ANW Hoofdstuk 5 De menselijke blauwdruk 5.1 DNA In delende cellen zijn staafjes te zien – chromosomen Chromosomen zitten in een speciaal gedeelte van de cel - celkern Chromosomen zijn opgebouwd uit DNA DNA bestaat uit steeds herhalende bouwstenen. Aan elke bouwsteen zit een zijgroep – base 4 basen: - Adenine (A) - Cytosine (C) - Guanine (G) - Thymine (T) A vormt een sport met T C vormt een sport met G Eiwitten zijn basisgrondstoffen voor alles wat leeft (bijv. enzymen, antistoffen) Aminozuren zijn de bouwstenen voor eiwitten Gen: stuk van het DNA dat informatie bevat voor de bouw van een eiwit 5.2 Weten of niet-weten Mutaties: fouten in DNA-bouwstenen Kunnen leiden tot erfelijke fouten als deze fout zich in de geslachtscellen bevindt Het gen voor een bepaalde ziekte onderzoeken we tegenwoordig met DNA-diagnostiek Zo zijn afwijkingen in het DNA aan te tonen Met de DNA-chip is het mogelijk om in korte tijd duizenden bepalingen tegelijk te doen Bij de chromosoomdeling kan een chromosoom of een gedeelte daarvan per ongeluk in de verkeerde dochtercel terechtkomen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het Downsyndroom. Hierbij bevat elke cel van chromosoom 21 drie exemplaren i.p.v. twee. Tegenwoordig steeds meer gebruik gemaakt van DNA om identiteit vast te stellen (DNA-profiel) 5.3 Sleutelen aan genen DNA van één soort wordt geplaatst in het DNA van een andere soort d.m.v. knip- en plakenzymen Genetische modificatie: het veranderen van de erfelijke eigenschappen van een organisme Transgeen: organisme met een soortvreemd gen Bij ethische discussies gaat het over de vragen ‘wat is goed?’ en ‘wat is fout?’ Aanpak van een ethische discussie Stap 1. Probleem beschrijven Stap 2. Probleem analyseren Stap 3. Argumenteren en afwegen Stap 4. Probleem aanpakken 5.4 De mens van de toekomst Stamcellen: cellen die kunnen uitgroeien tot verschillende celtypen Klonen: genetisch identiek maken Het menselijk genoom: de drie miljard letters van het menselijk DNA