MEMO/06/347 Brussel, 26 september 2006 Begeleidende maatregelen in de context van de toetreding van Bulgarije en Roemenië Gedurende de vijftien jaar die de voorbereidingen van Bulgarije en Roemenië op de toetreding tot de EU in beslag hebben genomen, hebben deze landen een buitengewoon hervormingsproces doorgemaakt en een opmerkelijke transformatie ondergaan. Hun toetreding vormt geen risico voor het functioneren van de EU. Voor een beperkt aantal terreinen is echter nog verdere vooruitgang noodzakelijk in de maanden die tot de toetreding nog resteren, en daarna. Bij de toetreding zal de Commissie, indien nodig, begeleidende maatregelen nemen om tekortkomingen te voorkomen of verhelpen die mogelijk nog bestaan, zodat de toetreding van beide landen soepel kan verlopen. Deze maatregelen omvatten vrijwaringsmaatregelen, overgangsmaatregelen, financiële correctie met betrekking tot de EUfondsen en een samenwerkings- en verificatiemechanisme voor het rechtsstelsel en de bestrijding van corruptie. Deze maatregelen vormen een aanvulling op de gebruikelijke instrumenten waarover de Commissie beschikt om haar taken als “hoedster van de Verdragen” uit te voeren en de correcte toepassing van het EU-beleid in alle lidstaten te garanderen. Dat zijn onder andere inbreukprocedures, maatregelen in het kader van het mededingingsbeleid en de [traditionele] maatregelen voor het beheer van de EU-middelen. Daarnaast de toezichtmechanismen op onder andere het gebied van de interne markt en justitie, vrijheid en veiligheid. De Commissie zal waar nodig al deze instrumenten inzetten om de soepele toetreding van Bulgarije en Roemenië mogelijk te maken. Wat zijn de vrijwaringsmaatregelen? Het gaat hier om vrijwaringsmechanismen die in laatste instantie worden ingezet om bepaalde problemen met of bedreigingen voor het functioneren van de Unie te voorkomen of te verhelpen. Dergelijke maatregelen moeten in verhouding staan tot de geconstateerde tekortkomingen. De rechtsorde van de EU, die voor alle lidstaten geldt, voorziet in een groot aantal vrijwaringsmaatregelen voor alle onderdelen van het EU-beleid. Daarnaast voorziet het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië in een aantal vangnetten voor mogelijke problemen in verband met de toetreding. Tot drie jaar na de toetreding kunnen de volgende drie vrijwaringsmaatregelen worden toegepast: een algemene economische vrijwaringsclausule (artikel 36 toetredingsakte) een specifieke vrijwaringsclausule voor de interne markt (artikel 37) een specifieke vrijwaringsclausule voor justitie en binnenlandse zaken (artikel 38) Deze vrijwaringsclausules waren ook opgenomen in de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de lidstaten die op 1 mei 2004 zijn toegetreden. De algemene economische vrijwaringsclausule De algemene economische vrijwaringsclausule is een traditionele handelspolitieke maatregel. Zij heeft tot doel aanpassingsproblemen op te vangen waarmee een economische sector of gebied in een oude of nieuwe lidstaat kan worden geconfronteerd als gevolg van de toetreding. Lidstaten (oude en nieuwe) mogen tot drie jaar na de toetreding toestemming vragen om beschermende maatregelen tegen dergelijke economische problemen te nemen. De Europese Commissie kan dan over die maatregelen een besluit nemen. Dat kan alleen na de toetreding gebeuren. De maatregelen mogen geen grenscontroles omvatten. De vrijwaringsclausule betreffende de interne markt Als Bulgarije of Roemenië wetgeving op het gebied van de interne markt met een grensoverschrijdend effect niet uitvoert, en als daardoor het functioneren van de interne markt ernstig in gevaar komt, kan de Europese Commissie vrijwaringsmaatregelen nemen. Dat kan zij doen op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat. Dergelijke vrijwaringsmaatregelen kunnen tot drie jaar na de toetreding worden genomen. Ze kunnen ook daarna van toepassing blijven, als het probleem nog steeds niet is verholpen. De Europese Commissie kan in het licht van de ontwikkeling van de situatie de maatregelen wijzigen, inkorten of beëindigen. Eventueel kan al voor de toetreding tot maatregelen worden besloten. Ze worden dan bij de toetreding