MV nr6361 van de heer Werner Janssen aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie over "het statuut van student-ondernemer" 07.01 Werner Janssen (N-VA): Mijnheer de minister, een aantal universiteiten en hogescholen hebben studenten die ook ondernemer zijn. Zij hebben het statuut student-ondernemer, dat zeer succesvol is. Nochtans is het statuut niet officieel erkend. Zo ontstaan er discussies over dit statuut. Is men zelfstandige in bijberoep? Moet men dit statuut bij de studentenjobs onderbrengen? In voorstel 18 van het kmo-plan zal de regering het statuut van student-ondernemer met het oog op het starten van een ondernemerschapproject onderzoeken. Op mijn eerdere vragen nr. 4089 en nr. 4355 hebt u het volgende geantwoord. “Ik wil een denkoefening houden over de verbetering van die wetgeving op het niveau van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen. Ik hoop dat ik een globaal voorstel kan doen voor oktober. Ik ben er immers van overtuigd dat het belangrijk is om de jongeren te helpen die vaak zin hebben om te ondernemen en tot actie over te gaan, terwijl een reeks belemmeringen hen dat traditioneel verhindert, zoals sociale druk, druk van de ouders of de vrees om geen inkomsten te hebben op korte termijn. Het lijkt mij ook opportuun om na te denken over de gevolgen voor de kinderbijslag, uiteraard in onderhandeling met de deelstaten. Eveneens moeten de fiscale statuten bestudeerd worden". 1. Mijnheer de minister, hebt u reeds een denkoefening gehouden op het niveau van het Algemeen Beheerscomité? 2. Hebt u een overleg met de bevoegde ministers van de deelstaten gehad? 3. Heeft het globaal voorstel waarmee u in oktober wil uitpakken reeds vorm gekregen? Zo ja, in welke richting zou dit voorstel gaan? 07.02 Minister Willy Borsus: Collega Janssen, ik merk dat de kwestie van de student-ondernemer u na aan het hart ligt en daar kan ik enkel blij mee zijn. Zoals al gezegd in het antwoord op uw vorige vraag over het onderwerp moet ons land absoluut het ondernemerschap bevorderen en dit met name tijdens de studies die onze jongeren voorbereiden op het beroepsleven. Wat uw eerste vraag betreft, nog niet. Er is momenteel een denkoefening aan de gang over de verbeteringen die moeten worden aangebracht aan de huidige wetgeving. De resultaten daarvan zullen in de komende weken worden voorgelegd aan het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen. Ten tweede, wat betreft het aangekondigde overleg met de deelstaten kan ik u zeggen dat een bepaald aantal informele contacten met hen heeft plaatsgevonden. Ten derde, ik bekijk samen met mijn kabinet een reeks denkpistes in verband met het bijdragepercentage die ik zou willen voorleggen aan het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen. Tot slot herhaal ik, zoals ik u al heb gezegd, dat een verbeterd statuut van en voor student-ondernemers het mogelijk zal maken om het aantal ondernemers in ons land te laten stijgen. U kunt op mij rekenen om daaraan bij te dragen. Ik denk dat ik rond februari een voorstel klaar zal hebben. 07.03 Werner Janssen (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoorden. Ik zie dat er toch nog heel wat werk aan de winkel is om dit statuut eindelijk rond te krijgen. Ik ben verheugd dat u een datum noemt, rond februari. U weet dus dat ik tegen februari met nieuwe vragen bij u zal staan.