Biologie Samenvatting hoofdstuk 5 § 5.1 tot 5.4 Bronnen die je (denk ik) moet kennen: §1 §2 §3 Bron 1 Bron 2 Bron 3 Bron 4 Bron 6 Bron 7 Bron 10 Bron 1 Bron 2 Bron 4 (Bron 5) Bron 1 Bron 4 Bron 5 Bron 7 §4 Bron 1 Bron 2 Bron 3 Bron 4 Bron 5 Bron 6 Bron 10 Bron 11 §1 Uit welke delen bestaat een plant en welke functie(s)heeft dit deel? 1. Wortels: Hiermee zuigt de plant water op, in dat water zijn mineralen opgelost, deze zijn nodig voor de groei voor de plant. Hij zorgt er ook voor dat de plant stevig(er) in de grond staat. 2. Stengel: Belangrijk voor het vervoer van water/voedingstoffen. Houd de plant rechtop. Kanaaltjes waardoor water en opgeloste stoffen van de wortels naar de bladeren en de bloemen gaan (en andersom). 3. Bladeren: Hier lopen ook kanaaltjes, maar dezen heten nerven, deze vervoeren water en opgeloste stoffen en geven stevigheid aan het blad. Tussen de nerven zit het groene blad de bladmoes, hierin maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen. 4. Bloem: Voor de voorplanting, er ontstaan hier nieuwe zaden waaruit nieuwe planten groeien. Waaruit bestaan bloemen waar mensen ook vooral uit bestaan? Cellen Wat is een weefsel? Een groep cellen met dezelfde vorm en functie Uit welke 6 onderdelen bestaat een cel? 1. Celwand: dit is de stevige laag om de cel, hij bestaat uit een taaie vezelige stof. Dit zijn ook de voedingsvezels die je in je groente hebt zitten. 2. Celmembraan: Vlies om het cytoplasma, het regelt welke stoffen de cel in en uitgaan. 3. Cytoplasma: Stroperige vloeistof in het cytoplasma, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels. 4. Celkern: klein bolletje in de cel. De celkern regelt ALLES wat er in een cel gebeurt. 5. Bladgroenkorrels: groene bolletjes in het cytoplasma, dit geeft de plant de groene kleur, ook maken de bladgroenkorrels voedingsstoffen voor de plant 6. Vacuole: een blaasje in het midden van de cel. Het is helemaal volgepompt met water hierdoor is de cel stevig. Vertel waarop planten van hout minder snel slaphangen dan planten die veel water nodig hebben Planten als tulpen en madeliefjes zijn kruidachtige planten, ze hebben water nodig voor hun stevigheid. De cellen zuigen zich vol met water. Het water komt vervolgens in de vacuole. De vacuole drukt tegen de celwand, waardoor de cel stevig wordt. Als de plant dus geen water meer heeft, loopt de vacuole leeg, zijn de cellen niet meer stevig en gaat de plant slaphangen. Bomen, struiken en rozen daarentegen zijn hout achtige planten, de stam en de takken bestaan uit cellen met veel houtstof in de celwanden: houtcellen, het houtstof zorgt dus voor de stevigheid, alles verdwijnt (op de celwand na) maar de plant blijft redelijk rechtop omdat de houtcellen niet vergaan. Wat zijn wortelhaartjes? Wat is het nadeel? En wat is er zo belangrijk aan? Deze zitten aan de uiteinden van de wortels, hiermee zuigt de plant water en mineralen uit de bodem op, een nadeel is dat ze makkelijk kapot gaan, daardoor kunnen ze geen water en mineralen meer krijgen en gaan ze dood daarom zijn ze dus zo belangrijk! Wat zijn vaten en vaatbundels Het water en de mineralen moeten natuurlijk naar de plant toe, alleen het moet wel ergens door heen, dit zijn de vaten, vaten liggen meestal dicht bij elkaar in groepjes en dat heten vaatbundels. Wat is het verschil tussen hout- en bastvaten Houtvaten: hierdoor stroomt het water met de mineralen vanuit de wortels naar de bladeren. Bastvaten: hierdoor stroomt het water met voedingstoffen van de bladeren naar de bloemen en de wortels. Als water in een blad zit verdampt het langzaam wat gebeurt er als het verdampt is? Het gaat via de huidmondjes naar buiten, vervolgens word er door de buurcellen weer nieuw water geproduceerd. Een huidmondje kan trouwens tijdens warm weer ook dicht blijven om zo water te besparen. Waarom hebben bomen zoveel wortels? Ze hebben veel bladeren, dus veel huidmondjes, maar die bladeren hebben ook water nodig daarom moeten bomen superveel water opzuigen. Waarom verliezen bomen hun bladeren in de herfst/winter? De wortels werken niet goed meer omdat ze niet genoeg water op kunnen zuigen, maar zonder water blijven de blaadjes niet leven, daarom laat de