Lesvoorbereiding Zakelijke gegevens Naam student: Jolynn Bollen Stageschool: Basisschool Triangel Hoog, Aalten Iselinge klas: VR1D Mentor/mentrix: Gré de Kruijff Datum: 10-03-2014 Aantal leerlingen: 29 Tijd: 9:00-10:00 Groep: 4 Inhoudelijke gegevens Vak of vormingsgebied: rekenonderwijs Activiteit: de leerlingen krijgen een methode les uit de methode ‘Wereld in getallen’. De leerlingen starten met week 3 les 1. De leerlingen oefenen met de vermenigvuldigingen van de tafels van 0, 1, 2, 3, 4, 5 en 10. Verder oefenen de leerlingen met het vooruitspringen op de getallenlijn. Componenten van de les Beginsituatie van de leerlingen: - De leerlingen zijn gewend om een volledige les rekenonderwijs uit de methode ‘Wereld in getallen’ met de volgende componenten: leuke introductie, zelfstandig maken van de sommen bij opgave 1, instructie van de les en zelfstandige verwerking van de opgaven. - Drie leerlingen hebben een verlengde instructie en gaan na de klassikale instructie aan de instructietafel zitten achterin de klas. - De leerlingen zijn gewend na het maken van de opgaven verder te gaan met hun weektaak. - De leerlingen zijn gewend dat er drie leerlingen lesboeken en schriften uitdelen voordat er gestart wordt met de introductie van de les. - De leerlingen zitten in rijen van twee of drie leerlingen. Doelen Persoonlijk leerdoel (gericht op competenties): 1. Ik spreek mijn verwachtingen van de werkhouding van de leerlingen uit tijdens de instructie door gebruik te maken van duidelijke afbeeldingen (Interpersoonlijk competent, deeltaak 27). Lesdoelen Proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen: 1. Aan het eind van de les hebben de leerlingen geoefend met de vermenigvuldigingen van de tafels van 0, 1, 2, 3, 4, 5 en 10. (procesdoel/kennisdoel) 2. Aan het eind van de les hebben de leerlingen geoefend met het vooruitspringen op de getallenlijn. (procesdoel/kennisdoel) Lesfase Tijd Didactische route (wat doen de kinderen) Leerstof Inleiding 1’ 2’ 3’ Leerling Organisatie en hulpmiddelen De leerkracht laat een aantal sommen zien van de tafel van 2, 3 en 5. Wereld in getallen, 4b Blok 1, week 3 les 1. Leefwereld X De leerlingen kijken naar het digibord. X De leerlingen schrijven 5 antwoorden op uit de tafel van 2, 3 en 5. De leerlingen ruilen hun blaadje met hun schoudermaatje. X De leerlingen schrijven bij ieder antwoord de goede som op. Interventies van de leerkracht Leeg A4 papier De leerkracht vraagt de leerlingen 5 antwoorden op te schrijven uit de tafel van 2, 3, en 5. De blaadjes worden geruild met het schoudermaatje. De leerkracht zegt dat ze dan bij ieder antwoord de goede som moeten opschrijven. 2’ X De leerlingen vertellen aan de leerkracht welke som ze hebben opgeschreven bij welk antwoord. 7’ X De leerlingen maken opdracht 1 zelfstandig in het schrift. 1’ X De leerlingen luisteren naar de leerkracht. Kern X Werkboeken Schriften blauw en rood Kralenstang Kralenketting Bijwerkboek voor de instructiegroep Digibord. De leerkracht controleert een aantal sommen met de leerlingen. De leerkracht vertelt dat de leerlingen opgave 1 zelfstandig en in stilte moeten maken. De leerkracht vertelt het doel van de les. Wereld in getallen, 4b Blok 1, week 3 les 1. 1’ 10’ De leerlingen tekenen een getallenlijn op het lege A4 papier. X De leerlingen zetten een streepje op de getallen lijn en schrijven het getal 60 erbij. De leerlingen springen met een boogje van 10 verder en zetten daar een streepje bij op de getallenlijn. De leerlingen zetten het getal erbij. X De leerlingen zetten het getal 40 op een getallenlijn. De leerlingen maken en sprong van 20 vooruit. Ze zetten het juiste getal erbij. X De leerlingen maken nu nog en sprong van 30. Ze schrijven erbij wel juiste getal erbij hoort. X De leerlingen zetten nu het getal 25 op de getallenlijn. De leerlingen maken een sprong van 5. De leerlingen zetten het juiste getal erbij. X De leerlingen luisteren naar de leerkracht. De leerkracht vertelt dat ze op het lege papier een getallenlijn moeten tekenen. Dit hoeft niet met een liniaal. Leeg A4 papier De leerkracht geeft