Apnoe van de prematuriteit (AOP)
Pathosfysiologie en behandeling
“Als gij uw kalmte en zelfbeheersing wilt
vergroten, streef er dan eerst naar uw
ademhaling te regelen”
Ekiken (1630-1714), Japans moralist
Fysiologie van de ademhaling
• Foetus heeft al vroeg onregelmatige
adembewegingen (doel: “oefenen”, groei
+ontwikkeling long)
• Na geboorte regelmatige bewegingen
• Ademhaling door “off switch” mechanisme:
inspiratory motor neurons (aangestuurd
door ademcentrum) worden geremd door
“off-switch neurons”
Regulatie ademhaling
“Fetal breathing”
Definities
• Pathologische apnoe: >20 sec of <20 sec
MET sat.daling of bradycardie (AAP 2003)
• “Periodiek ademen”: regulaire ademhaling
>20 sec met 3x apnoe’s <10 sec binnen 1
min. (bij 2-6% vd atermen)
Pathofysiologie
• AOP (apnea of prematurity) door onrijpheid van
ademcentrum. Ws vooral onrijpheid van afferente
signalen vanaf perifere receptoren
• AOP vooral tijdens REM-slaap
• Verminderde gevoeligheid centrale chemoreceptor voor
CO2
• Hering-Breuer reflex overactief
• Bradycardie bij apnoe is meestal door perifere
chemoreceptor geïnduceerd
Epidemiologie 1
• 70% van prematuren <34 wk ontwikkelt
AOP
• 84% van premies <1000 gram krijgt
AOP
• Vormen apnoe:
– gemengd 50-75%
– obstructief 10-20%
– centraal 10-25%
– meestal 1 type per patiënt
Epidemiologie 2
• Geen verschil geslacht, ras etc.
• 30% op uitgerekende datum nog apneus
• Soms tot 50 wk postconceptie
DD
•
•
•
•
•
•
•
Infectie
GER
ODB
IVH
convulsies
“metabool”
“obstipatie”
• “anatomisch”
• (choanen-atresie)
• anemie
• obstructie
neus/pharynx
Choanen atresie
Dx: MKR
• Door team SKZ, kan ter plaatse
• pas geïndiceerd na 44 wk post-am.
– Nasale flow
– thoraxbewegingen
– saturatie, ECG
– EEG
– pH-metrie
Rx AOP
• Coffeïne
– Toename gevoeligheid
centrale chemoreceptoren voor CO2
– t½: 40-230 uur
– oplaad 10-20 mg
– onderhoud 5 mg, in 1x
– spiegel hoeft niet te
worden bepaald
Cochrane:
vergelijking caffeine-placebo
Cochrane: Xanthines voor/na extubatie
Caffeine therapy for apnea of prematurity
Korte termijn
Barbara Smidt etal. NEJM 2006; 354:2112
• Methode
– 2006 prematuren 500-1250 gram
– Op dag 0-10 caffeine of placebo
– Dubbelblind, gerandomiseerd
• Resultaten
–
–
–
–
Extra zuurstof: caffeine: 36%, Placebo: 47%
CPAP: caffeine: 31 wk, placebo: 32 wk
groei vertraagd in coff groep.
Geen verschil in overlijden, IVH of NEC
Long-term effects of caffeine therapy for
apnea of prematurity
Middellange termijn
Barbara Smidt et al. NEJM 2007; 357:1893
•
•
Methode
–
–
Zelfde groep kinderen
Uitkomst: overlijden, cerebral palsy (spasticiteit),
cognitie, doofheid, blindheid op gecorrigeerde
leeftijd 18- 21 mnd
Resultaten
–
–
–
Overlijden of handicap: caff: 40,2%, Pacebo: 46,2%
CP: caff: 4,4%, placebo: 7,3%
PMO-achterstand: caff: 33,8%, placebo: 38,3%
5 years after caffeine therapy for
apnea of prematurity
Lange termijn
Barbara Smidt et al. JAMA: 2012; 307:275
• Zelfde groep
• Doel:
– effect op schoolleeftijd
• Uitkomst:
– overleving, motoriek, cognitie, gedrag, gezondheid
• Resultaten:
– Geen verschil meer aantoonbaar
Rx AOP
• Coffeine
– In 20% geen respons
– Bij hoge dosis afname cerebrale- en
intestinale doorbloeding
– Wellicht hogere kans cerebral palsy
(spasticiteit) echter hoger IQ
Rx AOP
• CPAP
– 3-6 cm
– lijkt effectief bij obstructieve apnoe niet bij
centrale vorm
– werkingsmechanisme:
• toename FRC
• openen bovenste luchtwegen (door druk)
• rek-receptoren?