boom ze vallen om zelf niet uit te drogen. Wat gebeurd er met het bladgroen wat nog in de bladeren zit? Hij laat het vanuit de bladeren naar de takken en de stam gaan. Daar wordt het opgeslagen tot volgend voorjaar Wat is een scheurlaag? Dit bouwt een boom op om het water niet meer naar de bladeren te laten gaan, daardoor worden de bladeren bruin en vallen ze van de boom af. Wat is een kurklaag? Een laag die tegen waterverlies en tegen binnendringende ziekteverwekkers beschermt. Wat is een bladlitteken? Een litteken wat laat zien waar een blad heeft vastgezeten deze zie je ook aan de uiteinden van vaatbundels liggen. §2 Uit welke 3 delen bestaat een bonenplant 1. Poortje: hierdoor vond de bevruchting plaats 2. Zaadhuid: beschermt het binnenste van de boon. 3. Navel: plek waar de bruine boon in de peulvrucht vastzat Leg uit wat er gebeurt na het bloeien De bloemen veranderen in vruchten en in die vruchten zitten zaden. (voor eventueel nieuwe planten) Leg uit wat de zaadhuid de zaadlobben en de kiem zijn aan de hand van een boon De zaadhuid is het ‘velletje’ om de plant heen, daarbinnen zitten 2 zaadlobben hier zit reservevoedsel in voor de kiem, de kiem is het plantje met alles erop en eraan. Hoe gaat het ontkiemen? 1. Eerst neemt de zaadhuid vocht/water op 2. De zaadlobben zwellen op en de zaadhuid knalt open 3. Het worteltje komt naar buiten 4. De stengel en de blaadjes volgen Wat is lengtegroei en wat een groeipunt is Lengtegroei: Het langer worden van Wortels en stengels Groeipunten: Uiterste puntjes van wortels ben cellen hier komen steeds nieuwe cellen. Wat is ontwikkeling? De benaming voor als een organisme nieuwe delen krijgt (eerst zijn er nog geen blaadjes later wel dat is de ontwikkeling van de plant). Wat gebeurt er als de eindknop (in het voorjaar) uitloopt? de knopschubben vallen eraf hier blijf een ringvormig litteken achter: het ringlitteken, elk ringetje staat voor 1 jaar, ook op plekken waar bladeren vast hebben gezeten zitten littekens: Bladlittekens. Wat zijn knopschubben? Knoppen die de tak beschermen tegen kou en insecten. Wat komen er uit de eind- en zijknoppen? Nieuwe takken, door de eindknop wordt de tak langer, door de zijknoppen komen er nieuwe takken aan de zijkant. In de stam zit een groeilaagje wat wordt daar in gemaakt? Nieuwe houtcellen. Het aantal nieuwe houtcellen wat in een jaar aangemaakt wordt noemen we een jaarring wat kan je daaraan zien? Hoe oud de boom is en hoe die jaren eruit hebben gezien. Voorbeeld: Een dunne jaarring bij droogte of een rupsenplaag, bij wind groeit hij scheef enz. §3 Wat hebben planten nodig om voedingsstoffen te maken? Mineralen: dit wordt opgezogen uit de bodem met de wortelharen hierin zitten bijv. stikstof, fosfor en ijzer. Water: via dezelfde weg als mineralen komen deze binnen, hiervan groeit de plant. Koolstofdioxide: dit is het gas wat mensen uitademen deze vangt hij via de bladeren op. Wat is glucose? De voedingsstof die de plant van de bovengenoemde voedingstoffen (behalve koolstofdioxide) maakt, hierdoor kunnen ze alle andere voedingsstoffen maken. (o.a. zuurstof) Wat is fotosynthese? Het maken van glucose dit gebeurt in de bladgroenkorrels, maar het vindt alleen plaats met genoeg zonlicht, anders hebben de bladgroenkorrels niet genoeg energie om glucose te maken HEEL BELANGRIJK Hoe maken planten zuurstof? Als een plant glucose maakt ontstaat deze stof er ook bij, via de huidmondjes gaat het er weer uit en kunnen wij het weer inademen. Wat doet de plant met de andere glucose? De plant heeft ook energie nodig, dus hij slaat het op Als reservestoffen (Eiwitten, Vetten en Zetmeel) Waarvoor gebruikt de plant de reservestoffen? Eiwitten: Deze zijn voor de groei van de plant en om ‘beschadigingen’ te herstellen Vetten: deze slaat de plant op in de zaden als reservestof Zetmeel: deze slaat de plant op in de wortels en de zaden als reservestof Wat zijn knollen en bollen? Knollen: Voorbeeld: aardappels verdikte wortels/dikke ondergrondse stengels Bollen: Voorbeeld: ui, ze bestaan vooral uit dikke bladeren die dik tegen elkaar liggen, de dikte komt doordat de reservestoffen in die bladeren zitten Wat is een parasiet? Een plant (meestal zonder bladgroenkorrels) die dus geen voedingsstoffen kan maken en daardoor van andere planten moet stelen om aan voeding te komen (de plant van wie het voedsel komt heet de gastplant) §4 Uit welke delen bestaat een bloem? 