CHIRURGIE Adviezen voor thuis na uw operatie ADVIES Adviezen voor thuis na uw operatie U bent geopereerd. Na de operatie kunt u langzaam maar zeker uw dagelijkse activiteiten weer oppakken. Een evenwicht tussen goede eetgewoonten, leefgewoonten en rust komt het herstel na de operatie ten goede. In deze folder krijgt u adviezen voor een snel en goed herstel. of darmoperatie hebben ondergaan (GEchirurgie) kunnen sneller te maken krijgen met wondinfecties. Dit komt doordat roken de zuurstoftoevoer naar weefsels vermindert. Hierdoor genezen wonden minder snel en hebt u minder weerstand tegen wondinfecties. In deze folder vindt u algemene adviezen. Uw arts kan u andere adviezen geven. Als u wilt stoppen met roken, kunt u informatie vinden op www.stivoro.nl. Eten, drinken en roken Eten De wond Als u na uw operatie weer thuis bent, mag u in principe alles eten en drinken, tenzij uw arts of diëtist andere afspraken met u heeft gemaakt. Het kan zijn dat uw eetlust nog niet helemaal terug is en dat het eten nog niet zo goed smaakt. Uw eetlust en smaak komen vanzelf weer terug. Gesloten en gehechte wond De hechtingen of agraves (metalen nietjes) van uw wond zijn tijdens uw opname al verwijderd of worden door de (huis)arts verwijderd. Soms is een wond onderhuids gehecht en hoeven de hechtingen niet verwijderd te worden. Ook is het mogelijk dat u hechtpleisters op de wondjes hebt; deze pleisters kunt u laten zitten tot ze er vanzelf afvallen. Drinken Het is belangrijk dat u voldoende drinkt, in ieder geval 1 tot 1,5 liter per dag. Roken en wondinfecties De wond sluit meestal vanzelf binnen ongeveer 10 dagen. De volledige wondgenezing duurt bijna 6 weken. U hoeft de wond thuis geen speciale verzorging te geven. Er hoeft Roken heeft een negatief effect op het ziekteproces en ook op de wondgenezing. Rokers krijgen sneller te maken met wondinfecties. Rokers die een maag- en/ 1 Wondontsteking geen verband op. U mag met de wond na 2 dagen douchen en na 2 weken mag u in bad. Na de ingreep kan de wond ontsteken. De volgende verschijnselen horen bij een ontsteking. Let dus goed op of: 1. de huid rondom de wond rood en/of warm wordt of zwelt; 2. de pijn aan uw wond toeneemt; 3. er pus uit de wond komt en of 4. u temperatuurverhoging (hoger dan 38.5º) hebt. Als u 2 weken na de operatie in bad wilt, ga dan niet te lang! Het water verweekt de wondranden en dit vertraagt de genezing. Dep de wond na afloop goed droog met een schone handdoek. Niet wrijven! Hebt u 1 of meerdere van bovenstaande verschijnselen? Neem dan contact op met het algemene nummer van het ziekenhuis (zie het grijze adreskader achterin de folder) en vraag naar de verpleegafdeling waar GE-chirurgiepatiënten liggen. Dit kan tussen 07.30 uur en 23.00 uur. U kunt ook het algemene nummer bellen en vragen naar de verpleegkundig specialisten GE-chirurgie. Dit kan alleen op werkdagen tussen 08.00 uur en 17.00 uur. Open wond Is de wond nog open als u naar huis gaat? Dan krijgt u van de arts en de verpleegkundige instructies over de verzorging thuis. Als u en uw naasten niet in staat zijn de wond te verzorgen, dan schakelt de verpleegkundige nog voordat u naar huis gaat de thuishulp in. Lichamelijke inspanning Activiteiten en werk Als u thuis bent, kunt u uw activiteiten geleidelijk uitbreiden. Let op het volgende: • forceer niets; • neem regelmatig rust; • let op wat u lichaam aan kan; • de eerste 6 weken na de operatie mag u niet zwaar werk verrichten en/of tillen; • til de eerste 6 weken niet meer dan 5 kilo; • vermijd hevig niesen of persen bij ontlasting (u kunt tegendruk geven door uw hand op de wond te leggen of een kussentje tegen de wond te drukken). Met een open wond kunt u gewoon douchen, maar gebruik geen zeep direct op de wond en dep de wond na afloop goed droog met een schone handdoek. Wrijf niet. Douchen is beter voor een open wond dan een bad. Wilt u toch in bad? Spoel dan de wond even na met de douchekop. 