raadsvoorstel Raadsvergadering: 22 april 2008 Agendanummer: Afdeling: Financiën Onderwerp: Het belang van Regio Twente in Twence B.V. Aan de raad Denekamp, 1 april 2008 Voorstel De vertegenwoordigers van Dinkelland in de regioraad adviseren om: 1. In te stemmen met het verkopen van het volledige belang van Regio Twente in Twence B.V. waarbij het afleveringscontract wordt herijkt en de koper wordt geselecteerd aan de hand van het Strategisch plan verkoop belang Regio Twente in Twence (scenario 1.2 uit het regioraadsvoorstel); 2. Er voor te pleiten dat de volledige verkoopopbrengst wordt uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten op basis van het inwoneraantal. Overwegingen Inleiding: Vanaf het eerste moment dat de regio Twente haar oog heeft laten vallen op Twence als mogelijkheid om de Agenda van Twente te kunnen realiseren is door Dinkelland gehamerd op een zuivere discussie. Meerdere malen is zowel bestuurlijk als ambtelijk gepleit voor een ontkoppeling van beide dossiers. Een discussie voeren over de rol van de regio Twente (overheid) als aandeelhouder in Twence leek, zeker gezien de ontwikkeling van het bedrijf, de marktsituatie en eerdere besluiten betreffende (semi-)overheidstaken (b.v. energiebedrijven), een keer aan de orde. Bij discussies over het dividendbeleid in het verleden en voor het laatst bij de discussie omtrent het garant staan voor leningen voor de financiering van de derde lijn is de vraag over de rol van de regio Twente (overheid) als aandeelhouder in Twence gesteld. Niemand kan echter ontkennen dat de behoefte aan dekking om de Agenda van Twente te kunnen realiseren e.e.a. in een stroomversnelling heeft gebracht. Bij de discussie omtrent de financiering van de Agenda van Twente is door Dinkelland ook bij herhaling gepleit voor het in beeld brengen van andere dekkingsmogelijkheden. Advies Brekelmans: Een bestuurlijke commissie (commissie Brekelmans) heeft advies uitgebracht aan het Dagelijks Bestuur over het belang Regio Twente in Twence B.V. Deze commissie heeft zich eerst uitvoerig gebogen over het publieke belang en het financieel economisch belang van aandeelhoudersschap alvorens de strategische opties als opgenomen in het rapport van ING Corporate Finance tegen het licht te houden. Tenslotte wordt in het advies ingegaan waarom nu te verkopen en onder welke voorwaarden. De zorgvuldigheid waarmee deze commissie haar werk heeft gedaan doet op z’n minst vermoeden dat zij de aanbevelingen die Berendschot doet in haar onderzoek naar de verkoop van aandelen Wavin ter harte heeft genomen. Het advies is op basis van een proactieve houding tot stand gekomen waarbij een transparante werkwijze is gevolgd met een ruime informatie-uitwisseling. Verkoopmoment en voorwaarden: De conclusies van de commissie Brekelmans inzake het publieke belang en het financieel-economisch belang worden onderschreven. Het antwoord op de vraag of dit het juiste moment is om te verkopen is veel moeilijker te beoordelen. De toekomst zal uitwijzen of dit het juiste moment is of dat dit inmiddels achter ons ligt of pas in de toekomst. Feit is wel dat Twence in de laatste rapportages aangeeft de druk op tarieven in de markt wel degelijk te ondervinden. Druk op de tarieven vanwege toenemende verbrandingscapaciteit. De resultaten van Twence lijden er (nog) niet onder aangezien de energieprijzen, de andere belangrijke inkomstenbron die in de toekomst alleen maar belangrijker wordt als de BEC (bio-electriciteitscentrale) in productie wordt genomen, maar door blijven stijgen. Energie is de afgelopen drie jaar een keer zo duur geworden. Maar ook dit is geen garantie voor de toekomst. In China bijvoorbeeld worden wekelijks twee energiecentrales geopend (in 2006 zijn in China net zoveel centrales geopend als in een land als Frankrijk staan). Het aanbod van energie stijgt, Ontw: swa, coll: 2 wat weer betekent dat deze prijzen in de toekomst onder druk komen. Hoewel de commissie van oordeel is dat nu het moment is om te verkopen mag verondersteld worden dat alle signalen welke zij aanvoeren en de marktomstandigheden als hiervoor geschetst verdisconteerd zullen worden in de uiteindelijke prijs. Een garantie dat dit het juiste moment is kan en zal niemand geven. En al worden er in de discussie af en toe, maar ook in het rapport van ING Corporate Finance, astronomische bedragen genoemd, naarmate er meer voorwaarden (langdurige leveringscontracten, een strategische partner in plaats van een financiële investeerder) worden gesteld zal dat van wezenlijke invloed zijn op de uiteindelijke prijs die zal worden betaald. Het is nog maar de vraag of er dan een prijs uitkomt waartegen de aandeelhouders willen verkopen. Second opinion: Op 25 september 2007 heeft wij in afwijking van het advies besloten