ORDE VAN DIENST BIJ EEN HUWELIJKSVIERING 1. Openingslied DIENST VAN HET WOORD 2. Woord van welkom 3. Openingsgebed 4. Glorialied 5. Niet Bijbelse lezing naar keuze 6. Tussenzang 7. Bijbelse lezing naar keuze 8. Huwelijkstoespraak/ Preek 9. Huwelijksinzegening naar keuze Zegeningsgebed bij gemengd huwelijk 10 Zegening van het bruidspaar naar keuze 11 Huwelijkslied 12. Voorbeden naar keuze DIENST VAN DE TAFEL 12. Klaarmaken van tafel met offerandelied 13. Tafelgebed 14. Het grote dankgebed 15. Onze Vader 16 Vredewens 17 Lam Gods 18. Communie 19. Communielied 20. Slotgebed 21. Ave Maria 22. Gelukwens en zegen 23. Slotlied Liederen op alfabetische volgorde Wij danken iedereen heel hartelijk voor de deelname aan onze huwelijksviering. Bruid en bruidegom nr. 1t/m 6 naar keuze nr 1 t/m 5 nr. 7,8, 26, nr 1 t/m 16 nr. 9 t/m 11 nr 1 t/m 13 nr 1 t/m 4 nr 1 t/m 6 nr. 12 t/m 21 nr 1 t/m 6 nr. 22 t/m 23 nr. 1 t/m 5 nr. 1 t/m 3 nr. 17, 24 t/m 27 nr. 1 t/m 6 nr. 6,7, 28 t/m 32 1. WOORD VAN WELKOM 2. OPENINGSGEBEDEN of: OPENINGSGEBED (4) OPENINGSGEBED (1) Blij zijn om de lach van een ander, die je bemint. Niet in de wolken die verloren drijven over het land, niet in de sneeuw die smelt en spoorloos in de zee wegstroomt, Niet in het zand dat met de voeten wordt getreden, maar in Uw warme hand hebt Gij de namen opgeschreven van allen die Uw mensen zijn en altijd staan wij voor Uw ogen. Zo breekbaar en voorbijgaand als wij zijn, hebt Gij ons naar Uw beeld gekneed. Uit dure klei van grenzeloze liefde. Elk mens hebt Gij geschapen voor een ander en niemand is gemaakt om doodalleen zijn pijn en zijn geluk te dragen. Gij roept ......... en ........... bij name om zorgend naar elkaar te gaan en in elkanders vraag om trouw Uw roepstem te aanhoren. Zij zijn uit Uw geheim geboren. Wees zo in hun liefde blijvend aanwezig. of: OPENINGSGEBED (2) God onze Vader, zegen ....... en ......; zegen hun handen opdat zij voor elkaar niets verbergen, maar alles delen wat het leven biedt: de zon en de schaduw, het licht en de duisternis, het kleurloze en de fijne dingen. Zegen hun ogen, opdat zij elkaar in de ogen zien en stilzwijgend verstaan wat er in de ander is; opdat zij een en al oog worden voor mensen om hen heen, die geen uitzicht hebben of verblindt zijn door angst, eenzaamheid en verdriet. Zegen hun mond opdat zij goede woorden spreken en elkaar bevestigen in de waarheid. Zegen hun oren, om de verborgen vragen van de ander te verstaan en al te vervullen voor zij worden uitgesproken Dit vragen wij U door Jezus Christus onze Heer. Amen of: OPENINGSGEBED (3) God van Liefde, uit ontelbare mensen hebt U ....... en ....... geroepen voor elkaar. Op hen rust nu de levensgrote taak om elkaar gelukkig te maken, om voor elkaar een huis te zijn. Wij kennen maar al te goed de moeilijkheden van deze verantwoordelijke opgave. Wil daarom met hen zijn. Dan alleen kunnen zij trouw zijn aan zichzelf. Trouw aan elkaar. En voor elkaar een en al hart. Om de ogen die de jouwe zoeken en zeggen willen: fijn dat je er bent. Om lippen, die gemeend "dank je" fluisteren. Om de handdruk die je zonder woorden zegt: Jammer ..... Om een zonnestraal - warmte en licht Om de bloemen, om zoveel dingen van de wereld en erbuiten. Blij zijn om eenvoudige, doorgaans ongeziene dingen. Gewoon blij zijn vraagt van je dat je weer wordt als een kind: open en ontvankelijk, dankbaar. God, moge het zo altijd zijn tussen ........... en .........., dat zij steeds open, ontvankelijk en dankbaar zijn voor elkaar. of: OPENINGSGEBED (5) Heer, onze God het is Uw werk en Uw glorie dat er liefde gevonden wordt in deze wereld. Het is Uw genade, dat er gemeenschap bestaat tussen mensen. Wij danken U voor ......... en ......... dat U hen voor elkaar bestemd hebt als man en vrouw. Breng hun liefde tot volle bloei, doordat zij hun hart openen voor het evangelie van Jezus Christus. of: OPENINGSGEBED (6) Heer onze God, uit ontelbare mensen hebt Gij ..... en ....... geroepen voor elkaar. Twee mensen hebt U samengebracht. U ziet iets in hun liefde. Op hen rust nu de taak om elkaar gelukkig te maken, om voor elkaar een thuis te zijn. Geef hen de kracht om naar elkaar toe te groeien, een leven lang. Geef hen moed om steeds open en eerlijk tegenover elkaar te zijn en geef hen geluk en liefde, vandaag en alle dagen. Amen DIENST VAN HET WOORD NIET BIJBELSE LEZINGEN EERSTE LEZING (1) Je bent gelukkig met elkaar Je weet dat ergens op deze wereld iemand bestaat die jou volkomen begrijpt, die je met een knipoog een verhaal vertelt, waar jij alleen de diepe inhoud van kent. Wiens handen en vingers toverwoorden schrijven op je huid, wiens hart klopt op het ritme van jouw naam. Iemand die op zoek is naar jou. Soms loop je elkaar voorbij, zonder elkaar te zien. Dan opeens sta je stil en je zegt: Jij! Je leven wordt anders, alle details krijgen belang, bloemen komen tot bloei. Je luistert naar dezelfde muziek. Als je samen bent brandt er een kaars met een vlam die eindeloos is. Je bent gelukkig met elkaar en met alles wat er zijn kan tussen mensen. Tussen jou en mij. EERSTE LEZING (2) Op een gegeven moment zeg je tot jezelf: "Ik voel me zo anders worden." Misschien bedoel je te zeggen: "Ik voel me de ander worden!" Er breekt iets van "WIJ" door. Het is "WIJ" aan het worden, maar dat gaat niet vanzelf. Je hoeft helemaal geen egoïst te zijn als je dan huivert bij de gedachte: "Nu ben ik niet meer vrij, niet meer louter "IK". De ander binnenlaten in je hart, kan hartverwarmend zijn. Maar de gedachte van "een ander levensbelang binnen je hart hebben", is iets waar je aan wennen moet, of beter gezegd, is iets wat je moet leren. Je moet leren voortaan samen te zijn. Het vraagt overgave aan de ander. Die overgave moet niet alleen de ander, maar ook jezelf gelukkig maken. Je moet er ook zelf gelukkig bij zijn. Het geheim van je geluk is dan, dat de ander door jou gelukkig is. EERSTE LEZING (3) Om even na te denken. Twee mensen die van elkaar houden, het valt ons bijna niet meer op. We beschouwen het vaak als gewoon, we staan er niet meer bij stil. En dat, terwijl het toch iets wonderlijks is in een wereld waar je zo vaak het tegendeel ziet en ook vindt. Is het niet wonderlijk: samen hopen, verwachten, bouwen, in plaats van het maar alleen uitzoeken. Samen de dienst uitmaken, alles kunnen zeggen, zonder enige vrees. Je woorden niet op een gouden schaaltje wegen, opdat de ander je goed verstaat. Is het niet nog wonderlijker dat je kunt spreken zonder woorden? Dat je elkaar begrijpt en dat je begrepen wordt? Dat je kunt luisteren en weet dat er ook naar jou geluisterd wordt? Twee mensen die van elkaar houden ......., mensen die zichzelf blijven en toch één zijn. Twee mensen die niet eenzaam zijn, ze hebben elkaar, ze maken elkaar mens, de een de ander..... Ze maken elkaar mens: man en vrouw voor elkaar. Deze twee mensen die van elkaar houden. Het valt ons bijna niet meer op. En toch is het iets wonderlijks.... EERSTE LEZING (4) Jij bent anders dan ik. Ik idealiseer je niet, ik herken wel je fouten, ik zie wel je gebreken, maar ik houd van je. Niet omdat ik je zie zoals ik je graag wil, maar omdat je bent die je bent. Jij. Anders dan ik. Jij Je hebt je eigen problemen en je hoort de mijne aan, je luistert naar mij, zoals je ook mij vraagt om te luisteren. Je bent anders dan ik, maar ik houd van je. Daarom aanvaard ik je. Ik hoop en geloof dat jij hetzelfde voelt, weet, of: EERSTE LEZING uit: Jonge Kerk 1978 Een van de levenskrachten is trouw. Wat is trouw eigenlijk? Het is geen eigenschap, het is geen kennis, je kunt het niet vastleggen. Het is een soort verbond. Iets wat je afspreekt met jezelf of met een ander. Een afspraak voor het leven. Niet voor een weekje of voor een maand, zelfs niet voor één of twee jaar: nee, voor altijd. En dat is heel wat, want niemand weet hoe zijn leven zal verlopen, wat er nog zal gebeuren, wie hij nog zal ontmoeten, hoe hij zelf zal veranderen. Dat risico moet je nemen, als je belooft elkaar trouw te zijn. Trouw is niet iets, wat er gisteren nog niet was en vandaag opeens wel. Het moet zich langzaam ontwikkelen, net zoals ieder groeiproces, met de nodige conflicten en onzekerheden. Maar als je eenmaal zover bent, dat je elkaar vertrouwen kunt, dat je elkaar trouw wilt zijn, dan krijg je er ook iets moois en iets waardevols voor terug. denkt. de liefde die mensen verwondert en boeit. Geen woorden te groot om te zeggen hoe zij in mensen zucht en zingt en gloeit. Zij is vuur dat je doorstroomt, zij doet je huiveren, hopen en wachten, zij is een lied in de avond en ze droomt jouw naam in de nacht. Dat is waar, is waar, ik weet hoe ze in me zuchtte en riep, toen ik hoopvol de dag verbeidde dat ik jou voorgoed aan mijn zijde zou zien. Ja, ik geef toe, groots en meeslepend is de liefde, zoals dichters belijden. Maar in het dagelijks verkeer zijn het de kleine dingen die ons doen leven. Een half woord dat begrepen wordt omdat jij het bent. Een oogopslag en het timbre van je stem en ik weet al wat je zeggen wilt. In het dagelijks verkeer van huis, tuin en keuken, zoeken onze schreden het ritme van elkaars gemoed. EERSTE LEZING (6) "Getrouwd zijn" Getrouwd: dat is met heel je wezen blij en verdrietig, koud en warm, klein en groot zijn bij elkaar. Getrouwd: dat is van top tot teen, van huid en haar, volop mens zijn, man en vrouw zijn bij elkaar. Getrouwd: dat is zwijgend moe zijn, onbegrepen, niet meer in staat een weg te banen voor elkaar. Getrouwd: dat is vragen, plagend liefde geven, stilaan wachten bij elkaar. Getrouwd zijn: dat is samen groeien als mensen, elk op zijn eigen manier, niet gedwongen, maar steeds denkend aan elkaar! EERSTE LEZING (8) Zij wordt bezongen in alle talen, Hoe krampachtiger zij haar hand balde, En jouw liefde zegent mij als ik met vallen en opstaan, met jou de weg van het leven ga. Liefde, dat is vrede aan tafel, dag in dag uit, met het nieuws van de dag en het weerbericht van morgen. Liefde is alledaags dichtbij, omdat jij er bent. of: EERSTE LEZING (10) "Een open hand." Eens was er een jonge vrouw. Op de vooravond van haar huwelijk stond zij bij haar moeder en keek naar de zon die over het strand onderging in volle zee. Toen vroeg de dochter: "Moeder, mijn vader houdt van je en is je ook altijd trouw gebleven. Wat moet ik doen opdat mijn man me steeds meer zal beminnen?" De moeder zweeg en dacht even na. Dan bukte ze zich en vulde elke hand met zand. Zo kwam ze bij haar dochter staan. Zonder verder iets te zeggen knelde zij de vingers van één hand steeds sterker om het zand. Het zand glipte eruit. hoe sneller het zand eruit gleed. Toen zij haar hand opende, kleefde slechts nog enkele vochtige korrels aan haar handpalm. Maar de andere hand had de moeder open gehouden als een kleine schaal. Daar bleven de zandkorrels liggen; ze schitterden steeds heerlijker in het licht van de late zon. "Dat is mijn antwoord" zei de moeder zacht. of: EERSTE LEZING (9) Wanneer je iemand ontmoet in je leven tegen wie je alles kunt zeggen, die naar je wil luisteren, op wie je kunt rekenen, iemand die je begrijpt zonder dat je alles onder woorden hoeft te brengen, iemand die je zorgen, je vreugde en je leven deelt. Als je zo iemand ontmoet hebt, heb je een vriend. Vriendschap is een prisma met vele kleuren, je kunt uren praten en uren zwijgen, een glimlach, een knipoog, een handdruk en zelfs een traan, vertellen een heel verhaal. Vriendschap geeft kleur aan je leven, ze is fris, groen als de lente, goudgeel als de zomer, bruin als de herfst, wit als de winter. Wie een vriend heeft gevonden heeft een kostbaar geschenk gekregen. Vriendschap zegt: ik ben blij dat je er bent. Vriendschap doet je dromen Vriendschap maakt je gelukkig. Vriendschap doet houden van mensen, van de dingen, van het leven, van de bloemen en de bomen, van bergen en zee. Het geluk van vriendschap vind je soms heel onverwacht, ze kan beginnen op een dag dat je voor het eerst je gedachten met iemand deelt. Je weet wanneer ze er is, omdat je ineens niet meer alleen bent. Echte vriendschap woont voor de rest van je leven in je hart. EERSTE LEZING (12) Aan een wijze man - men noemde hem de profeet - werd gevraagd: Vertel ons iets over de liefde. De wijze man hief zijn hoofd op, keek de mensen eens goed aan en zei toen: Wanneer de liefde u wenkt, volg haar dan, ook al zijn EERSTE LEZING (12) haar wegen zwaar en steil. Als haar vleugels u omringen, laat u dan gaan, zelfs al zou een zwaard, verborgen in haar veren, u kunnen verwonden. Als de liefde tot u spreekt, geloof haar dan, ook al verstrooit haar stem al uw dromen. Onthoud dit van de liefde: zij kroont u en zij kruisigt u, zij dient u tot