Decubitus Decubitus is de medische term voor ‘druknecrose’, ‘drukletsel’ of ‘doorligwonden’. Het is een afsterven van weefsel door de inwerking op het lichaam van druk, schuif en wrijf krachten of van een combinatie van deze factoren. Zonder (langdurig) druk ontstaat geen decubitus. Door lang stil te zitten of te liggen worden kleine bloedvaatjes dichtgedrukt. Het weefsel krijgt dan te weinig zuurstof en voedingsstoffen met als gevolg dat de huid en onderliggende weefsels afsterven. Het is dus niet zozeer een huidletsel (al gaat het daarmee wel gepaard), maar wel een afsterven van onderhuids weefsel en spieren. Decubitus kan in verschillende vormen voorkomen, van mild (roodheid van de huid) tot ernstig (diepe wond tot en met de spieren en botten). Decubitus kan dan ook leiden tot ernstige complicaties en blijvende verminkingen. Decubitus komt voornamelijk voor op billen, hielen en schouderbladen. Maar ook op het hoofd en op de heupen kunnen drukplekken ontstaan. De eerste verschijnselen van decubitus zijn roodheid en blaarvorming. Uiteindelijk kunnen er ernstige, diepe wonden met ontstekingsverschijnselen ontstaan. Decubitus is een belangrijk gezondheidsprobleem. Naar schatting hebben 10 tot 20% ernstig zieke patiënten en patiënten met mobiliteitsstoornissen thuis, in verpleeg - verzorgingstehuizen als in ziekenhuizen met decubitus te maken. Wat kan je doen om decubitus te voorkomen? Je kan decubitus op verschillende manieren voorkomen door bijvoorbeeld te denken aan de juiste voeding. Door goede voeding stimuleer je het lichaam om genoeg antistoffen aan te maken en zorg te dragen voor een goede doorbloeding. Bij ons in Lindendael krijgen zorgvragers cubitan. Dit is een voedingsdrank die ervoor zorgt dat je stoffen binnen krijgt die de vorming van decubitus kunnen remmen of tegenhouden. Ook kan je er voor zorgen dat zorgvragers niet de hele dag in dezelfde positie liggen. Voor zorgvragers die een ernstig verzwakt lichaam hebben is dit niet genoeg. Hiervoor hebben we speciale matrassen die ervoor zorgen dat de drukplekken continu worden verdeeld. Decubitus wordt geclassificeerd in 4 categorieën (graden) Categorie (graad) 1:* Niet wegdrukbare roodheid van de intacte huid. Verkleuring van de huid, warmte, oedeem en verharding zijn andere mogelijke kenmerken. Categorie (graad) 2:* Oppervlakkig defect van de opperhuid al dan niet met aantasting van de huidlaag daaronder lederhuid. Het defect manifesteert zich als blaar of een oppervlakkige ontvelling. Categorie (graad) 3:* Huiddefect met schade of necrose van huid en onderliggend weefsel. De schade kan zich uitstrekken tot aan het onderliggende bindweefselvlies . Categorie (graad) 4:* Uitgebreide weefselschade of weefselversterf (necrose) aan spieren, botweefsel of ondersteunende weefsels, met of zonder schade aan opperhuid en lederhuid. Patiënten die onvoldoende in staat zijn zelfstandig te bewegen Patiënten kunnen in bepaalde toestand niet of onvoldoende reageren op de onaangename sensaties van druk, dit komt voor bij: bewusteloosheid ernstige neurologische aandoeningen met motorische uitval, bijvoorbeeld dwarslaesie- en hemiplegiepatiënten minder mobiele patiënten door ernstige reumatoïde artritis gedwongen immobiliteit na fractuur of operatie afgenomen reactievermogen ten gevolge van bepaalde psychofarmaca Patiënten met een insufficiënte pijnsensatie. Patiënten die langdurig hoge druk verdragen Zij voelen niet dat ze doorliggen; deels vindt een overlapping plaats met hierboven genoemde patiëntencategorieën: bewusteloosheid ernstige neurologische aandoeningen met sensibiliteitsuitval zoals dwarslaesie- en hemiplegiepatiënten patiënten die kalmeringsmiddelen, slaapmiddelen of pijnstillers gebruiken een aparte categorie vormt de patiënt met diabetes mellitus met als complicatie polyneuropathie en micro)angiopathie. Gevoelsstoornissen en insufficiënte doorbloeding doen zich met name voor aan de voeten van deze patiënten. Dit betekent dat er een extra risico bestaat op het ontstaan van drukulcera/decubitus aan de voeten. Patiënten met een verlaagde tolerantie voor druk Bij deze patiënten beschadigen huidweefsel en onderhuidsweefsel eerder dan onder normale omstandigheden: ontoereikende circulatie (atherosclerose, hypotensie, oedeem) metabole stoornissen (bv. diabetes) en anemie voedingsdeficiënties/cachectische patiënten/katabole patiënten met een negatieve stikstofbalans atrofie van de huid na gebruik van corticosteroïden. Patiënten met specifieke kenmerken, waarbij de combinatie met andere factoren leidt tot decubitus zeer magere patiënten zeer dikke patiënten hoogbejaarde patiënten (langdurig bedlegerige) patiënten met hypotonie en spieratrofie patiënten met ernstige longaandoeningen, waardoor een verminderde zuurstofsaturatie in alle weefsels patiënten met ernstige anatomische afwijkingen als kyfose, scoliose en contracturen patiënten met spasmen. Patiënten waarbij door verhoogde vochtigheid of temperatuur eerder huidbeschadiging optreedt incontinentie koorts/zweten zeer dikke patiënten met smetplekken. Op welke plaatsen komt decubitus vooral voor: