Samenvatting BSM hoofdstuk 3 3A. Verschijningsvormen van sport Ruwe indeling: 1. Individuele recreatiesport 2. Recreatiesport in teamverband 3. Topsport en sport als beroep Solosport: een sport die je alleen kan doen (bijv. fietsen) Duosport: sport die je met zijn 2en kan doen (bijv. tafeltennis) Teamsport: met meerdere, elftal (bijv. voetbal) 1. Individuele recreatiesport: Redenen: plezier, gezond bezig zijn Kan wel of niet in wedstrijd verband zijn. Mensen zijn niet vaak lid van een vereniging in deze categorie. Bijv. joggen, fitness 2. Recreatiesport in teamverband: Redenen: plezier, opereren in een team, gezond, sportieve uitdaging Gespeeld in competitieverband en lid van een vereniging. Wordt ook gedaan om nieuwe mensen te leren kennen (sociale aspect) Groene spelen: spelvormen in teamverband zonder winnen of verliezen Kan varieren tot recreatievorm tot topsport 3. Topsport en sport als beroep Ze kunnen de topsport alleen als beroep uitoefenen als de media interesse in de sport heeft Trainen veel om maximale prestaties te leveren Geen interesse van media, geen beroep maar werk ernaast Geld door reclame waarom? Sport heeft positieve uitstraling dus goede reclame voor product en bekende sporters zijn een voorbeeld voor de mensen Leeftijd en deelname aan sport Hoe ouder je wordt hoe minder je sport. 18 jaar 50% minder sport 18 tot 65 jaar daalt tot 30% Mannen doen meer aan sport dan vrouwen en jongeren sporten het meest Als mensen stoppen met hun wedstrijdsport vw leeftijd gaan ze vaak fietsen, zwemmen en wandelen Onderscheid meisjes/jongens, vrouwen/mannen De verschillen worden vaak bepaald vanuit vroeger ‘hoe het hoort’ “Vrouwen zijn het zwakke geslacht, sommige sport is te zwaar” Eerste sporten door vrouwen is Tennis Vrouwen waren thuis vroeger en hoorden niet te sporten Nog steeds zitten er meer mannen op bepaalde sport dan vrouwen Gymnastiek was ook voor mannen en vrouwen Ook in besturen zitten nog steeds meer mannen Deelname aan sport en sociale klasse Financiën: sommige sporten zijn te duur (bijv. zeilen en golf) Sociale klasse; belangrijke factoren: 1. Ontstaan van sport binnen een sociale klasse 2. Verspreiding van sport binnen bepaalde klasse Ontstaan: tennis, schermen en paardrijden zijn aristocratisch. Cricket hogere klasse, voetbal alle klassen en golf hoge klasse Verspreiding: bijv voetbal. Alle klassen en over de hele wereld gegroeid. Verdieping: sportparticipatie en diepere oorzaken Waarom spelen we bepaalde sporten? 1. Invloed van klimaat en landschap (bijv. skieen niet in NL, wel in oostenrijk) 2. Sportvoorkeur in relatie tot lichaamsbouw (bijv. lengte bij basketballers) 3. Relatie met menselijke eigenschappen ( mensen die alleen willen zijn: individuele sport) 4. De opvoedkundige waarde ( als vanuit je opvoeding er al interesse in 1 bepaalde sport is) 5. Imago (bijv. hockey is kakker, kickboksen is crimineel, golf is voor rijke mensen) Bijzondere groepen Allochtonen: Sport wordt als een belangrijke factor gezien om een tweedeling in onze samenleving tegen te gaan. Dus hebben gemeenten een beleid: financieel ondersteunen van sportactiviteiten en het geven van subsidies voor groepen met een minimum inkomen Gehandicapten: Wordt niet als iets negatiefs gezien en vanuit dat standpunt worden er speciale maatregelen genomen (paralympische spelen) Sport als persoonlijke uitdaging: Waarom zou jij als persoon sporten? 