van kracht. Het gaat bij de vrijwaringsclausule betreffende de interne markt over de “vier vrijheden” en sectoren als mededinging, energie, vervoer, telecommunicatie, landbouw en bescherming van de consument en de gezondheid (bijvoorbeeld voedselveiligheid). De Europese Commissie zal de nodige maatregelen per geval vaststellen. De maatregelen mogen de toepassing van de interne markt of het grensoverschrijdende EU-beleid in de betrokken sector alleen beperken voorzover nodig om de situatie te verhelpen. Er wordt voorrang gegeven aan maatregelen die het functioneren van de interne markt het minst verstoren. Als dat mogelijk is, worden vrijwaringsmechanismen toegepast die al in de wetgeving en de normen van de EU zijn opgenomen. De vrijwaringsmaatregel betreffende de interne markt is alleen van toepassing op Bulgarije en Roemenië, niet op de andere lidstaten. 2 De vrijwaringsclausule betreffende justitie en binnenlandse zaken Als Bulgarije of Roemenië ernstig tekortschiet bij de omzetting of de uitvoering van de EU-regels op het gebied van de wederzijdse erkenning van straf- of civielrechtelijke vonnissen, of als zo’n situatie dreigt te ontstaan, mag de Commissie vrijwaringsmaatregelen nemen. Zij moet dan eerst overleg plegen met de lidstaten. Zij kan tot maatregelen besluiten op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat. De vrijwaringsmaatregelen op dit gebied kunnen worden genomen tot drie jaar na de toetreding maar zij kunnen ook daarna van toepassing blijven totdat het probleem is verholpen. Eventueel kan al voor de toetreding tot maatregelen worden besloten. Ze worden dan bij de toetreding van kracht. De vrijwaringsclausule betreffende justitie en binnenlandse zaken is nauw verbonden met het functioneren van het rechtsstelsel. De maatregelen kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld insolventieprocedures, huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid, niet-betwiste schuldvorderingen of het Europees aanhoudingsbevel. Concreet betekent het dat de Commissie bepaalde rechten die Bulgarije en Roemenië in het kader van de EU-normen en -wetgeving hebben, tijdelijk kan opschorten. Zij kan bijvoorbeeld de huidige lidstaten toestemming geven de automatische erkenning en handhaving van bepaalde civiel- en strafrechtelijke vonnissen en aanhoudingsbevelen in Roemenië of Bulgarije te weigeren. Wat zijn de overgangsmaatregelen? De Commissie kan tot drie jaar na de toetreding verbieden dat Bulgaarse of Roemeense producten die niet aan de veterinaire, fytosanitaire of voedselveiligheidsvoorschriften van de EU voldoen, naar de rest van de EU worden uitgevoerd. Een concreet voorbeeld: de uitvoer van levende varkens en varkensvleesproducten uit Roemenië en Bulgarije naar de rest van de EU blijft verboden, zolang de klassieke varkenspest niet is uitgeroeid. De voedselveiligheid in Europa kan worden gegarandeerd dankzij de mogelijkheid om de verkoop van onveilige producten op de interne markt te verbieden. De lijst van levensmiddelenbedrijven die niet naar de rest van de EU mogen exporteren, kan door de Commissie tot drie jaar na de toetreding worden uitgebreid. Bedrijven die niet aan de EU-normen voldoen, kunnen hun producten alleen op de binnenlandse markt verkopen. Aan het eind van de periode van drie jaar moeten die bedrijven zijn gemoderniseerd, anders moeten ze worden gesloten. Ook zijn er overgangsmaatregelen die bij de toetredingsonderhandelingen zijn overeengekomen en in het toetredingsverdrag zijn vastgelegd. Die maatregelen betreffen specifieke gebieden waar het Bulgarije en Roemenië of de huidige lidstaten wordt toegestaan de EU-wetten en -normen gedurende beperkte tijd na de toetreding niet volledig toe te passen. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld het vrije verkeer van werknemers, de aankoop van grond, het wegvervoer en bepaalde aspecten van de milieu- en landbouwregels. 