in principe niet in te stemmen met de verkoop van Twence, tenzij er een optimaal onderhandelingsresultaat behaald wordt. Wij waren van mening dat dit resultaat getoetst moest worden door de regioraad en dat de opbrengsten uit de verkoop (volledig) worden uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten. Dit besluit en het advies zijn toegelicht in de gemeenteraadsvergadering van 23 oktober 2007. Inmiddels was besluitvorming door het Dagelijks Bestuur van de regio Twente uitgesteld. Diverse gemeenten (ook de raad van Dinkelland op 23 oktober 2007) hadden immers aangegeven behoefte te hebben aan een second opinion. De vraagstelling second opinion is verwoord in een notitie welke is besproken in een gezamenlijke portefeuillehoudersoverleg afval en financiën. Eind 2007 is de opdracht tot het verrichten van een second opinion verleend aan Ernst & Young. Zij hebben zich primair gericht op het beoordelen van de analyse van ING Corporate Finance en het advies van de zogenoemde bestuurscommissie Brekelmans. De onderwerpen in de second opinion vallen uiteen in vijf categrorieën: 1. analyse borging publieke belangen; 2. marktanalyse; 3. financiële analyse; 4. vormgeving; 5. advisering over opties ten aanzien van het belang. Conclusie: Ernst & Young komt bij de analyse van de borging van publieke belangen en de analyse van de markt nagenoeg tot eenzelfde conclusie als ING CF en de commissie Brekelmans. De overtuiging heerst dat de publieke belangen in voldoende mate afgedekt kunnen worden in een scenario waarbij het aandeelhoudersschap niet wordt gecontinueerd. Op basis van de marktanalyse, ontwikkelingen op de afvalmarkt en de positie van Twence, ligt het voor de hand het belang van Twence af te stoten. Bij de financiële analyse wordt bevestigd dat het juiste verkoopmoment pas goed achteraf te bepalen is. Wel is Ernst & Young kritisch ten aanzien van de door ING CF gehanteerde methode (WACC) om de gemiddelde gewogen kosten van kapitaal te berekenen. De risico’s van continuering van aandeelhoudersschap worden door Ernst & Young onderstreept. Ernst & Young is bovendien van mening dat uitkering van superdividend wel degelijk van invloed zal zijn op de ontplooiingsmogelijkheden van Twence de komende jaren. Uit het onderzoek naar vormgevingsvragen concludeert Ernst & Young dat een minderheidsbelang niet de mogelijkheid biedt om het publieke belang te borgen. Bovendien is een minderheidsbelang belangrijk van invloed op de uiteindelijke verkoopopbrengst. Ten aanzien van het gouden aandeel geeft zij aan dat dit waarschijnlijk niet zal worden toegestaan (politiek-juridisch) aangezien een publiek belang ook door een ander instrument kan worden vervuld. Uit vorenstaande concludeert Ernst & Young dat er een tweetal opties zijn: 1. Continueren postitie meerderheidsaandeelhouder met als primaire doel het borgen van publieke belangen, waaronder het realiseren van een zo laag mogelijke verwerkingstarieven voor de verbranding van huishoudelijk afval tegen een zo hoog mogelijk milieurendement. Voorwaarde bij dit scenario is een actief aandeelhoudersschap wat inhoudt dat ook garantstellingen* worden afgegeven voor investeringen en dat alle gemeentelijke afvalstromen bij of via Twence B.V. verwerkt worden. 2. Laat de verwerking van afval over aan de markt en verkoop het volledige belang in Twence, 3 waarbij de mogelijke publieke belangen door Regio Twente worden gewaarborgd door aan de verkoop van de aandelen bepaalde voorwaarden (tarieven, werkgelegenheid, innovatie milieu) te verbinden. * Ten tijde van de besluitvorming omtrent de investering door Twence B.V. in de derde verbrandingslijn en bioelectriciteitscentrale is een afwijzend standpunt ingenomen ten aanzien van de gevraagde garantstelling. Op grond van het rapport van ING CF, het advies van de commissie Brekelmans en deze second opinion van Ernst & Young ligt verkoop van het belang in Twence meer voor de hand dan continuering van het aandeelhouderschap. Financiën De uiteindelijke consequenties van het besluit te verkopen is afhankelijk van de verkoopopbrengst en de omvang van de Agenda van Twente. Ook het tempo van uitvoering van de Agenda van Twente kan ook nog belangrijke financiële consequenties hebben. In de begroting van Dinkelland is structureel een dividendopbrengst geraamd van € 100.000 (aandeel in de vaste dividenduitkering van € 2,5 mln. als vergoeding voor eerdere garantstellingen). Bij verkoop dient hiervoor alternatieve dekking gevonden te worden. Uitgaande van een rendement van 2,5% een minimaal noodzakelijk kapitaal derhalve van € 4 miljoen bovenop het aandeel (4,2%) in de € 80 miljoen voor de Agenda van Twente. Burgemeester en Wethouders van Dinkelland, De secretaris, De burgemeester, wnd., Drs. A.B.A.M. Damer J.G. Kristen