2 Vermoeidheid HIPEC-techniek Na een grote ingreep is vermoeidheid een normaal verschijnsel. Sommige mensen houden langdurig last van vermoeidheid. Het is een duidelijk signaal van het lichaam dat u een grote behoefte hebt om door middel van rust en slaap te herstellen. Zorg daarom voor voldoende rustmomenten. Daarnaast is het belangrijk dat u zorgt voor een goede lichamelijke conditie door regelmatige lichaamsbeweging en gezonde voeding. Wat de precieze oorzaak is voor vermoeidheid is niet altijd te achterhalen. Bij sommige vrouwen is tijdens een operatie met de HIPEC-methode de baarmoeder verwijderd. Is dit bij u het geval? Vrij de eerste 6 weken na ontslag uit het ziekenhuis dan niet en gebruik geen tampons. Medicatie • Medicijnen die u voor uw opname in ons ziekenhuis nog niet gebruikte, maar nu wel moet gebruiken, kunt u ophalen bij de St. Antonius Apotheek of uw eigen apotheek. • Als u vóór uw operatie medicijnen gebruikte, krijgt u van de afdelingsarts te horen of u deze kunt blijven gebruiken of niet. • Krijgt u thuis pijn en wilt u weten of hier medicatie tegen is? Neem dan contact op met uw behandelend arts. Sport Wat betreft het sporten, adviseren wij het volgende: • u mag, als u zich zeker genoeg voelt, als u thuis bent direct weer wandelen, fietsen en autorijden; • 4 weken na de operatie mag u weer trimmen en joggen; • als de wond volledig gesloten is en de hechtingen zitten er niet meer in (meestal 6 tot 8 weken na de operatie), dan pas mag u -zwemmen; - de sauna bezoeken; - krachtsporten en andere sporten waarbij veel druk op de buik en het wondgebied is, uitoefenen Wanneer contact opnemen? U moet contact opnemen met het ziekenhuis bij de volgende verschijnselen: • uw huid rondom de wond wordt rood en/of warm; • de pijn aan uw wond neemt toe; • er komt pus uit uw wond; • u hebt koorts boven de de 38.5º; • u braakt aanhoudend, kunt niet eten, bent misselijk en/of valt af; • u hebt diarree; • u hebt aanhoudende pijn in de buik; • u bent onzeker of hebt vragen over uw lichamelijke problemen. Seksualiteit Er zijn geen medische bezwaren om uw seksuele gewoontes van voor de operatie weer op te pakken. Hierbij geldt hetzelfde als bij de overige lichamelijke inspanningen: luister goed naar de mogelijkheden en behoeften van uw lichaam. 3 U neemt bij 1 of meer van bovenstaande verschijnselen contact op met het algemene nummer van het ziekenhuis (zie het grijze adreskader achterin de folder) en vraagt naar de verpleegafdeling waar GE-chirurgiepatiënten liggen. Dit kan tussen 07.30 uur en 23.00 uur. U kunt ook het algemene nummer bellen en vragen naar de verpleegkundig specialisten GEchirurgie. Dit kan alleen op werkdagen tussen 08.00 uur en 17.00 uur. Slokdarm- en maagoperatie U kunt het best slapen in een half zittende houding. Dat voorkomt dat er voedsel uit de maag terug naar boven vloeit. U moet zelf ondervinden wat voor u de beste hoek is tussen bovenlichaam en onderlichaam. Meestal is dat ongeveer 45°. Maagoperatie • Na een slokdarm- of maagoperatie verloopt de spijsvertering soms wat anders dan voor de operatie. Zo kunt u misschien melkproducten of grote maaltijden minder goed of niet meer verdragen. Vaak zult u dus uw ‘oude’ eetgewoonten wat moeten aanpassen. • Wanneer bij een operatie het grootste deel van de maag of de gehele maag is weggenomen, is levenslang toediening van vitamine B12 iedere 2 á 3 maanden noodzakelijk. Dit gebeurt met behulp van injecties via de huisarts. Normaal gesproken maakt het slijmvlies in de maag een stof aan, die vitamine B12 opneemt. Als uw maag of een gedeelte hiervan is verwijderd, kan