Best of recht 1 Recht kent vele onderverdelingen Recht is het geheel aan rechtsregels Recht ordent en handhaaft Recht regelt het menselijk gedrag Recht is algemeen en onpersoonlijk Recht stelt regels en normeert, dat brengt rust en zekerheid in de maatschappij (althans in theorie) 2 Recht kent onderverdelingen en is te onderscheiden: 1. Privaatrecht; regelt het rechtsverkeer tussen burgers onderling of burgers en z.g. rechtspersonen 2. Publiekrecht; het rechtsverkeer tussen burgers en de overheid in diverse vormen (Rijk, provincies, gemeenten) 3 Het privaatrecht vinden we voornamelijk in de wetboeken van het Burgerlijk wetboek. In het burgerlijk wetboek onderscheiden we grofweg het Personen- en familierecht, het Rechtspersonenrecht en het Vermogensrecht Het publiekrecht bestaat o.a. uit het strafrecht (wat we niet mogen), staatsrecht (organisatie van hoe de staat in elkaar zit), bestuursrecht (spelregels voor overheid als deze met burgers moet gaan dealen) 4 Burgerlijkwetboek, naar het Personen-en familierecht Hierin worden zaken geregeld als Het gaat in dit Personenrecht om de geboorte, afstamming, ouderschap, minderen meerderjarigheid persoon zelf, de persoon in relatie tot zijn familie en/of zijn levenspartner 5 De verkrijging van burgerlijke rechten, waardoor de bepaalde rechten en eventuele bescherming, begint bij de geboorte Uitgangspunt in deze sfeer is steeds dat het recht het kind beschermt. 6 Vervolg burgerlijk recht: Rechtspersonenrecht gaat over constructies die evenals natuurlijke personen kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer (bijv. verenigingen/stichting) Het vermogensrecht bestaat uit rechten die op geld waardeerbaar zijn bijv. overeenkomsten of onrechtmatige daad (Als ik iets huur of een arbeidsovereenkomst afsluit – hoe is dit geregeld? Als ik word aangereden – hoe is dit geregeld?) 7 Waar vinden we het recht, oftewel, wat zijn rechtsbronnen? In de wet In verdragen (bijv. EVRM of het EU verdrag) Jurisprudentie Gewoonte kan een bron zijn (het is natuur geworden dat er rekening mee moet worden gehouden, bijv. je kunt ergens werken waar je tussen 09.00 en 09.30 mag beginnen, maar je kunt ook ergens werken waar je strikt alles moet registreren wat je doet.) 8 Mensenrechten en grondrechten Belangrijk zijn o.a. het EVRM en de grondwet dit is de basis van onze samenleving. Onze grondrechten zijn te onderscheiden in Klassieke grondrechten hier willen we niet dat de overheid zich ergens mee bemoeit. De klassieke grondrechten vereisen een terughoudende overheid. Zo willen we een overheid die onze fundamentele rechten respecteert zoals de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging, van drukpers, eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en de eerbieding aan het menselijk lichaam. Beperkingen van de klassieke grondrechten zijn alleen in uitzonderlijke gevallen geoorloofd indien zij een specifiek doel dienen zoals de bescherming van de volksgezondheid, bescherming van de openbare orde of het bestrijden van criminaliteit e.a. Sociale grondrechten hier willen we dat de overheid iets doet voor ons. Sociale grondrechten zijn van recentere datum (vaak van na WOII) en vereisen juist een actieve overheid. De overheid dient de sociale verzorgingsstaat te bevorderen. Thema’s als werkgelegenheid, onderwijs, spreiding van welvaart, wonen, volksgezondheid zijn dan onderwerp, hier dient de overheid voor te zorgen. De grondrechten zijn te beschouwen als ons ‘contract’ met de overheid 12 Privacybescherming De bescherming van privacy is verankerd in de grondwet, daarvan uit is de wet bescherming persoonsgegevens afgeleid Zo is er toestemming vereist voor het verzamelen, vastleggen, bewaren, wijzigen, uitwisselen en vernietigen van gegevens. 