de volgende opdrachten: - Zet een streepje op je getallenlijn en schrijf hierbij het getal 60. - Spring met een boogje verder met een 10sprong en zet een streepje waar je uitkomt. Welk getal komt erbij te staan. - Zet het getal 40 op de getallenlijn. Maak een sprong van 20 vooruit. Op welk getal kom je? - Maak nu nog een sprong van 30. Op welk getal kom je nu? - Zet het getal 25 op de getallenlijn. Maak een sprong van 5. Op welk getal kom je nu? Kralenstang Kralenketting De leerkracht laat nu zelf op het bord een getallenlijn zien met de getallen 43 en 63. De leerkracht laat zien dat je met twee 10-sprongen van 43 via 53 bij 63 komt. Je kunt Werkboeken Schriften blauw en rood Bijwerkboek voor de instructiegroep Digibord. ook in een keer een sprong van 20. X De leerlingen vertellen hoe hun het zouden aanpakken. X De leerlingen luisteren naar de leerkracht. X De leerlingen gaan 10 minuten stil en zelfstandig aan het werk. Als een leerling het niet snapt, gaat het verder met de volgende opgave. De leerlingen blijven op hun stoel zitten. 10’ X De instructiegroep gaat aan de instructietafel zitten. x De leerlingen luisteren naar de leerkracht. De leerlingen doen mee op de kralenketting. X De leerkracht vraagt hoe ze het zouden aanpakken bij een getallenlijn van 27 naar 40. De leerkracht bespreekt de laatste twee opdrachten van opdracht 2. De leerkracht vertelt dat ze nu 10 minuten zelfstandig en in stilte aan het werk gaan. Als ze er niet uit komen bij een opdracht, dan moeten ze die overslaan. Je blijft op je stoel zitten. De leerkracht vertelt dit aan de hand van de afbeeldingen. De leerkracht gaat verder met de instructie aan de verlengde instructietafel voor drie leerlingen. De leerkracht laat aan de instructiegroep nogmaals de sprongen van 10 ziet aan de hand van de kralenstang. De leerlingen doen mee met de kralenketting. de leerkracht maakt gebruik van opgave 2 bij deze instructie. De leerlingen tekenen een getallenlijn met het getal 35. De leerlingen vertellen hoe ze naar het getal 55 moeten springen. X De leerlingen tekenen een getallenlijn met het getal 18. De leerlingen vertellen hoe ze naar het getal 30 springen. X De leerlingen luisteren naar de leerkracht. 10’ X De leerlingen gaan zelf aan het werk. De andere leerlingen kunnen vragen stellen aan de leerkracht. X De leerlingen gaan verder met het rode deel als ze het blauwe deel af hebben. De leerkracht vraagt de instructiegroep een eigen getallenlijn te tekenen met het getal 35. Ze moeten springen naar getal 55. De leerkracht vraagt aan de leerlingen naar hun oplossingen. De leerkracht vraagt de instructiegroep een eigen getallenlijn te tekenen met het getal 18. Ze moeten springen naar getal 30. De leerkracht vraagt aan de leerlingen naar hun oplossingen. De leerkracht bespreekt met de instructieleerlingen opgave 5 uit het bijwerkboek. De leerkracht laat het instructiegroepje nu zelf verder werken en gaat rondlopen om vragen te beantwoorden van andere leerlingen. De leerkracht vertelt dat ze ook samen mogen overleggen op fluisterstem. De leerkracht vertelt dat als ze het blauwe deel af hebben verder moeten gaan met hun weektaak. Afsluiting 2’ X De leerlingen leveren hun schriften en werkboeken in op de tafel. De leerlingen ruimen alle andere materialen op zodat hun eigen tafel helemaal leeg is. X De leerlingen luisteren naar de leerkracht en zitten op hun stoel als de leerkracht bij 10 is. 1’ Ik Ik Ik Ik X De leerlingen vertellen wat ze deze les hebben geleerd. Hoe evalueer je om na te gaan hoe de kinderen het gedaan hebben? loop rond tijdens het zelfstandig maken van de opdrachten. vraag de leerlingen tijdens de afsluiting nog een keer wat het lesdoel van deze les was. kijk na de les na hoe de leerlingen de opdrachten hebben gemaakt. bespreek na de les mijn persoonlijke doelen en de lesdoelen met de opleider in de school. De leerkracht vertelt dat ze de schriften moeten inleveren voor op de tafel. De leerkracht telt tot 10 en iedereen zit op zijn eigen plek en heeft de tafel leeg. De leerkracht vraagt aan de leerlingen wat ze deze les hebben geleerd.