uw lichaam niet zelf meer vitamine B12 opnemen. De huisarts helpt dan een handje. Aan de hand van uw klachten kijken we wat we verder gaan doen. Emotioneel herstel Behalve lichamelijk, is het gebruikelijk dat u ook emotioneel moet herstellen na een operatie. Bij thuiskomst zult u zich nog niet helemaal optimaal voelen. Waarschijnlijk is uw concentratievermogen minder dan normaal en bent u emotioneler dan anders. Dit komt vaak voor na een operatie. Het komt door het gebruik van de narcose en alles wat u in het ziekenhuis hebt meegemaakt. Door het oppakken van uw normale leven merkt u dat het vanzelf weer beter gaat. In sommige gevallen kan extra ondersteuning nodig zijn in de vorm van een maatschappelijk werker of psycholoog. Gun uzelf de tijd om weer op krachten te komen. Het is moeilijk aan te geven wanneer u weer helemaal hersteld zal zijn. Dat zal afhangen van de grootte van de operatie en hoe u zich op dat moment voelt. Specifieke leefregels per operatie Dumpingsyndroom Bij het dumpingsyndroom komt voedsel via de slokdarm sneller dan normaal in de dunne darm. Dit veroorzaakt klachten als een vol gevoel, darmkrampen, diarree, Elke operatie is anders. Wij hebben per operatie de belangrijkste leefregels voor thuis op een rijtje gezet. 4 hartkloppingen, duizeligheid, trillen en zweetaanvallen. Het dumpingsyndroom treedt bijvoorbeeld op bij een operatie aan de slokdarm. U kunt het volgende doen om de klachten van het dumpingsyndroom te voorkomen: dingsmiddelen? Laat deze dan weg en probeer het later nog eens. Het is de bedoeling dat u na korte tijd weer eet wat u gewend was. Eten en drinken • Na een alvleesklieroperatie loopt de spijsvertering anders dan voor de operatie. In het begin kunt u geen grote maaltijden verdragen en moet u oude eetgewoontes aanpassen. U kunt het beste meerdere kleine maaltijden per dag nuttigen. Als dat problemen geeft, kan een diëtist u adviseren. • Na een operatie maakt de alvleesklier bij sommige patiënten niet meer voldoende enzymen of hormonen aan. Dit kan bij een tekort aan enzymen (tijdelijke) klachten geven als een opgeblazen gevoel, misselijkheid en vette diarree (omdat de alvleesklierenzymen een rol spelen in de vertering en opname van voedsel, waaronder vet). Door deze verminderde opname van voedingsstoffen kan men calorieën verliezen en dus gewicht verliezen. • Na een alvleesklieroperatie kan er ook een tekort aan hormonen ontstaan, waardoor er een insulinetekort en dus Diabetes Mellitus (suikerziekte) kan ontstaan. De alvleesklier speelt namelijk een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel. Het is dan van belang dat u wordt doorverwezen naar een internist en diabetesverpleegkundige. Diabetes Mellitus is te behandelen met medicijnen. Alvleesklieroperatie (Whippleprocedure of PPPD): • eet en drink rustig, kauw uw eten goed; • neem de tijd voor de maaltijden; • stop met eten of drinken zodra u een vol gevoel krijgt; teveel en te snel eten kan leiden tot braken; • gebruik kleine maaltijden, goed verdeeld over de dag (bijvoorbeeld 3 hoofdmaaltijden en 3 á 4 tussenmaaltijden); • drink tenminste 2 liter per dag. Stoelgang Zorg ervoor dat na de operatie de stoelgang zacht blijft, voorkom dat u moet persen. Dit verhoogt de druk in de buik en dat is ongunstig voor de genezing. Gewicht Vaak vallen patiënten na deze operatie een paar kilo af. Dit vormt meestal geen probleem. Als u te veel afvalt (meer dan 3 kilo in 1 maand, of meer dan 6 kilo in 6 maanden) en u zich slap of moe voelt, kan de diëtist u aanvullende adviezen geven om uw gewicht op peil te houden. Galblaasoperatie (cholecystomie) U hoeft geen vetarm dieet te volgen. Met grote hoeveelheden vet tegelijkertijd moet u echter nog voorzichtig zijn. Probeer steeds meer uit wat u kunt