. LENTE: maart - april - mei. Persoonlijk zou ook ik liever de planten scheuren in het voorjaar. De pas gedeelde plantjes hoeven dan niet onmiddellijk strenge vorst te trotseren. Daarentegen kunnen ze in het lentezonnetje beginnen 10 met nieuwe wortels en bladeren te vormen, zodat we vrij snel kunnen genieten van onze nieuwe plantjes. Werkwijze: 1. 2. 3. 4. 5. 6. De moederplanten verzamelen als ze nog in rust zijn of net beginnen uit te lopen. De planten met de hand scheuren, met een mes, snoeischaar of een spade. De gescheurde plantjes hebben één of meerdere groeipunten en goede wortels. De nieuwe plantjes oppotten of uitplanten in de tuin op een voedzame grond en begieten. De planten afharden en afschermen tegen de volle zon. Als we scheuren in de herfst moeten we deze vorstvrij overwinteren. Probeer het aantal scheurwonden te beperken en zorg ervoor dat ze zo gaaf mogelijk zijn. Als je een (bijna) bloeiende plant scheurt, dan verwijdert u het best alle bloemknoppen, bloemen, zaden en vruchten. Bloemknoppen die binnen een maand na het scheuren worden gevormd kun je het beste ook nog verwijderen. Deze vragen veel te veel energie van het net gescheurde plantje, die dit beter kan benutten voor wortel- en bladgroei. Wintergroene vaste planten Een altijdgroene plantendeken op de grond. Het ziet er ’s winters meteen al warmer uit. Wintergroene vaste planten houden de belofte van leven vast. Zelfs als het snijdend koud is, geven ze kleur aan de tuin. Dat is een van de vele goede redenen waarom steeds vaker voor groenblijvende vaste planten in de tuin wordt gekozen. Groenblijvende vaste planten zijn ook designplanten. Ze spelen een steeds grotere rol in de aankleding van de tuin. Vaste planten bloeien per soort gemiddeld maar zo’n drie weken, voor de rest moeten ze het hebben van hun blad. Met wintergroene vaste planten is dat altijd in talloze tinten en vormen aanwezig. Uw tuin wordt nooit meer kaal en er kunnen bovendien allerlei bloeiende bolgewasjes ongestoord tussen overwinteren. De grond blijft onder het groene blad beter vochtig (minder sproeien!) en de bodemtemperatuur blijft gelijkmatiger (heel belangrijk voor de plantenwortels, juist nu de winters steeds zachter worden en beschermende sneeuwlagen vaker ontbreken). Bovendien zijn wintergroene planten erg onderhoudsvriendelijk. De meest geschikte soorten Er komt steeds meer keuze in groenblijvende vaste planten. Heel mooi zijn de aronskelken, met name Arum italicum-vormen als ‘Pictum’ met crèmewit getekend blad, groenwitte ‘bloemen’ in het voorjaar, daarna rode bessen. Het glanzende mansoor (Asarum), kruipend zenegroen (Ajuga) met z’n intens blauwe bloemen, de schoenlappersplanten (Bergenia) met ’s winters vaak roodpaars verkleurend blad en prachtige bloemen in de lente, mooie wolfsmelksoorten (Euphorbia) met veel geel en frisgroen, het stinkend nieskruid (Helleborus foetidus) met z’n beeldschone lichtgroen-metrode bloemen in het vroege voorjaar, of andere kerstroosverwanten als Helleborus argutifolius, Helleborus niger (de echte kerstroos) en hun talloze hybriden. Denk ook aan longkruid (Pulmonaria) met z’n zijdezachte stengels en bloemen en blaadjes vol puntjes 11 etherische olie, de geelbloeiende (in de vroege zomer), bodembedekkende Waldsteinia en de vele tientallen soorten groenblijvende varens, grassen en lage bamboes. Wintergroene, bloeiende Helleborus Planten en goed onderhoud Houd rekening met de eisen van de planten voor hun groeiplek: zonnig of beschaduwd, drogere of wat vochtiger grond. Het staat op de etiketten. Verbeter de grond voor het inplanten met organische mest. Plant in groepjes van oneven aantallen. Dat staat het mooist. In pot gekweekte planten kunnen het hele jaar door worden geplant, ook nu. Het mag alleen niet vriezen als u plant. Druk de grond rond de kluiten goed aan. Wintergroene vaste planten blijven ook ’s winters door hun blad ‘ademen’. Zorg dat ze niet ‘stikken’ onder de afgestorven blader- en stengelmassa’s van de niet-wintergroene vaste planten er omheen. Haal dat dode materiaal tijdig weg. Geef de planten ieder voorjaar voedsel. Enkele aanraders: 12 Latijnse naam : Acaena buchananii Nederlandse naam : Stekelnootje Achillea millefolium 'Cerise Queen' - Duizendblad Latijnse naam : Alchemilla mollis Nederlandse naam vrouwenmantel 13 : Aquilegia of de akelei Latijnse naam : Aquilegia Nederlandse naam : Akelei Aquilegia 'Nora Barlow' 14 Helenium of zonnekruid 15