Stage dossier Stage dossier Naam Locatie Afdeling Begin datum Eind datum Begeleider op school Stage begeleiders Opleiding Studente nummer : Sarah Calissendorff : Inforsa in amsterdam : Groepsafdeling fpk 1.1 : 1 september 2010 : 28 januari 2011 : Ivone van maarle : Bert Vogelaar en Wellston John : HBOV : 500600521 1 Sarah Calissendorff Stage dossier Inhoudsopgaven Stage verslag.............................................................................................................. 3 Inleiding................................................................................................................... 3 De hbo verpleegkundige verleent zorg in complexe zorgsituaties .......................... 4 hbo verpleegkundige verleent preventieve zorg aan individuen en groepen........... 4 ADL plan............................................................................................................. 4 Signaleringspan: .................................................................................................. 6 De hbo verpleegkundige geeft informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen ................................................................................................................... 7 1. ik kan vanaf het begin uitleggen waarom lichamelijke verzorging belangrijk is. 7 2. ik kan vanaf het begin advies geven om een goede dag en nacht ritme aan te houden. ........................................................................................................... 7 3. ik kan vanaf het begin advies geven over huishoudelijke taken zoals koken. 7 4. ik kan tegen de cliënt waarvoor ik een verpleegplan maak informatie geven en het belang uitleggen van medicatie. ............................................................... 7 De hbo verpleegkundige coördineert zorgverlening ................................................ 9 Doelen die te maken hebben met mij houding binnen de afdeling ........................ 10 ik neem verantwoordelijkheid voor eigen leren en stuur op actieve wijze het eigen leerproces ................................................................................................ 11 Ik weet na 20 weken te vertellen wat het verschil is tussen antroposofische en regulieren instellingen ........................................................................................... 12 Communicatie ....................................................................................................... 13 2 Sarah Calissendorff Stage dossier Stage verslag Inleiding Ik loop stage in een forensische psychiatrische instelling. Op een afdeling waar negen cliënten zijn opgenomen met de diagnose schizofrenie. In het stage verslag is beschreven hoe ik mijn doelen heb behaalt die in mijn stage werkplan beschreven staan. Het feedback van mijn begeleiders en collega’s staan ook hierin verwerkt. Bij sommige doelen verwijs ik naar de bijlage zodat het doel nog meer verduidelijkt wordt. De doelen zijn beschreven in de termen voornemens, proces en resultaat. In het voornemen beschrijf ik wat ik verwachten van het doel in het proces beschrijf ik hoe ik aan het doel gewerkt heb en in het resultaat beschrijf ik wat het resultaat van het proces is. Bij elk doel heb ik beschreven wat de positieve en negatieve invloeden waren op het doel en of ik het doel met succes heb afgerond of dat ik het mee neem naar mijn volgende stage. Ook zijn de voorbeelden verwerkt in mijn verslag. Of opgenomen in de bijlagen. De Rode Lijn in dit verslag en in mijn stage is de communicatie die nodig is om deze doelen te behalen. Zowel de communicatie naar de cliënten als de communicatie naar het team en mijn begeleiders. 3 Sarah Calissendorff Stage dossier De hbo verpleegkundige verleent zorg in complexe zorgsituaties Voornemens Toen ik te horen kreeg dat ik op deze plek stage ging lopen had ik al gelijk bedacht dat het voor mij lastig ging worden om dit doel te behalen. Omdat ik dacht dat er waarschijnlijk weinig verpleegkundige handelingen te doen waren. Wel had ik in mijn stagewerkplan een aantal doelen opgenomen die onder deze competentie vallen. Dit waren: injecteren, medicatie geven, waardes meten, en een dag mee lopen met de medische dienst. Proces Al snel is gebleken dat mijn vermoedens klopte over de handelingen. Wel was er de mogelijkheid om de doelen te bereiken die ik had opgesteld. Ik ging hier dan ook mee aan de slag. Maar al snel bleek het dat het voor mij niet haalbaar was om al mijn doelen uit mijn SWP te halen. Ik heb daarom de keuze gemaakt om de doelen die ik had gemaakt voor deze competentie en opdracht te laten vallen. Dit heb ik als rede gedaan dat als ik bijv. wel een enkele maal zal injecteren en dit zal laten aftekenen ik mijzelf alsnog niet bekwaam genoeg vind om dit volgend jaar zelfstandig te kunnen doen. Ik wil dit graag meerdere malen kunnen doen en oefenen voor dat ik dit laat aftekenen. Een andere grote reden is dat ik niet genoeg tijd had om al mijn doelen te behalen en daarvoor keuzes heb moeten maken. Resultaat Het resultaat is dan ook dat ik dit doel niet bereikt heb. Ik neem dit doel en de opdracht die bij dit doel hoort mee naar mijn volgende stage. hbo verpleegkundige verleent preventieve zorg aan individuen en groepen ADL plan Voornemens Tot nu toe ben ik bezig geweest om mij bezig te houden met de ADL zorg van verschillende cliënte. Hierbij hanteerde ik het ADl plan van deze cliënten. Ik ben vooral bezig geweest met het ADl plan van dhr. X en dhr.Y. Hierbij wil ik bereiken dat ik de cliënten motiveer tot de ADL zorg. Op een manier wat past in hun plan. Ik let hierbij op de manier waarop ik de cliënt motiveer en dat ik deze zorg niet overneem maar de cliënt zelf deze taken uit laat voeren. Ik probeer hierbij verschillende stijlen uit waarop ik iemand kan motiveren. 4 Sarah Calissendorff Stage dossier proces Ik heb verschillende malen cliënten gemotiveerd tot hun ADL programma. Dit gebeurt op een vaste dag in de week. Het is de bedoeling dat de cliënten deze zorg zelfstandig uitvoeren. Echter zijn enkele cliënte hier niet toe in staat zodat ze hierbij geholpen worden, zij worden dan geholpen met hun kamer ADL maar niet met hun persoonlijke ADL. Als ik de cliënten aanspreek op hun ADL programma wil ik hiermee bereiken dat zij dit ook gaan uitvoeren. Dit doe ik door de desbetreffende cliënt eerst aan te spreken dat hij zijn ADL moet uitvoeren op die dag en dan vraag ik hoe laat ze dat willen doen. Als ik dit gedaan heb gebeurt het soms dat de cliënt uit zichzelf aan zijn taak begint ,maar soms doen ze dit niet. Als dit niet uit zichzelf gebeurt ga ik naar de cliënt toe om te zeggen dat het nu de tijd is wat we afgesproken hadden. Als de cliënt er dan toe in staat is dit zelfstandig te doen complimenteer ik dit. Als dit niet zo het geval is help ik met deze activiteiten. Dit houdt in dat we samen een kamer opruimen en schoonmaken zoals dat in zij plan beschreven staat. Het lukt echter niet altijd om een cliënt te motiveren tot zijn programma. Een voorbeeld hiervan is dat ik een cliënt wou aanspreken op dat hij onaangenaam rook. Ik vertelde dit met als doel dat hij zich zal gaan verzorgen. Ik vertelde dit nadat ik zijn waardes had opgemeten. Dhr. vertelde mij hierop dat hij nog zijn kleding aan had waar hij in geslapen had en dat hij zo andere kleren aan zal doen. Ik probeerde hem daarna uit te leggen dat het wel zo fris was om ook even te douchen omdat dhr. vaak lang in zijn bed ligt. Waarop dhr. zij dat hij dit niet nodig vond. Toen vond ik het moeilijk om hem hiertoe toch te motiveren. Ik gaf hem hierbij wel informatie bij waarom dit belangrijk was, maar daarna ging ik weg. Ik kreeg hierbij als feedback dat ik wat duidelijker moet praten en niet in vragende vorm maar meer van je gaat nu douchen. Dit vind ik wel lastig om te doen. Een leerpunt hierbij is dat ik zeker moet zijn in mijn communiceren. Ook als ik het lastig vind om iets te vertellen. Als ik de cliënten help met het ADL plan leg ik hierbij ook uit waarom het van belang is dat ze dit doen. Ook vertel ik hierbij welke gevaren ze lopen als ze niet hygiënisch met hun zelf om gaan. Een voorbeeld hierbij is dat een cliënt last had van een ontsteking aan een wondje aan zijn gezicht. Ik kon hem uitleggen dat dit temaken had met het fijt dat hij vaak met vieze nagels aan zijn wondjes krabt en dat dit daardoor kan gaan ontsteken. Hiervan heb ik geleerd dat ik de informatie die ik heb ook kan overbrengen aan de cliënten. ik vond dit een goed leermoment omdat ik merkten dat de cliënt ook luisterde naar wat ik te vertellen had. Resultaat Het resultaat van dit doel is dat ik me heb kunnen ontwikkelen in het helpen van cliënten op zo manier dat ik rekening hou met hun psychische toestand. En op een manier dat ik de zorg niet overneem maar alleen ondersteun waar nodig is. Ik heb dit doel met succes afgerond. Een positief punt om dit te oefenen was dat ik genoeg de ruimte kreeg van mij collega’s om feedback te vragen en te observeren hoe mijn collega’s dit punt 5 Sarah Calissendorff Stage dossier aanpakte. een punt wat negatieve invloed had op het uitwerken van dit doel was dat er bij dit doel een van belang is dat je communicatie vaardigheden goed zijn om iemand te kunnen motiveren, hier heb ik eerst hard aan moeten werken. Signaleringspan: Inleiding Op de afdeling maken we gebruik van signaleringsplannen. Dit houdt in dat er in 4 fases zijn beschreven of iemand zich ontspannen of juist gespannen voelt. Deze plannen worden genaakt samen met de cliënt. Hierin staat dan beschreven hoe iemand kan zien als iemand gespannen of juist ontspannen is en wat de begeleider dan kan betekenen voor de cliënt. Voornemens Mijn voornemens waren voor dit doel dat ik de signaleringsplannen hanteerden van minimaal 2 cliënten proces Ik heb de plannen allemaal bekeken en ik ben van af het begin van mijn stage begonnen met het opserveren van de cliënten. Dit deed ik door zelf aanwezig te zijn op de groep. Hierbij las ik een krant of deed een andere kleine bezigheid. Ondertussen was ik bezig met observeren. Ook deed ik dit zodat de cliënten aan mijn aanwezigheid wenden zodat ik hier later op verder kon bouwen. Later begon ik ook met veel informele gesprekken en nog later met de formele gesprekken, zie hiervoor mijn andere leerdoelen. Bij al deze punten was observatie een belang. Hierbij letten ik op hoe een cliënt in zijn vel zat. Hoe hij op mij reageerde en hoe hij op zijn mede cliënten reageerden. Dit alles met betrekking tot de signaleringsplannen. Tussen de dag en avond dienst vindt een overdracht plaats. Waarin per cliënt verteld wordt hij hij/zij die dag in zijn vel zit en welke dingen er gedurende dag gebeurt zijn. Na verloop van mijn stage deed ik deze overdracht ook van de cliënten. Dit doe ik dan van een de cliënten die ik die dag het meest gezien heb of later in de stage die ik begeleid heb. Ik vraag hierbij aan mijn collega’s die ook die dag hebben gewerkt of mijn observaties kloppen. Ook ben ik al vrij snel begonnen met het schriftelijk rapporteren over de cliënten. Hierbij laat ik ook (meestal) lezen wat ik heb gerapporteerd. Resultaat Ik heb gemerkt dat alles wat ik vertel of rapporteer klopt. Ik kan zien of iemand zich goed voelt of juist een mindere dag heeft. Wel vindt ik het lastig om alles te onthouden. Wat ik vertel is niet altijd compleet en dan heb ik aanvulling van mijn collega’s nodig. Ik merk wel dat ik hierin gegroeide ben. Ik merk dat hoe langer ik hier ben hoe meer dingen ik oppik. Ik moet ook nog meer leren hoe ik deze ondervindingen terugkoppel aan de cliënt zelf. Zodat ik een gevoel reflectie geef aan de clienten. Om te kijken of mijn idee ook daadwerkelijk op een lijn zit hoe de cliënt zich voelt. 6 Sarah Calissendorff Stage dossier Een positief punt om aan dit doel te werken waren de overdrachten die tussen de twee diensten plaatsvonden. Omdat we alles bespraken in een overdacht kon ik ook bij mij zelf en bij mijn collega’s toetsen of mijn observaties correct waren. Een lastig punt hierbij vond ik dat er veel tijd overheen ging voordat ik bepaalde gedrag herkende. De hbo verpleegkundige geeft informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen Voornemen: Mijn voornemens om de competentie en doelen die hierbij horen te behalen waren: 1. ik kan vanaf het begin uitleggen waarom lichamelijke verzorging belangrijk is. 2. ik kan vanaf het begin advies geven om een goede dag en nacht ritme aan te houden. 3. ik kan vanaf het begin advies geven over huishoudelijke taken zoals koken. 4. ik kan tegen de cliënt waarvoor ik een verpleegplan maak informatie geven en het belang uitleggen van medicatie. Dit alles wou ik doen op zo niveau dat ik ook rekening hield met de psychische toestand van de cliënt. Proces Op de afdeling kwamen de onderwerpen als huishoudelijke taken, corvee en dag en nacht ritme vaak naar voren. Veel van de cliënten hebben hier moeite mee of kunnen het niet opbrengen om deze taken te verrichten. Ik heb hierbij cliënten ondersteund en advies gegeven hoe ze deze dingen het best kunnen aanpakken. Ik heb gemerkt dat deze competentie en de competentie preventie zorg door elkaar loopt Lichamelijke verzorging. Ik heb bij de cliënt waarvoor ik een verpleegplan heb gemaakt ook aandacht besteed aan zijn persoonlijke hygiëne. Dit heb ik gedaan door ook aandacht te besteden aan dit onderwerp toen ik bezig was met zijn verpleegplan voor zijn dag en nacht ritme. Ik heb wel gemerkt dat ik het lastig vind om iemand aan te spreken als zijn lichamelijke verzorging niet goed was. Dit heb ik ook beschreven in het doel preventie zorg. Verder heb ik ook geluisterd hoe mijn collega’s adviezen gaven aan cliënten over dit onderwerp. Dag en nacht ritme: 7 Sarah Calissendorff Stage dossier Ik heb me veel bezig gehouden met de dag en nacht ritme van cliënt X. Ik heb hiervoor een verpleegplan gemaakt wat deze cliënt ook heeft uitgevoerd op de afdeling. Huishoudelijke taken Op de afdeling waar ik stage loop heeft iedereen een dag in de week corvee en een kook taak. Echter niet iedereen is in staat om deze taak op te brengen. Ik heb hierbij in gesteund door mensen te helpen met deze taken. Zo heb ik vaak boodschappen gedaan met een cliënt. Als ik deze boodschappen deed vond ik belangrijk dat ik de cliënt het meest liet doen, zoals de boodschappen zoeken en afrekenen. Ik heb ook een keer in een groepsmoment aandacht besteed aan dit onderwerp omdat het team merkte dat er op dat moment steeds minder mensen deze taak konden opbrengen. Verder heb ik goed geluisterd naar mijn collega’s hoe zij de cliënten ondersteunde met deze taken. Medicatie: Omdat ik ervoor heb gekozen om me in deze stage niet bezig te houden met verpleegkundige handelingen en daarbij ook niet met de medicatie heb ik ook dit doel niet gedaan. Resultaat Ik heb gemerkt dat dit doel niet op de voorgrond trad maar meer verweven was met mijn aanwezigheid op de groep. Ik was hier niet bewust mee bezig maar nam de gelegenheid om dit op te pakken als hier de mogelijkheid voor was. Ik heb gemerkt dat ik in het begin wat onduidelijk over kon komen met mijn adviezen omdat ik hier onzeker over was. Maar naarmate ik verder kwam in mijn stage kwamen mijn adviezen ook duidelijker over en merkte ik aan de cliënten dat zij hier ook naar luistereden en respons op gaven. Als ik nu terug kijk merk ik dat dit wel onopgemerkt veel terug is gekomen in mijn stage. Ik ervaar dit doel als een positief proces van mij stage. Een positieve factor om dit te oefenen was dat er veel schommelingen in de groep waren omremt dit onderwerp (vooral bij het onderwerp corvee) zodat er door het team veel aandacht werd besteed aan het informatie en voorlichting geven over deze onderwerpen aan de cliënten. Een factor waar hier negatieve invloeden op had dat hier ook weer een groot punt is dat je communicatie in orde is. En dat ik heb gemerkt dat ik het aanspreken van mensen best lastig vind. Een voorbeeld bij dit punt is dat ik vaak mee ben geweest met boodschappen doen waar dan ook een cliënt mee gaat. Ik vindt het dan belangrijk dat de cliënt hier zo veel mogelijk leerpunten uit haalt. Ik heb gemerkt dat sommige cliënten dit best moeilijk vindt. De kunst vond ik dan ook om op een informatieve wijze uit te leggen hoe je het beste de boodschappen kan doen. Zo vertel ik dan dat het belangrijk is dat men ook oplet op de prijzen met het oog op het budget en dat men zware spullen onder legt met de boodschappen inpakken en de lichte boven. Dit lijken allemaal kleine dingentjes wat voor mij misschien vanzelfsprekend zijn maar die toch 8 Sarah Calissendorff Stage dossier aangeleerd moeten worden. Hiervan heb ik geleerd dat ik serieus genomen wordt voor mijn adviezen als ik dit op een neutrale informatieve manier vertel. Dit alles geld ook voor de dingen als koken, corvee en ADL zorg. De hbo verpleegkundige coördineert zorgverlening Inleiding Bij deze competentie heb ik uitgevoerd aan de hand van de opdrachten 1. COÖRDINATIE EN CONTINUÏTEIT VANZORG 2. Plannen van zorg (verpleegplan) Voornemens De voornemens bij deze competentie waren om de opdrachten uit te voeren die bij deze competentie horen. Proces verpleegplan Ik heb samen met mijn werkbegeleiders overlegt