Beeldend • Handvaardigheid • Knutsel Groep 1-8 Lekker dier… 1 Het idee Van werkje naar verbeelding Facebook Eigen gevoelens en gedachten ‘Wie heeft er nog een leuk ideetje knutselen groep 4?’ Een collega doet een oproep. Facebook als middel om elkaar te ondersteunen, om kennis te delen. Zo gaat dat… Een van de ideeën: ‘Altijd leuk! Een ballon als lijf, een ballon als kop en vier wc-rolletjes als poten, een stuk touw als slurf, beplakken met oude kranten (papier-maché), verdelen in vlakjes, schilderen… en je hebt Elmer. Gleuf erin… en je hebt een spaarpot!’ (Zie foto 1.) Waarom zou iedereen een olifant (Elmer) willen (of moeten) maken? De opdracht vanuit de kerndoelen is zoiets als: ‘eigen gevoelens en gedachten verbeelden’. Kerndoelen zijn leidend voor het onderwijs. Eigen gevoelens en gedachten dus... Als olifanten nu eens niet bij mij passen? Als ik nu eens veel meer voel voor een muis? Een giraf? Of een beer? De opdracht wordt voor veel kinderen aantrekkelijker, als er iets te kiezen valt. Zeker als het zoiets wordt als: ‘Maak jouw lievelingsbeest!’ De ballonnen, doosjes, wc-rolletjes, stokjes, doppen en kurken blijven immers hetzelfde… (Zie foto 2.) Goed idee: papier-maché Lekker veel rommel, waar kinderen en leerkrachten dus niet bang voor zijn. Lekker met de handen werken. Het werk kan bijna niet misgaan, met materiaal dat goedkoop en altijd voorhanden is. De resultaten zijn inderdaad altijd leuk. Maar… uit deze opdracht is meer te halen! (Zie: praxisbulletin.nl, voor de powerpoint Papier-maché instructie.) Vervolg Facebook Ino de Groot Over de auteur Ino de Groot is opleidingsdocent beeldende vakken en teamleider deeltijdopleidingen aan de Marnix Academie, in Utrecht. 34 2 Ik kan het niet laten en reageer. Natuurlijk is het behoorlijk onnozel, om te denken dat ik dat ongestraft kan doen. Ik reageer eerst op het woord ‘leuk’. Ik schrijf: ‘Wat is leuk?’ En: ‘Waar staat in de kerndoelen, dat het leuk moet zijn?’ Daarna begin ik over ‘verbeelden’, over ‘zich uiten’, ‘doelen’ en ‘context’. De reacties stromen binnen. Ik heb duidelijk een snaar geraakt. ‘Ze mogen toch zelf de kleuren kiezen!’ is een van de reacties. ‘Wat is er toch mis met deze opdracht?’ Lekker dier... • Beeldend • Handvaardigheid • Knutsel 2 3 Namaken is onmogelijk Speciale liedjes Een dier namaken kan niet. De natuur is zo compleet en mooi, dat namaken onmogelijk is. Het benaderen van de realiteit is al heel erg moeilijk. Technisch zijn kinderen gewoon niet in staat zo nauwkeurig te werken, dat een paard een natuurgetrouw paard wordt. In de bovenbouw willen de leerlingen het wél heel erg graag kunnen: hoe ‘echter’, hoe beter. Hier staat ‘willen’ tegenover ‘(niet) kunnen’. Het is niet anders. En juist dat conflict gaat frustreren. ‘Zie je nou wel, dat ik het niet kan!’ zeggen kinderen dan. De opdracht moet dus zodanig zijn, dat ‘natuurgetrouw namaken’ niet meespeelt, maar omzeild wordt. (Zie foto 3.) Ook ouderavonden zijn bruikbaar: er komt een grote tentoonstelling, waar ouders moeten ‘raden’ welk werk van hun kind is. En leer de ouders dan ook meteen de speciaal gecomponeerde liedjes. Dan kunnen ze meezingen! Want Marjanka van Maurik schreef speciaal voor dit artikel twee liedjes, die horen bij het onderwerp én bij het ontwikkelingsstadium van de kinderen: Schildpadei (voor groep 1-3) en Dieren met hobby’s (canon, voor groep 4-8). Beide liedjes zijn opgenomen op praxisbulletin.nl (bladnotatie, meezingversie, ingezongen versie). Lesdoel Lievelingsdier en hobby Jouw lievelingsbeest dus. En… jouw hobby. Dat is het. Die combinatie. Dat wordt de opdracht! Lesdoel: aan het eind van de les is in het werkstuk zichtbaar welk dier het lievelingsdier van het kind is én welke hobby/activiteit er wordt uitgevoerd. Kinderen moeten nu zelf nadenken. Nadenken over hoe… Dit is de bedoeling van het vak: zélf nadenken, zélf verantwoorden, zélf doen! De kinderen moeten er ook nog op een slimme manier achter zien te komen welk lievelingsdier en welke hobby de klasgenoten hebben. De grappen zijn al ontstaan tijdens het werken. En ook de gedichten. Raluca, de giraf, met haar beeldschone, lange nek en met haar designbril, schaatst graag, maar gaat hier wél onderuit. Grapje, Raluca! (Zie foto 3.) Roosje, ons hertje, met haar slanke benen, die nooit stilstaan, speelt in de hoofdklasse dames. (Zie foto 4.) Praxisbulletin jaargang 30 • Nummer 9 • mei 2013 Hetzelfde, maar toch anders De opdracht voor leerlingen van de midden- en bovenbouw kan hetzelfde zijn als de opdracht voor de onderbouw. (Zie foto 5.) Alleen de uitvoering is anders: • In de middenbouw zijn de dieren waarschijnlijk wat hoekiger, wat houteriger. Dat is ook geen probleem voor de middenbouw, want dat kan deze leeftijdsgroep wel waarderen. Het hoekige, het houterige komt ook door de graad van technische beheersing. • Bovenbouwleerlingen willen technisch hoogstaand werk leveren. En met een beetje hulp en ervaring kunnen ze dat ook! 1-e8p 4 5 Praxisbulletin.nl Dit artikel heeft een uitbreiding op praxisbulletin.nl. Daar zijn opgenomen: • Powerpoint Papier-maché instructie. • Liedje Het schildpadei (bladmuziek en audioversies). • Liedje Dieren met hobby’s (bladmuziek en audioversies). 35 Bronnen • Ino de Groot, Kunst tot verbeelding (artikel), opgenomen in: Praxisbulletin, 28ste jaargang, nummer 1 (september 2010), Uitgeverij Malmberg, ’s-Hertogenbosch. • Ino de Groot, Tot verbeelding verleiden (artikel), opgenomen in: Praxisbulletin, 28ste jaargang, nummer 3 (november 2010), Uitgeverij Malmberg, ’s-Hertogenbosch. • Ino de Groot, ‘... teken ik dat lukt altijd!’ (artikel), opgenomen in: Praxisbulletin, 29ste jaargang, nummer 1 (september 2011), Uitgeverij Malmberg, ’s-Hertogenbosch. • Ino de Groot, ‘Ik zie, ik zie, wat jij ook kunt zien...!’ (artikel), opgenomen in: Praxisbulletin, 29ste jaargang, nummer 2 (oktober 2011), Uitgeverij Malmberg, ’s-Hertogenbosch. • Ino de Groot, In kleuren vertellen (artikel), opgenomen in: Praxisbulletin, 29ste jaargang, nummer 3 (november 2011), Uitgeverij Malmberg, ’s-Hertogenbosch. • Ino de Groot, Zo’n vriendelijke dikzak (artikel), opgenomen in: Praxisbulletin, 29ste jaargang, nummer 4 (december 2011), Uitgeverij Malmberg, ’s-Hertogenbosch. • Joke van Leeuwen, Een halve hond heel kijken. Een boek over kijken, Querido’s uitgeverij bv., Amsterdam/ Antwerpen, 2008. • Michel J. Parsons, How we understand art: a cognitive development account of aesthetic experience, Cambridge University Press, Cambridge, 1987. • Peter H. Reynolds, De stip, Lemniscaat, Rotterdam, 2008. 36 6 worden. En vier gaten voor vier poten (armen en benen). En… daar hebben we een schildpad! Zo’n kleuterschildpad kan natuurlijk op één been staan. Dat snappen kleuters. Net als een schildpad, die een koprol maakt, een diepe buiging maakt (foto 6) of touwtje springt (foto 7). Een schildpad die op wacht staat (foto 8) of die op zijn rug in de zon ligt… Dat snappen kleuters! 7 We zingen het lied Het schildpadei. En we maken een schildpad. Allemaal ‘dezelfde’ schildpadden, maar toch steeds anders… Elke kleuter heeft zijn/haar eigen verhaal! 8 Verbeelden begint dichtbij De behoefte van de leerkracht aan duidelijkheid – en dus ook de eenvormigheid van het werkje bij kleuters – snap ik. Zonder techniek is het lastig verbeelden. En je wilt de kinderen dus technieken leren. En tóch kan de verbeelding meespelen. Juf Kim neemt een grote doos mee naar school. Zó groot, dat een kleuter er bijna in past. Ze heeft een gat in de doos gesneden, waar een kop (hoofd) doorheen gestoken kan Lekker dier... • Beeldend • Handvaardigheid • Knutsel