Cochrane:
vergelijking coffeine-CPAP
Rx AOP
• Carnitine
– Betrokken bij transport
lange keten FA over
mitoch. Membraan
– Tekort geeft hypotonie
– In prematuren lagere
spiegels
Rx AOP: Doxapram
Voor mens en dier?
Analepticum=opwekkend
middel
Werkingsmechanisme en effecten
• Stimulatie chemoreceptoren a. Carotis en
bij hogere dosering ook neuronen
ademhalingscentra in hersenstam
• Toename AMV door toename Vt en
frequentie
• Toename inspiratietijd ten koste van
expiratietijd
Farmacokinetiek
• Metabolisme (lever)
•
•
•
•
•
•
ketodoxapram (actief)
+ desethyldoxapram (inactief)
Excretie in urine
T½ volwassenen: 3,5 uur
T½ prematuren: 6,6-12,8 uur
Therapeutische concentratie: 1,5-3,7 mg/l
Bijwerkingen bij concentraties > 5mg/l
Biologische beschikbaarheid bij orale toediening 50
tot 60%
Bijwerkingen bij neonaten
• Cardiovasculair:
– hypertensie (Barrington, J Pediatr 1986)
– QT-verlenging (Maillard, Clin Pharmacol Ther 2001)
• CNS:
– agitatie, jitteriness (myoclonien), seizures (Hayakawa,
J Pediatr 1986)
– Developmental delay? (Sreenan, J Pediatr 2001)
– Toename PVL in ratten (Uehara, Neurosci Lett 2000)
• GIT:
– Voedingsretentie, braken, diarree
– NEC?
QTc-tijd voor en tijdens doxapram
Maillard et al., Clin Pharmacol Ther 2001; 70:540
Potentiële indicaties voor
doxapram
1. Profylacticum voor apnoe na extubatie
2. Alternatief voor coffeine
3. Synergistisch effect in combinatie met
coffeine
Ad 1: profylacticum na extubatie
Henderson-Smart DJ, Davis PG
The Cochrane Library, Issue 3, 2002
• Conclusie:
– Onvoldoende bewijs dat Dox beter
werkt dan standaard zorg
Ad 2: alternatief voor coffeine
Henderson-Smart DJ, Steer P
The Cochrane Library, Issue 3, 2002
• Doel
– Vergelijking effect Dox vs methylxanthines op apnoes
• Eindpunten
– Falende behandeling (geen afname apnoe, IPPV, overlijden)
– Bijwerkingen
– Groei en ontwikkeling
• Studies
– 3 studies, totaal 63 patienten
– 2 studies Dox vs aminophylline, 1 Dox vs theophylline
• Resultaten en Conclusie
– Geen verschil tussen korte termijn effectiviteit Dox en
methylxantines iv
– Voordeel xanthines: kunnen per oraal
Ad 3: Synergistisch effect?
• Jamali 1991:
– Dox 1,5 mg/kg/uur plus Theo 0,5 mg/kg/uur iv
– geen farmacologische interactie tussen Dox en Theo
• Brion 1991:
– n=12, ±28 wk, ±1000g, Dox gebruikt voor weanen
indien Theo niet succesvol
– Geen randomisatie, niet blind
– 11 kinderen te weanen: vlgs auteurs door
synergistisch effect Dox en Theo
Is doxapram überhaupt effectief?
Henderson-Smart DJ, Steer PA
The Cochrane Library, Issue 3, 2004
• Doel:
– Vermindert doxapram het aantal apnoe-aanvallen en
noodzaak IPPV zonder belangrijke bijwerkingen?
• Methode:
– Search strategy: Oxford database of Perinatal Trials,
Cochrane trial register, Medline, Embase, CINAHL
– Selection Criteria: gerandomiseerd, doxapram vs
placebo
• Analyse:
– Standaard methode Cochrane
Is doxapram überhaupt effectief?
Henderson-Smart DJ, Steer PA
The Cochrane Library, Issue 3, 2002
• Eindpunten
– Falen behandeling (geen reductie apnoe, noodzaak
IPPV, overlijden)
• Studies:
– Peliowski 1991: korte termijn effect Dox vs placebo,
n=21, ±31 wk, ± 5 dg, gerandomiseerd, blind, Dox
oplaad daarna 1,5 mg/kg/uur iv, effect na 48 uur (geen
cross-over design)
• Resultaten:
– Minder falen therapie in Dox groep (4/11) vs placebo
(8/10) op t=48uur echter niet-significant
Cochrane: vergelijking dox-placebo
Conclusies
• Bijna alle prematuren krijgen apneuaanvallen
• Coffeïne is effectief en veilig
• Zo nodig CPAP toevoegen
• Doxapram heeft vaak bijwerkingen en
dient alleen in uitzonderlijke gevallen te
worden gebruikt