dat ik deze opdrachten later in mijn stage zou gaan maken. Dit heb ik dan ook gedaan. Dit met het doel dat ik eerst een basis kontact met de cliënten zou opbouwen voordat ik aan iets ging beginnen als een anamnese gesprek enz. Ik heb meerdere anamnese gesprekken gevoerd met de cliënt waarvoor ik een verpleegplan heb gemaakt. En ik heb veel tijd gestoken in het maken van een verpleegplan, wat ik groot deels op de afdeling heb kunnen doen. Coördineren en continieren van zorg Ik ben aan deze opdracht begonnen na dat ik mij opdracht het maken van een verpleegplan af had. Dit omdat deze opdracht verweven was met het maken van een verpleegplan. Ik ben hiermee aan de slag gegaan door eerst te kijken wat ik al allemaal had gedaan wat bij deze opdracht hoorden. Zoals rapporteren, bijwonen van vergaderingen, anamnese gesprekken enz. daarna heb ik gekeken wat ik nog moest doen voor deze opdracht. De dingen die ik nog moest doen heb ik daarna opgepakt. Dit staat te vinden in de uitwerking van de opdracht. Een positieve factor om dit doel uit te voeren was dat ik al een verpleegplan had gemaakt en daardoor een bruggetje had naar deze opdracht. Een negatieve factor was dat ik het lastig vond om te bedenken wat ik precies moest coördineren omdat de cliënt al heel lang opgenomen is, is er al heel veel gecoördineerd en andere dingen waren veelal te complex voor mij om te doen. Resultaat Het resultaat van het verpleegplan is te vinden onder bijlage Het resultaat van de opdracht coördineren van zorg is te vinden onder bijlage opdrachten 9 Sarah Calissendorff Stage dossier Doelen die te maken hebben met mij houding binnen de afdeling Inleiding: Ik vertel in dit stuk hoe ik mijzelf heb ontwikkeld in het proces van het functioneren binnen het team. Ik beschrijf eerst hoe mijn houding binnen het team was en hoe mijn houding nu is. Verder beschrijf ik hoe heb bijgedragen aan het team. Voornemens Mijn voornemens voor dit doel was dat ik me op zo manier zo functioneren dat mijn werkhouding zou passen binnen het team. Op zo manier dat het voor mij en voor mijn collega’s een prettige manier van werken is. Proces Ik begon heel enthousiast aan mijn stage ik wou het liefst alles kunnen en weten en het liefst zo snel mogelijk. Door dat ik als invaller werk op Breidablick en ik daar gewend ben om zelfstandig te functioneren begon ik ook zo op mijn stage. Een voorbeeld hiervan is dat ik zelf een keer een beslissing maakte of een cliënt naar buiten mocht of niet. Dit alles had het gevolg dat ik geen goed overzicht had waar ik mee bezig was. Ik vroeg niet veel om feeback en nam zelf beslissingen. In een gesprek voor mijn tussenbeoordeling ben ik hierop teruggefloten. (zie gesprek tussenevaluatie) In dit gesprek kwam ook naar voren dat mijn stagebegeleiders veel feedback voor mij hadden gekregen van collega’s die ik zelf niet had gekregen. Dit vond ik vervelend en mijn stage begeleiders vonden dit ook niet netjes. Ik kreeg hier wel de vraag bij of dit ook aan mijn houding zou kunnen liggen. Ik ben hier over na gaan denken en ik ben tot de conclusie gekomen wat ik in het bovenstaande stuk beschreven heb. Hiermee ben ik na dat gesprek hard mee aan de slag gegaan. Ik denk dat de grootste verandering lag in mijn houding. Na het gesprek heb ik meer een houding aangenomen als stagiaire dit houd in dat ik nu in de voorbespreking van de dienst vertel wat ik die dag wil gaan doen en waar ik graag feedback op wil. En aan het eind van de dienst vraag ik in de nabespreking nogmaals om die feedback. Ik heb wel gemerkt dat ik dit nog niet altijd doe maar ik probeer dit wel zo consequent mogelijk te doen. Verder overleg ik in een dienst wat ik kan doen en wat ik ga doen. Zo hebben mij collega’s een goed beeld waar ik mee bezig ben. Ik heb hier ook een aantal keer naar gevraagd en feedback op gehad na het gesprek. Uit de feedback kwam naar voren dat mijn collega’s merken dat ik hiermee aan de slag ben gegaan en dat ze het prettiger vinden werken met mij op zo manier. Een voorbeeld van mijn gedrag wat niet bij de houding van een stagiaire past is dat ik tegen een invaller die even niks deed vertelde dat ze beter in de woonkamer bij de cliënten kon gaan zitten. Ik heb hier feedback op gehad dat dit raar over kan komen als ik dat tegen haar zei. Resultaat Ikzelf heb hier in het begin wel moeite mee gehad om hier mij weg in te vinden maar ik merk nu dat dit wel de beste manier is om mijn stage te lopen. Soms merk ik wel 10 Sarah Calissendorff Stage dossier dat ik terug val in mijn oude patroon maar ik probeer dan mijzelf daarin te verbeteren. Ik heb ook van mijn stagebegeleiders te horen gekregen dat zij geen feedback meer van mij hebben gekregen wat niet eerst met mij besproken is. Mijn houding is nu zo dat ik en mijn collega’s prettig kunnen samenwerken. Ik heb de afgelopen weken ook veel meegedacht en meegesproken over de ideeën en plannen die het team heeft voor de cliënten en de afdeling. Dit deed ik door bij bijna alle besprekingen aanwezig te zijn. Zowel bij de patiënten besprekingen, behandelplannen en werkbesprekingen probeerde ik zoveel mogelijk aanwezig te zijn. In het begin luisterde ik hier aandachtig naar en hoe verder ik in mijn stage kwam hoe meer ik mijn menig uitsprak. Ik vind het fijn als hier naar geluisterd wordt maar ik vind het ook niet erg als andere collega’s iets anders vinden dan dat ik vind. Ik merk dat ik ook informatie kan geven over cliënten van wat er die dag gebeurt is als andere collega’s hier niet van op de hoogte is. Ik heb ook een aantal keer overgedragen of aangevuld bij een overdracht. Ik merk dat er in dit team ook aandacht is voor hoe je bent als mens buiten mijn stage om. Dit vind ik prettig. Mijn collega’s zijn geïnteresseerd in mijn opleiding en achtergrond. Ook merk ik dat zij mij respecteren op de visie die ik heb over de zorg. Ik heb veel begeleiding op de stageplek. Al mijn collega’s staan open om mij te begeleiden in mijn gesprekken die ik voer met de cliënten. Ik heb ook drie keer een feedback verslag geschreven voor drie collega’s die een gesprek hadden voor het einde van hun proeftijd. Deze hebben ik in de bijlage opgenomen. Hierin werd ik serieus genomen en ik heb deze feedback ook mondeling overgedragen aan de desbetreffende collega’s. Een positieve factor die van invloed was voor dit doel is dat het team mij uiteindelijk veel feedback hebben gegeven. Een negatieve invloed bij dit doel is dat ik gewend was om als medewerker te functioneren en dat ik eerst moeite had om die knop om te schakelen. ik neem verantwoordelijkheid voor eigen leren en stuur op actieve wijze het eigen leerproces Voornemens: Mijn voornemens voor dit doel is dat ik genoeg initiatieven om mijn doelen te behalen. Proces: Ik begon mijn stage door mijn stage werkplan op tijd af te hebben. Daarna ben ik verder gegaan met het uitwerken van mijn doelen. Ik heb terwijl ik bezig was met mijn doelen ook veel opgeschreven en verslagen geschreven zodat ik dit niet allemaal op het laatste moment hoefde te doen. Ik heb gesprekken gehad met mijn begeleiders wanneer en aan welk doel ik zal gaan werken en welke doelen waarschijnlijk niet gingen lukken Het contact met mijn werkbegeleiders verliep zodanig dat ik probeerden dat ze altijd op de hoogte waren van mijn bezigheden en dat ik mijn begeleider geregeld zag door 11 Sarah Calissendorff Stage dossier regelmatig een dienst in te roosteren met mijn begeleider. Als ik een gesprek wou met mijn werkbegeleiders plande ik dit door mijn begeleiders te mailen. Een factor die positieve invloed had op dit doel was het fijt dat ik genoeg ruimte kreeg op de afdeling om verslagen te maken over mijn doelen en opdrachten. Een factor wat een negatieve invloed had op dit doel was dat ik het zelf moeilijk vind om een goede organisatie te maken wanneer ik alles doe. Ik neem mee naar mijn volgende stage dat ik op tijd begin met het uitwerken van mijn doelen en een goede planning maak wanneer ik alles wil gaan doen. Ik weet na 20 weken te vertellen wat het verschil is tussen antroposofische en regulieren instellingen Voornemens Mijn voornemens waren voor dit doel om te kijken wat het verschil is tussen een antroposofische en een regulieren instelling Proces: al snel kwam ik er achter dat dit verschil erg moeilijk te vergelijken is omdat de doelgroep van deze instelling heel anders is dan de doelgroep waar ik mee werk op de antroposofische instelling. Er bestaat geen antroposofische forensische instelling dus daarmee kan ik het niet vergelijken. Wel kan ik er naar raden hoe het zal zijn. Toen ik een aantal maanden stage had gelopen. Werd er een cliënt opgenomen die ook opgenomen is geweest op een antroposofische instelling. Bij deze cliënt kon ik goed zien dat zij antroposofische invloeden heeft gehad. resultaat Het eerste wat mij hier opviel was de woongroep. Als dit een antroposofische instelling was geweest zal er meer aandacht aan de omgeving worden besteed. Dit in de zin van meer aandacht voor goddienstige christelijke feesten wat zich uit in schilderijen op de muur. Ook zal er geen tv in de woonkamer staan. Een ander punt is de voeding. Antroposofische instellingen streven ernaar om biologisch te eten. Verder denk ik dat er een heel groot verschil bestaat in de behandeling zelf. Een antroposofische instelling zal meer behandeling geven wat voorgeschreven staat door de antroposofische oprichter Rudolf Steiner. Dit zou onder andere inhouden dat de medicatie gebruik vors verminderd zou worden en gegrepen zou worden naar andere homeopathische medicatie. Al deze aspecten die ik hierboven beschreven heb zag ik ook terug in de cliënt met een antroposofische achtergrond. Deze cliënt weigerde medicatie in te nemen of welke vorm van behandeling dan ook. Ook vindt deze cliënt het belangrijk om gezond te eten en geen tv te kijken. Mijn mening: 12 Sarah Calissendorff Stage dossier Zo zijn er veel verschillen te benoemen maar ik denk dat het belangrijkste is om te beschrijven wat ik er eindelijk van vind. Ik vind dat je de mensen die hier zijn opgenomen geen antroposofische behandeling kan opleggen. Omdat deze mensen hier waarschijnlijk geen behoefde aan hebben of een hele andere culturele achtergrond hebben. Daarbij denk ik dat deze mensen het wel nodig hebben om regulieren medicatie te hebben. Ik heb aan de cliënt gezien die een antroposofische achtergrond heeft dat deze cliënt is doorgeslagen in haar antroposofische denkbeeld. Hierdoor wil deze cliënt nergens aan mee doen. En kunnen wij haar niet behandelen. Ik denk dat het beste zal zijn dat iedereen een behandeling zal krijgen die het beste bij diegene past. En dat je geen andere culture bij iemand kan opleggen. Dus iemand die we interesse heeft in een antroposofische behandeling zal daar baad aan kunnen hebben maar iemand die hier niet voor open zal hier denk ik niks aan hebben. een positieve factor om dit te onderzoeken was dat er een cliënt werd opgenomen met een antroposofische achtergrond. En een negatieve invloed op dit doel was de doelgroep van de instelling. Ik zal dit doel altijd mee blijven nemen naar mijn volgende stages om er achter te komen wat het dichtst bij mij ligt. Communicatie Inleiding: Na dat ik enkele weken stage had gelopen op de afdeling werd het mij al snel duidelijk dat communicatie hier een grote rol speelt. Want al mijn doelen die in mijn SWP. staan gaan gepaard met communicatie. Ik heb mij hier dan ook naast mijn andere doelen heel erg mee bezig gehouden. Ik maak hier een apart verslag van omdat ik denk dat dit al mijn doelen beïnvloed. Deze communicatie gaat over de formele gesprekken die ik met de cliënten heb gevoerd maar ook over de informele alledaagse gesprekken. Ik zal bij dit verslag mijn reflectie verslagen als bijlagen erbij stoppen zodat het duidelijk is wat voor formele gesprekken ik heb gevoerd. Ook stop ik bij dit verslag mijn verslagen van COVA erbij. Ik heb de communicatie ook bij mijn stageverslag opgenomen omdat ik hier veelmee bezig ben geweest op mijn stage en ik vind het niet genoeg om dit alleen maar bij COVA te verwerken. Hoe de formele gesprekken zijn gegaan staat in dit verslag aan de hand van mijn reflectie verslagen die ik hierover heb genaakt. Deze verslagen staan als bijlagen in het verslag. Voornemens Voor dat ik aan mijn stage begon had ik geen idee hoe belangrijk dit doel voor mij zou worden. Ik had hier dan ook geen voornemens voor. Na maten ik verder kwam in mijn stage merkten ik dat dit een heel belangrijk doel is. Mijn voornemen werd dan ook om me te ontwikkelen in mijn communiceren met mensen met een psychische stoornis 13 Sarah Calissendorff Stage dossier Het proces De informele gesprekken: De eerste paar weken van mijn stage hield ik mij bezig om het vertrouwen van de cliënten te krijgen. Dit deed ik aan de hand van de informele alledaagse gesprekken. Ik deed dit door bij de cliënten te gaan zitten in een gezamenlijke ruimte. Zodat de cliënten ten eerste konden wennen aan mijn aanwezigheid. Ik nodigde cliënten uit voor een spelletje of sprak met de cliënten over de bezigheden van de dag/week. Als een cliënt iets aan mij vroeg probeerde ik zo goed als ik kon zijn vraag te beantwoorden en als ik dat niet kon verwees ik hem naar mij collega. Na een paar weken merkte ik dat een paar cliënten mij meer gingen vertrouwen. Dit merkte ik aan dat de cliënten mij meer vragen stelde of vaker langer met mij in gesprek gingen of een spelletje met mij speelde. In mijn tussenevaluatie kwam naar voren dat ik een kinderlijke manier van spreken had naar de cliënten toe. Dit komt denk ik omdat ik gewend ben met verstandelijke gehandicapten te communiceren. Ik was hier niet bewust van. Na dat ik dit had gehoord ben ik hiermee aan de slag gegaan. Ik vroeg hierbij feedback aan mijn collega’s. 1 advies wat ik kreeg was om duidelijker en zelfverzekerder te gaan praten. Hier heb ik dan ook op gelet. Ik heb daarna niet meer van mijn collega’s och stage begeleiders gehoord dat ik dit nog doe. Wel merk ik soms aan mijzelf dat ik een andere toon opzet en probeer dit dan per direct te veranderen. Nu merk ik dat de cliënten gewend zijn aan mijn aanwezigheid. Dit merk ik door dat de cliënten veel vragen aan mij stellen. En ook interesse hebben naar mijn duur van de stage. Maar bij enkele cliënten merk ik dat ze nog helemaal niet aan mij gewend zijn. Dit merk ik aan het fijt dat ik bijna tot geen contact met deze cliënten heb en dat deze cliënten soms weggaan als ik een ruimte binnenkom. Ik heb bij deze informele gesprekken geleerd om mijn eigen grenzen aan te geven en op een professionele manier met de cliënten te praten. Zo vertel ik geen persoonlijke dingen over mijzelf of familie. Ik geef mijn grenzen aan door dit te benoemen. Een voorbeeld hiervan is dat mw x. veel vertelde over haar waan en hierbij over haar seksualiteit. Dit vertelde ze op de gang. Ik merkte aan mijzelf dat ik mijzelf hier niet prettig bij voelde. Ik benoemde dat ik als positie van een stagiaire niet in staat was om dit gesprek met haar aan te gaan. En dat ik geen discussie met haar wou aangaan. En verliet daarna het gesprek. Een ander voorbeeld is dat ik niet over persoonlijke dingen praat als een cliënt daar naar vraag. Op sommige vragen geef ik wel antwoord maar ik luister hierbij naar mijn eigen gevoel. De formele gesprekken: De formele gesprekken bestaan uit voor en na besprekingen van een verlof van een cliënt. De gesprekken die ik met cliënt y. heb gevoerd over het maken van een verpleegplan en overige gesprekken waarbij ik bij zat en ook mijn bijdragen hierbij leverden. Bij al deze gesprekken was een collega aanwezig die mij feeback kon geven bij deze gesprekken. In het begin heb ik deze gesprekken ook een enkele keer gevoerd zonder dat er iemand bij was. Ik heb hier toen feedback op gekregen dat dit wel de bedoeling is. 14 Sarah Calissendorff Stage dossier Over de formele gesprekken heb ik veel reflectie verslagen gemaakt. Die ik bij dit verslag zal stoppen. Deze versagen vertellen voldoende over mijn ontwikkeling bij de formele gesprekken. En bevatten vele voorbeelden over mijn communiceren. Resultaat: Het resultaat is dat ik een grote ontwikkeling heb gemaakt met mijn communiceren. Voorbeelden en het resultaat zijn te vinden bij bijlagen Reflectie op mijn gesprekken Bijlagen: Verpleegplan ............................................................... Error! Bookmark not defined. COÖRDINATIE EN CONTINUÏTEIT VAN ................................................................ 36 ZORG .......................................................................... Error! Bookmark not defined. Organiseren en sturen van studie ............................................................................. 42 Reflectie op mijn gesprekken bij voor en na bespreken van een verlof. ................... 43 Reflectie verslag op gesprek over het verpleeg plan met dhr. Y. .......................... 45 Reflectie verslag over het tweede deel van het anamnese gesprek. .................... 47 Gesprek met Dhr. Y over de hypothetische diagnoses. ........................................ 48 Stage werkplan ......................................................................................................... 