groei, maar zij snoeit u ook; zij klimt in u omhoog, zo groot als u bent, maar zij daalt ook af tot in het diepste van uw bestaan. Tenslotte nog dit: Laat het beste in u steeds voor uw geliefde zijn. Indien uw geliefde de eb van uw getij moet ervaren, doe uw geliefde ook de vloed kennen. Immers het zou niet fijn zijn als gij uw geliefde enkel zocht om de tijd te doden, integendeel, gij moet uw geliefde zoeken om de tijd te léven. Want uw geliefde moet niet uw ledigheid, maar uw tekort aanvullen. Kahlil Gibran of: EERSTE LEZING (11) uit de profeet, van Kahlil Gibran. Iemand stelde de vraag: Vertel eens over het huwelijk. En hij zei: Je bent ontstaan als man en vrouw en je zult altijd samen zijn. Je zult zelfs samen zijn, ook als de vleugels van de dood je dagen verrijken. Je zult zelfs samen zijn in de geluidloze oneindige aandacht van God. Maar..... Zorg dat er openheid blijft in je samen-leven, als speelruimte voor de geest die alles nieuw houdt. Bemin elkaar, maar maak van je huwelijk geen bewegingloos stelsel van verplichtingen. Laat je liefde zoiets zijn als een bewegende zee tussen kusten die jullie zijn, als man en vrouw. Geef elkaar van je eigen brood, maar eet niet steeds van het brood van de een. Zing en dans samen en wees blij, maar laat de ander in zijn waarde, precies zoals elke snaar van een luit zijn eigen waarde heeft. Daarom klinken ze samen als muziek. Geef je hart aan elkaar, maar niet als eigendom, want de enige bij wie je dat kunt doen is de Heer van alle leven. En leef dicht bij elkaar, maar niet te dicht op elkaar, zoals ook de pilaren van een kerk niet vlak naast elkaar staan, maar apart; en zoals de eik en de cipres nooit in elkaars schaduw staan. God schiep hemel en aarde, licht en donker, planten en dieren, land en zee. En toen hij de mens schiep, schiep Hij hen als man en vrouw, als twee werelden. Verschillend als strand en zee, want als het vloed is omhelst de zee het land. Dan zijn ze één in een wervelende branding. Maar als het eb is, nemen ze afstand van elkaar, deinzen ze zo van elkaar terug dat het strand vraagt: Waar is de zee? En de zee denkt: Waarom duwt het land me terug? Ze wilden één zijn, maar verloren elkaar uit het oog, zonder in staat te zijn elkaar los te laten. En zo vinden zij elkaar weer terug, in een nieuwe vloed, een nieuwe wilde branding. Man en vrouw, eb en vloed, feestelijk samenzijn en onafscheidelijke eenzaamheid, vreugde voor elkaar en pijn doen aan elkaar. Maar nooit zullen zij elkaar loslaten. Zij zijn voor elkaar geschapen. Zee en strand zijn elkaar trouw, juist als het eb is. God schiep de mens als man en vrouw, Hij schonk ze aan elkaar, wat hen verbindt is trouw. of: EERSTE LEZING (13) "Bridge over troubled water" Simon en Garfunkel Als jij je moe en nietig voelt en de tranen in je ogen schieten, dan zal ik ze drogen. En als de tijden hard zijn zal ik toch aan je zijde blijven; juist als de echte vrienden van je verdwenen zijn, zal ik me over jou heen buigen als een brug over woelig water. Als je terneergeslagen bent, als je het niet uithoudt in je huis, als de lange avonden je hard gaan vallen, ik zal er zijn om je op je gemak te stellen. Ik deel met jou de duisternis, je pijn en je verdriet. En ik zal me over jou heenbuigen als een brug over woelig water. En als je een goede vriend nodig hebt: weet dan dat ik altijd achter je aan blijf varen; en ik blijf voor jou als een brug over woelig water. of: EERSTE LEZING (14) De twee ringen Ze gingen elk op weg de een wat eerder, de ander wat later of: EERSTE LEZING (16) Getrouwd, dat is met heel je wezen en ze wisten het niet van elkaar maar beide waren ze onderweg en ze maakten ook ongeveer hetzelfde mee, zover liep dat niet uiteen. Ze rolden tegen stenen op en vielen om werden weer overeind geholpen, ze klommen tegen bergen omhoog langs ravijnen door de sneeuw en ze kwamen te snel naar beneden, ze rolden elkaar voorbij, rolden terug verdwaalden zogenaamd toevallig in elkaars buurt, zaten elkaar in de wielen, vloekten, wilden ieder een kant op, hij over de kronkelige dijk, zij langs de kaarsrechte polderweg. Het wegennet is zo nauw dat hun wegen elkaar spoedig weer kruisten, dat had je kunnen zien aankomen. Ze stapten af en lagen voor het eerst naast elkaar in het gras van de berm. Ze verborgen zich op de zolder in het donker, rolden het bed in, moe en gelukkig van rond zijn en van zuiver goud. Probeerden de volgende dag of ze toch altijd rond en gesloten en niet te versmelten - dat zouden ze nooit toestaan misschien wel samen verder konden, ongeveer even snel en dezelfde kant op als de twee ringen. of: EERSTE LEZING (15) Een huwelijk is een avontuur. Twee mensen samen één. Een huwelijk is met open handen en open hart klaar staan voor elkaar. het is vrijheid en geborgenheid. Een huwelijk is leven met het mysterie van de andere mens. Het huwelijk wordt gesloten, zegt men. Het huwelijk wordt geopend is meer waar. Het is een groeiproces, een steeds opnieuw beginnen. Een huwelijk is niet: nu ben jij van mij, maar: nu ben ik er voor jou. Het is een ontdekkingstocht naar de ander. Het huwelijk is geven in een wereld die het nemen vaak voorop stelt. Een huwelijk is jezelf binden in een wereld die ongebondenheid nastreeft. Een huwelijk is zeggen dat de ander alles is in een wereld waar de mens soms niets schijnt te zijn. Een huwelijk is zeggen dat een leven te groot is voor iemand alleen. Het huwelijk is kiezen voor het samen opbouwen van een gelukkig leven. blij en arm zijn, groot en klein zijn, bij elkaar. Dat is van top tot teen, met huid en haar volop mens zijn, man en vrouw zijn, bij elkaar. Getrouwd, dat is zwijgend moe zijn, onbegrepen, niet in staat een weg te banen naar elkaar. Dat is vragen, plagend, lievend, gevend, stil maar wachtend bij elkaar. Getrouwd, dat is getweeën groeiend als mensen, ieder naar zijn aard en daarin steeds boeiend: Jij bent mijn leven waard! of: EERSTE LEZING (17) Samen is: met open handen en open hart klaar staan voor elkaar. Samen is: vrijheid en gebondenheid, jezelf durven zijn. Voor en door de ander willen zijn. Samen is: leven met het mysterie van de andere mens. Samen is: "Ja" zeggen, te pas en te onpas, door dik en dun, in goede en slechte tijden. Samen is: een proces, een groeiproces en steeds weer opnieuw proberen. Samen is: niet: nu ben jij van mij, maar ....... nu ben ik er VOOR JOU. Samen is: een ontdekkingstocht naar de ander. Samen is: geven in een wereld die nemen in haar vaandel heeft staan. Samen is: jezelf binden in een wereld die ongebondenheid nastreeft. Samen is: zeggen dat de ander alles is, in een wereld waar de mens soms niets schijnt te zijn. Samen is: zeggen dat een leven te groot is voor iemand alleen. Samen is: bewust kiezen voor elkaar. of: EERSTE LEZING (18) Eén keer moet het begin zijn of je nu wilt of niet. Eén keer wil je bereiken wat je in de verte ziet. Eén keer zul je moeten kiezen uit alles om je heen. Eén keer zul je moeten zeggen: Er is er voor mij maar één. Eén man of vrouw om van te houden, één die voor je vecht. Eén plaats om thuis te komen, één thuis, maar dan ook echt. Het klinkt misschien kortzichtig met al die inspraak om je heen. Toch is het goed te zeggen: Er is er voor mij maar één! En soms begint het te rommelen, te scheuren hier en daar. en heel je zekere wereld, die dondert in elkaar. En toch vanuit de resten, al gebeurt dat niet meteen, komt toch weer het verlangen: Er is er voor mij maar één. EERSTE LEZING (19) Liefde kan je plotseling overvallen. Het borrelt als een bron, kristalhelder. Je stroomt vol en je groeit boven jezelf uit. Liefde kent eigenlijk geen begin. Het is als de zon die opeens door de wolken breekt, als je ze ziet is ze er al. Liefde is nooit oppervlakkig, het hoort tot de diepere dingen van het leven. Het is altijd nieuw als een prisma met vele kleuren. Liefde verover je niet, je verklaart het niet. Haar oorsprong is geheim, het heeft altijd iets van een wonder. Liefde is een gebeuren tussen mensen, het is een ontmoeting die niets van moeten heeft. Mensen hebben elkaar nodig, maar ze durven het dikwijls niet te bekennen. Mens wordt je niet in je eentje. Niemand is een eiland of een rots, een mensenhart wil beminnen en bemind worden. Elk mens wil iemand hebben die hij liever ziet dan zichzelf. En dan ontdek je: Ik heb een vriend. De wereld wordt er ineens anders door voor jou. Je zou zoveel willen zeggen, maar je hebt woor den tekort. Wat je wilt zeggen ligt verder dan woorden, maar je weet, er is iemand die naar je luistert met zijn hart. Die je begrijpt en die je nooit in de steek laat. Bij wie je altijd terecht kunt. Hij aanvaardt je, zelfs met je gebreken. Liefde maakt sprakeloos. Liefde is een hart dat kan luisteren. BIJBELSE LEZINGEN - TWEEDE LEZING TWEEDE LEZING (1) 1 Johannes.4, 7-12 Vrienden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft is een kind van God en kent God.De mens zonder liefde kent God niet, want God is liefde. En de liefde die God is, heeft zich onder ons geopenbaard, doordat Hij zijn enige Zoon in de wereld gezonden heeft, om ons het leven te brengen. Hierin bestaat de liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad én Hij heeft zijn Zoon gezonden om door het offer van Zijn leven onze zonden uit te wissen. Vrienden, als God ons zozeer heeft liefgehad, moeten ook wij elkander liefhebben. Nooit heeft iemand God gezien, maar als wij elkaar liefhebben, woont God in ons, en is Zijn liefde in ons volmaakt geworden. of: TWEEDE LEZING (2) uit het boek "De schepping" De Heer God sprak: Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken, die bij hem past." Toen boetseerde God uit de aarde alle dieren op het land en alle vogels van de lucht en bracht die bij de mens, om te zien hoe hij ze noemen zou. Zoals de mens ze zou noemen, zo zouden ze heten. De mens gaf nu namen aan al de tamme dieren en al de vogels van de lucht en aan al de wilde beesten; Maar een hulp die bij hem paste, vond de mens niet. Toen liet God de mens in een diepe slaap vallen; en terwijl hij sliep, nam Hij één van zijn ribben weg en zette er vlees voor in de plaats. Daarna vormde Hij uit de rib die Hij bij de mens had weggenomen, een vrouw, en bracht haar naar de mens. Toen sprak de mens: "Eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees! "Mannin" zal zij heten, want uit de man is zij genomen". Zo komt het, dat een man zijn vader en moeder verlaat en zich zó aan zijn vrouw hecht, dat zij volkomen één worden. of: TWEEDE LEZING (3) Marcus 10.6-9. In die tijd zei Jezus: "In het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen één vlees worden. Zo zijn ze dus niet langer twee, één vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden mag een mens niet scheiden." of: TWEEDE LEZING (4) Matteus. 22.35-40 In die tijd vroeg een van de Farizeeën, een wetgeleerde, Jezus om hem op de proef te stellen: "Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet?" Hij antwoordde hem: "Gij zult de Heer uw God beminnen, met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand". Dit is het voornaamste en eerst gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: "Gij zult uw naaste beminnen als uzelf". Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten. of: TWEEDE LEZING (5) Johannes.2.1-12 In die tijd was er een bruiloft in Kana in Galilea, waarbij de moeder van Jezus aanwezig was. Jezus en zijn leerlingen waren eveneens op die bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn opraakte zei de moeder van Jezus tot Hem: "Zij hebben geen wijn meer". Jezus zei tot haar: "Vrouw, is dat soms uw zaak? Nog is mijn uur niet gekomen". Zijn moeder sprak tot de bedienden: "Doet maar wat Hij u zeggen zal". Nu stonden daar volgens het reinigingsgebruik der Joden zes stenen kruiken, elk met een inhoud van twee of drie metreten. Jezus zei hun: "Doet die kruiken vol water". Ze vulden ze tot bovenaan toe. Daarop zei Hij hun: "Schept er nu wat uit en breng dat aan de tafelmeester". Dat deden ze en zodra de tafelmeester het water proefde dat in wijn veranderd was - hij wist niet waar de wijn vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel - riep hij de bruidegom en zei hem: "Iedereen zet eerst de goede wijn voor en wanneer men eenmaal goed gedronken heeft de mindere. U hebt de goede wijn tot nu toe bewaard." Zo maakte Jezus te Kana in Galilea een begin met de tekenen en openbaarde zijn heerlijkheid. En Zijn leerlingen geloofden in Hem. of: TWEEDE LEZING (6) Johannes 15,9-12 In die tijd zei Jezus tot Zijn leerlingen: "Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad. Blijft in Mijn liefde. Als gij Mijn geboden onderhoudt zult gij in Mijn liefde blijven, gelijk Ik, die de geboden van Mijn Vader heb onderhouden, in zijn liefde blijf. "Dit zeg ik u opdat Mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden". "Dit is Mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt zoals Ik u heb liefgehad". of; TWEEDE LEZING (7) Johannes 15.12-17 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Dit is Mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt zoals Ik u heb liefgehad. Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden. Gij zijt Mijn vrienden als gij doet wat Ik u gebied. Ik noem u geen dienaars meer, want de dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar u heb Ik vrienden genoemd, want Ik heb u alles meegedeeld wat Ik van de Vader heb gehoord. Niet gij hebt Mij uitgekozen maar Ik u en ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen die blijvend mogen zijn. Dan zal de Vader u geven al wat gij Hem in Mijn naam vraagt. TWEEDE LEZING (8) Genesis 1. Begonnen is alles daarmee, dat God de hemel schiep en de aarde. Hij riep het licht en legde een grens tussen de zee en het droge, dat Hij land noemde. Hij sprak en op Zijn woord ontstond leven dat groeit uit de aarde, welig groen, zaadvormend en vruchtdragend. En weer sprak Hij; Nu zal ik iemand maken in wie Ik mijzelf herkennen kan, mensen aan wie Ik kan toevertrouwen wat Mijn woord tot leven heeft geroepen. En zo schiep God de mens die op Hem gelijken zou; als man en vrouw schiep Hij hen. Hij zegende hen en sprak: Weest vruchtbaar, wordt een volk van mensen en maak de aarde, met alles wat er leeft en groeit, bewoonbaar en herbergzaam voor mensen wijd en zijd. Zo is alles begonnen, lezen we in het boek Oorsprong. En God zag dat het zeer goed was. of: TWEEDE LEZING (9) Genesis 2. In het begin toen God de hemel en de aarde maakte, vormde Hij uit klei van de aarde de mens. Hij ademde hem leven in en vertrouwde hem de aarde toe met alle groene leven dat zaadvormend en vruchtdragend aan de aarde ontsproten was. Maar God zag dat de mens eenzaam was. Daarom zei Hij tot zichzelf: Ik zal hem een leefgenote schenken met wie hij zijn bestaan op een menswaardige wijze delen kan. En God vormde van klei uit de aarde de dieren van het veld en vogels velerlei en bracht ze naar de mens. Die gaf ze namen, zo zouden ze voortaan heten. Maar een echte leefgenote had de mens daarbij niet gevonden. Toen liet God een diepe slaap over de mens komen. En terwijl de mens sliep, nam God een rib uit diens lijf, zette er vlees voor in de plaats, vormde uit de rib een vrouw en bracht haar naar de mens. Ja, eindelijk, sprak de mens, been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees! Mens als ikzelf is zij! En zo komt het, lezen we in het boek Oorsprong, dat en man bij zijn vader en moeder weggaat en zich hecht aan zijn vrouw. Samen leiden ze voortaan één leven. of: TWEEDE LEZING (10) Matteus 5, 13-16 Gij zijt het zout der aarde. Maar als het zout zijn kracht verliest, waarmee zal men dan zouten? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. Gij zijt het licht der wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt! Men steekt toch ook niet een lamp aan om ze onder de korenmaat te zetten, maar men plaatst ze op een standaard, zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn. Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en Uw Vader verheerlijken die in de hemel is. of: TWEEDE LEZING (11) 1 Johannes 4, 7-12. Een brief uit Turkije, dat toen nog Klein-Azië heette. Een brief over wat vandaag, hier in ons midden, met ja-woorden wordt uitgesproken. Vrienden, schrijft Johannes, laten we van elkaar houden! Met de liefde die ons uit het hart van God zelf toestroomt! Wie zich daaraan overgeeft, raakt met Hem vertrouwd en blijft voorgoed met Hem verbonden. God ís immers liefde. Een mens zonder hart begrijpt dat niet, liefdeloosheid maakt blind. Voor jullie echter, die met open ogen door de wereld gaan, is die liefde van God zichtbare werkelijkheid geworden. Zij heeft immers gestalte gekregen in Iemand die er alles aan heeft gedaan om ons te bevrijden tot nieuwe mensen. Aan het leven van de man van Nazareth, die bij God hoorde én bij ons - mensen - wilde zijn, heeft de wereld kunnen zien wat liefde is en hoever liefde gaan kan. En vrienden, als Hij zover gegaan is, moeten wij dan elkaar niet liefhebben? Niemand heeft God ooit gezien, maar als we elkaar een warm hart toedragen, is Hij in ons midden en zal Zijn liefde zich in ons ten volle kunnen ontplooien. TWEEDE LEZING (12) Matteus 22, 35-40 Op zekere dag besprak een aantal mensen hun houding tegenover de man uit Nazareth. Die leek aan de vele voorschriften, die zij in hun Bijbels konden aanwijzen, niet veel gewicht te hechten. Eén van die mensen, een wetgeleerde, stelde Hem daar op zekere dag vragen over, in de hoop Hem ergens klem te kunnen zetten. Zeg eens, zo begon hij, wat is volgens U de belangrijkste leefregel in de Bijbel? Jezus hoefde niet lang over een antwoord na te denken. Dit is de voornaamste leefregel, zei Hij, dat je van God houdt met je hart en je verstand, met alles wat in je is. Een tweede belangrijke leefregel is, vervolgde Hij, dat je evenveel om andere mensen geeft als om jezelf. En in feite, zei Hij, is die tweede leefregel gelijkwaardig aan de eerste! In die twee woorden over de liefde, zo vatte Hij samen, ligt al het andere opgesloten. Alles wat bij jullie Bijbels aan leefregels en lijfspreuken staat opgetekend, komt daarop neer! of: TWEEDE LEZING (13) Johannes 2, 1-11 Evangelie: woorden en verhalen over levensvreugde die aan mensen gegund wordt. Eens werd in Kana, in de omgeving van Nazareth, een bruiloft gevierd. De moeder van Jezus was er ook. En ook Hij en Zijn vrienden waren uitgenodigd. Op een gegeven ogenblik dreigde de wijn op te raken. Maria sprak haar zoon erover aan. Maar deze zei: Wacht maar, Mijn tijd komt nog! Maria begreep dat ze het begin van een nieuwe tijd niet kon afdwingen, maar tegen een van de bedienden zei ze: Als Hij iets vraagt, doe het dan maar. Nu stonden daar zes enorme waterkruiken, elk met een inhoud van zo'n honderd liter. Jezus had ze ook zien staan. Hij wenkte een van de bedienden, wees naar de kruiken en zei: Vul ze maar met water. Dat deden ze, helemaal tot boven aan de rand. Schep er nu maar een beker uit, zei Hij, en breng die naar de tafelmeester. De tafelmeester proefde van het water dat wijn geworden was; hij ging naar de bruidegom en zei: Iedereen schenkt altijd eerst de beste wijn en de mindere pas als er goed gedronken is. Maar u hebt de beste wijn bewaard tot voor het laatst. Zo stelde Jezus te Kana een teken van wat God voor de mensen zijn wil: overvloed van leven en gedeelde levensvreugde. of: TWEEDE LEZING (14) Johannes 15, 12-17 Evangelie: woorden, vol verwachting, over vriendschap. Op de avond waarop Hij voor het laatst met Zijn vrienden aan tafel was, vatte de man uit Nazareth nog eens samen wat Hij belangrijk vond in het leven van mensen. Dit wil Ik jullie vragen, zei Hij, dat je om elkaar zult geven zoals Ik om jullie heb gegeven. Tenslotte kan niemand méér van anderen houden dan hij die voor zijn vrienden zijn leven over heeft. Over vriendschap gesproken: Ik beschouw jullie als Mijn vrienden, als je doet wat Ik van jullie vraag. Maar ook daarom ben Ik jullie vrienden gaan noemen, dat Ik jullie in alles heb ingewijd wat Ik zelf vertrouwelijk uit Gods eigen mond heb vernomen. Echte vrienden hebben immers geen geheimen voor elkaar. Jullie weten trouwens wel dat niet jullie Mij, maar ik jullie als vrienden heb uitgekozen. En vervolgens heb Ik jullie opdracht gegeven de wereld in te trekken en jullie woord en leven blijvend vruchtbaar te laten zijn. Dan zal God, die als een Vader voor jullie is, jullie nooit in de steek laten. En nog eens: houdt van elkaar! of: TWEEDE LEZING (15) 1 Korintiërs 13, 1-13 of: TWEEDE LEZING (17) Lucas, 10. 25-37 Al spreek ik met de tongen van engelen en mensen: Als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal. Al heb ik de gave der profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet: als ik de liefde niet heb, ban ik niets. Al deel ik heel mijn bezit uit, al geef ik mijn lichaam prijs aan de vuurdood: als ik de liefde niet heb, baat het mij niets. De liefde is lankmoedig en goedertieren: de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij beeldt zich niets in. Zij geeft niet om de schone schijn. zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt haar vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij. De liefde vergaat nimmer. De gave der profetie zal verdwijnen, tongen zullen verstommen, de kennis zal een einde nemen. Want ons kennen is stukwerk en stukwerk ons profeteren. Maar wanneer het volmaakte komt, heeft het onvolmaakte afgedaan. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, dacht ik als een kind: nu ik man geworden ben, heb ik het kinderlijke afgelegd. Thans zien wij in een spiegel, onduidelijk, maar dan van aangezicht tot aangezicht. Thans ken ik slechts ten dele, maar dan zal ik ten volle kennen zoals ik zelf gekend ben. Nu echter blijven geloof, hoop en liefde de grote drie; maar de liefde is de grootste Daar trad een wetgeleerde naar voren om Hem op de proef te stellen. Hij zeide: Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?" Hij sprak tot hem: Wat staat er geschreven in de wet? Wat leest gij daar? Hij gaf ten antwoord: Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart en met geheel uw ziel, met al uw krachten en geheel uw verstand; en uw naaste gelijk uzelf. Jezus zei: "Uw antwoord is juist, doe dat en gij zult leven". of: TWEEDE LEZING (16) 1 Johannes 3, 18-24 Kinderen, we moeten niet liefhebben met woorden en leuzen, maar met concrete daden. Dat is onze maatstaf: daardoor krijgen wij de zekerheid dat wij thuishoren bij de waarachtige God. Dan mogen wij ook vóór Zijn aanschijn ons geweten geruststellen, ook als het ons veroordeelt, want God is groter dan ons hart en Hij weet alles. Dierbare vrienden, daar ons geweten ons niet hoeft te veroordelen, mogen wij vrijmoedig met God omgaan; wij krijgen van Hem alles wat wij vragen, omdat wij Zijn geboden onderhouden en doen wat Hem aangenaam is. En dit is Zijn gebod: van harte geloven in Zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben zoals Hij ons bevolen heeft. Wie Zijn geboden onderhoudt blijft in God en God blijft in hem. En dat Hij in ons woont weten we door de Geest die Hij ons gegeven heeft. Maar omdat hij zijn vraag wilde verantwoorden, sprak hij tot Jezus: "En wie is dan mijn naaste?"Nu nam Jezus weer het woord en zei: "Eens viel iemand die op weg was van Jeruzalem naar Jericho, in de handen van rovers. Ze plunderden en mishandelden hem en toe ze aftrokken, lieten ze hem half dood liggen. Bij toeval kwam er juist een priester langs die weg: hij zag hem wel, maar liep in een boog om hem heen. Zo deed ook een leviet: hij kwam daar langs, zag hem, maar liep in een boog om hem heen. Toen kwam er een Samaritaan die op reis was bij hem: hij zag hem en kreeg medelijden; hij trad op hem toe, goot olie en wijn op zijn wonden en verbond ze: daarna tilde hij hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en zorgde voor hem. De volgende morgen haalde hij twee denariën te voorschijn, gaf ze aan de waard en zei: 'Zorg voor hem en wat ge meer mocht besteden, zal ik u bij mijn terugkomst vergoeden. Wie van deze drie lijkt u de naaste te zijn van de man die in de handen van de rovers gevallen is?" Hij antwoordde: "Die hem barmhartigheid betoond heeft". En Jezus sprak: "Ga dan en doet gij evenzo". of: TWEEDE LEZING (18) Matteus 7, 24-29 Ieder nu, die deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan men vergelijken met een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde. De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de storm stak op en zij stortten zich op dat huis, maar het viel niet in, want het stond gegrondvest op de rots. Maar ieder die deze woorden van Mij hoort, doch er niet naar handelt, kan men vergelijken met een dwaas die zijn huis bouwde op het zand. De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de storm stak op en zij beukten dat huis, zodat het volledig verwoest werd. Toen Jezus deze toespraak beëindigd had, was het volk buiten zichzelf van verbazing over Zijn leer. Want Hij onderrichtte niet zoals hun schriftgeleerden, maar als iemand die gezag bezit. OVERWEGING-PREEK HUWELIJKS-INZEGENING: HUWELIJKSSLUITING (1) .......... en ........., jullie liefde voor elkaar, de keuze voor elkaar, die hebben jullie de afgelopen jaren laten zien. Je weet dat je elkaar nodig hebt. Je wilt een band met elkaar houden die blijven zal. Hier in deze kerk, in deze kring van familie en vrienden, brengen jullie deze keuze voor het aanschijn van God. Je hebt ieder een eigen ik en dat vind je juist fijn, al is het dan niet altijd even gemakkelijk. Je bent blij dat de ander eerlijk is en rechtuit, zoals je ook zelf eerlijk en oprecht wilt zijn. Je geeft elkaar zekerheid en een thuis. Het ogenblik is aangebroken dat jullie, temidden van ons met wie je je verbonden weet en ten overstaan van onze kerkgemeenschap, met de stem van je hart en van je geweten openlijk gaat uitspreken dat jullie verbonden willen zijn, als man en vrouw, voorgoed. Daarom antwoordt mij op de volgende vragen die ik jullie ga stellen met de woorden: "Ja, dat beloof ik" en wel ten aanhore van de getuigen ........ en .......... en van allen die hier aanwezig zijn. ......... en ........, mag ik jullie dan vragen voor het aanschijn van God, onze Vader, ten aanhore van mij, priester van de kerk van Jezus Christus en van de getuigen ......... en ........., temidden van jullie ouders, broer(s) en zuster(s), familieleden en vrienden, jullie belofte van liefde en trouw uit te spreken. ........, beloof je, je vrouw lief te hebben, haar te eren en bij te staan en haar trouw te blijven, in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoe, in ziekte en gezondheid, alle dagen van je leven? Antw.: Ja, dat beloof ik" ........, beloof je, voor de kinderen die de Heer je zal toevertrouwen, een goede vader te zijn en hun een opvoeding te geven in de geest van het evangelie? Antw.: Ja, dat beloof ik. ........., beloof je, je man lief te hebben, hem te eren en bij te staan, en hem trouw te blijven in goede en kwade dagen, in rijkdom en in armoe, in ziekte en gezondheid, alle dagen van je leven? Antw.: Ja, dat beloof ik. .........., beloof je, voor de kinderen die de Heer je zal toevertrouwen een lieve moeder te zijn en hun een opvoeding te geven in de geest van het evangelie? Ant.:.:.. Ja, dat beloof ik Geeft elkaar dan nu de rechterhand en antwoordt mij in volle oprechtheid met: "Ja, ik wil". ......., ............., ............, wil je ten overstaan van de Heer en Zijn kerk .........., ........, ......., nemen tot je wettige vrouw? "Ja, ik wil". ........., ........, ..............., wil je ten overstaan van de Heer en Zijn kerk .........., ......, ........., nemen tot je wettige man? "Ja, ik wil" Nu jullie hier openlijk jullie woord van eeuwige liefde en trouw uitgesproken hebben, mag ik dit van Godswege bevestigen. In de naam van de kerk van God, in de naam van u allen hier aanwezig, spreek ik uit en bevestig ik, dat het huwelijk door jullie beiden als een waarachtig, wettig, christelijk huwelijk is gesloten. Dit ja-woord dat jullie elkaar gegeven hebben, moge voor altijd opnieuw een bron zijn van geluk en levenskracht, In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. ZEGENING VAN DE RINGEN Heer onze God en Vader, zegen deze ringen die wij wijden in Uw naam. Mogen zij voor hen die ze dragen een teken zijn dat zij voortaan bij elkaar horen, dat er een geheim van liefde is tussen hen; het Verbond van God met de mensen. ..........., steek dan deze ring, het teken van de huwelijkstrouw, aan de hand van je vrouw. ..........., steek dan deze ring, het teken van de huwelijkstrouw, aan de hand van je man. Namens alle die hier aanwezig zijn en namens heel de Kerk van Jezus Christus, verklaar ik deze verbintenis voor heilig en onaantastbaar. Het ja-woord dat jullie elkaar hebt gegeven, moge jullie helpen altijd te leven voor elkaars geluk. Beteken voor elkaar een veilig thuis van vrede en geborgenheid. Vindt bij elkaar kracht om samen zinvol te leven en te werken. En U allen die hier tegenwoordig zijt, neem ik tot getuigen van deze heilige verbintenis. "Wat God verbonden heeft, dat zal de mens niet scheiden". **************** of: HUWELIJKSINZEGENING (2) Beste ........ en ........, omgeven door jullie ouders, familie en vrienden, gaan jullie nu uitspreken dat je elkaar voor heel je leven gekozen hebt; dat je man en vrouw zult zijn. Een nieuwe toekomst gaat voor jullie open, samen in lief en leed. Maar nog bijna alles in de toekomst is verborgen voor jullie ogen. Je zult elkaar moeten bewijzen dat je mens bent. dat je dag en nacht leeft voor elkaars geluk. Dit wordt jullie roeping en dit is zwaar, maar vooral mooi. Vanaf dit moment zal Hij op een nieuwe manier jullie God en Vader zijn. Omdat jullie geloven in liefde en omdat je je aan elkaar wilt geven, daarom antwoorden jullie op de vragen die ik ga stellen. ................ en ..........., zijn jullie uit vrije wil en met de volle instemming van jullie hart hierheen gekomen om met elkaar te trouwen? Antw: Ja Zijn jullie bereid als gehuwden elkaar lief te hebben en te waarderen al de dagen van jullie leven? Antw. Ja Zijn jullie bereid kinderen als een geschenk uit Gods hand te aanvaarden, hen in jullie liefde te laten delen en hen in de Geest van Christus en Zijn kerk op te voeden? Antw. Ja HUWELIJKSBELOFTE Met elkaar willen jullie het verbond van het huwelijk sluiten. Mag ik jullie dan vragen elkaar de rechterhand te geven en hier in deze gemeenschap voor jullie ouders, familieleden en vrienden, voor God en Zijn kerk, jullie wil kenbaar te maken om met elkaar te trouwen. ..........., .........., ..............,, wil je .........., .............,............, aanvaarden als je vrouw en beloof je haar trouw te blijven in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid? Wil je haar liefhebben en waarderen al de dagen van je leven? Antw. Ja, ik wil. ..........., ................,........... wil je ........., ..........., .............,. aanvaarden als je man en beloof je hem trouw te blijven in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid? Wil je hem liefhebben en waarderen al de dagen van je leven? Antw. Ja, ik wil. In de naam van de kerk van God, in de naam van u allen hier aanwezig, spreek ik uit en bevestig ik, dat het huwelijk door jullie beiden als een waarachtig, wettig, christelijk huwelijk is gesloten. Dit ja-woord dat jullie elkaar gegeven hebben, moge voor altijd opnieuw een bron zijn van geluk en levenskracht, in de naam van de vader en de Zoon en de Heilige Geest. ZEGENING VAN DE RINGEN Goede God, deze twee ringen zijn het teken van trouw van man en vrouw. Mogen zij voor .......... en ...... een voortdurende herinnering zijn aan de belofte die zij elkaar gegeven hebben. ............. steek deze ring ten teken van huwelijkstrouw aan de hand van je vrouw. ............. steek deze ring ten teken van huwelijkstrouw aan de hand van je man. ******************** of: TROUWBELOFTE EN HUWELIJKSSLUITING (3) ......... en ............., mag ik jullie dan vragen voor het aanschijn van God, onze Vader, ten aanhore van mij, priester van de kerk van Jezus Christus en van de getuigen........... en ............ temidden van jullie ouders, broers en zusters, familieleden en vrienden, jullie belofte van liefde en trouw uit te spreken. Geeft elkaar de rechterhand. Bruidegom: ............, ik beloof je man te zijn en je trouw te blijven. In verdriet wil ik je troosten en samen met jou het geluk delen. Ik beloof een lieve vader te zijn voor de kinderen die God ons zal geven. Ik vertrouw mij aan jou toe, omdat ik geloof in jouw liefde. Bruid: ............, ik beloof je vrouw te zijn en altijd naast je te staan in alle omstandigheden van het leven. Ik beloof een lieve moeder te zijn voor de kinderen die God ons zal geven. Ik leg mijn leven in jouw handen, bij jou zal ik veilig zijn. Nu jullie hier openlijk jullie woord van eeuwige liefde en trouw uitgesproken hebben, mag ik dit van Godswege bevestigen. Namens allen die hier aanwezig zijn en namens heel de kerk van Jezus Christus verklaar ik deze verbintenis voor heilig en onaantastbaar. Het ja-woord dat jullie elkaar hebt gegeven, moge jullie helpen altijd te leven voor elkaars geluk. Beteken voor elkaar een veilig thuis van vrede en geborgenheid. Vindt bij elkaar kracht om samen zinvol te leven en te werken. En u allen, die hier tegenwoordig zijt, neem ik tot getuigen van deze heilige verbintenis. "Wat God verbonden heeft, dat zal de mens niet scheiden". ZEGENING VAN DE RINGEN Heer, onze God en Vader, zegen deze ringen die wij wijden in Uw naam. Moge zij voor hen die ze dragen een teken zijn dat zij voortaan bij elkaar horen, dat er een geheim van liefde is tussen hen: het Verbond van God met de mensen. .........., steek dan deze ring, het teken van huwelijkstrouw, aan de hand van je vrouw. .........., steek dan deze ring, het teken van huwelijkstrouw, aan de hand van je man. In de naam van de kerk van God, in naam van allen die hier tegenwoordig zijn, spreek ik uit en bevestig ik, dat dit huwelijk door jullie beiden als een waarachtig, wettig en christelijk huwelijk is gesloten. Dit ja-woord, dat jullie aan elkaar gegeven hebben, moge voor jullie beiden altijd en opnieuw een bron zijn van geluk en levenskracht, en u allen, die hier tegenwoordig bent neem ik tot getuige van deze Heilige verbintenis: "Wat God verbonden heeft dat zal de mens niet scheiden." Moge jullie liefde en trouw dag voor dag groeien en zich verdiepen. Moge jullie liefde vruchtbaar zijn voor elkaar, voor je kinderen, voor je familie en vrienden en voor de hele wereld. En moge jullie geloof in de mensen en in God door alles heen sterker worden. of: HUWELIJKSBELOFTE (4) (eerst inleiding door de pastor) Bruidegom: ............, van nu af aan gaan we samen verder, jij bent de vrouw, waar ik mijn leven mee wil delen. Ik zal voor je zorgen, ik zal me voor jou inzetten. Ik zal in je blijven geloven. Ik zal je niet alleen laten en ook niet opsluiten of tegenhouden. Ik beloof trouw van je te blijven houden. Bruid: ............, ik wil van nu af aan je vrouw zijn. Ik zal je vertrouwen, je mijn aandacht geven en mijn belangstelling tonen. Ik zal er voor jou zijn, met alles wat ik heb. Ik beloof je: ik blijf van je houden. Geef elkaar dan nu de hand en antwoordt mij in volle oprechtheid met jullie: "Ja, ik wil" ..........,........,.......... wil je ten overstaan van de kerk die hier tegenwoordig is, ........., ........., .......... nemen tot je wettige vrouw? Antw. Ja, ik wil. ............, wil je ten overstaan van de kerk die hier tegenwoordig is, ......... nemen tot je wettige man? Antw. Ja, ik wil. ZEGENING VAN DE RINGEN Goede God, deze twee ringen zijn het teken van trouw van man en vrouw. Mogen zij voor .......... en ........... een voortdurende herinnering zijn aan de belofte die zij elkaar gegeven hebben. in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. ............, steek dan deze ring, het teken van de huwelijkstrouw, aan de hand van je man, ............, steek dan deze ring, het teken van de huwelijkstrouw, aan de hand van je vrouw, In de naam van de kerk van God, in naam van allen die hier tegenwoordig zijn, spreek ik uit en bevestig ik, dat dit huwelijk door jullie beiden als een waarachtig, wettig en christelijk huwelijk is gesloten. Dit ja-woord, dat jullie aan elkaar gegeven hebben, moge voor jullie beiden altijd en opnieuw een bron zijn van geluk en levenskracht, en u allen, die hier tegenwoordig bent neem ik tot getuige van deze Heilige verbintenis: "Wat God verbonden heeft dat zal de mens niet scheiden." Moge jullie liefde en trouw dag voor dag groeien en zich verdiepen. Moge jullie liefde vruchtbaar zijn voor elkaar, voor je kinderen, voor je familie en vrienden en voor de hele wereld. En moge jullie geloof in de mensen en in God door alles heen sterker worden. ZGENINGSGEBED (bij gemengd huwelijk) Vrede voor jou, .......... Vrede voor jou, .......... Alles wat goed is en gelukkig maakt, het kome over jullie beiden. Vrede zij u allen en in heel de wereld. Als Gij daar in Uw ontoegankelijk licht, als Gij ons hier hoort en ziet, als wij bestaan voor U, neem dan deze woorden ven dank, dit lied van verwondering, op deze dag die Gij hebt gemaakt. Wij die U nooit gezien hebben, zo maar mensen, kortstondig, wij zingen Uw Naam en in de woorden van mensen noemen wij U, met namen van eeuwen zoeken wij U. O, eeuwig levende God. Ik bid U, God, voltooi en zegen .......... en .........., doe hun mensen worden, meer en meer en aan den lijve ondervinden, dat zij geroepen zijn om voor elkaar zo goed als God te zijn: dat zij gelijken, mogen meer en meer op Hem, die is Uw beeld, Uw Zoon, Jezus van Nazareth, de nieuwe mens. Bewaar hen ik liefde, schrijf hun naam in de palm van Uw hand, omwille van Uw vrienden die wij zijn, omwille van Uw Zoon, de Zoon der mensen, die bij U leeft, nu en in eeuwigheid. Amen ZEGEN OVER BRUID EN BRUIDEGOM HUWELIJKSZEGEN (1) God, zegen deze mensen, maak