1. Je vind het leuk 2. Je vindt het plezierig om iets met anderen te doen 3. Je zoekt een mogelijkheid voor het afreageren van agressie 4. Je kunt zo ontspannen 5. Je hebt er aanleg voor 6. Je vind het fijn een prestatie te leveren 7. Je beseft dat een goede gezondheid belangrijk is 3b. Over de ontwikkeling van sport Grieks en romeinse periode: Olympische spelen ter ere Zeus. Prijs: geen belasting betalen Mens Sana in corpore sano: een gezonde geest in een gezond lichaam Lichamelijke is belangrijk GEEN vrouwen. Pas in 1928 vrouwen op enkele atletiek nummers. Lichamelijke prestaties worden vooral gekoppeld aan vechtkunst. Beroemd en berucht zijn de gevechten van de gladiatoren, waarbij volksvermaak een belangrijke rol speelt. De olympische spelen werden gehouden om het volk tevreden te houden. Zo vergaten ze eventjes wat voor leven ze hadden. Van de middeleeuwen tot ca. 1900 Sprong van Romeinen naar middeleeuwen: 1. Er ontstaat opnieuw interesse in lichamelijke vorming en sport. Dit komt onder andere tot uiting in leerboeken die worden geschreven. 2. Onder invloed van de kerk zien we dat er steeds meer nadruk wordt gelegd op de geest. Het lichaam is in deze cultuur van ondergeschikt belang en dus zijn activiteiten die op het lichaam gericht zijn, ook van ondergeschikt belang. Er waren nog geen organisaties zijn die zich toeleggen op het internationaal verspreiden van “hun” sport. Vanaf ca. 1900: de opkomst van de gereglementeerde moderne sport Vanaf 1900: 1. Vaststaande regels worden ingevoerd 2. Organisaties werden opgericht die zich gingen toeleggen op het verspreiden van hun sport. Verspreiding van sport gaat sneller. Typische volkssporten zijn: voetbal, wandelen, boksen, kracht Na de eerste wereldoorlog heeft sport een enorme vlucht genomen en is als maatschappelijk verschijnsel niet meer weg te denken. Verdiepingsstof: sociologische vragen rond de verspreiding van verschillende sporten Wat zijn de redenen dat bepaalde zich op een bepaalde wijze hebben verspreid? 1. Zijn eigenschappen van een sport bepalend voor de verspreiding? 2. Is de mate van de zogenaamde identificatie van belang? 3. In hoeverre hangen sportvoorkeuren samen met de internationale machtsverhoudingen? 1. Voor tennis is er veel geld nodig (tennisbanen enz) dus werd het eerst alleen in de hoge klassen gespeelt. Toch is het verspreid naar alle klassen en dus is 1. Volgens sociologen niet waar 2. Mensen gaan zich indentificeren met hun sport. Een bepaalde sport is een bepaalde status. Status is nu minder belangrijk dan 50 jaar geleden. Veranderingen in de klassenverhoudingen hebben geleid tot een populariteitstoename van statussporten. Bijv. golf en hockey. 3. VS is een groot belangrijk land en dus is basketbal vanuit daar erg gegroeid. De waardering van bepaalde sporten in verschillende culturen Niet alleen de waardering van een sport hangt van de cultuur af, ook de belangstelling voor bepaalde sporten verschilt aanmerkelijk tussen verschillende culturen. Dus voetbal is in Europa populair en in thailand is thaiboksen weer populair. Maatschappelijke veranderingen van nu Sport wordt steeds belangrijker. De invloed van de kerk is weg en de interesse in het lichamelijke neemt toe. Daar wordt door de media weer op in gespeeld. Er zijn steeds meer mogelijkheden, ook zonder verengingen. Redenen voor de toename in belangstelling voor sport en lichamelijk actief zijn. 1. 2. 3. 