49 Beoordeling Formulieren .......................................................................................... 72 Tussenbeoordeling ............................................................................................... 72 Eind beoordeling ................................................................................................... 72 Afgetekende doelen en opdrachten ...................................................................... 72 Absentie Formulier ................................................................................................ 72 15 Sarah Calissendorff Stage dossier Stage opdracht Verpleegplan 16 Sarah Calissendorff Stage dossier Inleiding: Ik ben bewust vrij laat begonnen met het maken van een verpleegplam. Dit op advies van mijn werkbegeleiders. De gedachte hierachter is dat het eerst van belang is om een band te creëren met de cliënt waarvoor ik een verpleegplan maak, zodat deze cliënt mij vertrouwd. Dit vind ik belangrijk omdat ik graag een anamnese gesprek wil voeren met de cliënt en ik vind het daarvoor belangrijk om het vertrouwen te hebben van deze cliënt. Omdat ik anders geen goede anamnese gesprek kan voeren. Ik heb zelf na gedacht over de keuze van de cliënt en heb dit overlegt met mijn begeleiders. Ik kwam uit op dhr. X omdat ik het idee heb dat ik makkelijk met hem de anamnese gesprekken kan voeren en dat er tussen ons een goede samenwerking mogelijk is. Dhr. X zelf had ook motivatie om dit verpleegplan met mij te maken. Ik heb dit verpleegplan helemaal samen met dhr. X gemaakt. Dit heb ik gedaan omdat ik dan zeker weet dat dhr. X ook echt motivatie heeft om aan dit verpleegplan te werken. Ik heb vijf gesprekken met dhr. X gevoerd: een inleidend gesprek waarin ik uitlegde wat ik van plan was te doen, wat hij van mij kon verwachten en wat ik van hem verwacht. twee anamnese gesprekken waarin ik informatie heb gevraagd aan de hand van de FGP’S. een gesprek over de hypothetische diagnoses, ik heb hem in dit gesprek een diagnose laten uitzoeken waaraan hij wou werken. Dit heb ik gedaan om de volle motivatie van dhr. te hebben, En als laats een gesprek over de interventies die hij wilt doen om het doel te behalen. Ik heb gekozen om alleen informatie te gebruiken wat uit het anamnese naar voren komt. Dit omdat er dan duidelijk is wat er nu speelt bij dhr. X en omdat ik dan uit ga van het probleem wat dhr. X zelf als probleem ervaart. En niet het probleem wat de afdeling als probleem ervaart. Dit heb ik gedaan om zo de volle motivatie van dhr. X te hebben om aan dit doel te werken. Dit verslag bestaat uit: - Een schema wanneer ik de gesprekken heb gevoerd - Het verpleegplan - bijlage de gebruikte literatuur en de opbouw van het verpleegplan. 17 Sarah Calissendorff Stage dossier Schema verpleegplan Week 45: Gesprek met dhr. X over de bedoeling en planning van het verpleegplan. Informatie verzamelen voor de fgp’s over dhr. X Week 46: Begin van de week anamnese gesprek met dhr. Dag bespreken met dhr.X in gesprek Week 46 Verder met verdelen gegevens over de fgp’s en de gegevens clusteren aan de hand van de cues. Week 47: Anamnese gesprek deel twee Week 48: Maken van hypothetische diagnoses. Deze diagnoses toetsen aan de hand van een gesprek met dhr. waar ik deze diagnoses voorleg. Uit dit gesprek maak ik een definitieve diagnose. Week 48: Prognostisch redeneren, prognose stellen en beoogd resultaat formuleren Week 49: Interventie selecteren en uitwerken. Deze interventies bespreken met dhr. Interventie uitvoren met dhr. en het team. Week 50: Klinische les geven aan het team over het maken van een verpleegplan mbt dhr. X Gesprekken met dhr. X Week 45: Inleidend gesprek Week 46: Anamnese gesprek Week 47: anamnese gesprek 2 Week 48: Bespreken hypothetische diagnoses Week 49: Interventies bespreken Indelen in fgp’s Aanwijzingen noteren (cues) Clusteren (argumenten voor deze clusters) Hypothetische diagnosen: gebruik kaartje Carpinito Toetsen van hypothetische diagnosen Formuleren definitieve diagnose(n) Formuleren diagnostische redenatie 18 Sarah Calissendorff Stage dossier Kwantificeer je zekerheid in percentages Prognostisch redeneren, prognose stellen Beoogd resultaat formuleren Interventie selecteren, interventie uitwerken Interventie uitvoeren Resultaat evalueren modificeren of stoppen Het verpleegplan voor dhr. X Anamnese gesprek met dhr. X deel 1 Door Sarah Calissendorff Inleiding Dhr. is opgenomen in Inforsa en heeft TBS. Dhr. heeft schizofrenie van het paranoïde type. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding. Onderwerpen: Dhr. geeft aan niet zo veel te bewegen omdat hij niet op verlof mag. De enige beweging die dhr. heeft is af en toe een stukje lopen. Dhr. zegt dat het met zijn geestelijke gezondheid beter gesteld is. - Therapietrouw > Dhr. had vroeger problemen met het volgen van zijn therapie, Hij snapte niet waarvoor hij de therapieën nodig had. Dhr. gaf in het gesprek aan dat hij nu ook interne motivatie heeft gevonden voor het volgen van zijn therapieën. Zijn externe motivatie is dat hij zijn verlof terug krijgt en zijn interne motivatie is dat hij nu snapt dat de therapie goed is voor zijn zucht naar drugs. - Intoxicatie.> Dhr. geeft aan dat het de laatste drie maanden beter gaat met zijn zucht naar drugs. Dhr. heeft op een rijtje in zijn hoofd waarvoor drugs slecht is voor hem. Dhr. geeft echter toe dat de zucht wel eens wint van zijn verstand. Dhr. gaf aan dat hij vorige week nog iemand heeft gebeld voor drugs omdat zijn zucht te groot werd. Dhr. heeft dit echter wel later nog afgezegd. Dhr. gaf aan dat hij gister gebeld is of hij zin had in drugs en dat heeft dhr. ook afgehouden. - Gezondheid. Dhr. vindt het moeilijk om gezond te eten. Hij houdt niet van fruit en groenten. En dhr. kan soms wel eens maaltijden overslaan. Zo komt het voor dat hij alleen maar in de avond eet. Dhr. zegt zich soms slap te voelen als hij niet gegeten heeft. Deze fpg is disfunctioneel Voedings- en stofwisselingspatroon Onderwerpen: - Voeding. > Dhr. zegt vaak maaltijden over te slaan omdat hij te moe is om te eten of gewoon geen honger heeft. - Drinken.> Dhr. zegt voldoende te drinken gedurende dag. Deze FGP. Is disfunctioneel 19 Sarah Calissendorff Stage dossier Uitscheidingspatroon Onderwerpen: - Ontlasting> Dhr. zegt geen problemen te ervaren met zijn stoelgang - Urineren > Dhr. zegt geen problemen te ervaren met urineren. Deze FGP. Is functioneel Activiteitenpatroon Onderwerpen: - ADL (persoonlijke en kamer)> Dhr. heeft een plan voor zijn ADL zorg en zegt hier geen problemen in te ervaren. Wel zegt dhr. dat hij niet elke dag douchte of tandenpoetst. Dit vindt dhr. geen probleem. - Corvee> Dhr. heeft 1 keer in de week corvee. Dit vind dhr. goed gaan. Hij wordt vaak herinnerd door mede cliënten aan zijn corvee. - Bezigheden binnen de kliniek> Dhr. zit in de rookkamer en haalt veel verdoeming uit de gesprekken met de medecliënten. Dhr. houdt ervan om een spelletje te spelen. Dhr. zegt wel graag op verlof te willen omdat dhr. dan meer motivatie heeft om uit zijn bed te komen. Hij vindt dat nu de dagen erg op elkaar lijken. Deze FGP. Is disfunctioneel Slaap en rust patroon Onderwerp: - Dag en nacht ritme> Dhr. zegt moeite te hebben om uit zijn bed te komen. Hij zegt soms geen motivatie te hebben om naar de afdeling te komen omdat de dagen allemaal het zelfde zijn. Dhr. slaapt vaak tot in de na middag of slaat een nacht over. Dhr. zegt dat als hij zijn verlof terug krijgt meer motivatie heeft om uit zijn bed te komen. Deze FGP. Is disfunctioneel Anamnese gesprek deel 2 Cognitie- en waarnemingspatroon - keuzes maken. >Dhr. vertelde vroeger veel last te hebben van wispelturigheid. Dan was dhr. iets van plan maar even later dacht hij al iets anders. Dit vindt dhr. nu beter gaan. Hij zegt alles op een rijtje te hebben. En nu niet zo maar meer andere beslissingen te nemen. - Denkproces> Dhr. zegt nu alles goed op een rijtje te hebben wat hij wil doen. Ook met de zucht naar drugs weet hij nu mee om te gaan. Hij weet van zichzelf te zeggen wat slecht is aan drugs. Dhr. gaf aan veel te denken over de toekomst, dit beeld is nu stabiel. Ook denkt hij vaak over kleine dingen zoals zijn verlof hier haalt dhr. voldoening uit. - Waarnemingen> Dhr. geeft aan dan hij drugs kan weerstaan als het ver weg van hem blijft. Als hij drugs onder zijn neus krijgt denkt dhr. dit niet te kunnen 20 Sarah Calissendorff Stage dossier weerstaan. Dhr. gaf aan vroeger last te hebben van stemmen. Dhr. heeft daar al enige tijd geen last meer van gehad. Dhr. geeft wel aan nog dingen te ruiken die niet bestaan, zo rook hij een sterke wiet geur. Dhr. kan wel aangeven dat dit een hallucinatie is. Deze FGP. is disfunctioneel; Zelfbelevingspatroon Zelfbeeld>Dhr. geeft aan een jongen te zijn die makkelijk in de omgang is. Hij geeft aan dat hij sociaal is. Dhr. zegt dat hij ter vergelijking tot vroeger socialer. Dit vind dhr. positief Rollen- en relatiepatroon - Relaties>Dhr. heeft een relatie gehad met een vrouw. Waar hij nu amper tot geen contact meer heeft. Dhr. gaf aan dat hij haar vorige week gebeld had ter aanleiding van het overlijden van haar broertje. Dhr. zegt dat deze mw. verder geen contact meer met hem wilt. Van deze vrouw heeft dhr. ook vermoedelijk een kind. (een zoon) Dhr. mag geen contact hebben met dit kind, Dhr. hoopt wel dat hij contact met het kind mag hebben als het kind ouder is, hij wil dan een vaderschapstest doen. - Vrienden> Dhr. zegt goed te kunnen opschieten met de cliënten binnen de kliniek. Dhr. heeft geen contact meer met vrienden van vroeger. Dhr. vertelde dat zijn beste vriend is overleden. Maar dit heeft dhr. nu achter zich gelaten. - Gezin> Dhr. heeft het meeste contact met zijn vader (die ook bewindvoerder is) zijn vader komt regelmatig langs en dhr. ziet dat zijn vader van hem houdt. Met zijn moeder heeft dhr. minder contact. Dit houdt dhr. zelf af. Hij vindt dat zijn moeder teveel met hem bemoeit als zij hier is. Hij wil wel op weekend verlof naar zijn moeder toe als hier spraken van kan zijn. Deze FGP. Is functioneel (in zijn ogen) Seksualiteits- en voortplantingspatroon Dhr. zegt niet veel te doen met zijn seksualiteit wel eens flexshulp ingeschakeld maar dat vind hij nu te duur. Dhr. kan hier goed mee overweg, Hij denkt er wel eens aan maar niet de hele tijd. Dhr. kijkt wel eens een porno film. Deze FGP. Is functioneel Stressverwekingspatroon - Wat levert jou stres op> Dhr. vertelde dat twee punten hem stres opleveren het ene punt is het hele dag binnenzitten en het andere punt is zijn lichamelijke toestand. Dhr. Voelt zich weleens duizelig, dit komt door de medicatie. Dhr. zegt hier dan over te gaan tobben. Dhr. zegt geen stres te ervaren bij het niet op verlof kunnen. En ook niet bij de zucht naar drugs. - Omgaan met stressoren> Als dhr. Stres ervaart gaat dhr. meestal op zijn kamer zitten om muziek te luisteren of even rusten op zijn kamer. Deze FGP. Is functioneel 21 Sarah Calissendorff Stage dossier Waarde- en levensovertuiging Dhr. Kon niet zeggen wat voor levensovertuiging hij had. Dhr gaf aan op zichzelf te vertrouwen Deze FGP. Is functioneel Cues: (staan in het rood in de tekst vermeld) - Zucht naar drugs Wispelturigheid Dag en nacht ritme ADL. Clusteren: Cluster 1 Dag en nacht ritme Argument: Dhr. geeft aan vaak moe te zijn door medicatie gebruik en hierdoor veel slaapt of juist een nacht overslaat. Dhr. wilt graag vroeg zijn bed uit komen zodat hij meer kans heeft om op verlof te kunnen (wat dhr. inmiddels weer terug heeft) Cluster 2 ADL. Zorg Argument: Dhr. geeft aan niet elke dag te douchen. Dit ziet dhr. niet als een probleem. Het personeel van de afdeling heeft dhr. hier wel vaak op aangesproken en dhr. uitgelegd dat wij hem meer gaan onderstenen in zijn ADL programma. Daarom lijkt het mij nuttig om hier nog extra aandacht aan te besteden. Cluster 3 Gezondheid Argument: Dhr. zegt vaak een maaltijd over te slaan. Dhr. kan zich hierdoor slap voelen. Rede voor het ontbreken van cluster zucht naar drugs: Dhr. volgt al therapie voor zijn zucht naar drugs en hier wordt ook veel aan gewerkt op de afdeling. Ik denk niet dat ik hier nog iets aan kan toevoegen 22 Sarah Calissendorff Stage dossier Hypothetische diagnoses bij cluster 1 Dag en nacht ritme: - Verstoorde slaap - Slaapdeprivatie (slaaponthouding) Toetsen van hypothetische diagnose Aanwijzingen Definitie Moet aanwezig Kan aanwezig Carpinito→ zijn zijn conclusie Hypothetische diagnosen Diagnose 1 Verstoorde slaap Verandering in de duur of kwaliteit van de nachtrust die ongemak veroorzaakt of een belemmering vormt voor de gewenste manier van leven. Diagnose2 Het langdurig Slaapdeprivatie uitblijven van perioden met een natuurlijke verlaagd bewustzijn + ++ +++ -/+ ++ ++ - Definitieve diagnose: P: Verstoorde slaap E:Gebruik van medicatie, Onregelmatige slaap patroon, veel nuttige van koffie, S: Dhr. slaat af en toe een nacht over. Dhr. zegt vaak moe te zijn. Dhr. gaat vaak rusten in de middag of slaapt tot laat in de middag. Dhr. mist vaak een groepsmoment. 23 Sarah Calissendorff Stage dossier 60% van zekerheid diagnose omdat dhr. vooral veel slaapt en moeite lijkt te hebben met zijn dag en nacht ritme. En niet zozeer moeite heeft met het slapen zelf. Hypothetische diagnoses bij cluster ADL zorg - Zelfzortekortsyndroom - Zelfzorgtekort: kleden/uiterlijke verzorging - Zelfzorgtekort: huishouden - Zelfzorgtekort: wassen lichamelijke verzorging Aanwijzingen Carpinito→ Definitie Moet aanwezig Hypothetische zijn diagnosen Diagnose 1 Niet (volledig) in -/+ Zelfzortekortsyndroom staat zijn om elk van de vijf zelfzorgactiviteiten uit te voeren door een verstoord motorisch of cognitief functioneren Diagnose 2 Niet volledig) in -/ Zelfzorgtekort: staat zijn om kleden/uiterlijke verzorging activiteiten uit te voeren die nodig zijn bij het zichzelf netjes maken Diagnose 3 Minder goed in -/+ Zelfzorgtekort: huishouden staat zijn om een bepaalde activiteiten uit te voeren of om van bepaalde diensten gebruik te maken die essentieel zijn voor het in goede banen leiden van een huishouding Kan aanwezig zijn Conclusie NVT. -/+ NVT. -/ - NVT. -/+ 24 Sarah Calissendorff Stage dossier Diagnose 4 Zelfzorgtekort: wassen/lichaamsverzorging Niet (volledig) instaat zijn om activiteiten uit te voeren die nodig zijn bij het zich wassen/de eigen lichaamsverzorging ++ NVT. ++ Definitieve diagnose P:Zelfzorgtekort wassen/lichamelijke zorg E: Psychische toestand, negatieve symptomen bij de diagnose schizofrenie S: Dhr. komt vaak ongewassen de afdeling op. Dhr. heeft vaak wondjes aan zijn gezicht. Dhr. poetst niet elke dag zijn tanden. 85% zekerheid van diagnose omdat wij dit vaak bij dhr. waarnemen. Hypothetische diagnoses bij cluster gezondheid - Gezondheidsveronachtzaming - Gezondheid, streven naar (specificeer) Aanwijzingen Carpinito→ Definitie Moet aanwezig zijn Hypothetische diagnosen Diagnose 1 Verslechterde +/Gezondheidsveronachtzaming gezondheidstoestand vanwege een ongezond manier van leven of onvoldoende kennis over het omgaan met een bepaalde gezondheidstoestand Diagnose2 Zie Carpenito blz. -Gezondheid, streven naar 166 (specificeer) Kan aanwezig zijn conclusie ++ ++- -- -- Definitieve Diagnose: P: Gezondheidsveronachtzaming E: Psychische toestand, negatieve symptomen bij de diagnose schizofrenie S: Dhr. slaat vaak een maaltijd over. Dhr. eet weinig groenten. Dhr. heeft veel wondjes in zijn gezicht/mond. Dhr. is al een aantal keer op aangesproken dat hij onfris ruikt. 75% zekerheid van deze diagnose. Omdat dhr. deze verschijnselen vaak vertoond maar deze symptomen zijn de negatieven symptomen van zijn schizofrenie. 25 Sarah Calissendorff Stage dossier Gesprek met Dhr. X over de hypothetische diagnoses. Doel: Ik wil in dit gesprek de hypothetische diagnoses voorleggen die uit het anamnese gesprek zijn voortgekomen. Uit deze diagnoses wil ik samen met dhr. 1 diagnose kiezen om hieraan verder te werken. Ik kies dit samen met dhr. omdat ik dan zijn motivatie heb om hieraan te werken. Hypothetische diagnoses: 1) Verstoorde slaap 2) Zelfzorgtekort wassen/lichamelijke zorg 3) Gezondheidsveronachtzaming Bij deze geef ik mijn motivatie waarom ik voor deze diagnose heb gekozen en waarom ik de diagnose bij hem vond passen. Ik laat dhr. kiezen aan welke diagnose dhr. wilt werken en geef daarna mijn mening uit over die diagnose. Het gesprek: Ik begon het gesprek door te vragen hoe het met dhr. ging, dit deed ik om helder te krijgen of dhr. wel in staat was het gesprek te voeren. Na dat dit duidelijk was vroeg ik aan dhr. of hij nog wist waar dit gesprek voor diende en legde ik uit wat het doel van dit gesprek is. In het gesprek legde ik dhr. mijn drie diagnoses voor en mijn motivatie voor deze diagnoses. Toen ik dit uitgelegd had vroeg ik aan dhr. wat hij er van vond en waar hij graag in wou werken. Ik hoopte dat dhr. zou kiezen voor de diagnose zelfzorgtekort omdat ik dit voor mij de voorliggende probleem is. Maar dhr. zag dit niet als probleem en wou hier niet aan werken het zelfde geld voor de diagnose gezondheidsveronachtzaming. Dhr. had echter wel motivatie voor de diagnose verstoorde slaap en kon dit ook uileggen waarom hij hier aan wou werken. Ik heb gekozen om deze diagnose te nemen omdat ik dan de volle motivatie van dhr. heb. 26 Sarah Calissendorff Stage dossier Definitieve diagnose: Verstoorde slaap. P: Verstoorde slaap E:Gebruik van medicatie, Onregelmatige slaap patroon, veel nuttige van koffie S: Dhr. slaat af en toe een nacht over. Dhr. zegt vaak moe te zijn. Dhr. gaat vaak rusten in de middag of slaapt tot laat in de middag. Ziekte, stoornissen, beperkingen en handicaps: Dhr. heeft de medische diagnose; schizofrenie het paranoïde typen. (negatief) Omgevingsinvloeden: Dhr. verblijft in een forensisch psychiatrische kliniek.