MANAGEMENT & ORGANISATIE Vreemd vermogen op korte termijn Banken Omdat een bank een belangrijke functie vervult in de kredietverlening wordt deze hier behandeld. In de klas geef ik een uitgebreide definitie van een bank, als een financiële dienstverlener die steunt op 5 hoofdactiviteiten: 1. BETALEN het aanhouden van een rekening-courant voor deelname aan het girale betalingsverkeer het verwerken van transacties girale betalingsverkeer, zowel binnen- als buitenland het beschikbaar stellen van (inter)nationale betaalmiddelen o.a. bankpas, creditcard, vreemde valuta, cheques, wissels. 2. SPAREN aan een bank kunnen (gelds-)middelen toevertrouwd worden, zodat daarover een rentevergoeding genoten wordt de aangeboden spaarmogelijkheden zijn grof te onderscheiden in - (opvraagbare) spaarrekeningen met flexibele voorwaarden en jaarlijkse rente en - spaarcontracten waarbij looptijd, bedrag en rentebetaling vast bepaald zijn en gedurende het contract in principe niet gewijzigd kunnen worden. 3. FINANCIEREN kredieten in rekening-courant: een bepaalde bedrag tot waar men geoorloofd "in het rood" mag staan (kredietplafond of -limiet) hypothecaire leningen (een geldlening waarbij de geldgever het recht van hypotheek verkrijgt, d.w.z. het recht dat de geldgever heeft om het als zekerheid dienende registergoed te verkopen, als de geldnemer in gebreke blijft bij de betaling van interest en/of aflossing) consumptieve financieringen (een geldlening aan particulieren zonder zekerheid) leasing (het "huren" van duurzame productiemiddelen) 4. BELEGGEN handelen in effecten (waardepapieren) op vermogens- en valutamarkten het bewaren van effecten het emissie bedrijf 5. VERZEKEREN een algemene bank is een tussenpersoon waarvolgende verzekeringen kunnen worden afgesloten: schadeverzekeringen (o.a. opstal-, inboedel-, motorrijtuigen-, aansprakelijkheids, en rechtsbijstandverzekeringen) levensverzekeringen (o.a. overlijdensrisico-, spaar-, pensioenverzekeringen) ziektekostenverzekeringen In het boek wordt uitgegaan van een "beperkte" definitie van een bank, als een instelling die zich bezighoudt met het verlenen van kredieten. Zij verschaft deze uit eigen middelen, uit van derden opgenomen gelden of door creatie (geldschepping door wederzijdse schuldaanvaarding). De eigen middelen hebben een garantiefunctie. De winst van het bankbedrijf stoelt op twee onderdelen: rentewinst en provisiewinst. Leverancierskrediet en afnemerskrediet Er is sprake van leverancierskrediet wanneer de leverancier krediet verleent aan de afnemer. Dit leverancierskrediet ontstaat doordat de leverancier goederen levert die later worden betaald. De leverancier kan dit krediet verlenen omdat: • hij niet aan het krediet hoeft te verdienen • hij lagere kosten heeft dan de bank • hij beter dan de bank de kredietwaardigheid van de klant kan beoordelen • hij op deze wijze een klant aan zich bindt Leverancierskrediet kan worden vervangen door eigen vermogen omdat: • het leverancierskrediet meestal duurde ris dan eigen vermogen • de leveranciers vaak grote kortingen geven bij contante betaling Bij afnemerskrediet verstrekt de afnemer krediet aan de leverancier. Dit afnemerskrediet ontstaat doordat de afnemer goederen of diensten betaalt die pas na de betaling worden afgeleverd. De leverancier eist afnemerskrediet omdat: • hij zekerheid wil hebben omtrent de betaling • hij een incourant maatwerkproduct levert • hij betaling wenst voor benodigde (bouw-)materialen Afnemerskrediet komt voor bij: • dienstverlenende bedrijven • speciale orders • de opkopende handel Zowel bij leveranciers- als bij afnemerskrediet wordt een onderscheid gemaakt tussen productief (ten behoeve van bedrijven en hun productie) en consumptief (ten behoeve van particulieren en hun consumptie) . Krediet in rekening-courant Bij rekening-courantkrediet kan van de bank een bedrag worden geleend, waarbij de rekening wordt gebruikt voor de dagelijks betalingen. Het bedrag dat maximaal mag worden opgenomen, wordt het kredietplafond genoemd. De dispositieruimte is het bedrag dat nog kan worden opgenomen. Het is te berekenen door het bedrag van het kredietplafond (kredietlimiet) te verminderen met het reeds opgenomen bedrag. Deze kredietvorm komt zowel productief als consumptief (krediet op een betaalrekening) voor. . (Overig) Consumptief krediet Bij een doorlopend krediet wordt een maximaal bedrag afgesproken dat de consument mag lenen. Afgeloste bedragen kunnen steeds weer worden opgenomen. Bij een persoonlijke lening wordt geld geleend zonder dat daaraan een goederentransactie ten grondslag ligt. Bij koop en verkoop op afbetaling spreken de koper en de verkoper af dat de koopprijs van een roerende zaak in termijnen zal worden betaald, waarvan er ten minste twee vervallen nadat de koper het genot van de zaak heeft verkregen. De wet vereist een aanbetaling van 20% van de koopsom. Bij huurkoop geldt met uitzondering van de aanbetalingseis hetzelfde als bij koop en verkoop op afbetaling, alleen blijft de verkoper eigenaar van de verkochte artikelen totdat de laatste termijn is betaald. . Non-profit Niet-commerciële organisaties hebben als financieringsvormen: • budgetfinanciering • lumpsumfinanciering • subsidies • leningen, contributies en giften