Maatschappijleer Paragraaf 1 Nederland is een verzorgingsstaat: De overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van haar inwoners Welvaart: Voldoende inkomen om onze behoeften te vervullen Welzijn: Hoe we ons geestelijk en lichamelijk voelen Solidariteit: Als er bereidheid is in een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen Er is sprake van een collectief belang Verzorgingsstaat op 3 belangrijke pijlers: - Goed onderwijs - Goede gezondheidzorg - Sociale zekerheid Sociale zekerheidsstelsel: ( AOW, kinderbijslag etc ) Mensen verzekert van een inkomen bij werkloosheid, ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid Sociale rechtsstaat: De burgers hebben sociale grondrechten. Belangrijkste sociale grondrechten: - Voldoende werkgelegenheid - Bestaanszekerheid en welvaart - Een goed leefmilieu - Volksgezondheid en voldoende woongelegenheid - Goed onderwijs Sollicitatieplicht: De overheid moet zich inspannen om iedereen aan werk te helpen, in ruil hiervoor moet iedereen die kan werken zijn best doen om een baan te vinden. Is iemand niet actief zoek naar werk heeft hij geen recht op een uitkering Premies: Verzorgingsstaat partijen: - Burgers - Overheid - Werknemers –en werkgeversorganisaties Werk- en leeraanbod ( Tot 27 jaar ) of omscholing aangeboden Rol van de overheid in een verzorgingsstaat: - Collectieve voorzieningen ( Onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting ) - Inkomen ( Werklozen, ouderen ) - Stimuleert werkgelegenheid - Zet zich in voor goede arbeidsomstandigheden - Helpt om goede arbeidsvoorwaarden te scheppen - Bevordert welzijn van mensen ( Sportverenigingen, bibliotheken ) Vakbonden: Organisaties die de collectieve en individuele belangen van werknemers behartigen Vakcentrale: Als vakbonden samenwerken Werkgeverorganisaties: Hier organiseren werknemers zich Sociale partners: Werkgeverorganisaties en vakcentrales Maken afspraken die voor alle werknemers/gevers gelden. Collectieve arbeidsovereenkomsten ( Cao ): Vakbonden en werkgeverorganisaties Cao: Hierin worden arbeidsvoorwaarde opgesteld’ Nederland is een verzorgingsstaat door dingen uit het verleden: - De Sovjet-Unie was een lange tijd een communistische planeconomie. Totale gelijkheid - Het Amerikaanse model met het vrijemarktsmechanisme: Totale vrijheid - Scandinavische landen: Sociaaldemocratisch model Duur en uitgebreid systeem Paragraaf 2 19e eeuw: Principe vrijemarkteconomie Staatsonthouding op economisch gebied: Nachtwakerstaat: Een staat waarin de overheid zich vooral beperkt tot het handhaven van de rechtsorde. Liberale vrijemarkteconomie werd zichtbaar: Lonen waren zo laag dat mensen werkdagen van 16 uur moesten maken om genoeg te verdienen Ingrijpen in de vrije markt: - Christenen wilden de zwakkeren een betere bescherming bieden - Sociaaldemocraten streefden naar een sterkere rechtspositie van de arbeiders - De liberalen waren voorstander van een vermindering van de criminaliteit, die onvermijdelijk gevolg was van de grote armoede 19e eeuw sociale wetten: - Armenwet: Financiële overheidssteun voor armen - Kinderwetje van houten: Kinderarbeid verboden - Leerplicht: Min. 6 jaar school - Arbeidswet: Arbeidsdag tot 8 uur - Kinderbijslagwet 20e eeuw: Verzekeringen waren vrijwillig Ongevallenwet was wel verplicht Regering na WO II: - Katholieken - Sociaal-Democraten PvDa: - Werknemers meer rechten - Inkomenszekerheid KVP: Samenwerking werkgevers en werknemers Overlegorganen: Overlegt elk jaar met de vakbonden en werkgevers over de arbeidsvoorwaarden Liberale visie: - Vrijemarkteconomie - Passieve overheid - Eigen verantwoordelijkheid - Onderwijs is een investering op de toekomst, studenten moeten wel zelf meer betalen Sociaaldemocratische visie: Christendemocratische visie: - Sterk maatschappelijk middenveld dat word gevormd door organisaties en groeperingen die de overheid waar mogelijk taken uit de hanen neemt - Mantelzorg Mantelzorg: Hulp vanuit de direct omgeving door families, buren en vrienden Paragraaf 3 Om uitkeringen mogelijk te maken betaal je premies en belasting 2 Belangrijke doelen van de overheid op het gebied van onderwijs: - Iedereen