▲ Ben Rikken en zijn oneindige zoektocht naar het perfectionisme Een eigenzinnig schilder die nooit voor de makkelijke weg zal kiezen Vanaf begin maart tot medio april exposeert de Groninger schilder Ben Rikken met zijn collega’s Arie Schippers en Jan Zwaan in Galerie Art Mix in Antwerpen. En eveneens is zijn werk te zien tijdens een groepstentoonstelling, met als titel ‘Het hedendaagse stilleven’, in Galerie Utrecht in de gelijknamige stad. Van eind januari tot en met 1 maart. Rikken (1951) heeft sinds 1979 een lange reeks tentoonstellingen in tal W Wie op een aandachtige wijze naar zijn composities kijkt naar de gekozen vormgeving en het eigenzinnige en karakteristieke gebruik van kleur en licht, zal zijn handschrift herkennen. Ambachtelijk vakmanschap, oog voor het detail en het streven naar perfectionisme zijn in al zijn doeken expliciet aanwezig. Expressionistische (in zijn stillevens) en impressionistische (in zijn landschappen) invloeden wisselen elkaar af. van gerenommeerde vaderlandse galeries achter zijn naam staan. De lijst getuigt van een grote productie, hoofdzakelijk landschappen en stillevens. ● Zoutkamp buitenhaven II (olie/doek 75-105 cm, 2007) 1 gebouw staat er overigens nog steeds.’ Op de vraag of hij een bijzondere band met het eiland heeft, wordt even nagedacht. ‘Ja…, toch wel. Ameland had toen nog geen kleuterschool dus ik heb er heel veel vrijheid gekend.’ Halverwege zijn eerste schooljaar verkaste het gezin naar Zuidschermer in Noord-Holland. ‘Een fantastisch en indrukwekkend weids polderlandschap.’ Ook daar was het verblijf van tijdelijk aard, De Vecht-Terwolde op de Veluwe volgde. ‘Al die dorpen leken in mijn beleving op elkaar. De school, het schoolplein, de woning van het hoofd der school en natuurlijk de rooms-katholieke kerk. Voor ● Ben Rikken: ‘Ik besef dagelijks dat ik nog lang niet ben uitgeleerd en uitgestudeerd. Zo teken ik nog wekelijks in groepsverband modellen.’ Oud-docent Diederik Kraaijpoel van de stadGroninger Academie Minerva vertrouwde Rikken eens toe dat zijn hand van schilderen hem in staat stelt om in principe alles te kunnen schilderen. Hoewel de schilder bekent een ‘snelle manier van werken te hebben’, is hij niet snel tevreden. Er wordt nooit voor de gemakkelijke weg gekozen. Het eindresultaat is altijd doordacht maar daar gaan bij tijd en wijle wel de nodige twijfels aan vooraf. ‘Ik ben bezig met een oneindige zoektocht.’ De figuratief schilderende Rikken is een van de bekende exponenten van de Groninger figuratief-realistische school. Zelf noemt hij zich een ‘in zekere zin een abstract-realistische schilder’ die voortdurend zijn grenzen op zoekt. ‘Hoe ver kun je gaan, maar ik ga de scheidslijn naar het abstracte niet over.’ Hij studeerde (1972-1978) aan de Academie Minerva, MO-A vrije afdeling tekenen en ‘We hadden trouwens destijds een fantastische klas’ schilderen (drie jaar) en de vrije afdeling tekenen en schilderen (twee jaar), en volgde nog een jaar een hospiteerprogramma dat hoofdzakelijk in het teken van de lithografie stond. De naam van docent Matthijs Röling wordt in dat kader onmiddellijk genoemd. ‘Ik had veel contact met hem en hij heeft me ontzettend veel kennis, ook op het gebied van de kunstgeschiedenis, bijgebracht. Vooral het gegeven dat je tijdens de MO-A studie met veel kunstzinnige disciplines werd geconfronteerd, sprak me geweldig aan. We hadden trouwens destijds een fantastische klas met onder andere Jan Zwaan, Max Stokvis, Alien Horius, Hein Talens, Hans Scholte en Tom Mars. Het was, samenvattend, een heel inspirerende omgeving.’ Zijn gang naar de kunstacademie was aanvankelijk niet vanzelfsprekend, alhoewel hij tijdens zijn gymnasiumperiode veel had getekend. ‘Ik heb nog halfslachtig gedacht aan een studie filosofie en omdat ik graag gitaar speelde, kwam het conservatorium ook even in beeld. Uiteindelijk ging mijn voorkeur uit naar de beeldende kunst. Daar had ik toch de meeste voeling mee.’ Hij meldde zich aan voor het toelatingsexamen van drie kunstacademies. In Amsterdam, Breda en Groningen. Rikken werd bij de Academie Minerva onmiddellijk aangenomen. ‘Ik heb daarna geen andere toelatingsexamens meer afgelegd.’ Ben Rikken werd geboren in het Limburgse Grevenbicht. Een grensdorp dat ter hoogte van Born, bekend van het sluizencomplex in de Maas, is gesitueerd. Zijn vader kreeg een (eerste) baan als hoofd der katholieke school in het Amelandse Nes en vandaar dat de jonge Rikken zijn kleuterjaren op dit Waddeneiland doorbracht. ‘Voor mij een soort hemelrijk op aarde ofschoon mijn moeder, niet geheel onbegrijpelijk, het als een soort verbanningsoord ervoer. Ik heb er geweldige kinderjaren gehad. Het school- ‘Ik wil graag verrassen door mezelf en de toeschouwer op het verkeerde been te zetten’ mijn middelbare schooldiploma heb ik zes jaar op een internaat in Driehuis-Westerveld, in de IJmond, gezeten. Uiteindelijk heb ik het gymnasium in Apeldoorn afgemaakt en belandde ik in de stad Groningen waar ook verschillende vrienden gingen studeren.’ In het boek ‘Ben Rikken Licht Schilderijen en Tekeningen’, dat eind 2003 verscheen ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling in het Drents Museum (deel 5 in de serie ‘Monografieën van het Drents Museum over hedendaagse figuratieve kunstenaars’) typeert conservator Harry Tupan hem als een ‘ouderwetse schilder’. ‘Hij is ouderwets, omdat hij bij het schilderen van die typisch negentiende-eeuwse principes hanteert’. Een buitenschilder die de olieverfschetsen op linnen voor zijn landschappen in zijn atelier tot grote(re) schilderijen uitwerkt. En deze ‘études’ hebben, aldus Tupan, ‘tot een hoge mate van perfectie geleid’. De landschappen ‘vallen op door de manier waarop hij met licht en atmosfeer speelt en de sterke, soms heftige kleuren, die desondanks helder en opgewekt zijn’. De stillevens van Rikken worden door de Drentse conservator omschreven als een zoektocht naar de ‘esthetiek van het ongewone, waarbij hij als het ware in de huid van het voorwerp kruipt’. ‘De opstellingen voor zijn stillevens worden zorgvuldig in zijn Groningse atelier gecomponeerd’. In datzelfde atelier vertelt de schilder dat hij in de loop der jaren diverse studiereizen in Europa heeft gemaakt. Naar onder andere Frankrijk, Engeland (Cornwall) Portugal, 3 kijken, zonder er direct iets over te zeggen. Ze moeten het zien als een autonoom kunstwerk waarbij veelal de pure figuratie is losgelaten.’ Hij wijst ter illustratie op een nieuwe serie stillevens in zijn atelier, waarbij de viool centraal staat. ‘De werking van de kleur die om de compositie heen draait, moet zinderen als een echo van het instrument. De compositie, kleurbeweging en kleurbeleving moeten tot een intrigerend, dynamisch en toch harmonieus geheel samenvallen. Ik leg voor mezelf de lat heel hoog. In vergelijking met verschillende collega’s hoger. Ik kan heel lang met iets doorgaan en als het niet goed is dan gaat het er niet uit.’ Licht, en dan goed licht, is in het werk van Rikken heel kenmerkend en mede beeldbepalend. Vandaar dat hij verslingerd is geraakt aan het Toscaanse landschap. ‘Dat is tegenwoordig mijn favoriete landsdeel. Een geanimeerde, zonnige streek met veel kleur en met veel zinnelijkheid. Maar ik ga ook met genoegen naar de Noordkaap om daar - al dan niet in opdracht - de sfeer van het ijs en de sneeuw in beeld te brengen.’ In 2001 voer hij per boot met de inmiddels overleden dichter Cor Jellema om deze nok van het Europese continent. Jellema dichtte en Rikken schilderde. ● Wat is nu het kenmerkende van zijn werk? ‘Oh jee…’ Hij zucht, valt even stil en roffelt met zijn vingers op zijn linkerbeen. ‘Het loopt alle kanten op. Het is weerbarstig… het zwerft alle richtingen uit. Maar het is altijd qua sfeer en licht heel persoonlijk.’ Dan, enigszins filosofisch: ‘Ik schilder tegen de leegte van het doek, uiteindelijk tegen de leegte van het bestaan. Als ik lekker aan het werk ben - ik ga altijd fluitend achter mijn ezel staan - dan voel ik me heel tevreden alhoewel ik dagelijks besef dat ik nog lang niet ben uitgeleerd en uitgestudeerd. Zo teken ik nog wekelijks in groepsverband modellen.’ Klankkast-groen (olie/paneel 60-45 cm, 2008) Noorwegen (de Noordkaap), Polen en Italië. ‘Ik heb veel gereisd om te kunnen schetsen en schilderen. Ik schilder niet aan de hand van door mij gemaakte landschapsfoto’s, ik wil me de afwisselende landschappelijke vormen zelf eigen maken.’ Met collega’s als Piet Sebens, Peter Durieux en Joost Doornik bezocht hij meerdere malen Frankrijk. Maar aan de laars van het Europese continent, en in het bijzonder aan de landstreek Toscane, heeft hij zijn schildershart verpand. ‘Ik ga er nog jaarlijks heen.’ Hij ervaart de Fransman Jean-Baptiste Camille Corot (1796-1875), die ook in Italië rondreisde, als ‘de landschapsschilder waar ik misschien het meeste van heb geleerd’. Corot is alom bekend als een van de grote landschapschilders van de negentiende eeuw. De vraag naar de essentie van zijn schilderkunst beantwoordt hij: ‘De figuratie is niet het onderwerp, deze is slechts een hulpmiddel. De toevoeging van de kleur, ik werk hoofdzakelijk met olieverf, geeft mijn schilderijen een extra dimensie aan wat een figuratief schilderij lijkt. Licht is in dat kader van essentieel belang. Ik werk van licht naar kleur. Voor mijn landschappen vraag ik me voortdurend af: hoe schilder ik het licht? Hoe verandert dat in de kleurstellingen. Daarom werk ik vaak in series over hetzelfde onderwerp. Ik hou bijvoorbeeld niet van het Portugese licht. Dat is zo hard als een houtsnede en ook blikkerig. Daar kan ik mijn gevoel niet in kwijt.’ Hij zoekt voortdurend naar een nieuw palet, naar nieuwe thema’s en onderwerpen, zodat de geijkte paden worden vermeden. ‘Ik wil graag verrassen door mezelf en de toeschouwer op het verkeerde been te zetten. Mensen zouden eerst dus goed naar mijn werk moeten Recentelijk was Rikken als docent verbonden aan de Klassieke Academie in de stad Groningen Daar heeft hij een jaar model en ‘Het is altijd qua sfeer en licht heel persoonlijk’ portret gegeven en het jaar daarop kleur en de toepassing ervan. ‘Het lesgeven heb ik als prettig en leerzaam ervaren. Ik heb immer 35 jaar ervaring, heb leren schilderen, weet waar het over gaat en kan een goed model en een portret neerzetten.’ 5 ● Strandhuisjes Callantsoog met vliegers (olie/paneel 25-40 cm, 2008) Met behulp van studenten uit het tweede en later uit het derde jaar én met zijn collega Doornik schilderde Rikken een groot groepsportret (twee bij 2,5 meter) in opdracht van het bestuur van de Vereniging Van Handelaren in Groningen. Hij geeft toe niet altijd even gemakkelijk en diplomatiek te zijn.’ In zekere zin eigengereid? ‘Ja dat is wel terecht.’ Harry Tupan noteerde zo’n vijf jaar geleden dat Rikken het kunstenaarsklimaat binnen de figuratie in de stad Groningen ‘als beklemmend en stigmatiserend’ ervoer en dat is goed beschouwd nog steeds het geval. ‘Er zijn mijns inziens schilders die door hun voortdurende blijk van kwaliteit en de gekozen invalshoek een prominente plaats hebben verworven. Henk Helmantel, Röling, Tamara Muller en Pieter Pander. Er ontbreekt echter bij velen een goed kleur- en vormgevoel en een samenhangend thema. Zo ontstond een groep oninteressante navolgers of kopiisten die de Noordelijke Figuratieven - mocht dit al een term zijn die de gehele lading zou kunnen dekken - als een inerte massa dreigt te kenmerken.’ Al jaren denkt hij erover na om Groningen (‘een heel plezierige, goed ingerichte en relaxte provinciestad’) te verlaten. ‘Ik wil naar de regio Arnhem-Nijmegen en dan het liefst naar Oosterbeek waar een aantal goede vrienden woont.’ Toch zal het afscheid hem niet eenvoudig vallen. ‘Ik kan niet zomaar vaarwel zeggen, maar zo langzamerhand is er een punt gekomen om over de drempel heen te stappen.’ Ook in dat opzicht kiest Ben Rikken niet voor de gemakkelijke manier. ✒ Tjakko Kars ❂ Wolter Kobus 7