Wie is Anne Frank? Anne Frank is een bekend, joods meisje dat in de tweede wereld oorlog leefde. Anne frank is geboren in het ziekenhuis op 1929 in de Duitse stad Frankfurt Am Main. Ze woonde met Otto Frank (haar vader) EdithFrank (haar moeder)en Margot Frank (haar zus) in een huis op de Marbachweg nummer 307. Eigenlijk heette Anne Frank: Annelise Marie Frank, maar in het verhaal noem ik haar gewoon Anne, hie iedereen haar noemt. In 1931 Verhuisde familie Frank naar Ganghoferstrasse op nummer 24. Waar is niet bekend. Ze waren verhuisd omdat dat beter en mooier was voor de kinderen, in het oude huis was er alleen een balkon, het nieuwe huis had een mooie tuin. In duitsland mochten joden niet veel en de familie Frank verhuisde naar Nederland. Otto Frank had een huis gevonden in Amsterdam op het Merwedeplein. In die buurt woonden veel joden. Zij waren ook gevlucht uit Duitsland, voor Hitler Op die plek bleef de familie Frank tot ze moesten onderduiken. Anne’s vader begon in 1933 een bedrijf in Nederland dat heette: opekte. hij verkocht pectine, dat is poeder om jam te maken. Mensen kochten het omdat het lekkerder was dan in de winkel, en ook goedkoper. miep is een werkster (werkte in het kantoor) ook erg bekent. Otto was erg bevriend met haar. Miep was ook tegen Hitler. Anne ging vaak op bezoek bij het bedrijf. In 194 verkocht Otto zijn bedrijf aan twee mannen want joden mochten geen bedrijf meer hebben. Sinsdien heette het bedrijf : Gies&Co Anne ging op 1934 naar de Montessorlschool toen ze 5 jaar was. Ze had daar veel vrienden en vriendinnen, en ze ging vaak naar feesten. Ze hield van lachen, geschiedenis, filmsterren, griekse methologie(verhalen over griekse goden), schrijven, katten, honden, en jongens. Ze kletste vaak op school en dus had ze veel strafwerk. Ze was niet kieskeurig zoals haar zus, dus ze was erg jaloers op Margot. Iedereen vond haar inteligent en mooier dan Anne. Ze kon ook beter leren dan Anne. Ze wou later schrijfster worden. Ze schreef veel boeken en het was haar grootste wens dat die uit kwamen. In 1940 was het land in bezet, ook al merkte Anne daar niet veel van. Er liepen wel soldaten rond, maar die gedroegen zich keurig. Maar wat Anne en haar familie niet wisten is dat er in het geheim allemaal maatregelen tegen de joden werden voorbereid. De joden mochten niet veel meer en op een gegeven moment zei een vriend van Anne tegen haar: “ik durf niets meer te doen, ik ben bang dat het niet mag”. In 1942 werd Anne 13 jaar, en ze kreeg veel cadeau’s: snoep, boeken (ze hield veel van lezen) een broche en nog vel meer. Maar het alle mooiste cadeau was een dagboek van haar ouders gekregen, hij was rood met wit en het waren ruiten, ze was er heel erg blij mee!! Ze schreef er elke dag in en haar droom is uitgekomen: haar dagboek is uitgegeven (door haar vader, dat heeft hij laten doen toen Anne was overleden) en daardoor is ze is wereldberoemt geworden. Dagboek waar Anne elke dag haar in schreef en haar gevoelen uitte. Het jodendom. Het jodendom is een soort gelovig volk. De joden houden zich aan joodse wetten en aan joodse voorschriften (de Thora en de Talmoed) en ze geloven in god. Het kenmerk van joden is dat ze zwart haar hebben en grote oren. Dokters hadden een oormeter waarmee ze konden zien wie joods is of niet. Er wonen ongeveer 18 miljoen joden op de wereld! In 1999 waren er in Nederland 43000 joden. In 2004 waren er 30.000 joden, en in 2009 waren er 52000 joden. In de tweede wereld-oorlog waren er ook heel veel gesneuveld. In 1941 mochten alle joden niet meer kiezen naar welke school ze gingen, want ze moesten allemaal naar joodse scholen. Anne ging naar het Joods lyceum, waar natuurlijk ook allemaal joodse kinderen op zaten. Daar zaten ook allemaal joodse leerkrachten, want dat moest van Adolf Hitler. Hij haatte joden. Wat ze ook niet meer mochten is een fiets hebben of een auto. Die moesten allemaal worden ingeleverd. Met de tram mocht ook niet meer. Er werden steeds meer maatregelen genomen: joden mochten alleen maar tussen 15.00 en 17.00 uur boodschappen doen, ze mochten tussen 20.00 ’s avons en 6.00 ’s ochtens niet meer naar buiten. Je mocht ook alleen naar een joodse kapper. Je mocht zelfs geen bedrijf meer hebben en daarom had Otto Frank zijn bedrijf verkocht. (zie vorig hoofdstuk). Als je je niet aan deze regels hield dan had je zes maanden gevangenisstraf ( dat betekende waarschijnlijk de dood in een Duits kamp…) of je moest duizend gulden betalen. Joden moesten ook een jodenster dragen vanaf zes jaar. .