de kans geven zijn / haar talenten te ontwikkelen - Voldoende hoogopgeleid personeel ( Leerplicht & Kwaliteit scholen controleren ) Leerplicht: Voor iedereen tussen de 5 en 16 jaar Leerlingen worden gecontroleerd door de leerplichtambtenaar Scholen worden gecontroleerd door de onderwijsinspectie Sancties: Intrekken kinderbijslag 2006: Iedereen boven de 18 moet een zorgverzekering afsluiten Jonger: Met ouders mee verzekerd Laag inkomen: Tegemoetkoming in de vorm van een zorgtoeslag Basispakket: - Ziekenhuisopnames - Medicijnen - Ambulancerit - Bezoekje aan de huisarts Inkomensafhankelijk bedrag via je loon en zorgpremies Eigen risico: Eerste paar honderd euro aan ziektekosten moet je zelf betalen Marktwerking: Zorgverzekeringen tegenwoordig zelf voor hun verzekerden “Zorg inkopen : Sociale zekerheidsstelsel: - Sociale verzekeringen - Sociale voorzieningen Sociale verzekeringen: Mensen betalen premie om zich te verzekeren tegen een bepaald risico ( Verplicht ) Werknemersverzekeringen: Premie word door de sociale partners samen betaald. De uitvoering van de verzekeringen gebeurt meestal door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen ( UWV ) Hoogte van je uitkering is gekoppeld aan je laatst verdiende loon 3 belangrijkste werknemersverzekeringen: - Werkloosheidwet ( WW ) - Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte ( WULBZ ) - Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen ( WIA ) WW: Voorziet in een inkomen als een werknemer onvrijwillig werkloos word. De duur van de ww uitkering is afhankelijk van het aantal gewerkte jaren WULBZ: Gedurende ziekte maximaal 2 jaar een uitkering te geven van 70% Van het laatst verdiende loon te verstrekken WIA: Voorziet inkomen tijdens langdurige ziekte of ongeval niet instaat zijn om te werken Volksverzekeringen: - Algemene ouderdom wet ( AOW ) - Algemene nabestaandenwet ( ANW ) - Algemene kinderbijslagwet ( AKW ) AOW: Vanaf je 65e recht op een AOW uitkering ( Inkomensafhankelijk ) ANW: Inkomen voor weduwnaars AKW: Alle ouders met kinderen onder de 18 ( Tegemoetkoming ) Sociale voorzieningen: Voor mensen die geen aanspraak kunnen maken op een sociale verzekering ( Bijv. omdat ze nog nooit gewerkt hebben ) - Van belastingopbrengsten betaald WWB: Wet Werk en Bijstand (Vangnet ) - Hulp bij werk - Werk –en leer traject Algemene bijstand: Voorziet een minimumbedrag dat je maandelijks nodig hebt voor noodzakelijke kosten Bijv Huur, kleding, voeding Bijzondere bijstand: Extra, ongewone kosten Bijv. Wasmachine kapot In dit geval bepaald de sociale dienst hoeveel je ontvangt Paragraaf 4 Verschil werk & Hobby: Economisch nut van de activiteit Morele plicht: Werk je niet, dan ben je lui ( Mentaal ) Maatschappelijke plicht: Alleen als je werkt ben je een volwaardig lid van de samenleving Arbeidsethos: De betekenis die arbeid voor ons heeft Redenen dat de arbeid in het sociaal-grondrecht is opgenomen: - Werk is belangrijk bij het vervullen van de basisbehoeften - Werk bied de mogelijk om je maatschappelijke positie te verbeteren Basisbehoeften van de mens: - Lichamelijke behoeften ( Bijv. Eten en drinken ) - Veiligheid & Zekerheid - Sociale behoeften - Erkenning en waardering - Zelfrealisatie ( Innerlijke dwang om iets zinsvols te doen ) Maslow: Kunnen mensen zich pas richten op een hogere basisbehoefte als de basisbehoeften op lagere niveau bevredigd zijn materiële basisbehoeften: Inkomen & Zekerheid Immateriële basisbehoeften: Maatschappelijke status, sociale contacten, ontwikkelen identiteit Je beroep verschaft je een bepaalde status: Waardering die andere toekennen aan iemand beroep Geplaagde samenleving: niet iedereen verdient evenveel geld Sociale ongelijkheid: Welvaart niet gelijk is verdeeld over mensen Maatschappelijke positie: De plaats die je inneemt op de maatschappelijke ladder Factoren hoge of lagen positie: - Hoogte van je inkomen - Hoeveelheid macht en verantwoordelijkheid in je werk - Kennisniveau - Speciale ervaring en aanleg Emancipatiebeweging: Gesubsidieerde banen en wettelijke regelingen stimuleren werkgevers om eerder sollicitanten uit bepaalde groepen in dienst te nemen Positieve discriminatie