3 Wat zijn de financiële correcties in verband met de EU-fondsen? Vanaf de toetreding komen Bulgarije en Roemenië in aanmerking voor aanzienlijke geldmiddelen van de EU, met name de structuur- en landbouwfondsen. De Commissie ziet erop toe dat die fondsen correct worden beheerd. Oneigenlijk gebruik van de EU-fondsen geeft aanleiding tot financiële correcties. Het kan daarbij gaan om latere uitbetaling, reducties op toekomstige betalingen of terugvordering van middelen. Wat de structuurfondsen betreft, voorziet de wet- en regelgeving van de EU in vier soorten controles die tot financiële correcties kunnen leiden. Ten eerste moet iedere lidstaat operationele programma’s indienen, die door de Europese Commissie moeten worden goedgekeurd voor betalingen kunnen plaatsvinden. Ten tweede worden er geen tussentijdse betalingen uitgevoerd als Bulgarije of Roemenië niet beschikt over adequate beheers-, certificatie- of auditautoriteiten. Ten derde kan de uitbetaling van middelen voor de programma’s worden onderbroken, opgeschort of ingetrokken als de Commissie onregelmatigheden of fraude (met inbegrip van corruptie) vermoedt of constateert. Ten slotte kunnen financiële correcties worden toegepast als bij de regelmatige controles achteraf onregelmatigheden worden vastgesteld. Voor de landbouwfondsen moeten de lidstaten beschikken over geaccrediteerde, efficiënte betaalorganen, zodat goed beheer en controle van de landbouwfondsen gewaarborgd zijn. Ten tweede moeten de lidstaten een geïntegreerd beheers- en controlesysteem (IACS) toepassen voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers en voor een gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Daarmee moeten fraude en onregelmatige betalingen worden voorkomen. Ten derde kan de Commissie achteraf (in het kader van de jaarlijkse financiële controles) besluiten tot financiële correcties, als de lidstaten die systemen niet correct toepassen. Ten slotte kan de Commissie, als zij constateert dat de middelen niet volgens de regels worden besteed, de uitbetaling van voorschotten opschorten of tijdelijk verminderen. Naast deze drie mechanismen voor de landbouwfondsen, die voor alle lidstaten gelden, heeft de Commissie voor Bulgarije en Roemenië speciale regels opgesteld die het risico moeten ondervangen dat hun IACS bij de toetreding nog niet goed werkt. Circa 80% van de landbouwfondsen valt onder het IACS. Het gaat daarbij om rechtstreekse betalingen aan landbouwers en uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit geeft de twee landen de tijd om het werk aan een goed functionerend IACS af te ronden. De Commissie zal de situatie in 2007 goed in het oog blijven houden. Als zich systeemproblemen voordoen bij het beheer van de EU-fondsen, kan de Commissie later in 2007 besluiten tijdelijk 25% van de betalingen die onder het IACS vallen in te houden. Bij de jaarlijkse controles achteraf besluit de Commissie of zij de reductie handhaaft. 4 Wat is het samenwerkings- en verificatiemechanisme voor het rechtsstelsel en de bestrijding van corruptie? De Commissie zet een mechanisme op voor samenwerking en toetsing van de vooruitgang op het gebied van de hervorming van het justitiële stelsel en de bestrijding van corruptie en de georganiseerde misdaad na de toetreding. Dit mechanisme wordt gebaseerd op het toetredingsverdrag. Bulgarije en Roemenië moeten regelmatig verslag uitbrengen over de vorderingen ten aanzien van de specifieke toetsingscriteria. Het eerste verslag moet voor 31 maart 2007 worden ingediend. De Commissie biedt zowel interne als externe expertise voor de samenwerking en hulp bij het hervormingsproces en voor het toetsen van de vooruitgang. De Commissie brengt in juni aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de vorderingen die de twee landen hebben gemaakt ten aanzien van de toetsingscriteria. In de verslagen zal worden beoordeeld of aan de toetsingscriteria is voldaan en of die moeten worden aangepast. Zij kan indien nodig ook om verdere voortgangsverslagen vragen. Het mechanisme blijft van kracht totdat aan de toetsingscriteria is voldaan. Voldoet Bulgarije of Roemenië niet adequaat aan de toetsingscriteria, dan zal de Commissie de in het toetredingsverdrag vervatte vrijwaringsmaatregelen toepassen (zie hierboven). De Commissie zal na overleg met de lidstaten een besluit nemen over de details van het mechanisme en de tenuitvoerlegging ervan. Dat besluit zal op 1 januari 2007 in werking treden. 5