13 Rechtspraak Principe van Trias Politica; onafhankelijke rechtspraak vanwege verdeling van de macht; - Wetgevende macht - Uitvoerende macht - Rechtsprekende macht Rechtbanken, gerechtshoven, Hoge Raad (bij strafzaken ook het Openbaar Ministerie) 14 Internationaal recht Volkenrecht (recht tussen staten) Belangrijk zijn de Verenigde Naties en de Europese Unie als internationale Volkenrechtelijke organisaties Belangrijk verdrag voor de mensenrechten is het EVRM. 15 - 16 EVRM (Europees Verdrag inzake Rechten van de mensen en de fundamentele vrijheden) Mogelijkheid voor staten en particulieren om te kunnen klagen Er zijn bepaalde vereisten voordat je bij het Europees Hof voor de Rechten van de mens kunt klagen; de nationale rechtsgang moet zijn uitgeput - Deadlines - Unieke zaak - Er is sprake van schending van het verdrag - Klacht is niet kennelijk ongegrond etc. 17 Europese Unie is belangrijk, want sommige besluiten werken rechtstreeks door in de nationale situatie (denk aan gezamenlijke munt en het wegvallen van de binnengrenen in een bepaald gebied) Organen; Europese Raad, Commissie, Parlement, Europese Hof van Jusitie, Rekenkamer 18 Het Kind/ De jongere Vanaf de geboorte tot de 18e is het ouderlijk gezag van ouders of voogd van belang – Ouders zijn verantwoordelijk voor de handelingen van het kind Minderjarigheid is een thema; toestemming voor rechtshandeling is vereist of wordt verondersteld. Belangrijke zaken zijn; Afstamming (moederschap/vaderschap/voogd/etc.) Juridische ouders Geboorte of adoptie schept familierechtelijke verhoudingen Er is sprake van ouderlijk gezag in soorten en maten (p.169) 20 Ouderlijk gezag soms van rechtswege (automatisch), soms na tussenkomst van de rechter en afhankelijk van de vraag of ouders gehuwd/ongehuwd, van ongelijke of gelijke geslacht, geregistreerd of niet geregistreerd samenwonend zijn en of een ouder is overleden de rechter speelt hierbij een belangrijke rol 21 Bij de afweging die een rechter moet maken in personen-familierechtelijke aangelegenheden wordt het oordeel van de rechter geleid door de vraag; ‘ Is het in het belang van het kind of de jongere dat deze beslissing wordt genomen?’ 22 Vanaf de 18de leeftijd is een natuurlijk persoon handelingsbekwaam en mag aan het reguliere rechtsverkeer deelnemen, maar er zijn uitzonderingen om bepaalde personen tegen zichzelf (of anderen) te beschermen - Curatele – iemand anders regelt alles voor je, je mag dit zelf niet meer doen. Beschermingsbewind en mentorschap – Hier wordt een deel voor je geregeld door iemand anders, bijv. je uitgave. 