Ethiek Grondslagen, J. Douma Chris van Zwol Hoofdstuk1. Het verschil tussen moraal en ethiek ligt misschien niet in de betekenis. Al maakt Douma wel onderscheid. Moraal is een bepaalde vorm van menselijk handelen terwijl ethiek de bezinning op dat menselijke handelen is. Ze staan niet los van elkaar maar zijn juist verweven. Toch verdient dat handelen ook weer definiëring aangezien ethiek een wetenschap is die niet op elk menselijk handelen zich bezint. Daarin zijn verschillende stromingen te onderscheiden. Zo is er universability welke zegt: handelingen van moreel karakter worden gekenmerkt door het voor iedereen geldende karakter. Toch niet mogelijk dat het universale niet doorslaggevend is aangezien het niet-morele ook universeel kan worden gedaan. De prescriptieve stroming voegt aan de universaliteit een prescriptief aspect toe. Nog een stroming is overriding deze zegt dat morele handelingen altijd doorslaggevend zijn. Ze gaan altijd voor op andere handelingen. Dit is echter wel heel betrekkelijk, wat is dan de belangrijkste morele regel en voor wie is welke moraal het meest belangrijk? Sancties is een andere stroming die zegt dat straf en schaamte kenmerkend zijn voor moraal. Bezwaar hiertegen is het feit dat ook bij niet-morele handelingen schaamte en straf een rol spelen. Sancties zijn ook te betrekkelijk om daarmee morele handelingen te onderscheiden. Inhoud zou ook kunnen worden gebruikt de definitie af te schermen. Men zegt dan: moreel handelen is gericht op het welzijn van mensen, anderen en onszelf. Toch is dit niet helemaal eerlijk dat te reserveren voor het morele handelen, ook juridische en esthetische zaken doen goed aan de welzijn van mensen. 10 geboden hebben behalve de 5 laatste betrekking op God. Dooyeweerd werkt met zogenaamde modaliteiten en de soevereiniteit in eigen kring. Definitie Ethiek is de bezinning op het morele handelen, dat zich laat omschrijven als menselijk en normatief handelen, beschouwd onder het aspect van goed en kwaad, en samenhangend met motivatie, met emoties, met deugd als dispositie en met gerichtheid op (hoogste) waarden. Menselijk:Menselijk handelen onderscheidt zich van dieren. Dieren hebben wel instinct maar geen verantwoordelijk en zelfbewust handelen. Het is ook onderscheiden van God, God is namelijk de Schepper van en niet onderhevig aan onze wetten. Het is noch determinisme (alle handelingen van mensen liggen vast) noch indeterminisme (omgekeerd). Normatief: Normatief wil zeggen dat het om handelingen met een must-karakter gaat. En dan wel het ‘ought’ –karakter. Deze overkomen ons niet maar kunnen we kiezen of niet kiezen. Belangrijk is dan dat het bepaalde norma (maatstaf/standaard) heeft. Aspect goed en kwaad: Dus niet goed en fout, efficiënt en inefficiënt, etc. Gemotiveerd handelen: Wat beweegt ons om zus of zo niet te handelen. 2. Wat is kenmerkend voor christelijke ethiek? Kan er wel over christelijke ethiek gesproken worden? Wat is dat dan? Moraal op eigen benen? Moet christelijke ethiek een eigen moraal hebben? Zoals in de brief aan Diognetus naar voren komt dat Christenen heel anders leven. Toch is dat niet zo, allereerst is een christen mens als ieder ander, ethiek is dus autonoom. De christelijke boodschap voegt aan de autonome ethiek geen materiële normen toe. Smalle en brede moraal Dit is een onderscheidt in de publieke en christelijke, of groepsmoraal. De smalle moraal is de publieke moraal de brede moraal hoort bij de groepsmoraal. Het ‘meer dan gewone’ In bovenstaand kader zou de christelijke moraal verschuiven naar de rand. Dat is een bescheiden plaats voor de christelijke ethiek. Van een christen mag meer verwacht worden, in het meer dan het gewone ziet men het proprium, waarin de moraal van christenen zich onderscheidt van die van niet-christenen. Waar anderen henzelf opofferen voor anderen uit morele idealen is het voor Christen een verplichting. Maar wat dan wel blijft meespelen is dat volgens bovenstaande uitgangspunten christelijke ethiek een bijplaats heeft naast de universele ethiek? Christelijke ethiek alleen vanwege christelijke motivatie? Zoals het er nu uitziet blijft er voor de christelijke moraal niet veel over. Het kan in ieder geval geen verplichtend of voor iedereen karakter hebben. Eigen standpunt Douma neemt geen genoegen met bovenstaande standpunten. Hij verdedigt een moraal die vanaf het begin tot het eind christelijk is. De Heilige Schrift stelt ons leven voor God en doet een appèl op heel ons leven. Bovenstaande verwerpt Douma allemaal. Als christenen kunnen we niet beginnen met een humanum en daarbij nog een Divinum. De 10 geboden beginnen met “Ik ben de Here uw God” Dat betekent dat stelen en niet doden of echtbreken niet menselijk zijn maar allemaal onder Gods hand staan in het licht van zijn Wil. Definitie van christelijke ethiek. Christelijke ethiek is de bezinning op het morele handelen, vanuit het perspectief dat ons in de Heilige Schrift geboden wordt.