hen vruchtbaar. Laat hun leven als een boom zijn die goede vruchten draagt en schaduw biedt waar nodig. Laat hun huis een goede woning zijn, een onderkomen in kille nachten en een schutsplaats op warme dagen. Laat hun leven een bedding zijn waardoor verkwikkend water stroomt, waar vermoeidheid wordt verlicht en welzijn wordt gevierd. Laat hun arbeid vruchten dragen, laat hun zwijgen spreken zijn. Laat hun woorden goedheid verspreiden en laat hun slapen genade zijn. of: HUWELIJKSZEGEN (2) De God van Abraham en Sara zal met jullie zijn en je bezielen om altijd weer je tent op te nemen. Nergens vast te roesten, maar door Zijn Geest geroepen op tocht te gaan en te zoeken naar de liefde zonder eind. De God van Izaak en Rebecca zal je verblijden en maken dat je lachen kunt, ook door je tranen heen: Hij zend Zijn goede Geest over jullie, om verrukt te zijn over elkaar en over de onbevangen vrolijkheid van een kind. De God van Jakob, en van Lea en Rachel, moge Zijn gulle zegen in jullie voltooien. Zijn werk van den beginne in jullie volbrengen. Dan zul je met eigen ogen Zijn scheppende kracht zien geboren worden in je kinderen en hun kinderen en die hun kinderen en zo maar door: een geluk dat niet op kan. Een wereld van God met de mensen, een leven voor nu en altijd tot in de eeuwen der eeuwen liefde van God en de mensen. Amen HUWELIJKSZEGEN (3) Behoedt de liefde van de geliefden, Gij die weet hoe broos en bijna niets twee mensen zijn en dat hun hart onrustig is en onbestendig als het weer. Gij die hen toegekeerd hebt naar elkaar, opdat zij niet meer half zijn, onbestemd en onvervuld. Leer hen verstaan het levenslang geheim dat liefde lijden doet en leven doet. Geef hen de tijd elkaar nog beter te kennen en te troosten, blaas hun hartstocht aan, maak hen geduldig en oneindig lief, opdat zij de nacht doorkomen met elkaar. of: HUWELIJKSZEGEN (4) God, Gij hebt .............. en ............. bijeen-gebracht, wil hen ook voor elkaar bewaren. Gij hebt immers de mens geschapen als man en vrouw, hen in het leven geroepen voor elkaars geluk. Voltooi wat Gij begonnen zijt in hen. Laat tot bloei komen de liefde die zij elkaar toedragen. Houd hen bijeen en maak hun leven tot een teken van de liefdevolle zorg waarmee Gij ons omgeeft. Schenk hen daartoe geloof in U en in elkaar, geef hen vertrouwen in de mensen en laat hen steeds ontdekken wat goed en waardevol is. Wij bidden U, moge hun liefde vruchtbaar zijn, zodat zij elkaar blijvend terugvinden in het nieuwe leven dat uit hen geboren wordt. Maak hun gezin tot een gelukkig en veilig thuis voor hun kinderen. of: HUWELIJKSZEGEN (5) Behoed de liefde van de geliefden, Gij die weet hoe broos en bijna niets twee mensen zijn en dat hun hart onrustig is en onbestendig als het weer. Gij die hen toegekeerd hebt naar elkaar, opdat zij niet meer half zijn, onbestemd en onvervuld. Leer hen verstaan het dodelijk geheim dat liefde lijden is, dat geven leven doet. Geef hen de tijd elkaar nog beter te kennen en te troosten. Blaas hun hartstocht aan, maak hen geduldig en oneindig lief, opdat zij de nacht doorkomen met elkaar. of: HUWELIJKSZEGEN (6) Heer, zegen dit gebaar, moge het ja-woord, dat deze twee mensen elkaar gaven altijd een bron zijn van geluk en levenskracht. Moge Uw liefde zichtbaar worden in de liefde van ........... en ............ voor elkaar VOORBEDEN VOORBEDEN (1) Laat ons de Heer bedanken voor allen die ons tot hiertoe hebben begeleid en groot gebracht, Vooral voor de ouders uit wie wij zijn geboren en voor de gezinnen waarin wij zijn opgegroeid. Dat wij ons inzetten voor elkaar en beseffen voor elkaar verantwoordelijk te zijn. Heer onze Heer, ontferm U over ons. Dat wij allen in een goede en hartelijke verstandhouding elkaar tot steun zijn en ons samenleven en ons samenwerken tot een vreugde maken. Heer onze Heer, ontferm U over ons. Goede God, geef dat wij, die hier nu bijeen zijn, straks ook door ons werk zullen bijdragen aan elkaars geluk. Laat ons op deze wijze deel krijgen aan het leven dat U ons aanbiedt in Jezus Christus, Uw Zoon, die met U leeft tot in de eeuwen der eeuwen. Amen. of: VOORBEDEN (2) Laat ons bidden tot God, onze Vader, voor alle gehuwden, dat zij ook in moeilijke dagen steeds weerde weg naar elkaar terugvinden en de moed opbrengen elkaar trouw te blijven: Laat ons bidden: Heer, onze Heer, ontferm U over ons Dat op deze bijzondere dag voor ........... en .............. nog vele mooie dagen zullen volgen, in vrede en vriendschap met elkaar, in de vreugde van hun eigen gezin: Laat ons bidden: Heer, onze Heer, ontferm U over ons Dat God ........... en ............ de kracht zal schenken elkaar aan te vullen en te steunen en elkaars zwakheden met geduld te verdragen: Laat ons bidden: Heer, onze Heer, ontferm U over ons. of: VOORBEDEN (3) Laten wij bidden voor de ouders van ......... en ..........., in wie hun leven de oorsprong vond en die dag en nacht voor hen klaarstonden. Dat ........ en ........ dankbaar mogen zijn voor de liefde en de zorg waarmee zij zijn opgevoed en omringd. Laat ons bidden: Heer onze Heer, ontferm U over ons. Wij bidden dat de Heer aan ........ en ......... nog vele levensjaren mag schenken en dat iedereen overvloedig mag bijdragen in dat geluk. Laat ons bidden: Heer onze Heer, ontferm U over ons. Laten wij bidden voor hen, dat dit huwelijk een verbintenis zal zijn voor het leven, waarin hun liefde voor elkaar zal mogen groeien tot een echte band, die hen in staat zal stellen om samen alle moeilijkheden in dit leven te overwinnen. En dat dit huwelijk, behalve de grondslag voor het eigen geluk, een bijdrage zal zijn tot een zinvol streven in onze samenleving. Laat ons bidden: Heer onze Heer, ontferm U over ons. Goede God, geef dat wij, die nu hier bijeen zijn, straks ook door ons werk zullen bijdragen aan elkaars geluk. Laat ons op deze wijze deel krijgen aan het leven dat U ons aanbiedt. In de naam van Jezus Christus, Uw Zoon, die met U leeft tot in de eeuwen der eeuwen. Amen. of: VOORBEDEN (4) Laten wij bidden voor ........ en ........, dat zij gelukkig mogen worden in dit huwelijk, dat hun liefde door de jaren heen mag groeien en dat hun liefde met elkaar vol vreugde zal zijn. Laat ons bidden: Heer onze Heer, ontferm U over ons. Laten wij bidden dat hun huwelijk stand mag houden en dat zij, door eenzaamheid en teleurstelling heen, steeds voor elkaar bewaard mogen blijven en dat zij telkens elkaar weer mogen zien met nieuwe ogen. Laat ons bidden: Heer onze Heer, ontferm U over ons. Voor alle mensen die in deze kerk aanwezig zijn en die deze dienst meevieren, dat zij deze dienst echt bewust meevieren en hierdoor wat meer gesterkt zijn in hun geloof en dit ook proberen waar te maken. Laat ons bidden: Heer onze Heer, ontferm U over ons. Danken wij God voor de vriendschap van hun vrienden en voor het geloof dat voor hen werd uitgezaaid. God, Gij hebt ons tot op de dag van vandaag beschermd. Wil ons ook in de toekomst helpen. Help .......... ..en ............ dat zij een fijn huwelijk op mogen bouwen en dat zij steeds zullen weten dat U hen de hand boven het hoofd houdt. of: VOORBEDEN (5) Laten wij bidden voor de ouders van ......... en ............, in wie hun leven de oorsprong vond en die dag en nacht voor hen klaarstonden. Dat ....... en ......... dankbaar mogen zijn voor de liefde en de zorg waarmee zij zijn opgevoed en omringd. Wij bidden dat de Heer aan hen nog vele levensjaren mag schenken en dat ieder overvloedig mag bijdragen in hun geluk. Laat ons bidden: Heer, onze Heer, ontferm U over ons. Laten wij bidden voor ......... en ............., dat dit huwelijk voor hen een verbintenis zal zijn voor het leven, waarin hun liefde voor elkaar zal mogen groeien tot een hechte band, die hen in staat zal stellen om samen alle moeilijkheden in dit leven te overwinnen. En dat dit huwelijk, behalve de grondslag voor het eigen geluk, een bijdrage zal zijn tot een zinvol streven in onze samenleving. Moge God hen hiervoor zegenen. Laat ons bidden: Heer, onze Heer, ontferm U over ons. Goede God, geef dat wij, die hier nu bijeen zijn straks ook door ons werk zullen bijdragen aan elkanders geluk. Laat ons op deze wijze deel krijgen aan het leven dat U ons aanbiedt in Jezus Christus, Uw Zoon, die met U leeft tot in de eeuwen der eeuwen. Amen of: VOORBEDEN (6) Wij hopen dat ....... en ......... elkaar gelukkig mogen maken, dat hun leven samen vol blijdschap zal zijn en dat hun liefde mag groeien de jaren door. Dat zij door eenzaamheid en verdrietigheden heen, voor elkaar bewaard zullen blijven en dat zij elkaar telkens weer mogen zien met nieuwe ogen. Denken wij aan al die mensen, die de goedheid altijd weer proberen waar te maken; de goedheid die mens werd en velen inspireerde, nu en voorheen. Laat ons dankbaar zijn voor alle zorgen waarmee ze worden omringd, voor de vriendschap van hun vrienden, voor de geest van waaruit zij leven. Wij hopen, dat zij beiden en wij allen, bewaard mogen blijven in die geest van goedheid en liefde. Amen. of VOORBEDEN (7) Laten wij bidden voor ........ en ........, dat zij gelukkig mogen worden in dit huwelijk, dat hun liefde door de jaren heen mag groeien en dat hun liefde met elkaar vol vreugde zal zijn. Laat ons bidden: Heer onze Heer, ontferm U over ons. Laten wij bidden dat hun huwelijk stand mag houden en dat zij door eenzaamheid en teleurstelling heen steeds voor elkaar bewaard mogen blijven en dat zij telkens elkaar weer mogen zien met nieuwe ogen. Laat ons bidden: Heer onze Heer, ontferm U over ons. Voor alle mensen die in deze kerk aanwezig zijn en die deze Dienst meevieren, dat zij deze Dienst echt bewust meevieren en hierdoor wat meer gesterkt zijn in hun geloof en dit ook proberen waar te maken. Laat ons bidden: Heer onze Heer, ontferm U over ons. In ons gebed gedenken wij tenslotte diegenen die deze dag niet meer met ons kunnen meemaken, maar van wie wij veel liefde hebben mogen ontvangen. Speciaal willen we met jullie bidden voor , , , dat zij toch deelgenoot mogen zijn in deze bruiloft Laat ons bidden:. Heer onze Heer, ontferm U over ons. Danken wij God voor de vriendschap van hun vrienden en voor het geloof dat voor hen werd uitgezaaid. God, Gij hebt ons tot op de dag van vandaag beschermd. Wil ons ook in de toekomst helpen. Help ....... ..en.... ......... dat zij een fijn huwelijk op mogen bouwen en dat zij steeds zullen weten dat U hen de hand boven het hoofd houdt. DIENST VAN DE TAFEL KLAARMAKEN VAN DE TAFEL Terwijl de tafel wordt klaargemaakt, worden onze gaven verzameld. Er is slechts één collecte voor het pastorale werk in de parochie. OFFERANDELIED TAFELGEBED (1) Bidt allen, dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de almachtige Vader. Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons en van heel Zijn heilige kerk. Majesteit, Heilige God en wij zeggen vol vreugde: Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten. Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid. Hosanna in de hoge. Gezegend Hij die komt in de naam des Heren. Hasanna in de hoge. GEBED OVER DE GAVEN Gelegenheid om te knielen De Heer zal bij u zijn. De Heer zal u bewaren. Verheft uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer. Brengen wij dank aan de Heer onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig. HET GROTE DANKGEBED (1) Vrede voor jullie, alles wat goed is en gelukkig maakt, het kome over jullie beiden: vrede zij met u allen en in de wereld. Als Gij, God, daar in Uw ontoegankelijk licht, als Gij ons hier hoort en ziet, als wij bestaan voor U, neem dan aan onze woorden van dank, op deze dag die gij gemaakt hebt. Wij prijzen U, machtige God, om de ruimte, de tijd van leven, om het licht van onze ogen en om de lucht die wij ademen. Gezegend zijt Gij, die man en vrouw hebt geschapen. Gij die alle wegen hebt omgebogen, opdat deze twee elkaar zouden vinden. Gezegend zijt Gij om de genegenheid tussen man en vrouw, als opdracht tot vruchtbare liefde. Wij danken U voor alle werken van Uw handen. Daarom, met allen die Uw Naam erkennen en belijden, willen wij U loven, Wij hebben U nooit gezien, God, maar U bent dichtbij, want de mensen komen elkaar steeds weer tegen en trekken samen op, twee aan twee. God, die ons hoort en ziet, wij bestaan door U en voor U, neem dan deze woorden van dank aan, dit lied van verwondering op deze dag, die Gij hebt gemaakt. Wij, die U niet kunnen zien, zomaar mensen, kortstondig, wij wagen en zingen Uw naam en in woorden van mensen noemen wij U, met namen en eeuwen zoeken wij U, o, eeuwige en levende God. Gij, die groepen hebt: 'Licht' en het licht werd geboren; die zag dat het niet goed was, het land van de morgen, aarde en hemel en alle gewelven van water en vuur; die zag dat de bomen goed waren, en alle dieren heel goed en de vogels volmaakt. Gij, die geroepen hebt: 'O, mens' en de mens werd geboren; Gij, die de mens hebt gezien, ontroostbaar en eenzaam. Gij, die hem toen man en vrouw hebt geschapen; Gij, die alle wegen hebt omgebogen, opdat deze twee elkaar zouden vinden: Wij danken U, dat Gij onze Schepper, onze God en Vader zijt. Wij bidden U, God, voltooi en zegen hen, doe hen mens worden, meer en meer en aan den lijve ondervinden, dat zij geroepen zijn voor elkaar zo goed als God te zijn. Die op de avond voor Zijn lijden en dood, ten teken van de Geest die Hij bezielde, het brood nam en gebroken heeft en aan Zijn vrienden uitgedeeld met deze woorden: Neemt en eet hiervan allen, want dit is Mijn lichaam, gegeven voor U. Wij smeken U: zend ons Uw Heilige Geest, de Geest die levend maakt, de kracht van Jezus Christus. En zegen met Uw liefde het samenzijn van deze beide mensen, die U dank zeggen voor elkaar en die hun leven en hun geluk uit Uw handen willen ontvangen. Moge Uw Geest over hen neerdalen als een vuur van liefde, opdat zij vruchtbaar worden en gezegend tot in de kinderen van hun kinderen. Wil toch de voortplanting van het leven op aarde ook aan hun lichaam en hun liefde toevertrouwen, zoals Gij van oudsher aan de mensen hebt gedaan en zoals Gij doen zult tot in lengte van dagen. Bewaar hen in de liefde; schrijf hun naam in de palm van Uw hand, omwille van hun vrienden, die wij zijn, omwille van Uw Zoon, de Zoon der mensen, die bij U leeft, nu en in eeuwigheid. Door Hem en met Hem en in Hem zijt Gij geheiligd en geprezen. Heer, onze God, almachtige Vader, in deze gemeenschap van de Heilige Geest, vandaag en alle dagen, tot in eeuwigheid. Amen. Laten wij met deze dankzegging instemmen en samen het gebed bidden dat Jezus ons geleerd heeft: Die ook de beker genomen heeft met de woorden: Dit is de beker van het Nieuwe Verbond, Mijn Bloed voor U vergoten tot vergeving van uw zonden. Zo vaak gij dit doet, houdt gij Mijn gedachtenis. Trouw aan dit woord, Vader, gedenken wij Jezus Christus, Uw Zoon, onze Heer. Zijn overgave in lijden en dood, de overwinning van Zijn verrijzenis, en de glorie van Zijn hemelvaart. Vol vertrouwen zien wij uit naar Zijn wederkomst in heerlijkheid. men, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons en van heel Zijn heilige kerk. GEBED OVER DE GAVEN Heer, onze God, Gij hebt Uw woord gezaaid, Uw Zoon gegeven, voor ons gebroken en gestorven is Hij brood en leven voor de wereld geworden. Wij bidden U dat wij de kracht mogen vinden om Zijn weg te gaan, dat wij voor elkaar vruchtbaar mogen zijn als zaad en voedzaam als brood en dat wij zo een gelukkig leven mogen leiden. Door onze Heer Jezus Christus, Uw Zoon, die met U leeft en heerst tot in de eeuwen der eeuwen. Amen. HET GROTE DANKGEBED (2) De Heer zal bij U zijn. De Heer zal U bewaren. Verhef uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer. Brengen wij dank aan de Heer onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig. Bidt allen, dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de almachtige Vader. Biddend en smekend komen wij bij U, want van U geloven wij dat U ons elkaar gegeven hebt en voor elkaar geschapen hebt. U gaf ons ogen om elkaar te zien, om naar elkaar te kijken. Wij mogen leunen tegen elkaar. Wij mogen roepen om de ander.. Wij hoeven niet alleen te zijn, God, zo is het goed. Laat het in Jezus naam zo blijven. U hebt ons voorbestemd op Jezus te gelijken. In Hem hebt U ons laten zien wat volledig mens-zijn is, niet stilstaan onderweg, niet omzien naar wat geweest is en anders had kunnen zijn, maar met een enkel woord afrekenen met alle schuld, met een simpel gebaar wijzen naar de toekomst. Groter zijn dan alle schuld, erboven staan, heel en al. Moge de Heer het offer uit uw handen aanne- Nooit kwaad met kwaad vergelden, niet bij een Onze Vader die in de hemel zijt. Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ***** of: TAFELGEBED (2) ander, niet bij onszelf. De hand aan de ploeg slaan en nooit weer omzien, kijken naar een blijde toekomst, kijken naar een wijde horizon, achter lijden en dood. God, zo is het goed. Doe ons meer op Jezus lijken, zodat ieder na kan doen wat Hij heeft voorgedaan. Die op de avond voor Zijn lijden en dood, het brood nam, het gebroken heeft en aan Zijn vrienden heeft uitgedeeld met de woorden: Neemt en eet hiervan gij allen, want dit is Mijn Lichaam, gegeven voor U. Zo heeft Hij ook de beker genomen met de woorden: Dit is de beker van het Nieuwe VerMoge Uw Geest over hen neerdalen als een vuur van liefde, opdat zij vruchtbaar worden en gezegend tot in de kinderen van hun kinderen. Wil toch de voortplanting van het leven op aarde ook aan hun lichaam en hun liefde toevertrouwen, zoals Gij van oudsher aan de mensen hebt gedaan en zoals Gij doen zult tot in lengte van dagen. Bewaar hen in de liefde; schrijf hun naam in de palm van Uw hand, omwille van hun vrienden, die wij zijn, omwille van Uw Zoon, de Zoon der mensen, die bij U leeft, nu en in eeuwigheid. Door Hem en met Hem en in Hem zijt Gij geheiligd en geprezen. Heer, onze God, almachtige Vader, in deze gemeenschap van de Heilige Geest, vandaag en alle dagen, tot in eeuwigheid. Amen. Laten wij met deze dankzegging instemmen en samen het gebed bidden dat Jezus ons geleerd heeft: Onze Vader die in de hemel zijt. Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ***** of: TAFELGEBED (3) Bidt allen, dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de almachtige Vader. Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons en van heel Zijn heilige kerk. GEBED OVER DE GAVEN bond, Mijn Bloed voor U vergoten tot vergeving van uw zonden. Zo vaak gij dit doet, houdt gij Mijn gedachtenis. Trouw aan dit woord, Vader, gedenken wij Jezus Christus, Uw Zoon, onze Heer. Zijn overgave in lijden en dood, de overwinning van Zijn verrijzenis, en de glorie van Zijn hemelvaart. Vol vertrouwen zien wij uit naar Zijn wederkomst in heerlijkheid. Wij smeken U: zend ons Uw Heilige Geest, de Geest die levend maakt, de kracht van Jezus Christus. En zegen met Uw liefde het samenzijn van deze beide mensen, die U dank zeggen voor elkaar en die hun leven en hun geluk uit Uw handen willen ontvangen. HET GROTE DANKGEBED (3) Vrede voor jou, ........... Vrede voor jou, ........... Alles wat goed en gelukkig maakt, kome over jullie beiden. Vrede voor u allen en voor heel de wereld. Als Gij, God, daar in uw ontoegankelijk licht, als Gij ons hier hoort en ziet, als wij bestaan voor U, neem dan aan onze woorden van dank, op deze dag die Gij gemaakt hebt. Wij prijzen U, machtige God, om de ruimte, de tijd van leven, om het licht van onze ogen en om de lucht die wij ademen. Gezegend zijt Gij, die man en vrouw hebt geschapen. Gij die alle wegen hebt ongebogen, opdat deze twee elkander zouden vinden. Gezegend zijt Gij, om de genegenheid tussen man en vrouw als opdracht tot vruchtbare liefde. Wij danken U voor alle werken van Uw handen. Wij bidden U, God, voor ......... en ..........., voltooi en zegen hen. Amen. Gelegenheid om te knielen Doe hen mensen worden, meer en meer en laat hen aan den lijve ondervinden dat zij geroepen zijn om voor elkaar zo goed als God te zijn. Dat zij gelijken mogen, meer en meer, op Uw Zoon, Jezus Christus, onze Heer, die voor ons mens geworden is, die zich met hart en ziel gegeven heeft aan deze wereld. Die op de avond voor Zijn dood het brood in Zijn handen genomen heeft. Hij heeft zijn ogen opgeslagen naar U, God, almachtige Vader. Hij heeft U dank gezegd, het brood gebroken en het aan Zijn vrienden uitgedeeld met de woorden: Neemt en eet, dit is Mijn lichaam voor u. Doet dit tot Mijn gedachtenis. Zo nam Hij ook de beker, sprak een dankgebed uit en zei: Deze beker is het nieuwe Verbond in Mijn bloed, dat voor u en voor allen wordt vergoten tot vergeving van zonden. Telkens als Gij deze beker drinkt, zult gij dit doen tot Mijn gedachtenis. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. Daarom Heer, onze God, stellen wij hier dit teken van geloof en daarom gedenken wij nu het lijden en sterven van Uw Zoon, Zijn opstanding uit de dood, Zijn intocht in Uw heerlijkheid. Wil toch de voortplanting van het leven op aarde ook aan hun lichamen en hun liefde toevertrouwen, zoals Gij dat van oudsher aan de mensen hebt gedaan en zoals Gij zult doen tot in lengte van dagen. En mogen zij zo groeien in liefde en menselijkheid, door Jezus Christus, onze Heer. Door Hem en met Hem en in Hem zijt Gij geheiligd en geprezen, Heer, onze God. Almachtige Vader, in deze gemeenschap van de Heilige Geest, vandaag en alle dagen tot in de eeuwigheid. Amen. Laten wij samen het gebed bidden dat Jezus ons gegeven heeft: Onze Vader die in de hemel zijt. Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ***** of: TAFELGEBED (4) Bidt allen, dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de almachtige Vader. Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons en van heel Zijn heilige kerk. GEBED OVER DE GAVEN God, onze Vader, bij deze feestelijke samenkomst erkennen wij dat wij allen afhankelijke mensen zijn, verlangend naar woorden van liefde en begrip, naar handen die ons vasthou- Dat Hij, verheven aan Uw rechterhand, voor ons ten beste spreekt en dat Hij komen zal om recht te doen aan levenden en doden, op de dag die Gij hebt vastgesteld. Wij smeken U, zend over ons de Heilige Geest, de Geest die levend maakt, de kracht van Jezus Christus. En zegen met Uw liefde het samenzijn van ........... en ........, die U dank zeggen voor elkaar en die hun leven en hun geluk uit Uw handen willen ontvangen. Moge Uw Geest over hen neerdalen als een vuur van liefde, opdat zij vruchtbaar wordt en gezegend tot in de kinderen van hun kinderen. den, naar een hart waarin wij ons geborgen weten. Schenk ons de overtuiging, God, dat U temidden van ons aanwezig bent, bij nacht en ontij, bij licht en duisternis, als de grond van ons bestaan, als de vervulling van onze diepste verlangens; Onze Vader, tot in de eeuwen der eeuwen. Amen HET GROTE DANKGEBED (4) De Heer zal bij U zijn. De Heer zal U bewaren. Verhef uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer. Brengen wij dank aan de Heer onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig. Gij die de aarde aan ons geeft om te bewonen. Gij die de wereld ziet, Gij weet dat wij onmachtig zijn tot vrede en gerechtigheid - toch roept Gij ons, bij onze namen, mens voor mens, om recht te doen en goed te zijn. Wij bidden U voor alle mensen, groot of klein, hoe ook geschapen, overal gelijk en altijd weer in oorlog met elkaar. Wij bidden U voor hen die het meest weerloos zijn, kinderen, armen, mishandelde en hongerende mensen, vluchtelingen, zieken en stervenden, Bidden wij, voor allen die groot lijden moeten dragen. Gij weet wat in ons is. Niet voor de dood, maar voor het leven hebt Gij ons gemaakt.Zend Uw Geest, geef ons de kracht om mens te worden, koste wat kost; Dat wij geen leegte najagen, geen waarheid ontvluchten, Uw Naam niet vergeten; dat wij Uw koninkrijk verhaasten en Uw wil volbrengen: het brood van deze wereld delen met elkaar en alle kwaad dat ons wordt aangedaan vergeven. Zo bidden wij U, onze ogen gericht op Jezus van Nazareth, die Uw Naam geheiligd heeft, Uw wil volbracht, die brood en wijn voor ons geworden is, voedsel en vreugde, vergeving van zonden. Die in de nacht waarin Hij overgeleverd werd, brood nam en na U gedankt te hebben het brak en zei: Dit is Mijn lichaam voor u. Doet dit tot Mijn gedachtenis. Zo ook nam Hij na de maaltijd de beker met de woorden: Deze beker is het nieuwe Verbond in Mijn bloed. Doet dit, elke keer dat gij dit drinkt tot Mijn gedachtenis. Gezegend zijt Gij, levende God, omwille van Hem, de Zoon van de mensen, woord en gestalte van Uw trouw. Die vernederd werd en gebroken, die werd verheven in Uw licht. Die wordt gehoord, die wordt geleefd. of: TAFELGEBED (5) Bidt allen, dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de almachtige Vader. Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons en van heel Zijn heilige kerk. GEBED OVER DE GAVEN HET GROTE DANKGEBED (5) In ieder huis staat een tafel, trefpunt van eten en drinken, van geven en nemen, van deelnemen in elkaars lief en leed, van vrede en geluk, van begrip voor elkaar. Ook hier staat een tafel, gedekt met brood en wijn, een teken van mensen die eenheid zoeken met elkaar, een teken van mensen die elkaar van dienst willen zijn. En tafel, die ons opnieuw brengt bij de tafel van Jezus, toen Hij zijn laatste uur beleefde. Als leden van één gezin riep Hij de Zijnen aan tafel om hen duidelijk te maken dat Hij hen nooit zou vergeten, dat de mensen elkaar evenmin mogen vergeten en dat zij er voor elkaar moeten zijn. Toen Hij wist dat Zijn uur gekomen was, gaf Hij Zijn vrienden het teken van Zijn grenzeloze liefde. Hij nam het brood in Zijn handen, sprak de dankzegging uit en brak het met de woorden: Die komen zal in deze wereld. Die ons een nieuwe naam zal geven, die onze weg is door de dood. Die wij herkennen, die wij verkondigen, hier in het breken van het brood. Laten wij samen het gebed bidden dat Jezus ons gegeven heeft: Onze Vader die in de hemel zijt. Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen "Neem dit brood en eet hier allen van, want dit is Mijn Lichaam dat voor u gegeven wordt." Ook nam Hij de beker in Zijn handen, sprak opnieuw de dankzegging uit en gaf hem rond aan Zijn leerlingen met de woorden: "Neem deze beker en drink hier allen uit, want dit is de beker van het altijddurende verbond. Dit is Mijn bloed dat voor u en voor alle mensen vergoten wordt tot vergeving van de zonden. Blijf dit doen om Mij te gedenken". Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij wederkomt. Wij herhalen hier Zijn gebaar en Zijn woorden en vragen u om het samenzijn van ............ en ....... te zegenen. Dat zij als man en vrouw de zin van het leven mogen ontdekken en dat hun liefde vruchtbaar mag zijn. Door Hem en met Hem en in Hem, alle dagen tot in de eeuwen der eeuwen. Amen Bidden wij nu samen het gebed dat Jezus ons gegeven heeft. Onze Vader, die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen VREDESWENS VREDEWENS (1) Moge God ons eensgezindheid schenken in de Geest van Jezus Christus. Dan kunnen wij, één van hart en uit één mond, God verheerlijken. Moge God ons vervullen van liefde en vreugde voor elkaar, van geloof in de toekomst. dan zal de vrede van de Heer altijd bij ons zijn. Amen of: VREDEWENS (2) Zie hier, hoe God zich aan ons openbaart; als gebroken brood, als vergoten wijn. Neemt, eet en drinkt, volg na wat u in handen neemt: tracht voor elkaar en alle mensen zo goed als God te zijn. Wees brood voor wie honger heeft. Wees mens voor de medemens. Wens elkaar vrede toe. of: VREDEWENS (3) De vreugdebode heeft ons goed nieuws gebracht: vreugde voor iedereen, geluk en welzijn voor heel de wereld, een teder begin, vol intimiteit. LAM GODS Daarom durven wij ook bidden: Heer, Jezus Christus, als een kind bent U onder ons komen wonen, klein en ontwapenend. Mogen wij Uw levensinstelling steeds voor ogen houden: een wereld vol mensen die opkomen voor recht en vrede, liefde en gerechtigheid. Maak ons tot vredestichters, overal waar mensen wonen. Maken wij een gebaar om die vrede van Jezus gestalte te geven in de wereld. Laten we hier en nu beginnen en een voorbeeld stellen: Vrede en alle goeds voor jou en jou, voor iedereen. Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld. Ontferm U over ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld. Ontferm U over ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld. Geef ons Uw vrede. UITNODIGING VOOR DE COMMUNIE Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd des Heren. Zie hier het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt. Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden. SLOTGEBED SLOTGEBED (1) Heer God, Almachtige Vader, wij danken U voor deze twee mensen, die nu als man en vrouw hun levensweg gaan vervolgen. Wij bidden U: houd hen in ere, voorkom hun vragen, wees hen nabij als het lichaam van de ander. En moge de vreugde waarin wij hier samen zijn geweest hun leven lang duren, alle dagen, tot in eeuwigheid. De almachtige God, die voor jullie alles ten goede heeft geleid, de God van jullie ouders. Hij moge je zegenen, Hij geve je liefde en trouw, Hij make je vruchtbaar en sterk en vol vreugde. En ook u allen zegene de almachtige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen of: SLOTGEBED (2) Vader Almachtig, verhoor ons bidden als wij Uw zegen vragen over deze twee mensen; zegen hun hart, opdat zij één worden, geheel en al lichaam en ziel en elkaar voltooien naar het beeld van Jezus, de nieuwe mens; dat zij samen oud mogen worden en kunnen genieten van wat het leven goed maakt, bemoediging en vertroosting, vriendschap en edelmoedigheid. zorg en pijn, hoop en uitzicht, Zegen hun komen en gaan, het ritme van hun dagen, opdat zij kunnen werken om te leven en tijd te vinden voor elkaar, stilte tot wederzijds begrip en moed om te vergeven als dat nodig is. Dat zij verwonderd blijven over het geschenk dat zij voor elkaar zijn; zegen hun leven, zodat zij vol menselijk vertrouwen Uw Naam aanbidden. of: SLOTGEBED (3) door bruid en bruidegom Bruidegom: Heer God, op het einde van deze feestelijke viering wil ik U, ook namens ......, hartelijk danken. Vandaag hebben wij wederom tot in het diepst van ons hart mogen ervaren, met welke banden van liefde wij verbonden zijn met allen die ons omringen. Op de eerste plaats, God, wil ik U danken voor onze ouders, die ons geleerd hebben, U een plaats te geven in ons leven. Wij zijn hen dankbaar voor alle zorgen en hopen, dat hun opvoeding van blijvende invloed zal zijn op ons verder leven. Wij zijn dankbaar voor broers en zussen. Dankbaar zijn wij ook voor allen, die ons, in welke vorm dan ook, geholpen hebben. U hebt ons omringd met mensen, die een voorproef hebben gegeven van Uw goedheid en liefde. Bruid: ........ heeft U, God, bedankt, ook namens mij. Het valt me niet mee, U te zeggen wat er omgaat in het diepst van mijn hart. Met Uw hulp wil ik trachten ......... gelukkig te of: SLOTGEBED (4) maken en te zorgen, dat ons gezin een gastvrije "oase" mag zijn voor iedereen, die een ogenblik getuige wil zijn van menselijk geluk en vreugde. Zegen onze ouders en mogen zij ervan overtuigd zijn, dat wij hen zullen blijven omringen met een liefdevolle dankbaarheid. Blijf bij ons, Heer, ook in moeilijke dagen en mogen wij bijdragen tot groter vreugde en diep menselijk geluk van onze ouders; mogen wij bijdragen tot de komst van Uw koninkrijk op deze wereld. Bruidspaar: Dat vragen wij U door Christus, onze Heer, in alle eeuwen der eeuwen. Amen. Moge iets van Uw liefde voelbaar zijn geworden in deze viering. Amen Dankzegging door het bruidspaar of: SLOTGEBED (6) Als er iets is dat dag in dag uit het leven verwarmt, dan is het dit: dat mensen van je houden, vanaf het moment van je geboorte. Op deze plaats, in deze ruimte, willen wij God bedanken voor onze ouders en onze ouders willen wij bedanken voor hun liefde en hun zorg. Wij hopen en verwachten, dat zij blijven zien dat ons leven uitgaat van hetgeen zij ons geleerd hebben. Wij willen niet de indruk wekken, dat het kiezen van een eigen vorm betekent dat wij het door hen geleerde weggooien. En het hebben van een eigen onderdak, wil niet zeggen dat wij onze deuren sluiten. Laat ons huis open zijn voor iedereen en moge ons geluk ook anderen gelukkig maken. Wij hopen dat alle dingen waarvoor we geen woorden hadden toch gezegd zijn en verstaan. of: SLOTGEBED (5) Goede God, opnieuw is Uw liefde en trouw gebleken in ons midden. Wij danken U voor Uw Woord en voor de gaven die Uw Zoon ons schenkt. Wij danken U ook voor zoveel tekenen van trouw onder de mensen. Met name danken wij U voor ........ en ........ die hier bij ons zijn. Geef hun en allen die hun dierbaar zijn nog vele jaren van liefde en geluk. Door Christus, onze Heer. Amen of: SLOTGEBED (7) Laat ons mensen van vrede zijn. Waar haat is, breng daar liefde, waar wrok is, breng daar vergeving, waar tweedracht is, breng daar eenheid, waar dwaling is, breng daarwaarheid, waar duisternis is, breng daar licht, waar verdriet is, breng daar vreugde. En moge de blijheid van God bij ons zijn Goede God, en de liefde van de Vader, de Zoon en de Johannes heeft gezegd: God is liefde. Heilige Geest. Als dat zo is God, dan moet het mogelijk zijn Amen dat U zichtbaar wordt voor ons mensen in de liefde die we voor elkaar voelen en uitspreken. Oprechte liefde, vandaag beeld geworden voor .......... en .............. ********************* LIEDEREN OPENINGSLIED (1): DIT IS DE DAG OPENINGSLIED (4): UIT UW HEMEL Dit is de dag, die de Heer heeft gemaakt en gegeven. Laat ons Hem loven en danken, verheugd dat wij leven. Diep in de nacht heeft Hij verlossing gebracht, heeft Hij ons licht aangeheven. Uit Uw hemel zonder grenzen komt Gij tastend aan het licht, met een naam en een gezicht even weerloos als wij mensen. Nu zend Uw Geest, als een vuur, als een stem in ons midden Dat wij van harte elkander verstaan en beminnen. En zo voortaan, eren Gods heilige Naam, en Hem in waarheid aanbidden. OPENINGSLIED (2): ZOMAAR EEN DAK Zomaar een dak boven wat hoofden, deur die naar stilte openstaat. Muren van huid, ramen als ogen, speurend naar hoop en dageraad. Huis dat een levend lichaam wordt als wij er binnengaan om recht voor God te staan. Woorden van ver, vallende sterren vonken verleden hier gezaaid Namen voor Hem, dromen signalen diep uit de wereld aangewaaid. Monden van aarde, horen en zien, onthouden, spreken voort Gods vrij en lichtend woord. Tafel van Eén, brood om te weten dat wij elkaar gegeven zijn. Wonder van God, mensen in vrede, oud en vergeten nieuw geheim. Breken en delen, zijn wat niet kan, doen wat ondenkbaar is, dood en verrijzenis. OPENINGSLIED (3): WIJ TREDEN BIDDEND Wij treden biddend in Uw licht, op U is onze hoop gericht, die alles wat op aarde leeft, te allen tijd Uw liefde geeft. God, Vader, die van eeuwigheid, het heil der mensen hebt bereid. Geef dat Uw alverlossend woord in groot vertrouwen wordt aanhoord. God, Zoon, die door Uw offerdood de deur naar 't leven weer ontsloot. Wij vragen dringend altijd weer: Bewaar ons in Uw liefde, Heer. God, goede Geest van heiligheid, die ieder mens in liefde leidt. Breng allen samen en bewerk de eenheid van de christenkerk. Als een kind zijt Gij gekomen, als een schaduw die verblindt, onnaspeurbaar als de wind die voorbijgaat in de bomen. Als een vuur zijt Gij verschenen, als een ster gaat Gij ons voor, in den vreemde wijst Uw spoor, in de dood zijt Gij verdwenen. Als een bron zijt Gij begraven, als een mens in de woestijn. Zal er ooit een ander zijn, ooit nog vrede hier op aarde? Als een woord zijt Gij gegeven, als een nacht van hoop en vrees, als een pijn die ons geneest, als een nieuw begin van leven. OPENINGSLIED of SLOTLIED: (5) LOOFT DE HEER Looft de Heer, al wat gemaakt is prijst Zijn Naam, verheft Hem voor eeuwig, dankt voor bestaan. Looft Hem die gezeten is op tronen van gezang. Zingt als rivieren mee voor God: Hij leve lang. Storm en aarde, bomen, stromen, zon en vuur, gij wolken en dromen, nachten, dag en duur, licht en donker, dood en leven, wereld, mensenzaad, weest mondig en volmaakt, looft Hem met woord en daad. Dauw en regen, vorst en koude, ijs en sneeuw, de slang en de vis, de vogel en de leeuw, geesten in de hemel en gij mensen met uw stem: gelooft Hem op Zijn woord, dat gij bestaat in Hem. Looft Hem in uw zonde, looft Hem kwaad en goed. Looft Hem, die Zijn woord in u mensen worden doet. Looft Uw God en Vader, die Zijn Geest geschonken heeft. Looft Hem omdat gij zijt, ja looft Hem, want Hij leeft. OPENINGSLIED of SLOTLIED (6) DANKT, DANKT NU ALLEN GOD Dankt, dankt nu allen God met hart en mond en handen, die grote dingen doet hier en in alle landen. Die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot, Zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood. Die eeuwig rijke God, moge ons reeds in dit leven een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven. Die uit genade ons behoudt te allen tijd, is hier en overal een helper die bevrijdt. Lof, eer en prijs zij God die troont in 't licht daarboven. Hem, Vader, Zoon en Geest moet heel de schepping loven. Van Hem, de ene Heer, gaf het verleden blijk, het heden zingt Zijn eer, de toekomst is Zijn rijk. GLORIALIED of SLOTLIED (7): U HEER ZIJ LOF GEBRACHT U, Heer, zij lof gebracht, U klinkt ons feestlied ter ere! Wat Gij, Almachtige, veilig behoudt komt U eren. Al wat Gij geeft, alles wat ademt en leeft, wil U, zijn Oorsprong vereren. Wie in Uw liefde woont, heiligen, engelenkoren, wie aan Uw rechterhand neerzit, in liefde herboren. Zingt duizendmaal, zingt het hoogheilig koraal: heilig is God in den hoge! GLORIALIED (8) AANBIDT EN DANKT... Aanbidt en dankt Uw Vader God die leeft in eeuwigheid.; aan Hem behoort het koningschap en alle heerlijkheid. Verkondigt Hem en looft Zijn Naam, bezingt Zijn wondermacht; dan zal op aarde vrede zijn voor wie Zijn hulp verwacht. Aanbidt en dankt de Koningszoon, die in de wereld kwam en al de zonden van Zijn