23 Zorg en welzijnsinstellingen Zijn bijna altijd stichtingen Kennen rechtspersoonlijkheid – ze kunnen op dezelfde manier als burgers deelnemen in het rechtsverkeer Rechtspersoonlijkheid wordt geregeld in boek 2 van het BW Voorbeelden; eenmanszaak, vennootschap, maatschap, vereniging, stichting, B.V. en N.V. 24 De zorg- en welzijnsinstelling is meestal een stichting De stichting heeft geen leden en is een rechtspersoon ter vervulling van een specifiek doel De vereniging is er juist op gericht om het belang van de leden van de vereniging uit te dragen 25 Wetgeving dat actueel en van belang is voor het zorg- en welzijnswerk WMO 2015 – ter bevordering van de samenhang en toegankelijkheid van voorzieningen, voorkomen huiselijk geweld, ondersteuning zelfredzaamheid en participatie, beschermd wonen, etc. bedoeld dat de mensen steeds meer zelf kunnen doen en dat er minder social workers nodig zijn om dit voor ze doen. Ze moeten proberen het met hun eigen omgeving/milieu/familie op te lossen. 26 De gemeenten krijgen een steeds grotere rol in het kader van de decentralisatie van wetgeving op het terrein van de Jeugdzorg (zie jeugdwet 2015) en de uitvoering van de Participatiewet Financiering van deze wetgeving is primair een taak van de overheid en zorgverzekeraars en ten dele toebedeeld aan particulieren wordt vooral gefinancierd door de belasting die wij betalen en maar deels door de zorgverzekeraars 27 Regelgeving en relevante wetgeving binnen zorg- en welzijnsorganisaties; Kwaliteitswetgeving Medezeggenschap medewerkers en cliënten Privacy Arbeids- en arbeidsomstandigheden (cao). Olp 1 Waarom zijn rechtsregels belangrijk voor een social worker. rechten en of plichten van een cliënt (micro) óf van jezelf als SW-er (meso-macro) vast te stellen en daarop acties te ondernemen. Ook kunnen anticiperen op politiek (macro). Voorbeelden. Recht is het totaal van geschreven en ongeschreven “rechtsregels”. Het ordent samenleving en ordent leven individu. Verschil tussen: er IS recht <-> JIJ hebt recht • Wet: je wordt geacht de wet te kennen • Praktijk: leert de wet pas kennen als het te laat is… In dat geval: het objectieve recht vertelt mij wat ik mag/moet of niet mag/moet en wordt pas in een (probleem)situatie subjectief recht (hoe is de rechtsregel voor mij van toepassing?) • Voorbeelden. Objectief recht Doel recht tweeledig: 1. Ordening van samenleving (maatschappij en individu) 2. Ordening handelen overheid (wetgeving, bestuur en rechtsspraak) Rechtsregel? • moet helder zijn: rechtszekerheid en rechtsgelijkheid • geeft ruimte aan mens (bv. grondrecht vrijheid) en kadert (bv. geen discriminatie) • verschilt van tijd en plaats • Nut samenleving kan vreedzaam en rechtvaardig, omdat conflicten kunnen worden opgelost, eigenrichting wordt voorkomen en gewenst gedrag kan worden afgedwongen. Ordening Rubricering (indeling) recht: Obv A. rechtsgebieden, B. thema’s en C. momentum A. Obv rechtsgebieden: 1. burgerlijk (of civiel of Privaat-) recht (rijdende rechter, radar, ook dat nog) 2. strafrecht (peter r de vries) 3. administratief (bestuurs-) recht (rijden in verkeer, radar, ook dat nog) =Publiekrecht 4. staatsrecht (verkiezingen, koning) Rechtsgebieden privaatrecht 1. Personen en familie recht (natuurlijke personen). 2. Rechtspersonenrecht. 