Artikel 14 Gemeentewet: afleggen eed / verklaring en belofte bij beëdiging raadslid BM leest voor i.g.v. verklaring en belofte raadslid: ‘Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen’. Raadslid: (vaak zegt de bm deze zin dan nog voor en zegt de ander de zin na): ‘Dat verklaar en beloof ik!’ BM leest voor i.g.v. eed raadslid: ‘Ik zweer dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen’. Raadslid: (vaak zegt de bm deze zin dan nog voor en zegt de ander de zin na): ‘Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!’ Artikel 41a Gemeentewet: afleggen eed / verklaring en belofte bij beëdiging wethouder BM leest voor i.g.v. verklaring en belofte wethouder: ‘Ik verklaar dat ik, om tot wethouder benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten wethouder naar eer en geweten zal vervullen’. Wethouder: (vaak zegt de bm deze zin dan nog voor en zegt de ander de zin na): ‘Dat verklaar en beloof ik!’ BM leest voor i.g.v. eed wethouder: ‘Ik zweer dat ik, om tot wethouder benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen’. Wethouder: (vaak zegt de bm deze zin dan nog voor en zegt de ander de zin na): ‘Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!’ (Nog niet geregeld in RvO maar wel in seniorenconvent afgesproken) Afleggen eed / verklaring en belofte commissieleden: BM leest voor i.g.v. verklaring en belofte commissielid: ‘Ik verklaar dat ik, om tot commissielid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als commissielid van de raad naar eer en geweten zal vervullen’. Commissielid: (vaak zegt de bm deze zin dan nog voor en zegt de ander de zin na): ‘Dat verklaar en beloof ik!’ BM leest voor i.g.v. eed commissielied: ‘Ik zweer dat ik, om tot commissielid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als commissielid van de raad naar eer en geweten zal vervullen’. Commissielid: (vaak zegt de bm deze zin dan nog voor en zegt de ander de zin na): ‘Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!’