Kredietverlening en Banken AGENDA Theorie Praktijk 2 3 kernvragen: 1- Wie vraagt het Krediet? 2- Waarvoor dient het Krediet? 3- Hoe wordt het Krediet terugbetaald? 1- Wie vraagt het krediet? Wie is de ondernemer? Wat doet de ondernemer? Wat heeft de ondernemer gedaan? Wat kan de ondernemer? Wat kan de ondernemer niet? Kortom: Met wie hebben we te maken! 2- Waarvoor dient het krediet? Vaste activa: - Onroerende zaken, machines, inventaris, transportmiddelen Vlottende activa: - Voorraden, debiteuren, liquide middelen Gulden balansregel: Permanente en langdurige vermogensbehoefte financieren met Eigen- en Lang vreemd vermogen (vaste activa en permanente kern van de vlottende activa) 3- Hoe wordt het krediet terugbetaald? Wat is de rentabiliteit en aflossingscapaciteit van de onderneming? EZ en VOF: (Winst + Afschrijvingen) – privé-opnamen = ruimte voor rente- en aflossingsverplichtingen BV: Winst + afschrijvingen = ruimte voor rente- en aflossingsverplichtingen AGENDA Theorie Praktijk 8 Winst- en Verliesrekening over 2007 2007 Netto-omzet Kostprijs van de omzet 2006 518.190 493.490 274.641 259.690 Brutomarge 243.549 233.800 Bedrijfskosten: Afschrijvingen vaste activa 54.270 52.040 Overige bedrijfskosten 76.840 70.240 Som der bedrijfskosten 131.110 122.280 112.439 111.520 Financiële baten en lasten (19.790) (23.130) Resultaat 92.649 88.390 Bedrijfsresultaat 9 Activazijde Balans 31 december 2007 31 december 2006 Vaste Activa Inventaris 59.400 77.860 Vervoermiddelen 19.152 22.617 78.522 100.477 11.800 15.634 2.766 778 93.118 116.889 Vlottende activa Debiteuren Liquide middelen 10 Passivazijde Balans 31 december 2007 31 december 2006 Eigen Vermogen 41.620 21.280 LVV 17.190 22.643 KVV Aflossingsverplichtingen 5.812 10.543 Crediteuren 18.358 52.996 Overige schulden 10.138 9.427 11 34.308 72.966 93.118 116.889