Geschiedenis Hoofdstuk 2 – de tijd van de Grieken en Romeinen Paragraaf 1 – wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat De Grieken noemden hun leefwereld Hellas. Het bestond uit een lappendeken van stadstaten (poleis). De meeste staten bestonden uit een stad met daaromheen land. We noemden dit ook wel landbouw stedelijke samenleving. Alle stadstaten hadden een eigen leger, eigen munten en een onafhankelijk bestuur. Er waren verschillende regeringsvormen; Monarchie – alleenheerschappij Tirannie – Grieks voor regering door een tiran. Heerschappij die zich kenmerkt door geweld, willekeur en wreedheid Aristocratie – Grieks voor regering van de besten. Dit kwam neer op dat het werd geregeerd door rijke en aanzienlijke families. Oligarchie – Grieks voor regering door weinigen. Een regering van weinige personen, die behoren tot bevoorrechte klassen of standen. Democratie – Grieks voor regering door het volk. Toen Kleistenes de macht greep en het Acropolis veroverde voerde hij in 507 v. Chr. de democratie is. Hij gaf al bestaande volksvergadering de hoogste macht. Alle vrije Atheense mannen kregen stemrecht. Iedere burger, arm of rijk, kon voortaan deelnemen aan de volksvergadering en meebeslissen. Vrouwen, kinderen en slaven waren van het burgerschap uitgesloten. De volksvergaderingen besliste over: Wetten Koos de militaire commandant en andere leiders Controleerde de ambtenaren en bestuurders De Atheense democratie hield zo een 200 jaar stand. Alleen voor de Grieken was het niet zo een goed politiek systeem. De grote filosofen zagen weinig goeds in een democratie. Zij voelden meer voor aristocratie want volgens hun was de macht in handen van een paar verstandige mensen, die door traditie of persoonlijke kwaliteiten hadden bewezen dat ze de staat konden leiden. Ondanks al het kritiek op het democratische systeem werd Athene in de 5e eeuw v. Chr. het culturele centrum van Hellas. Sophokles en Euripides schreven er hun tragedies. De geschiedenisschrijver Herodotus vestigde zich daar ook. Plato stichtte daar een academie op voor wiskunde, natuurwetenschappen en filosofie. Aristoteles deed het zelfde in zijn lyceum. Filosofie ontstond buiten Athene. Mensen gingen in Ionië (nu het huidige Turkije) onderzoek doen naar de natuur. Zij werden filosofen genoemd. Dit betekende letterlijk; liefhebbers van de wijsheid. Zij probeerden met hun verstand te beredeneren hoe de dingen in elkaar zaten. Waar de Griekse geleerde zich mee bezighielden zijn nu aparte vakken in het heden; biologie, astronomie, natuurkunde, wiskunde en politicologie. Archimedes en Pythagoras stelden belangrijke natuurkundige wetten en wiskundige stellingen op. Hippokrates legde de basis voor de medische wetenschap. Paragraaf 2 – het Romeinse imperium De Romeinen veroverden vanuit de stadsstaten rond de 5e eeuw v. Chr. Italië. Ze gingen in westelijke richting verder. Rome was eeuwenlang een republiek, waarin vooral de aristocratische senaat de dienst uitmaakte. Op het laatst trokken steeds meer bestrijdende krijgsheren de macht naar hun toe. De succesvolste was Julius Caesar. Hij greep in 48 v. Chr. de alleenheerschappij. De opvolger Augustus stichtte het keizerrijk. Dit is vernoemd naar zijn oom ‘Caesar’ dit betekent keizer. De militaire inspanningen waren na Augustus vooral gericht op de verdediging van de duizenden kilometers lange grenzen. In Europa waren dat de Rijn en de Donau; in het noorden van Brittannie liet keizer Hadrianus een 130 kilometer lange muur bouwen om het rijk te beschermen tegen de ‘barbaren’ Binnen dit Imperium Romanum heersten welvaart, rust en vrede de pax romana. De romeinen blonken uit in hardheid, taaiheid en discipline. Ook waren ze uitstekende organisatoren. Door deze kennis maakten ze van hun enorme rijk een geordend en stabiel bouwwerk. Dit rijk werd geregeerd vanuit 1 centraal punt: Rome. In de provincies regeerden gouverneurs vanuit de provinciehoofdsteden. Hun hieven de belastingen waarmee het reusachtige leger werd betaald en een indrukkende infrastructuur tot stand werd gebracht. De Romeinen legden een netwerk aan van tienduizenden kilometers aan wegen. Zo konden de troepen zich snel verplaatsen. Op een gegeven moment na de verovering van Hellas ontstond een Grieks-Romeinse mengcultuur. De Romeinen waren diep onder de indruk van de Griekse cultuur. Ze haalden Griekse schrijvers, artsen, beeldhouwers en bouwmeesters naar Rome en bootsten in alles de Grieken na. De Grieks-Romeinse cultuur verspreidde zich snel door het hele rijk. Overal waar de Romeinen kwamen bouwden ze: Aquaducten