(positief) Dhr. heeft regelmatig contact met zijn familie, met zijn vader meer dan met zijn moeder.(positief) Dhr. volgt 1 keer in de week therapie, liberman training ( een training waar men leert om te gaan met de zucht naar drugs. ) (positief) Dhr. kan zich erg late beïnvloeden door mede cliënten. (negatief) Dhr. heeft op een vaste dag corvee (positief) Dhr. heeft sinds kort een uur begeleid verlof per dag (positief) Gezondheidsrisico’s/ leefstijl Dhr. heeft in het verleden veel drugs gebruikt en heeft hier nog steeds zucht naar (negatief) Dhr. eet niet gezond en drinkt veel koffie voor het slapen gaan (negatief) Dhr stelt zich sociaal op naar mede cliënten (positief) Dhr. neemt zijn medicatie trouw in (positief) Hulpbronnen Medicatie (negatief) Begeleiding van personeel op de afdeling (positief) Therapieën (positief) Voor de definitieve diagnose verstoorde slaap kies ik voor resultaat klasse tijdelijke verbetering dit blijkt uit dat al eerder leerlingen met dit doel aan de slag zijn gegaan en dat de ervaring leert dat dit doel weer vervaagd als de leerling of stagiaire weg is dus dat oplossen geen haalbaar doel is. Doel: Dhr. X slaapt in de nacht en is overdag voor 10 voor 10 wakker om het eerste koffiemoment bij te wonen voor dat ik weg ben van deze stageplek. Dit houdt in dat dhr.: - Aanwezig is bij het eerste koffiemoment om 09:50 S’ Nachts slaapt 27 Sarah Calissendorff Stage dossier - Overdag wakker is met uitzondering van een eventuele rustmoment op voorkeur van dhr. Interventie selecteren, interventie uitwerken: Ik heb een vermoede dat interventie bevorderen van slaap (code 1850) , domein 1 klasse F. geschikt is om definitieve diagnose 1 aan te pakken, want uit de verpleegkundige diagnose is gekomen dat dhr. moeite heeft om een vast dag en nacht patroon aan te houden en dat hij hier graag aan wilt werken. Uit de gespreken die wij gevoerd hebben blijkt het dat hij hier motivatie voor heeft en omdat dhr. vaak een nacht overslaat omdat hij niet in slaap kan vallen en daardoor lang in zijn bed ligt. Het is wel zo dat het probleem van dhr. niet perse is dat hij de slaap niet kan vatten maar meer dat het probleem is dat dhr. een verstoorde dag en nacht ritme is. Helaas staan hier geen interventie in het boek ‘verpleegkundige interventies van JC. Mccloskey en GM. Bulechek’ Daarom heb ik verstoorde slaap gekozen omdat deze interventie hier bij aansluit. Om de zelfde rede kies ik hiervoor ook interventies die niet in het boek beschreven staan maar die ik samen met dhr. heb verzonnen. De hypothetisch activiteiten die ik bij deze interventie vindt passen zijn: (Deze activiteiten zijn beschreven in verpleegkundige interventies van JC. Mccloskey en GM. Bulechek.) - Stel vast welk slaap/activiteitenpatroon dhr. volgt. - Ga na welke effecten de door dhr. gebruikte medicatie hebben op zijn slaappatroon. - Moedig dhr. aan tot een vast routine voor het slapengaan, om de overgang van waken naar slapen te vermakelijke. - Help stress-situaties voor het slapengaan op te lossen. - Let op dat dhr. voor het slapen gaan niks meer eet of drinkt wat zijn slaap kan verstoren. - Reguleer de omgevingsprikkels, zodat een normaal dag/nachtritme gehandhaafd blijft. - Bepreek met dhr. mogelijke maatregels ter bevordering van het comfort en de slaap, evenals aanpassingen in de levensstijl die tot een optimale slaap kunnen bijdragen. Deze Hypothetische activiteiten vind ik bij dhr. passen. - Dhr. wordt voor het eerste koffiemoment gewekt door begeleider als dhr. niet voor 09:45 op de afdeling is. - Dhr. gaat voor een samen afgesproken tijd slapen bv. 12 uur. - Dhr. wordt door het team gemotiveerd om op tijd op te staan - Dhr. dhr. het eerste koffiemoment heeft gemist dhr. informeel vragen naar de rede hiervan en dhr. hierop aanspreken. Definitieve interventies die uit het gesprek van dhr. zijn voortgekomen: Uit het gesprek met dhr. kwam dat sinds dat wij zijn begonnen met het maken van het verpleegplan al veel verbeterd is in dhr. zijn dag en nacht ritme. Mijn vraag was 28 Sarah Calissendorff Stage dossier dan ook hoe het kwam dat het nu beter gaat. Daar uit kwam dat dhr. nu zijn medicatie krijgt om 21:00 in plaats van om 18:00 uur. Door de medicatie wordt dhr. moe en kan hij vroeg gaan slapen. Toen de medicatie werd gegeven om 18:00 was dhr. ook moe maar was in de avond over zijn vermoeidheid heen. Dit is dus een grote rede dat het nu verbeterd is. Verder kwam uit het gesprek dat dhr. nu meer motivatie heeft om uit zijn bed te komen om op verlof te kunnen. Het leek mij een goed idee om dhr. zijn ADL. Te betrekken in een vast patroon voor dat dhr. gaat slapen en als hij opstaat. De activiteiten die dhr. gaat ondernemen zijn: - Dhr. neemt zijn medicatie om 21:00 - Dhr. drinkt geen energie drankjes, cola of koffie na dat hij zijn medicatie heeft ingenomen. - Dhr. is aanwezig bij het eerste koffiemoment om 09:50 uur. - Dhr. gaat voor 23:00 naar bed. - Dhr. houdt een vast schema aan voor dat hij naar bed gaat en als hij opstaat dit zijn: voor het slapen:  Tanden poetsen  Douchen als hij hier zin in heeft  Andere ‘slaap’ kleding aantrekken voor dat hij in bed gaat liggen. Als dhr. opstaat:  Schone kleding aantrekken  Douchen  Dhr. houdt maximaal 2 a 3 dagen de zelfde kleding aan De activiteiten die wij gaan ondernemen zijn: - De begeleiding houdt bij wat voor slaap/activiteiten patroon dhr. volgt - Als dhr. voor 21:30 nog niet zijn medicatie heeft opgehaald wordt hij hier door zijn begeleiding aan herinnerd - Als dhr. niet bij het koffiemoment aanwezig is wordt dhr. hier op aangesproken en gevraagd naar de rede van zijn afwezigheid Evaluatie Product Evaluatie: Ik ben een maand na dat ik het verpleegplan heb gemaakt in gesprek gegaan met Dhr. X om te kijken hoe het gaat. En de behaalde zorgresultaat komt deels overeen met het beoogd resultaat. Vooral de structuur in het dag en nacht ritme is er erg verbeterd. Wel kan het ritme mbt. de ADL zorg nog beter. Structuur evaluatie: De middelen die een rol hebben gespeeld zijn het aanspreken bij het missen van een moment. Ook heeft het erg geholpen dat dhr. nu zijn medicatie om 21:00 inneemt. Verder is het verpleegplan zelf ook een goed middel geweest. 29 Sarah Calissendorff Stage dossier Proces evaluatie: Ik heb het ritme van dhr. gevolgd en heb hem hierop aangesproken als dit minder ging. Zo hem ondersteund bij zijn ritme. Nu ik weg ga van deze afdeling heb ik aan het team overgedragen wat ik heb gedaan. Zodat zij dit plan kunnen voortzetten. Ik heb ook een aftekenlijst gemaakt voor dhr. zodat hij zijn doelen die hij op een dag heeft kan aftekenen als hij deze gedaan heeft. Verder heb ik elke maand een evaluatie gepland met dhr. en een medewerker. verpleeg plan Concretisering van de manier waarop je het afleggen van de opdracht ga aanpakken Hoe maak ik het verpleegplan: De grote lijn: indelen in fgp’s aanwijzingen noteren (cues) clusteren (argumenten voor deze clusters) hypothetische diagnosen: gebruik kaartje Carpinito toetsen van hypothetische diagnosen formuleren definitieve diagnose(n) formuleren diagnostische redenatie kwantificeer je zekerheid in percentages prognostisch redeneren, prognose stellen beoogd resultaat formuleren interventie selecteren, interventie uitwerken interventie uitvoeren resultaat evalueren modificeren of stoppen Uitleg grote lijn: indeling in fpg’s De gevonden informatie indelen in fgp’s (functionele gezondheidspatronenFunctie: Deze patronen kunnen richting geven aan de verpleegkundige anamnese en het stellen van een verpleegkundige diagnose Doelbewuste en systematische aanpak voor het verzamelen en ordenen van patiëntgebonden gegevens Makkelijker voor de verpleegkundige om gezondheid te beoordelen en een vk diagnose te stellen. De fgp’s Patroon van gezondheidsbeleving en –instandhouding Voedings- en stofwisselingspatroon 30 Sarah Calissendorff Stage dossier Uitscheidingspatroon Activiteitenpatroon Slaap – en rust patroon Cognitie- en waarnemingspatroon Zelfbelevingspatroon Rollen- en relatie patroon Sexualiteit- en voortplantingspatroon Stress verwekingpatroon Waarden- en levensovertuigingpatroon Als je de gegevens verdeeld heb geef je aan of een patroon functioneel of disfunctioneel is Aanwijzingen noteren (cues) Cues zijn je ‘sleutelgegevens’ waar je ondersteunende informatie over wilt hebben, het zijn betekenisvolle gegevens. Zijn vaak richtinggevend voor het maken van je clusters Clusteren (argumenten voor deze clusters) Clusteren van cues (diagnostische aanwijzingen; vergelijkingen ordenen, inperken), keus clusters verantwoorden. Hypothetische diagnosen: gebruik kaartje Carpinito Per cluster hypothetische diagnosen stellen. Dit kan ook een risico diagnose zijn. Toetsen van hypothetische diagnosen Toetsen van de hypothetische risico diagnose Aanwijzingen Carpinito→ Definitie Risicofactoren Conclusie Hypothetische risicodiagnosen↓ R diagnose 1 R diagnose 2 R diagnose 3 Toetsen van hypothetische diagnose Aanwijzingen Definitie Moet aanwezig Kan aanwezig Carpinito→ zijn zijn conclusie Hypothetische diagnosen Diagnose 1 31 Sarah Calissendorff Stage dossier Diagnose2 Diagnose 3 Bij elke diagnose zet je een procenten bij van hoe zeker je bent van de diagnose. Formuleren definitieve diagnose(n) Formuleren diagnostische redenatie Kwantificeer je zekerheid in percentages Formuleer je infinitieven diagnose met behulp van een PES structuur. P: probleem E: Etiologie (oorzakelijke en samenhangende factoren S: Sign en Symtoms (kenmerkende verschijnselen klachten) Of als het een risico diagnose is in een PR structuur P: probleem R: Risico Hoe zeker je bent van je definitieve diagnosen geef je een schatting en procenten. Prognostisch redeneren, prognose stellen Vaststellen van prognostische variabelen (gebieden waarin verandering kan optreden, en welke invloed die hebben op de prognose;in andere woorden: factoren die positieve dan wel negatieve invloed hebben op de mate opgelost kan worden Ziekte, stoornissen, beperkingen en handicaps: Omgevingsinvloeden: Gezondheidsrisico’s: Hulpbronnen: Per prognostische variabele uitleggen welke invloed die heeft, welke rol die zou kunnen spelen bij prognose. …………….. ……………………………. …………………………………………. Beoogd resultaat formuleren Stap 1 Op basis van prognostische variabelen resultaatsklasse vaststellen voor elke definitieve diagnose (richting waarin verandering kan optreden). 32 Sarah Calissendorff Stage dossier Keus uit: Preventie Uitstel of beperking Oplossen Tijdelijke verbetering Stabilisering Verslechtering Voor de definitieve diagnose .. kies ik voor resultaatsklasse …, omdat………………….., dit blijkt uit …………………………………….. Voor de definitieve diagnose .. kies ik voor resultaatsklasse Stap 2 Beoogd resultaat (doel) vaststellen en in eigen woorden formuleren voor elke definitieve diagnose. Beoogd resultaat definitieve diagnose: …………………………………………. Beoogd resultaat definitieve diagnose: ………………………………… Etc. Stap 3 Verantwoorden van keus beoogd resultaat op basis van prognose en diagnose (PES). Ik kies voor dit beoogd resultaat bij definitieve diagnose .., omdat ……………………….., dit blijkt uit…………… Ik kies voor dit beoogd resultaat bij definitieve diagnose .., omdat ……………………….., dit blijkt uit…………… Etc. Stap 4 Operationaliseren van beoogd resultaat (indicatoren toevoegen; met hulp van SMART of RUMBA eisen) Beoogd resultaat definitieve diagnose ..: Patiënt is in staat/kan ….. binnen ……., ……………………….. Dit houdt in: - etc. Interventie selecteren, interventie uitwerken: Stap 1 33 Sarah Calissendorff Stage dossier Interventies selecteren: hypothetische intyervneties uit het NIC selecteren pet diagnose en keus verantwoorden vanuit o.a. E, prognotische variabelen, persoonlijke voorkeur Ik heb een vermoede dat interventie ……. (code…..) geschikt is om definitieve diagnose 1 aan te pakken, want ………, dit blijkt uit ……………. Ik heb een vermoede dat interventie ……. (code…..) geschikt is om definitieve diagnose 1 aan te pakken, want ………, dit blijkt uit ……………. n.b. per diagnose meerdere hypothetische interventies Ik heb een vermoede dat interventie ……. (code…..) geschikt is om definitieve diagnose 2 aan te pakken, Stap 2 Definitieve interventies selecteren en keus onderbouwen. (Waarom laat je welke hypothetische interventies afvallen en waarom kies je welke interventies definitief te gaan uitvoeren.) Per definitieve interventies keus onderbouwen. Per afgevallen hypothetische interventies keus onderbouwen. n.b. Per diagnose kunnen we meerdere definitieve interventies zijn. Interventie uitvoeren Evaluatie van de zorg Evaluatie van zorg aan de hand van indicatoeren. (Heb je het doel bereikt wat je je had voorgenomen, dus heb je je beoogde resultaat daadwerkelijk bereikt, of deels of helemaal niet Product-evaluatie: Behaalde zorgresultaat bij diagnose 1 komt …………(wel/niet/deels) ……….overeen met het beoogde resultaat. Structuur-evaluatie: Welke omstandigheden en beschikbare middelen speelde een rol bij de mate waarin het beoogd resultaat is behaald? Proces-evaluatie: Op welke wijze heeft de verpleegkundige de interventies uitgevoerd en hoe heeft het verpleegkundig handelen (en dat van evt. andere disciplines) invloed gehad op de mate waarin het beoogd resultaat is bereikt? Modificeren of stoppen Conclusie uit evaluatie Stoppen of modificeren Als doel volledig behaaldïƒ stoppen 34 Sarah Calissendorff Stage dossier Als doel niet volledig behaaldïƒ Tijdslimiet aanpassen? Verkeerde oorzaak in PES gekozen, E aanpassen en plan opnieuw maken. Onjuiste interventies gekozen, plan aanpassen Onhaalbaar doelgesteld, beoogd resultaat herformuleren en zo nodig interventies aanpassen. Etc.. Gebruikte literatuur: - Verpleegkundige interventies van JC. Mccloskey en GM. Bulechek, tweede druk, Elsevier gezondheidszorg, utrecht 1997. - Zakboek verpleegkundige diagnosen van LJ Carpenito tiende druk, Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten, 2008. 35 Sarah Calissendorff Stage dossier Stage opdracht: COÖRDINATIE EN CONTINUÏTEIT VAN zorg 36 Sarah Calissendorff Stage dossier Stage opdracht: COÖRDINATIE EN CONTINUÏTEIT VAN ZORG Inleiding: Ik vind dit een moeilijke opdracht om uit te voeren op mijn stage plek. Omdat deze zorggroep zodanig complex is dat het voor mij heel moeilijk is beslissingen te kunnen nemen voor een zorgvrager. En omdat cliënten hier voor een langere tijd zijn opgenomen zijn al veel dingen geregeld. Ik heb met samen met mijn wekbegeleiders besloten dat ik deze opdracht aansluitend uitvoer op de opdracht plannen van zorg. En hiervoor ook dezelfde cliënt neem waarvoor ik de EVV er ben. Van al mijn doelen die met deze opdracht te maken hebben maak ik een verslag om deze opdracht met een voldoende af te sluiten en zo kunnen mijn begeleiders ook toetsen hoe ik heb gewerkt aan deze opdrachten. Ik maak deze verslagen aan de hand van wat ik heb gedaan en de feedback wat ik daarbij gehad hebt. Plan van aanpak. 1) Ik verdiep me in de rol van de PB (EVV) om een goede indruk te krijgen wat deze taak inhoud. En ik coördineer hierbij de zorg over van het verpleegplan 2) Ik houd een anamnese gesprek met mijn cliënt die ik begeleid. 3) Ik ben zoveel mogelijk de dagbegeleider van de cliënt die ik begeleid. 4) Ik geef een presentatie over het maken van een verpleegplan zodat het team weet wat ik heb gedaan en hier in de toekomst ook mee aan de slag kan gaan. 5) Ik rapporteer mijn observaties van de cliënt en draag deze over aan mijn collega’s 6) Ik ben aanwezig bij vergaderingen die over deze cliënt gaan en geef hierbij mijn mening en inbreng. 7) Ik luister naar de inbreng over de cliënt van de psycholoog en de psychiater 8) Ik verdiep me in de therapie die de cliënt volgt. 9) Ik ga een dagje mee kijken hoe een intake gesprek verloopt bij een andere kliniek. 