1. Bloembodem: Hierom zitten de andere delen van de bloem vast 2. Kelkbladeren: Groene blaadjes, die de bloem beschermen tegen kou, uitdrogen en beschadigen als de bloem nog in de knop zit. 3. Nectarkliertjes: Kliertjes onderin de bloem die nectar maken, deze eten vlinders en bijen 4. Kroonbladeren: de gekleurde bloemblaadjes waarmee een plant insecten lokt 5. Stamper: zit middenin de bloem en is voor de voorplanting 6. Meeldraden: zijn er ook voor de voortplanting. Ze staan rondom de stamper Waaruit bestaat de meeldraad? Helmknop Helmdraad Dezen maken heel veel stuifmeelkorrels (stuifmeel) Waaruit bestaat de stamper? Stempel Stijl Vruchtbeginsel In elk vruchtbeginsel zit een zaadbeginsel en in elk zaadbeginsel 1 eicel Ook bij planten zijn er mannelijke en vrouwelijke voortplantingscellen benoem deze Mannelijk: stuifmeelkorrels Vrouwelijk: Eicellen Als deze 2 bij elkaar komen ontstaat er een zaadje wat uiteindelijk uitkiemt tot een nieuwe plant. Wat is kruis- en zelfbestuiving Kruisbestuiving: Het stuifmeel van de meeldraden van de ene bloem gaan naar de stamper van de andere bloem (van dezelfde soort), als het stuifmeel op de eigen stamper terecht komt heet dit zelfbestuiving. De bestuiving gaat bij planten met gekleurde en geurende bloemen anders leg uit Een insect kruipt in de bloem en blijft lichtelijk vastplakken aan de meeldraden, hierdoor komt er stuifmeel op z’n lijf. Als hij in de andere bloem kruipt, raakt hij de stempel en de stuifmeelkorrels plakken aan de stamper. De bloemen die dit hebben heten insectenbloemen. Wat zijn windbloemen? Ze zijn minder opvallend dan insectenbloemen, ze zijn meestal klein, groen en geuren niet. De meeldraden en de stempel van de stamper steken ver weg zodat de wind er goed bij kan en zo andere bloemen kan bestuiven. Hoe ontstaan zaden? Er komt stuifmeelkorrel vanaf de stempel bij de eicel onderin het vruchtbeginsel, dan kan er een zaadje ontstaan. Breed uitgelegd: Gebruik bron 6 van paragraaf 4 1. na de bestuiving zitten de stufmeel korrels op de stempel 2. Uit de stuifmeelkorrel groeit een buisje door de stijl naar het vruchtbeginsel (onderin de stamper) 3. In het vruchtbeginsel zitten de zaadbeginsels met eicellen, in elk zaadbeginsel zit één eicel de celkern van de stuifmeelkorrel zakt door het buisje tot in een van de eicellen dan voegen ze samen en ontstaat er een nieuwe celkern. 4. Dit heet bevruchting. Noem de 3 soorten zaadverspreidingen en leg ze uit 1. Door de wind als de vruchten met zaden licht zijn zoals bij paardenbloemen 2. Door dieren, ze zijn stekelig/plakkerig en blijven aan de dieren vastzitten en vallen ergens anders weer neer 3. Door de plant zelf. De vruchten knappen open door bijv. zon, aanraking of regendruppels, soms worden de zaden op deze manier wel 4 meter ver geschoten! Wat is de levenscyclus van de (meeste) planten? 1. Zaadje ontkiemt er groeit een nieuwe plant 2. Het jonge plantje groeit uit tot een volwassen plant, deze maakt bloemen 3. Hieruit ontstaan vruchten en zaden 4. De zaden worden verspreid En alles begint weer opnieuw Je hebt 4 verschillende planten (met verschillende levensjaren) benoem deze en leg ze uit Eenjarige planten- Ontkiemen in het voorjaar bloeien in de zomer, vormen in de herfst zaden en sterven af in de winter, de zaden blijven de hele winter onder de grond zitten om vervolgens in het voorjaar weer te ontkiemen Tweejarige planten- Ontkiemen en groeien in het eerste jaar, in het tweede jaar bloeien ze en vormen ze zaden, hierna sterft de plant af Meerjarige planten- Ontkiemen in het voorjaar, bloeien in de zomer en vormen zaden in de herfst, in de winter steven alleen de bovengrondse delen af, in de lente komen ze weer naar boven, ze kunnen erg oud worden. Houtachtige planten-ontkiemen in het voorjaar uit een zaad. Ze groeien eerst een aantal jaren tot een struik/boom daarna bloeien ze jaarlijks en maken ze zaden, ondertussen groeien ze gewoon door, ook deze planten kunnen erg oud worden.