volk gehoorzaam op zich nam. Nu nodigt Hij Zijn broeders uit op 't grote koningsfeest. En waar Hij leeft aan Vaders hand, daar heerst een goede geest. GLORIALIED (9) of SLOTLIED: GEDENKEN WIJ DANKBAAR Gedenken wij dankbaar de daden des Heren, Zijn leven, Zijn dood en verrijzenis. En dat wij oprecht tot Jezus ons bekeren die onze God en Leidsman ten leven is. Hoe hadden wij onze bestemming vernomen, was Jezus de weg niet ten einde gegaan. Wie zouden wij zijn, als Hij niet was gekomen om in Zijn lichaam onze dood te doorstaan. Hoe zouden wij ooit voor elkaar kunnen leven, had Hij ons de liefde niet voorgeleefd, die tot de dood zich prijs heeft willen geven, die, Zoon van God, ons aller slaaf is geweest. Gij eerste der mensen, die weerloos en eenzaam als graan in de aarde gestorven zijt. Gij wordt ons brood, maak ons met U gemeenzaam,van harte maak tot wederdienst ons bereid. TUSSENZANG (10): AL HEB IK ..... Al heb ik hoge woorden, spreek ik haast elke taal; wie ben ik zonder liefde? Geen mens kan mij verstaan. Al ken ik de geheimen van alle wetenschap: een wereld zonder liefde is koud en zonder hart. De liefde is geduldig, zachtmoedig zonder maat, zij is op zoek naar vrede, vernietigt alle haat. De liefde spreekt met woorden die eerlijk zijn en waar, zij breekt de harten open, schenkt mensen aan elkaar. De mensen worden vruchtbaar, zij worden man en vrouw: de wereld wordt bewoonbaar door liefde, goede trouw. Zij doet de mensen leven, vol hoop en goede moed, want niets kan haar te veel zijn, haar kracht maakt alles goed. TUSSENZANG (11) of SLOTLIED: ZOLANG ER MENSEN ZIJN OP AARDE Zolang er mensen zijn op aarde, zolang de aarde vruchten geeft, zolang zijt Gij ons aller Vader. Wij danken U voor al wat leeft. Zolang de mensen woorden spreken, zolang wij voor elkaar bestaan, zolang zult Gij ons niet ontbreken. Wij danken U in Jezus Naam. Daarom moet alles U aanbidden, Uw liefde heeft het voortgebracht. Vader, Gij zelf zijt in ons midden. O, Heer, wij zijn van Uw geslacht. TUSSENZANG (12) ALLE WEGEN VAN DE WERELD Alle wegen van de wereld leiden naar de hemel toe. En de wind die rondom dartelt voert je naar die zonnegloed. Refrein: Laat zingen de bloemen, zingen de wei! Mijn hart is licht en blij. Laat zingen de bloemen, zingen de wei! Uw vreugd', o, Heer, zingt diep in mij! Alle wegen van de vlakte leiden onvermoeibaar ons, ondanks alle pijn en smarten naar een gouden horizon. Refrein: Alle wegen van het leven, vragen dat je hopen blijft op het feest dat God zal geven, waar je eeuwig bij hem blijft. Refrein: HUWELIJKSLIED (13) GOD DIE IN HET BEGIN God, die in het begin uit aarde, naar Zijn beeld, de mensen voor elkaars geluk geschapen heeft. Hij doet u samen zijn, Hij maakt u man en vrouw, elkanders brood en wijn, elkanders woord van trouw. Zoals van meet af aan een mens geen antwoord vindt, als hij niet door een mens, ten diepste wordt bemind. Zo zult gij nu voortaan in liefde en in leed, elkanders antwoord zijn, één lichaam en één geest. Zoals ten einde toe, de mensen twee aan twee hun lange wegen gaan, en God gaat met hen mee. Zo zal Hij met u zijn in leven en in dood. Hij wordt uw brood en wijn en dit geheim is groot. HUWELIJKSLIED (14) DE GEEST ‘sHEREN De Geest des Heren heeft een nieuw begin gemaakt, in al wat groeit en leeft Zijn adem uitgezaaid. De Geest van God bezielt wie koud zijn en versteend, herbouwt wat is vernield, maakt één wat is verdeeld. Wij zijn in Hem gedoopt, Hij zalft ons met Zijn vuur. Hij is een bron van hoop, in alle dorst en duur. Wie weet vanwaar Hij komt, wie wordt Zijn licht gewaar? Hij opent ons de mond en schenkt ons aan elkaar. HUWELIJKSLIED (15) UIT VUUR EN IJZER Uit vuur en ijzer, zuur en zout, zo wijd als licht, zo eeuwenoud, uit alles wordt een mens gebouwd en steeds opnieuw geboren. Om ijzer in het vuur te zijn, om zout en zoet en zuur te zijn, om mens voor een mens te zijn wordt alleman geboren. Om water voor de zee te zijn, om anderman een woord te zijn, om niemand weet hoe groot en klein, (- gezocht, gekend, verloren -). Om avond en morgenland, om hier te zijn en overkant, om hand in een and're hand, om niet te zijn verloren. Om oud en wijs als licht te zijn, om lippen, water, dorst te zijn, om alles en om niets te zijn, gaat iemand tot een ander. Naar verte die niemand weet, door vuur dat mensen samensmeedt, om leven in lief en leed gaan mensen tot elkander. HUWELIJKSLIED (16): EEN MENS TE ZIJN Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, is leven van genade buiten de eeuwigheid, is leven van de woorden die opgeschreven staan en net als Jezus worden die 't ons heeft voorgedaan. Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, is komen uit het water en staan in de woestijn, geen God onder de goden, geen engel en geen dier, een levende, een dode, een mens in wind en vuur. Een mens te zijn op aarde, in deze wereldtijd, dat is de dood aanvaarden, de vrede en de strijd, de dagen en de nachten, de honger en de dorst, de vragen en de angsten, de kommer en de koorts. Een mens te zijn op aarde, in deze wereldtijd, dat is de Geest aanvaarden die naar het leven leidt; de mensen niet verlaten, Gods woord zijn toegedaan, dat is op deze aarde de duiven wederstaan. HUWELIJKSLIED (17) TWEE AAN TWEE Twee aan twee gaan mensen door het leven heen, brengen al hun wensen, in één huis bijeen. Om te kunnen leven, jij en ik voortaan, om te kunnen delen, zo is ons bestaan. Om te kunnen delen, zo is ons bestaan. Twee aan twee doen mensen wat gebeuren moet. Over alle grenzen, vrede, trouw, voorgoed. Eén van geest en lichaam willen wij samen zijn. Dit gebeurt in Gods Naam tot wij vrede zijn. Dit gebeurt in Gods Naam tot wij vrede zijn. HUWELIJKSLIED (18): DE HEER HEEFT MIJ GEZIEN De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren en getogen. Hij heeft mijn licht ontstoken in de nacht gaf mij een levend hart en nieuwe ogen, zo komt Hij steeds met stille overmacht en zo neemt Hij voor lief mijn onvermogen. Hij doet met ons, Hij gaat ons in en uit. heeft in Zijn handen onze naam geschreven. De Heer wil ons bewonen als Zijn huis, plant als een boom in ons Zijn eigen leven, wil met ons spelen, neemt ons tot Zijn bruid en wat wij zijn, Hij heeft het ons gegeven. Gij geeft het Uw beminden in de slaap, Gij zaait Uw naam in onze diepste dromen. Gij hebt onszelf ontvankelijk gemaakt zoals de regen neerdaalt in de bomen, zoals de wind, die weet waarheen hij gaat, zo zult Gij uw beminden overkomen. HUWELIJKSLIED (19): ZINGT VOOR Zingt voor de Heer van liefde en trouw, die onder ons verblijven wou. Zingt als het gras dat dankt voor de dauw: Alleluia, alleluia. Zingt voor het heilig hemelsbrood, dat ons versterkt in alle nood, dat ons doet leven na de dood: Alleluia, alleluia. Zingt voor de liefde die ons bindt, die in ons hoofd haar woning vindt, die in ons hart haar rijk begint: Alleluia, alleluia. Zingt voor het heil dat komen gaat, zingt voor de deur die openstaat, zingt voor de God die zingen laat: Alleluia, alleluia. HUWELIJKSLIED (20) of COMMUNIELIED God die ons heeft voorzien en kent bij onze naam, die ons ten leven riep en houdt in het bestaan. Hij heeft ons voorbestemd te lijken op Zijn Zoon, die mens is zoals wij en in ons midden woont. Hij heeft Zijn eigen Zoon geen enkel leed bespaard. Hij heeft ten einde toe Zijn Geest geopenbaard. Als God zo vóór ons is wie zal dan tegen zijn? Al wat ons overkomt zal hoop en zegen zijn. Wie zal ons scheiden ooit van God ons goed en bloed. Geen toekomst en geen dood bedreigt ons meer voorgoed. Genadig en getrouw wil Hij mijn vrede zijn. Geen mens die Hem weerhoudt om onze God te zijn. HUWELIJKSLIED (21) HIJ DIE GESPROKEN HEEFT Hij die gesproken heeft een woord dat gaat, een tocht door de woestijn, een weg ten leven, een spoor van licht dat als een handschrift staat, tegen de zwartste hemel aangeschreven: Hij schept ons hier een nieuwe dageraad, Hij roept ons aan, 'Ik zal jou niet begeven'. Hij die ons in zijn dienstwerk heeft gewild, die het gewaagd heeft onze hand te vragen; die ons uit angst en doem heeft weggetild en ons tot hier op handen heeft gedragen; Hij die verlangen wekt, verlangen stilt Vrees niet, Hij gaat met ons, een weg van dagen. Van U is deze wereld, deze tijd. Gij hebt Uw stem tot op vandaag doen klinken. Uw naam is hartstocht voor gerechtigheid, Uw woord de bron waaruit wij willen drinken. Gij die tot hiertoe onze toekomst zijt - dat wij niet in vertwijfeling verzinken. HUWELIJKSLIED of OFFERANDELIED (22) DIT HUIS GEREINIGD EN VERSIERD Dit huis, gereinigd en versierd, waar Gods gemeente bruiloft viert, staat voor de eredienst gereed, wij komen hier in lief en leed. In geest en waarheid bidden wij, dat Christus in ons midden zij. Hem love al wat adem heeft. Hem love wat op aarde leeft. HUWELIJKSLIED of OFFERANDELIED (23) HEEL DE AARDE JUBELT EN JUICHT Antifoon: Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer. Alleluja, Alleluja! Ja. heel de aarde moet God wel prijzen, loven Zijn machtige beleid. Omdat Hij steeds op wond're wijze, alles bestuurt in gerechtigheid. Antifoon: Ja, God is goed, schenkt ons Zijn zegen; toont ons Zijn aanschijn van licht. Hij gaat ons voor op alle wegen, heeft uit de zonde ons opgericht. Antifoon: Laat alle volken Uw almacht vrezen, aller lof zij U gewijd. Laat Heer, Uw Naam bezongen wezen, in aller eeuwigheid. Antifoon: COMMUNIELIED (24) ZINGT VOOR DE HEER Zingt voor de Heer van liefde en trouw, Die onder ons verblijven wou. Zingt als het gras dat dankt voor dauw: Alleluja, Alleluja. Zingt voor de liefde die ons bindt, die in ons hoofd haar woning vindt, die in ons hart haar rijk begint: Alleluja, Alleluja. Zingt voor het heil dat komen gaat, zingt voor de deur die open staat, zingt voor de God, die zingen laat: Alleluja, Alleluja. WAAR LIEFDE MENSEN SAMENVOEGT Waar liefde mensen samenvoegt worden stenen een paleis, de kille straat een lentetuin, de hel een paradijs. Refrein: Een land van licht en zonneschijn, een haard waar men zich warmt, een overvolle beker wijn, een mens die je omarmt. De deur roept je een welkom toe, een stoel staat voor je klaar; de tafel is gastvrij gedekt, een heerlijk avondmaal. Refrein: SLOTLIED (27) VREUGDE, VREUGDE Vreugde, vreugde, louter vreugde, is bij U voor eeuwigheid. Schepper die 't heelal verheugde, bron van eeuwige vreugde zijt. Gij die woont in licht en luister, drijft de schaduwen uiteen. Hij die zoekend doolt in het duister, vindt het licht bij U alleen. In de harmonie der sferen klinke een loflied U gewijd. Sterren, eng'len, allen eren U, de Heer der heerlijkheid. Velden, wouden, beken, bergen, stromen, zeeën, alles juicht, vogels bloemen en fonteinen, 't werk dat van Uw vreugd' getuigt. COMMUNIELIED (25) ALS LIEFDE MENSEN SAMENBRENGT Als liefde mensen samenbrengt, worden huizen een paleis; Dan zal het goed te leven zijn, als in een paradijs. Refrein: Er is een land vol zonneschijn, een land hier ver vandaan: daar zal geluk en vrede zijn, een nieuwe dag breekt aan. Want ergens aan de horizon, daar daagt het nieuwe licht. De wereld ziet er anders uit en krijgt een nieuwe gezicht. Refrein: SLOTLIED (28) WONEN OVERAL NERGENS THUIS Wonen overal nergens thuis, aarde mijn aarde, mijn moeders huis, vallende sterren de schim van de maan mensen die opstaan en leven gaan mensen veel geluk. Wonen overal even thuis handel en wandel en huis na huis loven en bieden op waarheid en waan wagen en winnen en verder gaan mensen veel geluk. Wonen overal bijna thuis aarde mijn hemel mijn vaders huis stijgende sterren de lach van de maan mensen die dromend een stem verstaan mensen veel geluk COMMUNIELIED (26) Wij danken u heel hartelijk voor de deelname aan onze huwelijksmis……. en ………….. Liederen in alfabetische volgorde: Aanbidt en dankt (8) 26 Al heb ik hoge woorden (10) 26 Alle wegen van de wereld (12) 27 Als liefde mensen samenbrengt (25) Dankt, dankt nu allen God (6) 26 De geest des Heren (14) 27 De Heer heeft mij gezien (18) 28 Dit is de dag (1) 25 Dit huis gereinigd en versierd (22) Een mens te zijn op aarde (16) 27 Gedenken wij dankbaar (9) 26 God die ons heeft voorzien (20) 28 God die in het begin (13) 27 Heel de aarde jubelt en juicht (23) Hij die gesproken heeft (21 28 Looft de Heer (5) 25 Twee aan twee gaan mensen (17) U Heer zij lof gebracht (7) 26 Uit vuur en ijzer (15) 27 Uit Uw hemel zonder grenzen (4) Vreugde, vreugde (27) 29 Waar liefde mensen samenvoegt (26) Wij treden biddend in Uw licht (3) Wonen overal nergens thuis (28) Zingt voor de Heer, Huwelijkslied (19) Zingt voor de Heer, Communielied (24) Zolang er mensen zijn op aarde (11) Zomaar een dak boven wat hoofden (2) ******* 29 28 29 28 25 29 25 29 29 28 26 25