37 Sarah Calissendorff Stage dossier Doel: 1 Ik verdiep me in de rol van de PB (EVV) om een goede indruk te krijgen wat deze taak inhoud. En coördineer hierbij de zorg over van het verpleegplan. Ik heb met de Persoonlijke begeleider van dhr. voor wie ik een verpleegplan heb gemaakt een gesprek gepland. De bedoeling van dit gesprek is dat ik een goed beeld krijg wat de taak van een pber inhoud. Verder was het doel van het gesprek dat ik haar liet zien wat voor verpleegplan ik heb gemaakt. Het gesprek heeft mij en duidelijk beeld gegeven wat de taken van een persoonlijke begeleider inhoud. Verder heeft zij ook een duidelijk beeld gekregen van het verpleegplan. Zij gaf mij als tip mee dat ik het team kan mailen met het verpleegplan erin. Met de vraag of het team in het vervolg ook over het uitvoeren van het verpleegplan wil rapporteren zodat dit ook wordt gecontinueerd als ik weg ben. Dit ga ik dan ook zeker doen Doel: 2 Ik hou een anamnese gesprek: Zie mijn uitwerking van mijn verpleegplan. Doel 3 Ik ben zo veel mogelijk dag begeleider van dhr. X In het begin dat ik mijn stage begon was het gebruikelijk dat de cliënten niet onder de aanwezige personeel werd begeleid. Het toeval was dat toen ik aan deze opdracht begon de overstap werd gemaakt om de cliënten wel te verdelen onder het aanwezige personeel. Ik nam hierbij de taak aan om zo vaak mogelijk de dagbegeleider te zijn van dhr. X. dit betekende dat ik het aanspraak was voor dhr. X. Ik heb in de diensten waarbij ik dber was voor dhr. hem veel opgezocht voor het maken van het verpleegplan. Verder was ik het aanspreekpunt voor dhr. als hij bijv. sigaretten wou halen in de binnentuin. Ik begeleide dhr. dan omdat dhr. begeleid in de binnentuin moet zijn. Deze begeleiding gelde ook naar zijn therapie en de medische dienst. Ik was niet elke dag dat ik in dient was zijn dag begeleider. Ik vond het ook belangrijk met het oog op dhr. dat hij ook andere dag begeleiders had omdat ik niet al zijn vragen kon beantwoorden. Als dit het geval was bleef ik me wel verdiepen in deze cliënt. Door de rapportages te lezen. Doel 4 Verslag over mijn presentatie over het verpleegplan. Inleiding Op mijn afdeling is het de bedoeling dat allen verplaagplannen die gemaakt worden ook gemaakt worden op de manier die ik heb gebruikt om mijn verpleegplan te 38 Sarah Calissendorff Stage dossier maken. Echter nog niet iedereen is hier geschoold in om zo een verpleegplan te kunnen maken. Daarom leek het mij een goed idee om hier een presentatie over te houden met twee doelen: 1) de zorg contineren die ik in mijn stage perioden heb gegeven met betrekking tot het verpleegplan. 2) Het team informeren over het maken van een verpleegplan op de manier die wij hebben aangeleerd. De presentatie Ik heb me voorbereid op de presentatie door een PowerPoint presentatie te maken, een ruimte te reserveren en mijn collega’s op de hoogte te stellen. ik hield mijn presentatie aan de hand van mijn PowerPoint en aan de hand van een opdracht die ik had gemaakt voor mijn collega’s. In mijn presentatie vertelde ik stapsgewijs hoe ik het verpleegplan heb gemaakt en ik deed dit door voorbeelden te noemen uit mijn eigen verpleegplan, om zo de cliënt te betrekken voor wie ik mijn verpleegplan heb gemaakt. Ik had een opdracht gemaakt voor mijn collega’s waarin ik een kleine casus heb gemaakt en daaronder de punten van het verpleegplan heb neergezet. De bedoeling van deze opdracht was dat mijn collega’s een kleine verpleegplan maakte aan de hand van de casus. Dit deden mijn collega’s eerst individueel en daarna bepreekten we dit met zijn allen. Tijdens de presentatie hield ik ruimte voor mijn collega’s om vragen te stellen. de presentatie samen met de opdracht hebben ruim een uur geduurd. Ik vind dat de presentatie goed verliep. Ik had het gevoel dat ik inspeelden op de vragen van mijn collega’s. De opdracht die ik gemaakt had vond ik ook erg goed aansluiten bij mijn presentatie. Wel vond ik dat ik nog iets meer mijn cliënt erbij had kunnen betrekken bij mijn voorbeelden die ik gaf. Ook had ik wel iets langer de tijd willen hebben omdat ik merkte dat ik mijn verhaal op het eind iets moest inkorten omdat ik tijd te weinig had. Feedback Uit de feedback kwam naar voren dat ik mijn verhaal duidelijk vertelde en dat ik dit ook op een rustige manier deed. Verder was het wel dat ik voor dat ik mijn presentatie ging houden meer informatie kon geven wat mijn presentatie inhoud en hoe lang dit ging duren en te checken wat mijn collega’s al weten van deze manier van een verpleegplan maken. Ook kreeg ik het advies om eerst het apparatuur te checken. Na dat ik deze presentatie heb gemaakt zijn verschillende collega’s naar mij toegekomen die niet bij de presentatie aanwezig waren om uiteg te vragen over het plan. Wat ik ook graag geef Doel 5 Ik rapporteer mijn observaties van de cliënt en draag deze over aan mijn collega’s. Na elke dienst is het de gewoonten op de observaties te rapporteren bij de cliënt voor wie je dag begeleider was. En een stukje over te dragen naar de laten dienst. Zo deed ik dit ook. Ik heb eerst veel mee gekeken bij andere collega’s hoe zij rapporteerden en deed dit daarna zelf. Ik liet dan wel mijn rapportages na lezen en 39 Sarah Calissendorff Stage dossier deed dan wat met het feedback wat ik kreeg. Later rapporteerde ik zelfstandig. Wel overlegde ik met mijn collega’s als ik iets niet zeker wist. Ook het overdragen deed ik zelfstandig. Wel hadden collega’s soms aanvullingen. Of kwam het voor dat ik een aanvulling had bij een collega. Doel: 6 en 7 - Ik ben aanwezig bij vergaderingen die over de cliënt (en andere cliënten) gaan. - Ik luister naar de mening van de psycholoog, psychiater, maatschappelijk werker en team coördinator Inleiding Een keer in de week hebben wij een vergadering die over de cliënten gaan. Dit zijn patiëntenbesprekingen en behandelingsplan besprekingen. De patiëntenbespreking vindt elke week plaats en de BHP. Besprekingen ongeveer om de twee weken. Bij deze besprekingen zijn vaak heel veel disciplines aanwezig die inbreng geven over het deel waar zij over gaan. Ik ben bijna altijd bij deze besprekingen geweest. In het begin dat ik aanwezig was bij deze besprekingen heb ik aandachtig geluisterd naar wat iedereen te zeggen had. Hoe vaker ik bij deze besprekingen aanwezig was hoe meer ik begreep waar het over ging en uiteindelijk ook inbreng kon geven aan deze besprekingen, of aanvullende informatie kon geven. Ik vind het erg leerzaam om bij deze besprekingen aanwezig te zijn omdat ik zo een goed beeld krijg van wat andere disciplines doen en een compleet beeld krijg van de cliënten en de ontwikkelingen en besluiten die wij met ze alle maken. Doel 8 Ik verdiep me in de therapie die de cliënt volgt. Voor dit doel heb ik een afspraak gemaakt met een collega die ook de therapie geeft die dhr. X volgt. De therapie die dhr. X volgt is libermman training: omgaan met verslaving. Mijn collage heeft mij de verschillende sessies uitgelegd waaruit zo training bestaat en daarbij voorbeelden laten zien. Dit deed zij met behulp van een boek waarin dit alles beschreven stond. Na dit gesprek heb ik dit boek ook doorgebladerd. Doel 9 Inleiding: Dit intake gesprek was met een andere cliënt dan waarvoor ik deze opdracht heb gemaakt. Maar ik heb dit wel bij deze opdracht gestopt omdat ik me zo wel heb verdiept in andere disciplines. Reflectie verslag intake gesprek Dhr. X 40 Sarah Calissendorff Stage dossier Tijdens een patiëntenbespreking kwam naar voren dat een cliënt op een intake gesprek ging bij een andere kliniek. Namelijk de kliniek; Jellinek, een kliniek die zich specialiseert in de verslavingszorg. Ik kreeg hierbij de mogelijkheid om mee te gaan en nam dit met beide handen aan. Ik ging mee met de psycholoog en de cliënt zelf. We werden ontvangen door twee medewerking van de Jellinek die het gesprek gingen voeren. In het gesprek was het doel om elkaar te leren kennen en te kijken of dit een geschikte plek voor dhr. is. De cliënt heeft veel motivatie om naar deze kliniek te gaan. Omdat dit voor hem een stap dichter bij de vrijheid betekend. Echter snapt hij niet goed waarom hij naar een verslavingscentrum moet want hij vindt dat hij niet verslaafd is. Ook leeft deze cliënt erg in een waan voorstelling waarin hij betoverd is en waarin mensen hem in auto’s achterna zitten. Ik vond het in het gesprek belangrijk om deze aspecten ook naar boven te krijgen zodat de Jellinek ook een beeld hadden over zijn geestelijke toestand. Dit deed ik door bepaalde vragen te stellen waardoor dhr. zou vertellen dat hij betoverd is. Dit lukt vrij goed dhr. vertelde hier veel over en naar mij idee gaf hij een goed beeld over zichzelf. Als vanzelfsprekend waren de psychologen en de medewerker van de Jellinek meer aan het woord. Hier luisterde ik naar. Ik leerde van de manier van vragen stallen aan dhr. Na dit gesprek zijn we op de afdeling gaan kijken waar dhr. zou verblijven. Het viel mij op dat dit kleiner was dan de afdeling waar dhr. nu verbleef. Dit kwam door de relatief kortere verblijf van de clienten. Wel was de huiskamer huiselijk ingericht, met weinig prikkels. Na dit gesprek gingen we weer terug naar de kliniek. Ik vond dit een leerzame ervaring. Ik heb me zo verdiept in een overplaatsing door dit zelf mee te maken. Ook heb ik mijn eigen bijdragen gegeven door ook enkele vragen aan dhr. te stellen waarvan ik dacht dat dit van belang was voor de hulpverleners van de Jellinek. 41 Sarah Calissendorff Stage dossier Stage opdracht Organiseren en sturen van studie Voor dat ik aan deze stage begon had ik al ervaring met stage lopen in een verpleeghuis, verder heb ik veel ervaring met werken op een instelling voor verstandelijke gehandicapten. Ik woon ook op deze instelling. Dit heb ik al allemaal beschreven in mijn stage werkplan. Ik weet van mijzelf dat ik het best lastig vindt om al het papier werk goed en op tijd te regelen. Ik zie soms door de bomen het bos niet meer door zo veel papieren, Door dat ik dit van mijzelf weet ben ik hier vanaf het begin goed op gaan letten. Ik heb ervoor gezorgd dat ik al mijn papier werk en verslagen vanaf het begin op orde hield en ook de verslagen die ik af had gelijk naar mijn begeleiders stuurde zodat mijn begeleiders ook genoeg tijd hadden om mijn verslagen na te kijken. Achteraf vind ik dit goed gelukt. Ik ben niet in de stres geraakt door gebrek aan planning. Dit had er ook mee te maken dat ik op mijn stage zelf veel ruimte kreeg om verslagen te maken. Op mijn stage adres heb ik veel tijd gehad om veel reflectie verslagen te maken over de doelen waarmee ik mee bezig was. Door dat ik dit deed kreeg ik van mijzelf een goed beeld van wat ik al kon en waar ik meer aandacht aan kon besteden. Deze reflecties zijn allemaal te vinden in dit dossier. De doelen die ik heb uitgewerkt en daarbij het proces zijn beschreven in mijn stage verslag. Als ik nu terugdenk wat ik van deze stageplek verwachten was dat ik vooral nieuwsgierig was hoe het nou eigenlijk zal zijn om te werken in de psychiatrie. Ik heb al vanaf het begin van mijn opleiding gezegd dat de psychiatrie mijn richting zou worden die ik wil gaan kiezen. Nu mijn stage er op zit weet ik nog steeds zeker dat ik in de psychiatrie wil werken alleen dan niet op een forensische kliniek. Het lijkt mij leuker om meer mijn eigen regels te kunnen maken in plaats van zo gebonden te zijn aan wat de justitie wilt.. Verder heb ik in de tijd dat ik hier stage heb gelopen ook erg de lichamelijke zorg gemist. Ik denk dat ik hier een soort combinatie voor moet gaan vinden voor mijn toekomstige baan. de toekomst zal het leren. 42 Sarah Calissendorff Stage dossier Reflectie op mijn gesprekken bij voor en na bespreken van een verlof. Op mijn stageafdeling is communicatie van groot belang, en daarbij ook een leerzaam punt. Na maten ik verder kom in mijn stage merk ik steeds meer dat dit een van de belangrijkste punten is op mijn afdeling. Ik heb hier dan ook veel tijd aan besteed om dit te oefenen. Niet alleen in de bovenstaande casus maar ook op informele gesprekken, anamnese gesprekken en in gesprekken waar ik niet op voorbereid was maar dat een cliënt opeens een gesprek met je wilt aangaan. Al deze gesprekken heb ik wel samen gedaan met een collega zodat ik hier feedback op kan krijgen. Dit cova verslag gebruik ik ook voor mijn SWP. Omdat communicatie een groot leerdoel is van mijn stage. De gesprekken waar ik een reflectie verslag over maak zijn voor en na besprekingen van een verlof. Deze gesprekken zijn met dhr. E en met dhr. B. Deze gesprekken gebeuren meestal in een aparte kamer samen met een collega. Mijn doel van de gesprekken is om er achter te komen of de cliënt die ik voor mij heb wel in staat is om op verlof te gaan of om er achter te komen hoe een verlof gegaan is. Hierbij wil ik letten op mijn manier van praatte dat ik niet te zacht praat en dat ik mijn zinnen duidelijk formulier. Ook wou ik hierbij letten op de doelen die ik wil bereiken, zoals doorvragen, interne vragen stellen, en samenvatten kortom de algemenen gesprekstechnieken. Ik zit in de kamer waar het gesprek gaat plaatsvinden. Ik houd er rekening mee dat ik niet recht tegenover de cliënt ga zitten omdat ik hier feedback op heb gehad dat dit bedreigend over kan komen maar wel op zo mannier dat ik de cliënt aan kan kijken. Ik merk dat ik gespannen ben omdat ik graag wil dat het gesprek goed verloopt en omdat mijn begeleider erbij zit. Voor dat ik het gesprek begin heb ik het al met mijn begeleider besproken wat ik wil zeggen en hoe ik dat wil doen. De bedoeling is dat ik zelf zo min mogelijk aan het woord ben en dat de cliënt zo veel mogelijk zal zeggen. Dit doe ik door hele open vragen te stellen zoals wat gaan we doen? en wat verwacht jij er van? Op deze vragen krijg ik echter hele korte antwoorden waarop ik merk dat ik het moeilijk vind om hier weer op door te gaan. Als een cliënt zegt dat iets goed gaat of normaal, vraag ik wel of de cliënt dat voor mij duidelijk kan maken. Maar ik merk aan mijzelf wel dat ik soms niet meer weet wat ik moet vragen om dieper in het onderwerp te komen. Dan verander ik te snel van en onderwerp. Ik heb hier feedback op gehad met advies om hier meer op te oefenen. Ik ga mezelf proberen aan te leren om op een vraag dan op nee eindigt toch nog verder op in te gaan. Want ik merk aan mijzelf dat ik helemaal dichtklap als iemand nee zegt en dan verder ga met een ander onderwerp. Tijdens de gesprekken merk van mijzelf dat ik veel suggestieve vragen stel. Daar baal ik dan erg van tijdens het gesprek zelf. Ik probeer de vragen wel zo te stellen dat het ook samenvattend is. Zo vraag ik vaak ‘ je zegt dit kan ik daaruit opmaken dat je dat bedoeld’. Alleen vind ik dit wel een suggestief 43 Sarah Calissendorff Stage dossier karakter hebben. Ik merk ook vaak dat de cliënt dan mij na zegt terwijl hij er dan zelf niet over heeft nagedacht. Om er achter te komen of dhr. belevenissen of zucht heeft gehad vraag ik dit op een directe manier. Ik doe dit wel op zo manier dat mijn stem neutraal is en mijn houding open. Zo wil ik de cliënt uitlokken om te vertellen. Hiermee merk ik dat ik een heel eind kom. De cliënt verteld vaak dat hij een beleving of zucht heeft gehad. Echter als ik hier op door vraag is dhr. dit vaak vergeten of wilt het niet met mij over hebben. Als de cliënt hier wel over wilt vertellen probeer ik hier op door te gaan om dit ‘probleem ‘ helemaal te verhelderen. Als ik een paar gesprekken heb gehad merk ik aan mijzelf dat mijn gesprekken steeds vloeiender gaan. Ik krijg hier dan ook meer positieve feedback over van mijn collega’s. Bij elk gesprek neem ik het feedback mee van de gesprekken daarvoor. Door dat ik dit doe merk ik ook dat de cliënten hier positief op reageren door meer te vertellen. Ik merk aan mijzelf dat ik vaak meer open vragen stel en de cliënt beter kan prikkelen om iets te vertellen. 44 Sarah Calissendorff Stage dossier Reflectie verslag op gesprek over het verpleeg plan met dhr. Y. Inleiding Voor het maken van een verpleegplan heb ik met overleg met mijn stage begeleider dhr.Y uitgekozen. Voor dit gesprek heb ik een afspraak met hem gemaakt. Ik heb dit gesprek voorbereid door op papier de verschillende stappen van het verpleegplan te zetten zodat ik op een rijtje had wat ik aan dhr. wou uitleggen. Bij dit gesprek zaten ook mijn stagebegeleider en een collega om mij feedback te geven. Het gesprek Ik had een gesprek gepland met dhr. Y waarvoor ik een verpleeg plan voor wil maken. In dit gesprek wou ik het doel van een verpleeg plan uitleggen. Ook wou ik uitleggen wat ik van dhr. verwachte en wat hij van mij kon verwachten. Hierbij wilde ik op letten dat ik duidelijk praatte op een manier dat de cliënt begreep wat een verpleegplan inhoud. Ik wilde hierbij uitproberen of mijn boodschap duidelijk over kwam op de cliënt. Het gesprek vond plaats in het kantoor op de afdeling. Ik zat tegenover dhr. en mijn collega zat naast mij. Ik begon gelijk uit te leggen wat een verpleeg plan inhoud dit gesprek had een kleine inleiding waarin ik vertelde wat ik in dit gesprek wilde vertellen. Hierbij wilde ik et doel van een verpleeg plan uitleggen en dat dhr. begreep wat er van hem verwacht wordt en hoe hij daar tegen over staat. Hierbij wilde ik ook het gevoel geven aan dhr. dat we het verpleegplan samen maken. Ik deed dit door heel veel informatie te geven over het verpleegplan. En ik vroeg dhr. wanneer hij een anamnese gesprek wilde voeren, hier hebben we een afspraak voor gemaakt. Ik deed dit op zo een manier dat ik duidelijk over kwam voor dhr. ik dacht hierbij goed na bij wat ik wilde zeggen. Ik merkte dat ik soms niet goed uit mijn woorden kwam. En het was mij niet goed duidelijk of de boodschap die ik overdroeg wel duidelijk was voor dhr. ik voelde dat ik het best spannend vond om dit gesprek te voeren. Ik voelde dat mijn stem trilde en dat ik een beetje rood werd. Ik kon niet zo goed hoogte krijgen van wat dhr. dacht. Ik merkte wel dat dhr. bereid was mee te werken door dat hij dit benoemde en vragen aan mij stelde. Dhr. heeft al een idee waarvoor hij het verpleegplan wil gaan gebruiken. Hier ging ik op en door te zeggen dat we dat nu och niet kunnen zeggen omdat we eerst informatie moeten gaan verzamelen. Als je het bovenstaande met elkaar vergelijkt merk je dat ik erg mijn best deed om op een voor dhr. begrijpbare manier het verpleeg plan wilde uitleggen maar dat ik geen hoogte had of dhr. het wel begreep. Aan het einde van het gesprek vroeg ik wel of dhr. nog vragen had en of het duidelijk voor hem is. Dhr. had geen vragen en het was duidelijk. Door dat ik niet had getoetst of dhr. het begrepen heeft heb ik hier nu niet een goed beeld van. Het probleem is dus dat ik nu niet weet of dhr. het begrepen heeft. 