3. Vermogensrecht: Zaak? Goederenrecht. Overeenkomst? Verbintenissenrecht. Rechtsgebieden strafrecht Centrale relatie: burger- Nederlandse Staat Doel: voorkomt eigen rechtertje spelen, Staat wil dat burger bepaald gedrag vertoont. Soorten strafrechtsregels: • Gebod of verbod: wat moet je wel/niet? • Ook: strafrechtelijke algemene bepalingen: welke straf dreigt er? • Ook: strafrechtelijke procedure regels (strafprocesrecht): wanneer en hoe mag worden opgetreden bij schending strafrecht ge- en verboden? Staatsgebieden staatsrecht • Staatsorganen • Grondrechten • Invloed burgers op overheid • Staat=overheid=openbaar bestuur Rechtsgebieden bestuursrecht Administratief of bestuursrecht regelt in hoeverre de staat-overheid zich actief mag of moet bemoeien met de maatschappij. Overheid: wat zijn haar mogelijkheden of verantwoordelijkheden (rechten en plichten)? Voorbeelden. Burger: wat moet ik van de overheid of waar heb ik recht op (rechten en plichten)? Onderwerp is bepalend, niet het rechtsgebied Bijvoorbeeld • Jeugdrecht • Vreemdelingenrecht • Gezondheidsrecht • Milieurecht Welzijnsrecht Materieel recht: spelregels van het maatschappelijk gedrag (wanneer mag ik een uitkering aanvragen, wat houdt de onderhoudsplicht in van ouders? Etc) Formeel recht: spelregels van het procederen (wat is de procesrechtelijke weg als recht (verzuim nakoming of overtreding gebod) wordt geschonden?) Aard van de rechtsregels: Dwingend; partijen mogen niet afwijken van recht. Voorbeeld. Aanvullend; partijen mogen afwijken van recht. Voorbeeld. Semidwingend; partijen mogen afwijken mits binnen bepaalde vorm. Voorbeeld. • Typen rechtsbronnen: 1. Van geschreven rechtsregels (wet en verdrag) 2. Van ongeschreven rechtsregels (gewoonte en jurisprudentie) Kenmerken Nederlandse Staat: hier krijg je een vraag over! 1. macht 2. gedecentraliseerde eenheidsstaat 3. parlementaire democratische rechtsstaat 4. rechtspersoon 5. openbaar lichaam en organen Leer van de machtenscheiding (trias politica): 1. Wetgevende macht (wetgeving) 2. Uitvoerende macht (overheidsbestuur) 3. Rechtsprekende macht (rechtspraak) Gedecentraliseerde eenheidstaat • Eenheidsstaat; centrale overheid • Gedecentraliseerd: bevoegdheden voor wetgeving en bestuur ook aan Provincie en Gemeenten. Rijksoverheid controleert. • Vier kenmerken rechtsstaat: legaliteitsbeginsel, beginsel van machtenscheiding, grondrechten en onafhankelijke rechtspraak • Zes kenmerken parlementaire democratie: vrije en geheime verkiezingen, rechtstreekse invloed burgers, openbaarheid, vertegenwoordigende colleges, parlementair stelsel en vrije en onafhankelijke media. Rechtspersoon • Natuurlijke personen • Rechtssubject vs. rechtsobject • Instituten worden rechtssubject (drager van rechten en plichten) wanneer rechtspersoonlijkheid (bezitten eigen vermogen) • Overheidsorganen zijn publiekrechtelijke rechtspersonen, artikel 1 Boek 2 Burgerlijk Wetboek (art. 2:1 BW) Vragenrecht, interpellatierecht, enquêterecht, budgetrecht. • Staat = openbaar lichaam • Bestuursorganen v/d Staat= Regering + Staten-Generaal • Ja…maar, regering?= kabinet ministers + koning (art. 42GW) • Ja…maar , kabinet?= ministers en staatssecretarissen • Ja…maar, Staten-Generaal?= Eerste en Tweede Kamer (art. 51 GW) • Functie Staten-Generaal= wetgevend en controlerend • Controleren? Hoe dan? Staten generaal controleren 1. Vragenrecht (art. 68 GW): tv of livestream site Tweede Kamer der Staten Generaal : iedere dinsdag 14 tot 15 uur… nu/net dus! 2. Interpellatierecht (art. 68/69 lid 2 GW): uiterste gevolg is motie van wantrouwen …filmpje!: http://www.youtube.com/watch?v=fnQC7LUQ4P8 3. Enquêterecht (art.70 GW): vb. Srebrenica 4. Budgetrecht (art. 105 GW); begroting Prinsjesdag moet akkoord zijn met meerderheid TK-> “Algemene beschouwingen” Verkiezingen 4 jaar zittingsduur vertegenwoordigers 18 jaar en ouder Rechtstreeks Eerste kamer getrapt Niet alleen landelijk, ook provinciaal en gemeentelijk (toekomst!) Ministerraad. Komen iedere vrijdag bijeen Vrijdagavond tv NOS :gesprek met de minister-president Zijn verantwoordelijk (art. 42 GW) Belangrijkste bestuursorgaan (art. 45 GW) Taak= eenheid en besluit over te voeren regeringsbeleid Jamaar, regeringsbeleid?