par 3.3

advertisement
Par. 3.3 Het geheugen
2 TYPEN GEHEUGEN:
1. Extern geheugen: ook wel genoemd
permanent of achtergrondgeheugen;




2.
apart apparaat (diskette, harde schijf, CDROM, DVD)
grote capaciteit
relatief traag
goedkoop
Intern geheugen: geheugenchips in de
computer
EXTERN GEHEUGEN:

Twee soorten:

adresseerbaar; schijf
verdeeld in:




sporen (cirkelbanen op schijf)
sectoren (taartpunten op
schijf)
nummering hiervan levert snel
zoeksucces op
niet-adresseerbaar:

tape (vgl. cassettebandje)
Computersystemen: harde schijf (1)
spoor
(track)
sector
aantal schijven
boven elkaar
zelfde spoor
op elke schijf:
denkbeeldige cilinder
materiaal:
metaal / glas
Computersystemen: harde schijf(2)
Schijf met magn.
materiaal
constante
draaisnelheid
Lees/schrijfkop
Lees/schrijfarm
Computersystemen: harde schijf(3)

Sporen en sectoren worden genummerd
-> tabel maken met de inhoud van de
schijf: FAT (File Allocation Table).


Bijv. Bestand ‘handelingsdeel1.doc’ staat in
spoor 2, sector 4.
Schijf van magnetisch materiaal ->
noord/zuid oftwel 0/1.
Computersystemen: CD-ROM(1)
Computersystemen: CD-ROM(2)
spoor
sector
Speed Transfer Rate
variabele
draaisnelheid
x1
150KB/s
x2
300KB/s
x4
600KB/s
x8
1200KB/s
Computersystemen: Tape
bits (8)
BOT
stopbit (1)
Niet adresseerbaar!
EOT
Fototoestellen




Schijf is te groot
Daarom Flash-geheugen
(‘Geheugenkaartje’) -> informatie
blijft bewaard na uitschakelen!
‘FLASH’ genoemd, omdat alles in
één keer (in een flits) gewist kan
worden, om er vervolgens iets
anders op te schrijven.
USB-stick werkt ook met
flashgeheugen
INTERN GEHEUGEN


Is geadresseerd
Snel mee te werken door de processor (10.000
keer sneller dan extern geheugen)
Bestaat uit twee delen:




RAM-deel : geheugenplaatsen zijn apart te
benaderen; inhoud verloren bij vastlopen
computer
ROM-deel : alleen leesbaar, niet uit te wissen
(bv. chip voor het BIOS). Tegenwoordig ook te
upgraden (‘flash’)
Elke geheugenplaats in intern geheugen heeft
een adres 32-bits-adressering (± 4000 MB te
adresseren)
SPECIAAL (INTERN) GEHEUGEN:

Virtueel geheugen:
deel van bestand dat
snel door processor
kan worden
geraadpleegd, maar
toch op harde schijf
staat

Cache-geheugen:
deel van intern
geheugen, waar
Veelgebruikte
instructies direct
opvraagbaar zijn
(zeer snel)
Computersystemen: cache
Cache-geheugen



versnelt de acties van de processor
is merkbaar na herhaling
is relatief duur
EINDE
Vragen????
Download