45 Sarah Calissendorff Stage dossier Bij het volgende gesprek ga ik beter letten of dhr. mij begrijpt door te vragen of hij kan uitleggen wat heb verteld. Hierbij is het voordeel dat ik dan zeker weet of dhr. mij begrijpt. Feedback van mijn collega en werkbegeleider. Leerpunten: Mijn werkbegeleider gaf aan dat ik het gesprek te snel begon. Ik kan beter beginnen met een praatje dat toets hoe dhr. zich voelt. Zo heb ik een beter beeld of dhr. wel in staat is om een gesprek te voeren. Dit ga ik de volgende keer proberen. Ik merk bij mijzelf dat ik het best spannend vind om het gesprek te voeren en dat ik daarom te snel wil beginnen aan het doel van het gesprek. Mede door dit was ook een feedback punt dat ik te veel informatie geef en niet goed luister wat dhr. te zeggen heeft. Toen dhr. iets inbracht kapte ik dit eigenlijk een beetje af door te zeggen dat het niet de bedoeling was op zo manier, als ik dit doe kan ik de motivatie van dhr. kwijtraken. De bovenstaande dingen ga ik oplossen door meer rust te nemen in mijn gesprek. Ik luister actief naar de cliënt en speel hier op in. Ook ga ik mij in het vervolg beperken met informatie geven, zodat ik alleen vertel wat de komende week van belang is. De informatie die verder komt kan ik kort uitleggen maar ook benoemen dat ik dit nog een keer ga uitleggen. Een ander punt was dat ik niet goed toets of dhr. mij wel goed begrepen heeft, wat ik ook in het eerste stuk beschreven heb. In het vervolg ga ik dit beter toetsen. Goede punten: Mijn collega merkte op dat ik rustig praat en een goede houding heb tegenover dhr. Ik zit open en maak oogcontact. Dit merk ik ook aan mijzelf doordat ik mij bewust ben hoe ik zit en hoe ik praat. Wat ik vertelde was duidelijk en ik vertelde het op een chronologische volgorde. Ik heb een goede voorbereiding gedaan zodat ik wist wat ik wou vertellen aan dhr. Ook heb ik dhr. voorbereid voor dit gesprek door eerst toestemming te vragen of ik voor hem dit verpleegplan mag maken om daarna samen met hem een dag en een tijd uit te zoeken voor dit gesprek. Hierbij hou ik rekening met het gevoel van dhr. want ik had het gesprek eigenlijk eerder gepland maar op die dag voelde dhr. zich niet zo lekker. Daarom hebben we samen een andere dag gekozen. Feedback punten van het anamnese gesprek met dhr. Y (deel 1) Ik begon het gesprek door eerst te vragen hoe dhr. zich voelde. Waarop dhr. aangaf zich goed te voelen. Ik heb dhr. uitgelegd wat de bedoeling is van het gesprek. Toen dit duidelijk was ben ik dhr. vragen gaan stellen over de verschillende onderwerpen waarover ik informatie wou hebben. (voor inhoud van het gesprek: zie anamnese gesprek). Ik sluit het gesprek af door te vragen wat dhr. vond van mijn manier van vragen stellen en hoe hij het gesprek vond gaan. Dhr. zei dat hij tevreden was met het gesprek en at hij door mijn vragen ging nadenken. 46 Sarah Calissendorff Stage dossier Tijdens het gesprek merkte ik dat ik veel dingen voor dhr. in ging vullen, zo zei ik bv. dus je bent moe enz.. Wel vond ik dat ik de vragen zo stelde op een manier dat ik voldoende informatie van de cliënt kreeg. Mijn leerpunten voor het volgende gesprek zijn meer ingaan op wat de cliënt zegt. Voor het volgende gesprek neem ik geen genoegen met een nee. En ik probeer suggestieve vragen te vermijden. Ook stelde ik vaak waarom vragen. Dit neem ik ook mee naar mijn volgende gesprek. De voorbereiding van mijn gesprek is een sterk punt, Ik heb op papier gezet over welke punten ik graag informatie over wil, en hier ook subonderdelen van gemaakt. Zo was het voor mij overzichtelijk welke informatie ik wou hebben en bleef ik de grote lijn vast houden. Ik stelde rustig mijn vragen zodat deze goed over kwamen. Ik heb bewust de keuze gemaakt om het gesprek in tweeën te splitsen zodat ik makkelijker kan onthouden wat dhr. tegen mij heeft verteld. Reflectie verslag over het tweede deel van het anamnese gesprek. In het tweede helft van mij gesprek merk ik dat ik dit minder spannend vindt dan mijn vorige gesprek. Ik heb ook dit gesprek goed voorbereid en de punten waarover ik iets wil weten op papier gezet. Voor dat het gesprek begint vraag ik aan dhr. hoe het met hem gaat, dit heb ik als leerpunt mee gekregen uit het eerste deel dat het goed is om van te voren even te checken of dhr. wel in staat is om het gesprek te voeren. Het eerste deel van het gesprek vond ik vloeiend verlopen ik vraag veel door en praat rustig. Ik merk ook dat dhr. makkelijk praat en veel aan mij wilt vertellen. Het midden stuk gaat over familie, relaties en seksualiteit. Ik merk aan mijzelf dat ik dit lastiger vind om aan dhr. te vragen. Ik stel hier achteraf te veel vragen over en ik doe dat te snel achterelkaar. Bijv. als er een korte stilte is dan wil ik alweer wat anders vragen voordat dhr. iets heeft gezegd. Ook merk ik aan dhr. dat hij het spannend vindt om over deze onderwerpen te praten. Hij wiebelt veel met zijn benen en begint sneller te praten. Ook al zag ik dit bij dhr. ik gaf dit niet terug. In mijn volgende gesprek wil ik dit wel doen. Ik ronde het gesprek netjes af door te zeggen wat ik van plan was om met de informatie te doen en bedankte dhr. voor een gesprek. Feedback In mijn feedback kwam naar voren dat ik rustig en duidelijk praten. Ik vraag door en stel wisselend open en gesloten vragen. Het doorvragen kan ik wel op sommige punten nog meer doen. Ook kan ik de stiltes beter gebruiken. Ik heb de nijging om te snel mijn volgende vraag wil stellen. Het is beter om de cliënt meer tijd te geven om te antwoorden. 47 Sarah Calissendorff Stage dossier Gesprek met Dhr. Y over de hypothetische diagnoses. Doel: Ik wil in dit gesprek de hypothetische diagnoses voorleggen die uit het anamnese gesprek zijn voortgekomen. Uit deze diagnoses wil ik samen met dhr. 1 diagnose kiezen om hieraan verder te werken. Ik kies dit samen met dhr omdat ik dan zijn motivatie heb om hieraan te werken. Hypothetische diagnoses: 1) Verstoorde slaap 2) Zelfzorgtekort wassen/lichamelijke zorg 3) Gezondheidsveronachtzaming Bij deze geef ik mijn motivatie waarom ik voor deze diagnose heb gekozen en waarom ik de diagnose bij hem vond passen. Ik laat dhr. kiezen aan welke diagnose dhr. wilt werken en geef daarna mijn mening uit over die diagnose. Het gesprek: Ik begon het gesprek door te vragen hoe het met dhr. ging, dit deed ik om helder te krijgen of dhr. wel in staat was het gesprek te voeren. Na dat dit duidelijk was vroeg ik aan dhr. of hij nog wist waar dit gesprek voor diende en legde ik uit wat het doel van dit gesprek is. In het gesprek legde ik dhr. mijn drie diagnoses voor en mijn motivatie voor deze diagnoses. Toen ik dit uitgelegd had vroeg ik aan dhr. wat hij er van vond en waar hij graag in wou werken. Ik hoopte dat dhr. zou kiezen voor de diagnose zelfzorgtekort omdat ik dit voor mij de voorliggende probleem is. Maar dhr. zag dit niet als probleem en wou hier niet aan werken het zelfde geld voor de diagnose gezondheidsveronachtzaming. Dhr. had echter wel motivatie voor de diagnose verstoorde slaap en kon dit ook uileggen waarom hij hier aan wou werken. Ik heb gekozen om deze diagnose te nemen omdat ik dan de volle motivatie van dhr. heb. Ik kreeg voor dit gesprek feedback. Hier kwam uit dat ik mijn boodschap duidelijk overbracht en dat het een sterk punt is dat ik toets of dhr. weet waarover het gesprek ging. Een leerpunt voor de volgende keer is dat ik dit nog meer doe. Dus dat ik ook op het einde van het gesprek vraag wat dhr. heeft begrepen van het gesprek. 48 Sarah Calissendorff Stage dossier Stage werkplan Naam Locatie Afdeling Begin datum Eind datum Begeleider op school Stage begeleiders : Sarah Calissendorff : Inforsa in amsterdam : Groepsafdeling fpk 1.1 : 1 september : 28 januari : Ivone van maarle : Bert Vogelaar en Wellston John 49 Sarah Calissendorff Stage dossier Inhoudsopgaven blz. Inhoud....................................................................................................................... 51 doelen ....................................................................................................................... 53 Overzicht .................................................................................................................. 69 50 Sarah Calissendorff Stage dossier 1) Inhoud Personalia Naam: Sarah Calissendorff Adres: Bamestraweg 24 1262 VN Geboortedatum: 14 maart 1990 Emailadres: Sarah_neeltje@hotmail.com Telefoonnummer 0683171769 Opleiding: HBO-V Studiejaar: tweede jaar Stageafdeling: 1.1 Gelopen stages ervaringen en aandachtspunten Vorig jaar heb ik stage gelopen in een verpleeghuis hier heb ik me heel erg op de verzorging van de mens gericht. Ik kan nu iemand verzorgen die mobiel en niet mobiel is. Zowel het wassen als het aankleden beheers ik volledig. In deze stage heb ik weinig verpleegkundige handelingen uitgevoerd om dat ik deze nog niet geleerd had op school. Ik werk als invaller op Breidablick dit is een instelling voor verstandelijke gehandicapten ik werk hier al bijna 5 jaar, en ik woon hier ook. Door deze baan ben ik het gewend om als medewerker te functioneren en heb ik meerdere ervaringen met het geven en aftekenen van medicatie. Een groot aandacht punt voor mij is dat deze instelling antroposofisch is en ik ben ook zo opgevoed. Dus voor mij is het ook een belangrijke leerpunt om ervaringen op te doen bij instellingen die niet antroposofisch zijn. Motivatie opleiding en stage Als kind heb ik kennis gemaakt met de zorg, toen ik 4 jaar was verhuisde mijn ouders naar een instelling voor verstandelijke gehandicapten, Breidablick, zij gingen hier werken als team lijders. Ik vond dit heel normaal en at regelmatig mee op de groep. Toen ik 17 was heb ik een bij baantje gekregen op Breidablick. Dit houdt in dat ik als tweede op een groep stond, waarbij ik al het werk mag doen. Dit houdt in dat ik mensen verzorgde, begeleide en het huishouden doe. Zo doende wist ik al snel dat dit ook de richting word waar ik in wil leren. Ik koos voor Verpleegkundige om dat ik denk dat je met deze opleiding overal te recht kan in de zorg en hier ook het meest mee kan uithalen. Op school hadden we de keus om het AMC variant te kiezen, dit hield in dat je dan bijna al je stage’s in het AMC loopt. Ik heb hier bewust niet voor gekozen omdat ik graag een breed overzicht wil krijgen wat werken in de zorg inhoud. Mijn voorkeur gaat uit naar werken in de psychiatrie. 51 Sarah Calissendorff Stage dossier Ik was daarom ook hel blij toen ik te horen kreeg dat ik mijn tweede stage in de psychiatrie mag lopen. Wel vind ik het lastig om al het zorg uit handen te nemen, maar vooral te motiveren en te begeleiden. Opgedane kennis over de cliënte categorie van de stage afdeling Op school hebben we veel gehad over verschillende psychiatrische stoornissen en ook over verslavingszorg, en ik heb de toetsen om deze stof met een voldoende afgerond. Verder zijn er op Breidablick ook een aantal cliënte die een psychiatrische stoornis hebben. De kennis die ik hiervan heb zal ik verwerken in mijn logboek en het stage verslag. Leerstijl Ik heb de leerstijltest van Kolb gedaan en hier kwam uit dat ik een doener ben. Dit herken ik ook in mezelf omdat ik merk dat ik iets beter onthoud en doe als ik iets eerst heb gedaan onder begeleiding dan dat ik lees in een (studie) boek. Verder houd ik ervan om te weten hoe alles gaat en vind het vervelend als ik merk dat ik iets niet weet. Korte beschrijving opbouw stagewerkplan Ik schrijf dit stagewerkplan in het kader van mijn tweede stage op de hbo v. Mijn stage werkplan is als volgt opgebouwd: ik begin met 1 competentie waaraan ik een opdracht aan verbind, vanuit deze competentie maak ik een hoofddoel met subdoelen en die subdoelen werk ik uit in de opgegeven punten die op intranet te vinden zijn. Niet alle competentie zijn gebonden aan een opdracht een de opdracht organiseren en sturen van studie werk ik uit door middel van mijn logboek. Het stage werkplan zal bestaan uit de volgende onderdelen Alle behalen leerdoelen Tijdsplanning Pagina verwijzing naar waar het leerdoel concreet verwerkt is De competenties zijn: De hbo verpleegkundige verleent zorg in complexe zorgsituaties De hbo verpleegkundige verleent preventieve zorg aan individuen en groepen De hbo verpleegkundige geeft informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen De hbo verpleegkundige coördineert zorgverlening De hbo verpleegkundige coördineert preventieprogramma’s en voorlichtingsactiviteiten. De opdrachten zijn: COÖRDINATIE EN CONTINUÏTEIT VAN ZORG VERPLEEGTECHNISCHE HANDELINGEN PLANNEN VAN ZORG 52 Sarah Calissendorff Stage dossier ORGANISEREN EN STUREN VAN STUDIE doelen A. Competentie 1 De hbo verpleegkundige verleent zorg in complexe zorgsituaties Leerdoelen gerelateerd aan competentie 1 en opdracht verpleegtechnische handelingen Stagedoelen: A.1 Algemeen doel:Ik verleen verpleegkundige zorg binnen de kader van de instelling Subdoelen: 1. Ik kan binnen 5 weken de waardes meten van de verschillende cliënte. 2. Ik kan binnen 7 weken medicatie geven en aftekenen. 3. Ik kan binnen 18 weken de cliënte injecteren. 4. In mijn stage perioden loop ik minstens 1 dag mee bij de medische dienst. Beroepsrol Mijn beroepsrol bij deze handelingen is zorgverlener Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? Bij mijn werk met verstandelijke gehandicapten ben ik het gewend om medicatie te geven en af te tekenen, dit gaat goed. Ik zeg tegen mij collega’s als ik de medicatie ga geven en tekenen het daarna af. Ik heb op school geoefend met injecteren en metingen afnemen. Welke beroepscompetenties en/of hbokernkwalificaties vallen hieronder? Transfer van brede inzetbaarheid, de toepassing van kennis, inzichten en vaardigheden in verschillende beroepssituaties Wat wil ik leren? Ik wil leren hoe ik deze handelingen uitvoer terwijl ik rekening houd met de psyche van mijn cliënte. 53 Sarah Calissendorff Stage dossier Ik wil alle werkingen en de bijwerkingen leren van de meest voorkomende medicatie die er aan de cliënten gegeven wordt Wat kan ik op de stageafdeling leren? Ik kan deze handelingen leren, bij mensen met een psychische stoornis. Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? Ik leer door eerst te kijken hoe mijn collega’s de handelingen uitvoeren, daarna voer ik de handelingen zelf uit onder begeleiding om het uiteindelijk zelf te kunnen. Ik kijk de eerste 5 weken mee met mijn collega’s in deze weken leer ik ook de werking en bijwerkingen van de medicatie. De volgende twee weken maak ik een toets en geef medicatie onder toezicht. Als dit allemaal goed gaat geef ik de medicatie zelfstandig Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik moet hiervoor zelf initiatieven nemen door zelf te vragen of ik mee mag kijken en zelf de medische dienst te bellen. Verder moet ik open staan voor feedback Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl van werkbegeleider)? Ik heb hier begeleiding van al mijn collega’s nodig. In de zin dat zij open staan voor het feit dat ik mee kan kijken bij de handelingen. Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en attitude/leergedrag)? Dit leerdoel wordt getoetst op mijn kennis en vaardigheden Hoe wordt de toetsing vastgelegd? De toetsing wordt vastgelegd door middel van een afteken lijst. Mijn vaardigheden over de medicatie wordt vastgelegd door middel van een toets die ik van de afdeling krijg. Stageopdrachten van deze stage De stage opdracht die bij deze competentie hoort is verpleeg technische vaardigheden Eisen vanuit de stageafdeling (voor zover nog niet verwerkt in de leerdoelen) Ik maak een toets over mijn kennis van de medicatie voordat ik de medicatie mag verstrekken. 54 Sarah Calissendorff Stage dossier B.Competentie 2 de hbo verpleegkundige verleent preventieve zorg aan individuen en groepen De stagedoelen zijn gerelateerd aan competentie 2 Algemeen doel B.1 Ik verleen verpleegkundige zorg en preventie ten aanzien van zorgvragers met een psychiatrische ziekte subdoelen: 1. Ik hanteer binnen 10 weken het signaleringsplan van minimaal 2 cliënten 2. Ik kan binnen 10 weken het ADL plan hanteren van minimaal 2 cliënten 3. Ik hanteer binnen 12 weken het verpleegplan van de cliënt waarvoor ik zelf een verpleegplan maak. Beroepsrol Mijn beroepsrol bij deze handelingen is zorgverlener Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? Ik ben gewend binnen mijn werk met de verstandelijke gehandicapten te zorgen dat de cliënt zichzelf of omgeving niet verwaarloost. Hier heb je echter een zorg rol in terwijl je bij mijn huidige stage geen zorg mag overnemen maar de cliënte juist moet activeren en motiveren tot zelfzorg, dit vind ik lastig.ook ben ik gewent met agressie maar meer agressie in de zin van zichzelf beschermen als iemand bang is ik heb maar weinig ervaring met agressie veroorzaakt door een psychose. Welke beroepscompetenties en/of hbokernkwalificaties vallen hieronder? Creativiteit en complexiteit in handelen, vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop de standaardprocedures niet van toepassing zijn Wat wil ik leren? Ik wil leren hoe ik de cliente motiveer tot zelf zorg en zorg voor hun omgeving. En hoe ik om moet gaan met dreigende agressie. Of hoe ik herken dat het minder goed gaat met de psyche van de cliënt. Ik lees eerst de plannen die bij deze doelen horen. Als ik deze plannen ken hanteer ik dit. Wat kan ik op de stageafdeling leren? 