= alle wetsvoorstellen, AmvB, internationale ovk, buitenland,voordracht Hoe komt eigenlijk een regering tot stand? Totstandkoming regering i. Regering moet kunnen regeren…dus meerderheid nog in parlement (= TK) ii. Dus…handig als regering bestaat uit mensen waar kiezers meest op hebben gestemd iii. Maar...in Nederland door meerpartijenstelsel niet mogelijk iv. Dus coalitievorming… v. Dus moet regering gevormd worden uit ‘beste coalitie’ combinatie -> formatie + regeerakkoord Avv = Wetgeving in materiele zin= herhaalde toepassing mogelijk in gelijke situaties! Door centrale wetgever….Maar wie kunnen dit zijn? 1. regering + Staten-Generaal (wet in formele zin) 2. Regering alleen (AmvB) 3. Minister of Staatssecretaris (ministeriele regeling) regering heeft rechtsreeks bevoegdheid vanuit wet om wetgeving te maken =>attributie! art. 89 GW: regering AmvB Echter: als door geattribueerde bestuursorgaan toch wordt toegestaan dat ander bepaalde bevoegdheden krijgt tot regelgeving, dan delegatie. Regering maakt AmvB en laat aan minister uitwerking => Delegatie Delegatie in dit vb.= minister geen eigen wetgevende bevoegdheid , houdt zich aan kader AmvB en maakt ministeriële regeling • DIRECT: VIA WET? ATTRIBUTIE • INDIRECT: VIA BESTUURSORGAAN DAT ATTRIBUTIE HEEFT AAN ANDER ORGAAN? DELEGATIE Awb (Algemene wet bestuursrecht) I. Algemene regel II. Bij besluit III. Geen avv IV. Doel: nadere uitleg bevoegdheid bestuursorg. V. Betreft: afweging belangen/vaststelling feiten/uitleg voorschriften Olp 2 Gemeenten (als bestuursorgaan, zie OLP1) verantwoordelijk voor uitvoering taken in: Jeugdzorg (Jeugdwet) schuldhulpverlening, (Wet Gem. SHV) (passend) onderwijs, (wet passend onderwijs) Maatschappelijke/ sociale participatie, (WMO) (beschermd)werk, inkomen (uitkering) (Participatiewet) Wetgeving zorg en welzijn gemeentelijke verantwoordelijkheid • Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (2012) • Wet passend onderwijs (2014) • Wet maatschappelijke ondersteuning (2007 en 2015) • Participatiewet (2015, WWB voorheen 2004) • Jeugdwet (2015) • WLZ-> verantwoordelijkheid CIZ • Wajong 2015-> verantwoordelijkheid UWV Wmo: Doel: zelfredzaamheid en participatie maatschappelijk verkeer versterken alle inwoners Aanspraak op begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf, woningaanpassing, huishoudelijke hulp , beschermd wonen en vervoer is geen recht meer-> recht- en doelmatigheidstoetsing: 1. Kun je het zelf oplossen? Zo nee 2. Kan je sociale netwerk ondersteunen/oplossen? Zo nee, 3. Kunnen vrijwilligers je helpen? Zo nee, 4. Is er een algemene voorziening die je probleem oplost? Zo nee, 5. Dan pas een maatwerkvoorziening! risico: calculerende burger Bestuursrechtelijk besluit: Bezwaarschrift mogelijk Eigen bijdrage : algemene en maatwerkvoorzieningen Jeugdwet: • Wet op de Jeugdzorg en AWBZ -> Jeugdwet • Alle kinderen < 18 jaar die ondersteuning nodig hebben bij het opgroeien • Dus: Vrijwillig/gedwongen/ verstandelijke of lichamelijke beperking? -> gemeente • Zeer ernstig verstandelijk of meervoudig beperkingen? Wet langdurige zorg! -> CIZ • Meer focus op preventie/eigen kracht/eigenregie/sociaal netwerk • begeleiding/kortdurend verblijf (logeren)/verblijf in een instelling /persoonlijke verzorging/verpleging en behandeling. Verantwoordelijkheid: • Gemeente is verantwoordelijk voor beleid (politieke keuzen), juiste toepassing wetgeving en aanvullende eigen regelgeving (veel beleidsvrijheid!!!), financiering, controle op kwaliteit van uitvoering • Wie voert uit: zorgaanbieders • Zorgaanbieders: marktpartijen (commercieel belang) (BV’s, Stichtingen, ZZP-ers) • Wie werkt er bij zorgaanbieders: SW-ers (gebonden aan eigen beroepsregels uit wet en beroepscode) Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 “-beschermd wonen: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;” Maar wat betekent het nu dat beschermd wonen staat opgenomen in de Wmo 2015? Antwoord op vragen als: • Wanneer en door wie een indicatie? • Wie is eigenaar woning? • Wie doet de begeleiding of ondersteuning? • Wie betaalt beschermd wonen? inkomsten uitgaven Z&W Rijksbelasting o.a. ziekenhuis/arts, Gemeentebelasting beschermd wonen, Premies ziektekosten sw-professionals, Eigen bijdrage stoeltjeslift Verschillende portemonnee eigenaren : =Rijk =Gemeente , etc.. =Zorgverzekeraar =Zorgkantoor =fondsen en sponsoren = WMO 2015 => meestal indicatie door sociaal wijkteam in gemeente -> dan wordt zorg/welzijn afgenomen bij zorg/welzijnsaanbesteders winst door commerciële handelingen! Wel vennootschapsbelasting-afdracht Winst niet voor aandeelhouders (stichting heeft deze niet) , mag wel in lonen of bonussen zitten, eigenvermogen of bouw nieuw pand Schaalvergroting voordelen: • Kostenbesparing • kwaliteitsverbetering Schaalvergroting nadelen: • Verdwijnen zorgaanbod in regio • Bureaucratie Schaalvergroting door: • Fusie • Federatie • Samenwerkingsconvenanten • Let op: niet dermate grote samenwerkingen dat er geen concurrentie meer is (monopoliepositie)-> moeilijk in praktijk! 1. volmacht (art. 3:69 t/m 79 BW) 2. zaakwaarneming (art. 6: 198 t/m 202 BW) 1. bewindvoering (art. 1:431-449 BW) 2. curatele en (art.1: 379 –391 BW) 3. mentorschap (art. 1:450 –462 BW) Kwaliteitswet zorginstellingen (art. 1 t/m 10 KWZ) Nu net nieuwe wet: Wkkgz (strengere eisen!!) ook andere kwaliteitswetten BIG, BOPZ etc ook eisen vanuit Wmo en Jeugdwet Cliënt in zorginstelling heeft recht op inspraak en medezeggenschap binnen instelling! (art. 1t/m 10 WMCZ) Olp 3 • Recht is het totaal aan rechtsregels • Functies zijn: • Ordening d.m.v. normstelling • Handhaving van regels • Karakter: onpersoonlijk, zakelijk • Principe is de Trias Politica • Verdeling van de overheidsmacht in functies, organen en verschijningsvorm. • Wetgeving • Bestuur ( uitvoering) • Rechtspraak Rechtsgebieden: • Privaatrecht • Strafrecht • Bestuursrecht • Staatsrecht Privaatrecht • Personenrecht • Rechtspersonenrecht • Vermogensrecht Publiekrecht • Staatsrecht : ordening van de staat • Strafrecht ( geboden en verboden) • Bestuursrecht Boek recht: blz 9-43, 506-523, 639-650, 656-672, 678-682 9 t/m 19 47 t/m 49 49 t/m 52 122 t/m. 131 84 t/m 88 Recht in kladblok.