Amfitheaters Bruggen Triomfbogen Langs de noordgrens bouwden de Romeinen castra, legerplaatsen voor legioensoldaten. Daar vlakbij ontstonden nederzettingen waar kooplieden, ambachtslieden en veteranen woonden. De Romeinen lieten toe dat de onderworpen volken hun eigen cultuur en godsdienst mochten handhaven. Dit betekende niet dat ze beïnvloed werden door de Romeinen. Het Romeinse leger waarin mannen uit het hele rijk dienden bevorderde de romanisering (=de beïnvloeding van volkeren door de Grieks-Romeinse cultuur). De Romeinse kalender die Caesar opstelde, is aangepast en is nu nog steeds in gebruik. Het Romeinse recht ligt nog altijd aan de basis van de Europese rechtsstelsels. Aantekeningen Athene vs Sparta Mentaliteit Sparta: ‘Spartaans karakter’. Mannen werden opgeleid tot sterke soldaten Athene: centrum van filosofie en wetenschap Politiek Sparta – aristocratie Athene – na verschillende bestuursvormen uiteindelijk: democratie. Democratie anders dan nu: Alle burgers stemden mee Slaven, vrouwen en buitenlanders waren geen burgers Overeenkomsten Geloofden in dezelfde goden Hadden dezelfde culturele tradities (Olympische Spelen) Overgang van mythisch naar rationeel denken Mythisch denken: - Religie Rationeel denken: - filosofie (+/- 600 v. Chr.) - wetenschap 500 v. Chr. Rome komt in de handen van de senaat. Dit is het begin van de expansie: - 264 v. Chr. expansie buiten Italië (Carthago, Griekenland) - 58-50 v. Chr. Caesar veroverd Gallië - verovering Groot-Brittannië en Roemenië - 106 n. Chr. Romeins Imperium op het grootst Succes van het Romeinse Rijk - organisatie talent en militaire kracht: uiteindelijk een beroepsleger - drang naar laus et gloria; buit en gebied - pax romana, Romeinse vrede; goede wegen, handel, introductie geld, veiligheid paragraaf 3 De Griekse architectuur en beeldhouwkunst waren in het begin sterk beinvloed door de Egyptische kunst. De beeldhouwers gingen nauwkeurig de menselijke anatomie bestuderen en pasten de kennis die ze zo kregen toe in hun werk. Perfectie zagen de Grieken als teken van goddelijkheid. Zo ontwikkelde de beeldhouwkunst zich van primitief en statisch naar verfijnd en beweeglijk. Het hoogtepunt vormen de beelden die in de tweede helft van de 5 e eeuw v. Chr. werden gemaakt. Dit werd later de klassieke periode genoemd. De tempels die later werden gebouwd, werden in verschillende stijlen gebouwd. Dorische stijl is een sober, strak en robuuste stijl Ionische stijl waren de zuilen ranker met versieringen aan de boven en onderkant Korintische stijl met uitbundige versieringen Het Atheense volk had besloten dat er een wederopbouw moest komen van de tempels en gebouwen in de stad. Die waren dertig jaar eerder verwoest door de Perzen. Ze wilden nu een grootsere stad en mooiere stad bouwen dan de wereld ooit had gezien. Het Parthenon was het hoogtepunt van het Akropolis. Hoogte, breedte en lengte van het gebouw waren perfect met elkaar in verhouding. De tempel was versierd met het beste beeldhouwwerk. Het was in de Dorische stijl gebouwd. Op de zuilen werd een dwarsbalk gezet waar de dakconstructie op rustte, de architraaf. Daarboven kwam een fries, een horizontale band met schilder- en beeldhouwwerk, waarop mythische oorlogen waren afgebeeld. In het binnenste kwam een 11 meter hoog houten beeld van de godin Athena, dat Phidias had gemaakt. Er was zoveel vraag naar beelden dat de kunstenaars het niet aankonden. Er kwamen een paar zakenlieden die het idee bedachten om ateliers in te richten waar de beeldhouwers de Griekse ‘originelen’ konden produceren. Dankzij hun weten we hoe de beelden er van toen uitzagen omdat er veel beelden zijn gesneuveld. Na een periode van het namaken ontwikkelden de Romeinen een eigen stijl. De Romeinen gingen realistische portretten uit steen houwen. Ieder bobbeltje of kuiltje op een gezicht werd vereeuwigd. Ze leverden ook knappe prestaties op uit de bouwkunst. Tot nu in deze tijd maken wij nog gebruik van de Griekse vormen in de architectuur. Phidias Werd in Athene geboren en leerden daar van de oude meester de fijne kneepjes van het vak. Hij kreeg de beste opdrachten die in Athene te vergeven waren. Hij kreeg de supervisie over het beeldhouwwerk op de friezen en het fronton van het Parthenon. In 432 v. Chr. beschuldigden politieke vijanden van Perikles de beeldhouwer van het verduisteren van overheidsgeld. Phidias werd verbannen. Zijn belangrijkste werken hoort het beeld van Athena in het Parthenon en een 9 meter hoge beeld van Zeus in Olympia. Dit laatste beeld werd beschouwd als 1 van de 7 wereldwonderen.