55 Sarah Calissendorff Stage dossier Ik kan op deze stageafdeling leren hoe ik zelfzorg kan motiveren bij mensen met een psychische stoornis. ook kan ik leren hoe je agressie voor bent. en hoe je herkent dat iemand verslechterd in zijn stoornis. Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? Ik leer door te opserveren wat het gedrag is van mijn cliënte zodat veranderingen mijn goed opvallen. Ook kijk ik hoe mijn collega’s de cliënte motiveren zodat ik dit na kan doen. Ik lees de plannen en hanteer deze Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik moet hiervoor een geïnteresseerde en geduldige leerstijl laten zie. Ik moet niet verwachten dat ik na een week al veranderingen kan zie. Ik wil eerst dat de cliënte wennen aan mijn aanwezigheid zodat ik na een tijdje de cliënte goed kan motiveren. Ik moet eerst de cliënte leren kennen voor dat ik veranderingen kan zien. Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl van werkbegeleider)? Ik heb hiervoor begeleiding nodig die geïnteresseerd is in mijnbevindingen zodat ik dit kan vertellen en het hierover kan hebben of mijn bevindingen kloppen in de ogen van mij collega’s. Bij deze doelen is het belangrijk dat ik veel met mijn collega’s overleg wat zij hebben geobserveerd zodat ik hier rekening mee kan houden. Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en attitude/leergedrag)? Dit leerdoel wordt getoetst aan de hand van mijn kennis en vaardigheden Hoe wordt de toetsing vastgelegd? De toetsing wordt vastgelegd door middel van mijn logboek Stageopdrachten van deze stage Nvt Eisen vanuit de stageafdeling (voor zover nog niet Verwerkt in de leerdoelen) Nvt 56 Sarah Calissendorff Stage dossier C.Competentie 3 de hbo verpleegkundige geeft informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen Stagedoelen: C.1 Algemeen doel ik kan vanaf het begin informatie, voorlichting en advies geven over hygiëne, dag en nacht ritme en huishoudelijke taken subdoelen: 5. ik kan vanaf het begin uitleggen waarom lichamelijke verzorging belangrijk is. 6. ik kan vanaf het begin advies geven om een goede dag en nacht ritme aan te houden. 7. ik kan vanaf het begin advies geven over huishoudelijke taken zoals koken. 8. ik kan tegen de cliënt waarvoor ik een verpleegplan maak informatie geven en het belang uitleggen van medicatie. Beroepsrol Mijn beroepsrol bij deze handelingen is zorgverlener Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? Ik ben gewend om bij mijn werk met de verstandelijke gehandicapten informatie voorlichting en advies te geven omremt deze punten dit is echter op een heel ander niveau. Welke beroepscompetenties en/of hbokernkwalificaties vallen hieronder? Methodisch en reflectief denken en handelen, het stellen van realistische doelen, het plannen c.q planmatig aanpak van werkzaamheden en het reflecteren op het (beroepsmatig) handelen op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie Wat wil ik leren? 57 Sarah Calissendorff Stage dossier Ik wil leren hoe ik informatie, voorlichting en advies kan geven zodat mensen met een psychische stoornis mij begrijpen. Ook leer ik de achtergrond informatie van de cliënten. Ik leer over het ziekten beelden van de cliënten, de medicatie die ze krijgen, de verpleeg en behandelingsplannen en het delict. Wat kan ik op de stageafdeling leren? Op deze afdeling kan ik leren hoe ik voorlichting advies en informatie kan geven aan mensen met een psychische stoornis. Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? ik leer door me eerst te verdiepen in de medicatie en therapieën die de desbetreffende cliënt krijg, en vraag hier dingen over aan mijn collega’s als ik iets niet snap. Als ik dit deze informatie beheers kan ik beginnen met informatie, voorlichting en advies te geven aan de cliënt. De adviezen die ik geef over het huishouden en de zelfzorg ga ik vanaf het begin geven als ik zie dat er iets niet goed loopt. De formele gesprekken overleg ik eerst met mijn collega’s (zie kopje wat heb ik nodig aan begeleiding) Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik moet hier een nieuwsgierig leergedrag laten zien, ik moet eigen initiatieven nemen om de informatie op te zoeken van de therapieën en de medicatie. Ik houd hierbij rekening met de behoeftes van de cliënt. Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl van werkbegeleider)? Ik kijk eerst mee met mijn collega’s als zij advies geven over dit onderwerp. Daarna geef ik zelf adviezen maar onder begeleiding. Als ik denk dat ik zelf een advies kan geven overleg ik dit eerst met mijn collega’s daarna geef ik adviezen zelfstandig. Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en attitude/leergedrag)? Dit leerdoel wordt getoetst aan de hand van mijn vaardigheden en attitude Hoe wordt de toetsing vastgelegd? De toetsing wordt vastgelegd door middel van mijn logboek en afteken lijsten. Stageopdrachten van deze stage Nvt Eisen vanuit de stageafdeling (voor zover nog niet verwerkt in de leerdoelen) Nvt 58 Sarah Calissendorff Stage dossier D.Competentie 4 De hbo verpleegkundige coördineert zorgverlening Opdracht 3. COÖRDINATIE EN CONTINUÏTEIT VANZORG 4. PLANNEN VAN ZORG (zorgplan) Stagedoelen gerelateerd aan competentie 4 en stage opdrachten plannen van zorg en coördinaties en continuïteit van zorg Algemeen doel D.1 Ik maak binnen 12 weken een verpleegplan D.2 Ik coördineer binnen 12 weken verpleegkundige zorg Doel: Schrijf een verpleegplan Beroepsrol Mijn beroepsrol hierin is regisseur Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? Ik heb nog geen ervaringen met het maken van een verpleegplan, wel heb ik veel verpleegplannen gezien en met behulp van verpleegplannen gerapporteerd Welke beroepscompetenties en/of hbokernkwalificatiesvallen hieronder? Probleem gericht werken, het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe en probleemsituaties in de beroepspraktijk op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten, het ontwikkelen en toepassen van zinvolle (nieuwe) oplossingsstrategieën en de beoordelen van de effectiviteit hiervan. - multidisciplinaire intergratie, de intergratie van kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden (van verschillende vakinhoudelijke disciplines) vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen. Wat wil ik leren? Ik wil leren hoe ik een verpleegplan maak, die ik kan gebruiken. ( op deze afdeling gebruiken ze de methode Gordon, ik vraag of wij deze methode ook op school leren ) Wat kan ik op de stageafdeling leren? 59 Sarah Calissendorff Stage dossier Ik kan op deze stageafdeling leren hoe ik een verpleegplan maak die op het psyche gericht zijn. Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? ik leer door veel te observeren en ik ga me extra verdiepen in de persoon waar ik een verpleegplan voorga maken. Wat voor therapieën die welke dag volgt, zijn dag en nacht ritme, medicatie gebruik, sociale vaardigheden in de groep en tegenover medewerkers. Dit ga ik overleggen met mijn begeleider en vanuit deze observaties maak ik een verpleegplan met overleg met de cliënt . Als ik dit heb gedaan bespreek ik dit met mijn begeleider en patiënt en pas dit aan waar nodig is. Verder verdiep ik me in de methode die er gebruikt wordt op een verpleegplan te maken. Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik laat een observerend leergedrag zien, waarbij ik kritisch kijk. Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl werkbegeleider)? Ik heb hier veel begeleiding voor nodig, ik bespreek al mijn punten met mijn begeleider zodat mijn begeleider mij kan ondersteunen en aanwijzingen kan geven. Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en Attitude/leergedrag)? Dit leerdoel wordt getoetst aan de hand van mijn kennis, vaardigheden attitude en leergedrag. Hoe wordt de toetsing vastgelegd? De toetsing wordt vastgelegd door dat ik elke dag goed opschrijf wat ik die dag aan het verpleegplan gedaan heb. En door middel van een beoordelingsblad Stageopdrachten van deze stage Eisen vanuit de stageafdeling (voor zover nog niet verwerkt in de leerdoelen) nvt Doel: ik coördineer binnen 15 weken verpleegkundige zorg D.2.1 Subdoel: Ik bereid binnen 15 weken een BHP bespreking voor en werk de afspraken en doelen uit Beroepsrol Mijn beroepsrol bij deze handelingen is regisseur Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? Ik heb nog geen ervaring met het coördineren van verpleegkundige zorg 60 Sarah Calissendorff Stage dossier Welke beroepscompetenties en/of hbokernkwalificaties vallen hieronder? Toepassing van de wetenschap, de toepassing van beschikbare relevante (wetenschappelijke) inzichten, theorieën, concepten en onderzoekresultaten bij vraagstukken waar afgestudeerde in hun beroepsuitoefening mee geconfronteerd worden. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid, begrip en betrokkenheid met betrekking tot ethische, normatieve en maatschappelijke vragen samenhangend met de toepassing van kennis en de (toekomstige) beroepspraktijk zijn ontwikkeld wat wil ik leren? Ik wil leren hoe ik eerste verantwoordelijke verpleegkundige ben voor de client waarvoor ik een zorgplan maak Wat wil ik leren Ik wil leren hoe ik een BHP bespreking voorbereid en hoe ik de afspraken en doelen uitwerk Wat kan ik op de stageafdeling leren? Op deze stage afdeling kan ik leren hoe ik evv ben voor een cliënt een psychische stoornis Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? Ik maak eerst een plan die ik met mij begeleider bespreek, als dit goed is gekeurd bespreek ik dit met de cliënt, ik voer de handelingen uit en reflecteer op mij zelf Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik moet hier een verantwoordelijke beroepshouding late zien maar ook veel overleggen met mijn begeleider Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl van werkbegeleider)? Ik heb hier veel begeleiding voor nodig. Ik zal hiervoor afspraken maken met mijn begeleider in de vorm van gesprekken waar ik mijn plannen kan vertellen en hierover advies en feedback kan krijgen Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en attitude/leergedrag)? Dit leerdoel wordt getoets op basis van mij kennis, vaardigheden en attitude Hoe wordt de toetsing vastgelegd? Dit doel en stage opdracht wordt getoetst via een beoordeling formulier Stageopdrachten van deze stage Nvt Eisen vanuit de stageafdeling (voor zover nog niet verwerkt in de leerdoelen) Nvt 61 Sarah Calissendorff Stage dossier E.Competentie 5 De hbo verpleegkundige coördineert preventieprogramma’s en voorlichtingsactiviteiten. D.1 Doel: ik coördineer preventieprogramma’s en voorlichting adviezen voor de cliënt waarvoor ik een verpleegplan maak. Beroepsrol Mijn beroepsrol bij deze handelingen is regisseur Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? Ik heb nog geen ervaring met het coördineren van preventie Wat wil ik leren? Ik wil leren hoe ik op een juiste manier preventie kan coördineren. Ik doe dit op het preventie doel advies Wat kan ik op de stageafdeling leren? Op deze afdeling kan ik leren hoe ik preventie en voorlichtingadviezen coördineer bij mensen met een psychische stoornis Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? Ik leer door goed te opserveren. Ik merk op als er iets niet goed dreigt te gaan op de afdeling en los dit op door voorlichting te geven. Of hulp te bieden waar nodig is Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik moet hier een oplettend en observerend leergedrag laten zien Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl van werkbegeleider)? Ik heb hier begeleiding voor nodig in de zin van dat ik mijn observaties kan vertellen en kan overleggen met mijn begeleider wat ik hier aan kan doen. Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en attitude/leergedrag)? Dit leerdoel wordt getoetst op basis van mijn vaardigheden en leergedrag Hoe wordt de toetsing vastgelegd? De toetsing wordt vastgelegd door middel van mijn log boek en evaluatie gesprekken 62 Sarah Calissendorff Stage dossier Stageopdrachten van deze stage Nvt Eisen vanuit de stageafdeling (voor zover nog niet verwerkt in de leerdoelen) Nvt F.Doelen die te maken hebben met mij houding binnen de afdeling: F.1 Doel: Ik ga een professionele samenwerkingrelatie met de zorgvrager en medewerker aan, onderhoud deze en sluit deze af. Beroepsrol Mijn beroepsrol is beroepsbeoefenaar Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? Ik ben gewend om in een groep te functioneren, te overleggen en samen te werken. Met deze doelgroep heb ik nog geen ervaring. Ik merk van mijzelf dat ik het prettig vind om van te vore van mijn collega’s te horen wie welke taken op zich neemt, als ik weet wat ik moet doen kan ik hier zelfstandig in functioneren. Als ik niet zeker weet of iets niet goed is vraag ik dat. Wat wil ik leren? Ik wil leren welke houding ik moet aannemen wat deze doelgroep prettig en zich veilig onder voelt. Zodat ik een vertrouwelijke band met de cliënte krijg Wat kan ik op de stageafdeling leren? Ik kan op deze afdeling leren hoe ik cliënte met een psychische aandoening kan benaderen op een prettige manier voor beide kanten Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? Ik leer door veel te observeren hoe de cliënte op mij reageren. Ik zal de eerste weken beginnen met in de woonkamer zitten en mijn gesprekken luchtig te houden zodat de cliënte kunnen wennen aan mij aanwezigheid. Daarna ga ik mijn gesprekken meer inhoud geven zodat ik de cliënten ook wat kan leren en motiveren. Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik moet een open leergedrag laten zien, niet afwachtend maar eigen initiatieven nemen Hierdoor kan ik zo veel mogelijk uit mijn stage halen. 63 Sarah Calissendorff Stage dossier Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl van werkbegeleider)? Ik vraag veel feedback aan mijn collega’s over mijn functioneren. Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en attitude/leergedrag)? Dit leerdoel wordt getoetst aan de hand van mijn attitude Hoe wordt de toetsing vastgelegd? De toetsing wordt vastgelegd door mijn evaluatie gesprekken en mijn afteken lijsten. F.2 Doel: ik lever een bijdragen aan het functioneren van het team Beroepsrol Mijn beroepsrol hierbij is beroepsbeoefenaar Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? Ik ben gewend om als collega te functioneren. Ik vind het prettig om voor een dienst te overleggen wie wat doet en dit te evalueren op het einde van de dienst. Welke beroepscompetenties en/of hbokernkwalificaties vallen hieronder? sociaalcommunicatieve bekwaamheid, het communiceren en samenwerken met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire omgeving en het voldoen aan de eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie stelt. Wat wil ik leren? Ik wil leren hoe ik communiceer, overleg, en opensta voor feedback. Wat kan ik op de stageafdeling leren? Op de afdeling kan ik leren hoe ik me op zo manier kan opstellen tegenover het team waardoor het voor het team aangenaam is om met mij te werken. Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? Ik functioneer binnen het team wat voor mij een prettige manier is, en als ik hier feedback op krijg doe ik hier iets mee Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik moet hierbij een sociale houding laten zien waarin ik mezelf en andere respecteer Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl van werkbegeleider)? Hierbij heb ik weinig begeleiding nodig. Maar wel feedback als mijn functioneren niet goed is of juist wel goed is. 64 Sarah Calissendorff Stage dossier Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en attitude/leergedrag)? Dit leerdoel wordt getoetst op mijn attitude Hoe wordt de toetsing vastgelegd? Mijn leerdoel wordt getoetst door middel van mij log boek en mijn evaluatie gesprekken Stageopdrachten van deze stage Nvt Eisen vanuit de stageafdeling (voor zover nog niet Verwerkt in de leerdoelen) Nvt f.3 Doel: ik neem verantwoordelijkheid voor eigen leren en stuur op actieve wijze het eigen leerproces Beroepsrol Mijn beroepsrol is beroepsbeoefenaar Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? Ik heb op mijn vorige stage ervaren hoe het is om verantwoordelijk te zijn voor mijn eigen leren, dit kon ik redelijk zelfstandig maar heb ook sturing nodig van mijn begeleiding. Welke beroepscompetenties en/of hbo kernkwalificaties vallen hieronder? Brede professionalisering, het verwerven van actuele kennis die aansluit bij recente kennis (wetenschappelijke kennis), inzichten concepten en onderzoekresultaten, alsmede aan de in het beroepsprofiel geschetste (internationale) ontwikkelingen in het beroepsveld. Het zelfstandig kunnen uitvoeren van de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar. Het functioneren binnen een arbeidsorganisatie De verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c.q het beroep wat wil ik leren? Ik wil leren hoe ik verantwoordelijk kan zijn voor mijn eigen leren Wat kan ik op de stageafdeling leren? Op de stage afdeling kan ik leren hoe ik actief verantwoordelijk ben voor mijn eigen leren Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? Ik leer door aan te geven wat ik aan begeleiding nodig heb en wat ik zelf kan doen. Verder overleg ik wanneer ik tijd heb om aanvullende informatie te lezen die ik nodig 65 Sarah Calissendorff Stage dossier heb op mijn stage te kunnen lopen. Ik maak op tijd afspraken met mijn begeleiders en laat zien waar ik mee bezig ben Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik moet hierbij veel eigen initiatieven laten zien Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl van werkbegeleider)? Ik heb hiervoor weging begeleiding nodig, omdat ik moet leren eigen initiatieven te nemen. Als het nodig is vraag ik om feedback. Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en attitude/leergedrag)? Dit leerdoel wordt getoetst op mijn leergedrag Hoe wordt de toetsing vastgelegd? De toetsing wordt vastgelegd door middel van mijn log boek en evaluatie gesprekken. Stageopdrachten van deze stage Nvt Eisen vanuit de stageafdeling (voor zover nog niet verwerkt in de leerdoelen) Nvt 66 Sarah Calissendorff Stage dossier G.Persoonlijke doelen G.1 Doel: Ik weet na 20 weken te vertellen wat het verschil is tussen antroposofische en regulieren instellingen Beroepsrol Mijn beroepsrol is beroepsbeoefenaar Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? Mijn beginsituatie is dat ik veel kennis heb van de antroposofische zorg en nu een klein beetje kennis over de regulieren zorg omdat ik vorig jaar stage heb gelopen op een regulieren verpleeghuis. Dit vond ik interessant en heb daar veel gevonden wat ik beter en minder goed vond ik hoop hier mijn onderzoek verdere te kunnen doen Wat wil ik leren? Ik wil leren wat het verschil is tussen antroposofische en regulieren zorg. Wat kan ik op de stageafdeling leren? Op deze afdeling is het lastig om het verschil goed te zien omdat we hier te maken hebben met een complexe zorggroep maar ik ga toch proberen om het verschil te bedenken. Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? Ik leer door te opserveren Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik moet hierbij een observerende leergedrag laten zien. Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl van werkbegeleider)? Als ik verschillen heb gevonden toets ik dit bij mijn collega’s Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en attitude/leergedrag)? Dit leerdoel wordt getoetst op mijn leergedrag en ondervindingen Hoe wordt de toetsing vastgelegd? De toetsing wordt vastgelegd door middel van mijn logboek Stageopdrachten van deze stage Nvt Eisen vanuit de stageafdeling (voor zover nog niet verwerkt in de leerdoelen) 67 Sarah Calissendorff Stage dossier Nvt G.2 Doel: ik lees binnen 7 weken de informatie van de cliënte. Subdoelen: Ik lees binnen 7 weken de biografie van de cliënten Ik lees binnen 7 weken het behandelplan van de cliënten Ik lees binnen 7 weken het verpleegplan van de cliënten Ik lees binnen 7 weken de informatie van de therapieën waar de cliënten heen gaan Beroepsrol Mijn beroepsrol hierbij is beroepsbeoefenaar Beginsituatie: welke aspecten van deze beroepsrol heb ik eerdere ervaringen mee opgedaan en hoe ging dat? In mijn werk op Breidablick en in het verpleeghuis heb ik de achtergrond informatie gelezen van de cliënte. dit ging goed Wat wil ik leren? Ik wil de achtergrond informatie van de cliënte kennen zodat ik de cliënte beter kan begrijpen. Ook wil ik de medicatie kennen die de cliënte slikken Wat kan ik op de stageafdeling leren? Op deze afdeling kan ik leren hoe ik met informatie omga die voor mij moeilijk te verwerken is (delict) Hoe leer ik (welke activiteiten onderneem ik en wanneer doe ik dat)? Ik leer door van te vore met mijn begeleider te bespreken of ik er al klaar voor ben om de achtergrond ven de cliënte te weten. Ik ga de achtergrond op mij eigen tempo lezen en verwerken en als het nodig is praat ik hier over met mijn begeleiding. Welke beroepshouding en welk leergedrag moet ik hierbij laten zien? Ik moet hier een beroepshouding late zien die vertrouwelijk omgaat met de informatie wat ik te lezen krijg Wat heb ik nodig aan begeleiding (begeleidingsstijl van werkbegeleider)? 68 Sarah Calissendorff Stage dossier Ik heb hier geen begeleiding voor nodig, maar mijn begeleiding moet wel open staan voor vragen als ik iets niet goed begrijp of er over wil praten. Hoe wordt het leerdoel getoetst: (beoordelingscriteria gericht op kennis, vaardigheden en attitude/leergedrag)? Het leerdoel wordt getoetst aan de van mijn kennis over de cliënte Hoe wordt de toetsing vastgelegd? De toetsing wordt vastgelegd aan de hand van de beoordeling gesprekken Stageopdrachten van deze stage Nvt Eisen vanuit de stageafdeling (voor zover nog niet verwerkt in de leerdoelen) Nvt 3) Overzicht Alle te behalen doelen: A. Competentie 1 ...................................................................................................... 53 De hbo verpleegkundige verleent zorg in complexe zorgsituaties ............................ 53 A.1 Algemeen doel:Ik verleen verpleegkundige zorg binnen de kader van de instelling ................................................................................................................ 53 Subdoelen: ........................................................................................................ 53 1. Ik kan binnen 5 weken de waardes meten van de verschillende cliënte. ... 53 2. Ik kan binnen 7 weken medicatie geven en aftekenen. .............................. 53 3. Ik kan binnen 18 weken de cliënte injecteren. ............................................ 53 4. In mijn stage perioden loop ik minstens 1 dag mee bij de medische dienst. 53 de hbo verpleegkundige verleent preventieve zorg aan individuen en groepen ....... 55 Algemeen doel ...................................................................................................... 55 B.1 Ik verleen verpleegkundige zorg en preventie ten aanzien van zorgvragers met een psychiatrische ziekte ...................................................................................... 55 subdoelen: ......................................................................................................... 55 1. Ik hanteer binnen 10 weken het signaleringsplan van minimaal 2 cliënten 55 2. Ik kan binnen 10 weken het ADL plan hanteren van minimaal 2 cliënten ... 55 3. Ik hanteer binnen 12 weken het verpleegplan van de cliënt waarvoor ik zelf een verpleegplan maak. .................................................................................... 55 C.Competentie 3 ....................................................................................................... 57 de hbo verpleegkundige geeft informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen .................................................................................................................... 57 C.1 Algemeen doel ............................................................................................... 57 69 Sarah Calissendorff Stage dossier ik kan vanaf het begin informatie, voorlichting en advies geven over hygiëne, dag en nacht ritme en huishoudelijke taken ................................................................. 57 subdoelen: ......................................................................................................... 57 5. ik kan vanaf het begin uitleggen waarom lichamelijke verzorging belangrijk is. 57 6. ik kan vanaf het begin advies geven om een goede dag en nacht ritme aan te houden. ......................................................................................................... 57 7. ik kan vanaf het begin advies geven over huishoudelijke taken zoals koken. 57 8. ik kan tegen de cliënt waarvoor ik een verpleegplan maak informatie geven en het belang uitleggen van medicatie. ............................................................. 57 D.Competentie 4 ....................................................................................................... 59 De hbo verpleegkundige coördineert zorgverlening ................................................. 59 Algemeen doel ...................................................................................................... 59 D.1 Ik maak binnen 12 weken een verpleegplan .................................................. 59 D.2 Ik coördineer binnen 12 weken verpleegkundige zorg.................................... 59 D.2.1 Subdoel: ...................................................................................................... 60 Ik bereid binnen 15 weken een BHP bespreking voor en werk de afspraken en doelen uit .............................................................................................................. 60 E.Competentie 5 ....................................................................................................... 62 De hbo verpleegkundige coördineert preventieprogramma’s en voorlichtingsactiviteiten. ............................................................................................ 62 D.1 Doel: ik coördineer preventieprogramma’s en voorlichting adviezen voor de cliënt waarvoor ik een verpleegplan maak. ........................................................... 62 F.Doelen die te maken hebben met mij houding binnen de afdeling: ....................... 63 F.1 Doel: ............................................................................................................... 63 Ik ga een professionele samenwerkingrelatie met de zorgvrager en medewerker aan, onderhoud deze en sluit deze af. .................................................................. 63 F.2 Doel: ik lever een bijdragen aan het functioneren van het team ..................... 64 f.3 Doel: ik neem verantwoordelijkheid voor eigen leren en stuur op actieve wijze het eigen leerproces.............................................................................................. 65 G.Persoonlijke doelen............................................................................................... 67 G.1 Doel: .................................................................................................................. 67 Ik weet na 20 weken te vertellen wat het verschil is tussen antroposofische en regulieren instellingen ........................................................................................... 67 G.2 Doel: ik lees binnen 7 weken de informatie van de cliënte. ................................ 68 Subdoelen: ............................................................................................................ 68 Ik lees binnen 7 weken de biografie van de cliënten ............................................. 68 Ik lees binnen 7 weken het behandelplan van de cliënten .................................... 68 Ik lees binnen 7 weken het verpleegplan van de cliënten ..................................... 68 Ik lees binnen 7 weken de informatie van de therapieën waar de cliënten heen gaan ...................................................................................................................... 68 70 Sarah Calissendorff Stage dossier Tijdsplanning: Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Week 6 Week 7 Week 8 Week 9 Week 10 Week 11 Week 12 Week 13 Week 14 Week 15 Week 16 Week 17 Week 18 Week 19 Week 20 Introductie gesprek Oriëntatie Oriëntatie Doel F A.1.1 en A.1.2 en competentie C, Doel F A.1.1 en A.1.2 en Competenie C. persoonlijk doel G.1 en G.2, Doel F Persoonlijk doel G.2 en G.1, Doel F, Competentie C Persoonlijk doel G, Competentie F, Competentie C, Competentie B Competentie B Evaluatie gesprek Competentie D Competentie D Competentie D Competentie E en D en competentie A.3 Competentie E en D en competentie A.3 Competentie E en D en competentie A.3 Competentie E en Competentie A.3 Afronding Afronding eindevaluatie Afronding * Voor al deze weken geld dat ik aan mijn houding binnen het team ga werken en dat ik aan mijn persoonlijk doel G.1 ga werken. Verder is dit een ruime richtlijn van mijn leerdoelen. Als er een gelegenheid komt dat het beter uitkom dat ik een bepaald doel eerder kan doen, doe ik dat. 71 Sarah Calissendorff Stage dossier Beoordeling Formulieren Tussenbeoordeling Eind beoordeling Afgetekende doelen en opdrachten Absentie Formulier 72 Sarah Calissendorff Stage dossier Tussenevaluatie van Sarah Calissendorff Datum: 16 november ’10 Aanwezig: Bert Vogelaar, Wellston John en Sarah Calissendorff Inleiding. Omdat het niet lukte om een afspraak te maken met mijn stagebegeleiders en mijn stage docent heb ik besloten om mijn tussen evaluatie alleen met mijn stagebegeleiders te houden. Dit omdat mijn tussenevaluatie anders te laat zou plaatsvinden. Het is wel de bedoeling dat mijn docent begeleider bij mijn eind evaluatie aanwezig is. Het gesprek is aan de hand van de punten die op de beoordeling formulier staan behandeld. Zo schrijf ik dit ook in dit verslag. Stand van zaken stagewerkplan en de mate waarin de stagiaire deelaspecten van de competenties heeft ontwikkeld. Hieruit kwam naar voren dat ik niet al mijn doelen of subdoelen ga halen. We hebben er voor gekozen om een aantal doelen eruit te halen en dit mee te nemen naar het volgende jaar zodat ik een aantal doelen wel op een voldoende niveau kan afronden. Dit gaat vooral over de doelen als de verpleegkundige handelingen en het geven van medicatie die ik niet kan halen. Ik ben met een aantal doelen flink aan de slag en maak hier een reflectie verslag van zodat het op die manier getoetst kan worden. Stand van zaken ten aanzien van de stageopdrachten (Leergedrag, Verpleegplan, Continuïteit en coördinatie, Verpleegtechnische vaardigheden) In mijn vorige gesprek kwam naar voren dat ik meer mijn rol als stagiaire moet aannemen. ik nam te veel beslissingen zelf en overlegde niet goed genoeg. Ik ben hier sinds die tijd hard mee aan de slag gegaan. Ik doe dit nu op zo manier dat dit prettig is voor het team en voor mijzelf. Mijn begeleiders gaven aan dat ze zagen dat ik hier mee aan het werk ben. Ik heb een actieve leer- en werkstijl. Dit kan soms lijden tot een te ambitieus plan. Ik heb op de afdeling niet genoeg mogelijkheden om de verpleegtechnishe vaardigheden tot een voldoende af te ronde, dit neem ik mee naar mijn volgende stage. Ik ben nu druk bezig met het maken van een verpleegplan. Als ik daar mee klaar ben zal ik de opdracht organiseren van zorg daaraan koppelen. Mate van aanwezige kennis, vaardigheden en professionele attitude. Ik gaf aan dat ik het leuk vind om informatie te geven over bv. De waardes van cliënten. Ik kan uit leggen waarom iets niet goed is en waarom wel. Wel ga ik mij nog meer verdiepen in schizofrenie, dit koppel ik aan de cliënt voor wie ik een verpleegplan maak. Samenwerking in team. Uit mijn vorige gesprek kwam naar voren dat ik meer moet overleggen met mijn collega’s en ook meer om feedback moet vragen door dit te vragen en een open houding aan te nemen tegen over het team. Hier ben ik hard mee bezig en het team geeft ook aan dat het op zo manier prettig is om met mij te werken. Ik moet we wel op letten dat ik om feedback blijf vragen. Kwaliteit van begeleiding op stage afdeling. 73 Sarah Calissendorff Stage dossier Uit mijn vorige gesprek kwam naar voren dat collega’s veel feedback op mij hadden maar dit niet tegen mij zeiden. Dit vonden ik en mijn begeleiders niet netjes. Na dat gesprek heb ik mijn best gedaan om mijn houding te veranderen zodat ik meer open sta voor feedback, ik heb mijn collega’s dit ook teruggegeven. Dit gaat nu veel beter. Ik vind het niveau van mijn collega’s professioneel. Het team begrijpt goed wat een hbo student zijn inhoud. Aandachtspunten voor de 2e helft van mijn stage Ik ga in mijn tweede helft aan de slag met mijn stage opdrachten. Ik blijf letten op mijn houding binnen het team. Ik blijf vragen om feedback en sta hier voor open. Ook blijf ik bezig met de communicatie naar de cliënten toe. Ik houd rekening met de tijd van mijn stage perioden, zodat ik dingen op tijd afrond. Verwachting ten aanzien van het behalen van de stage. Als ik bezig blijf aan mijn feedback punten en op deze manier door blijf gaan verwachten mijn stagebegeleiders en ik dat ik mijn stage met een voldoende kan afsluiten. Overige punten. Op het laatst kwam naar voren dat ik niet een te negatief zelfbeeld van mijzelf moet hebben. Ik heb ook verteld dat ik bezig ben met cova op school en dat ik daarvoor mijn communicatie vaardigheden oefen. Ik ga deze communicatie ook opnemen in mijn stageverslag omdat dit een groot onderdeel van mijn stage is. 74 Sarah Calissendorff