verdragen. Hebt u klachten na gebruik van bepaalde voe5 Miltoperatie Als bij u de milt is verwijderd, dan loopt u een verhoogde kans op de ontwikkeling van een infectie voor een bepaalde bacteriesoort. Deze bacterie kan in het lichaam komen, waardoor u ernstig ziek kunt worden. Om deze redenen, treffen we altijd de volgende maatregelen: • Twee weken voor uw miltoperatie geven we een vaccinatie. • Vindt de miltoperatie acuut plaats, dan geven we de vaccinatie later. • Bij ontslag krijgt u gegevens mee over de vaccinaties die u nog extra zult krijgen. Het starten van de vaccinaties gebeurt tenminste 2 weken na de operatie. U krijgt dan 3 vaccinaties en na 2 maanden volgt er nog 1 vaccinatie. • U krijgt een folder mee over het verwijderen van de milt en het verhoogde infectierisico. Koort na miltoperatie Als u koorts krijgt (koorts hoger dan 38.5 º), moet u antibiotica innemen. Het is daarom belangrijk dat u een ‘noodvoorraad’ antibiotica in huis hebt waarmee u onmiddellijk kunt starten als u koorts krijgt. Het is belangrijk dat u direct contact opneemt met uw huisarts. Het antibioticum dat u in huis moet te hebben heet Amoxicilline, hiervoor krijgt u een recept van de afdeling. Dunne-darmoperatie (stoma) Hebt u nog vragen over een miltoperatie? Kijk dan op onze website (zie adres in het grijze adreskader). Na een dunne-darmoperatie (voor het aanleggen van een stoma) kunt u bij warm weer uitdrogingsverschijnselen krijgen. Deze verschijnselen zijn: • weinig urine; • vermoeidheid; • lusteloosheid; • gewichtsverlies. Ons advies is om bij uitdrogingsverschijnselen minstens 1,5 liter per dag te drinken. Eet u veel vezelrijke voeding? Drink dan minstens 2 liter per dag. Als de stoma veel produceert (meer dan 1,5 liter in 24 uur) of bij braken, hevige trans6 piratie en/of koorts hebt u extra vocht- en zoutverlies. Voldoende inname van vocht en zout is dan erg belangrijk. U kunt in dit geval dagelijks 1 á 2 bekers bouillon drinken en/of soep of zoute vis eten. Een verstopping door onverteerd voedsel lost zichzelf meestal weer op. Het helpt als u uw buik masseert terwijl u zich ontspant en heldere dranken drinkt. Blijven de klachten aanhouden? Dan is het raadzaam om een arts of stomaverpleegkundige te raadplegen. Verenigingen, internetsites en lotgenotencontact Het is niet verstandig om bij uitdroging extreme hoeveelheden te gaan drinken. Al het vocht verliest u namelijk direct weer via de stoma. Het is beter om bij het drinken iets te eten, bijvoorbeeld een (zout) koekje. • Voor algemene informatie over spijsverteringsorganen: Maag-Lever-Darmstichting. Wwww.mlds.nl • Bent u geopereerd vanwege kanker in het spijsverteringskanaal? Stichting doorgang. Wwww.stichtingdoorgang.nl • Voor mensen die een stoma hebben gekregen: Wwww.stomavereniging.nl • KWF kankerbestrijding: Wwww.kwf.nl Dikke-darmoperatie (stoma) Als u een dikke-darmstoma hebt, is het belangrijk dat u voldoende vezels eet en voldoende drinkt. Vezels stimuleren dat het voedsel goed door de darmen heenloopt (peristaltiek) en binden vocht, waardoor de ontlasting wat vaster wordt. Als uw stoma niet goed meer werkt door onverteerde voedselresten of vernauwingen dan kunnen de volgende verschijnselen zich voordoen: • buikpijn; • krampen; • opgezwollen buik; • misselijkheid en/of braken; • de stoma produceert weinig of geen ontlasting. 7 St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nl www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 GE-Chirurgie 030 - 609 28 80 Diëtetiek 088 - 320 78 00 Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen Poliklinieken St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern 8 Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl CHI 69/10-’12 Dit is een uitgave van het St. Antonius Ziekenhuis