4. Meer vrije tijd Toenemend besef dat lichamelijke activiteit goed is voor een gezond leven Invloed media en commerciële instellingen Meer beroepen komt het belang van lichamelijke opvoeding en sport tot uiting 3C Sport als bindende kracht Door de grote verschillen van allochtonen en Nederlanders kunnen er spanning ontstaan en sport speelt een belangrijke rol in de binding van die 2 categorien om ook de spanning weg te halen. Sport is niet gekoppeld aan een politiek systeem of aan een religie. Met sport wordt vandalisme minder en wordt gewelddadig gedrag teruggedrongen (sport is geen verveling en verveling wordt vandalisme) Sport en politiek Sport is niet deel van een politiek systeem maar staat wel op politieke agenda. Sport is een politiek propagandamiddel, grote sportevenementen worden door leiders gebruikt. Reden: 1. Sommige evenenmenten trekken veel belangstelling en sporter komen vanuit alle landen 2. Elementen uit de sport komen overeen met de ideologie 3. Overwinningen geven een land prestige Redenen politieke interesse: 1. Belang van een goede volksgezondheid 2. 3. 4. 5. Belang van sport voor de jeugd Belang van het samenbrengen van verschillende groepen Belang om negatieve bijverschijnselen in te dammen Invulling vrije tijd met sport Partijprogrammas hebben altijd onderwerpen als: sport als factor bij jeugdproblematiek, stimuleren van sport, sport en ouderenbeleid, de aanleg van sportfaciliteiten, beleid ten aanzien van bijzondere groepen. Ethische aspecten Als iemand iets sportief opneemt dan bedoelen we dat hij ‘fair played’. Hij snapt het als hem iets ergs gebeurt. In teamsporten leer je ook beter met elkaar om te gaan. Aan de ene kant bevelen we sport aan om spanningen te verminderen en aan de andere kant wordt de spanning in de sport zelf juist opgevoerd. Ook respect voor jezelf hebben is belangrijk. Goed in conditie blijven en trainen. Relatie tussen sport en levensbeschouwing. De kerk bemoeit zich eerder met de sporter dan met de sport zelf. Sport is neutraal en is niet aan geloof of politiek gekoppeld. De andere kant van de medaille Tijdens sportevenementen ontstaan er rellen en agressie. Dit heeft te maken met groepsgedrag. Er is niks mis om met je alle uit zijn dak te gaan maar er ontstaan vaak problemen. Winnen of verliezen brengt vaak bepaalde gevoelens met zich mee. Dit wordt voorkomen door: 1. Corrigeren van fout gedrag door coach of trainer 2. Scheiden van supportersgroepen 3. Instellen van clubkaart 4. Direct ingrijpen 5. Invoeren van snelrecht De andere kant van de medaille 2 Doping is het innemen van niet toegestaande middelen die prestaties verhogen. Het komt vooral bij topsporters voor. De wil om te winnen, de te behalen eer vaak in combinatie met grote financiele belangen maakt dat men de fout in gaat. Voorkomen door: 1. Geven van voorlichting 2. Uitvoeren van controles 3. Bestraffen van geconstateerd gebruik. Bekende voorbeelden van doping zijn: Anabole steroïden, stimulantia, groeihormonen, bloeddoping Economisch: sport als een positieve factor: Er zijn verschillende bedrijfsactiviteiten op het gebied van sport beschikbaar geworden: 1. Industriële activiteit; bijv. sportatributten zoals skeelers 2. Toename bedrijfjes die zich op sport en gezondheid richten; sportscholen 3. Handel; de handel in sportartikelen maar ook indirect zoals tv’s voor een wereldwedstrijd We besteden enorm veel geld aan de sportsector: 1,4 miljard euro Economisch: sport als een negatieve factor: Per jaar zijn er 300.000 werknemers die gemiddeld 7 dagen ziek zijn en dat komt mede door sportblessures en daarom zijn allerlei instanties een actief beleid aan het voeren om het aantal blessures te verminderen.