M&O | Hoofdstuk 10 Rechtsvormen §10.1 Organisaties De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn: eenmanszaak vennootschap onder firma besloten vennootschap naamloze vennootschap vereniging stichting Een natuurlijk persoon is een mens die deelneemt aan het rechtsverkeer en daarbij rechten en verplichtingen heeft. Een rechtspersoon is een organisatie die net als een natuurlijk persoon zelf rechten en verplichtingen heeft. Een organisatie met rechtspersoonlijkheid neemt zelfstandig deel aan het rechtsverkeer. De volgende rechtsvormen zijn rechtspersoon: besloten vennootschap, naamloze vennootschap, vereniging en stichting. Bij een organisatie die geen rechtspersoonlijkheid bezit, is de eigenaar zelf aansprakelijk voor de schulden van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn de eenmanszaak en de vennootschap onder firma. Elke organisatie en natuurlijk persoon kan failliet gaan. Een faillissement wordt door een rechtbank uitgesproken als de ondernemer niet meer in staat is de schulden te betalen. §10.2 Eenmanszaak Een eenmanszaak heeft slechts één eigenaar die de leiding van het bedrijf heeft, het eigen vermogen heeft ingebracht en verantwoordelijk is voor de schulden van de eenmanszaak. Financiering Om een onderneming te starten is geld nodig. Het benodigde vermogen kan de eigenaar deels zelf inbrengen. Meestal is dit vermogen te klein om alle investeringen te financieren. De rest van het benodigde geld leent de eigenaar vaak bij familie en een bank. Doordat alle activiteiten van het bedrijf sterk afhankelijk zijn van één persoon, lopen geldschieters bij een eenmanszaak meer risico dan bij andere rechtsvormen. Aansprakelijkheid Daar staat tegenover dat de eigenaar van een eenmanszaak volledig aansprakelijk is voor de schulden van de onderneming, zowel met zijn ondernemingsvermogen (geld en goederen die de eigenaar in de zaak heeft zitten) als met zijn privé vermogen (woonhuis, auto en spaargeld). Sociale zekerheid en belastingen De eigenaar van een eenmanszaak is zelf ondernemer en geen werkgever. Hij komt niet in aanmerking voor een uitkering volgens de werknemersverzekeringen. Het inkomen van de ondernemer is afhankelijk van de hoogte van de winst. Over deze winst betaalt de ondernemer inkomstenbelasting. Continuïteit Bij een eenmanszaak is de continuïteit vrij onzeker. Als de eigenaar/ondernemer ernstig ziek wordt of overlijdt, kan dat het einde van de onderneming betekenen. §10.3 Vennootschap onder firma Een organisatie waarin twee of meer personen zijn overeengekomen onder een gemeenschappelijke naam een bedrijf uit te oefenen. Aansprakelijkheid Indien de vennootschap haar betalingsverplichtingen niet nakomt, zijn de firmanten voor alle vennootschapsschulden hoofdelijk aansprakelijk. Dit houdt in dat een schuldeiser van een vof elke vennoot afzonderlijk kan aanspreken voor de betaling van de volledige schuld. (aanspraak maken is ook mogelijk op het privévermogen van een vennoot) Voordelen vof ten opzichte van eenmanszaak Omdat er meer eigenaren zijn, kunnen de firmanten de taken tussen de firmanten verdelen op basis van ieders specialisaties. Een firma heeft op het gebied van financiering meerdere mogelijkheden. Meer eigenaren kunnen vermogen in de zaak steken. Banken verstrekken gemakkelijker een lening. De continuïteit van een vof is beter gewaarborgd dan bij een eenmanszaak. Bij ziekte of overlijden van één persoon kunnen de andere vennoten de zaak voortzetten. Overleg Meer eigenaren betekent wel dat er steeds overleg tussen de vennoten moet plaatsvinden. Winstverdeling Als de firmanten over de winstverdeling geen afspraken hebben gemaakt, wordt vaak de winst over de firmanten verdeeld naar evenredigheid van het ingebrachte vermogen. Indien een firmant geen vermogen inbrengt maar wel in de zaak werkt, ontvangt hij evenveel als de firmant met de laagste vermogensinbreng. Belasting De vennoten betalen over hun winstaandeel inkomstenbelasting. §10.4 Besloten vennootschap en naamloze vennootschap Een bv en een nv zijn vennootschappen waarvan het eigen vermogen verdeeld is in aandelen. Een aandeel is een deel van het eigen vermogen in de bv of de nv. Zeggenschap De meeste bv’s zijn kleinere ondernemingen. Bv’s zijn vaak familiebedrijven die de zeggenschap over het bedrijf niet met buitenstaanders willen delen en statutair hebben vastgelegd dat de aandelen beperkt overdraagbaar zijn. Bij een bv is vaak de directeur ook aandeelhouder. Een directeurgrootaandeelhouder (DGA) van een bv valt niet onder de sociale werknemersverzekeringen. Als de namen van de aandeelhouders van de nv onbekend zijn, spreken we van aandelen aan toonder. Degene die het aandeel heeft, wordt geacht eigenaar te zijn. Grote bedrijven kiezen in het algemeen voor de nv als rechtsvorm. Hun vermogensbehoefte kan meestal niet door één of enkele eigenaren worden opgebracht. Een nv kan haar aandelen aan een breed publiek verkopen om op die manier een fors vermogen aan te trekken. Door de vrije handel in aandelen loopt een nv wel het risico tegen haar zin overgenomen te worden door bijvoorbeeld een concurrent. Om zo’n ‘vijandige’ overname te voorkomen, kan een nv gebruik maken van een beschermingsconstructie. Algemene Vergadering van Aandeelhouders De aandeelhouders zijn de eigenaren van een bv en een nv. Zij kunnen invloed op het beleid van de vennootschap uitoefenen op de AVA. Binnen de vennootschap is de AVA het hoogste orgaan. Directie De directie heeft de dagelijkse leiding in de bv en nv. Voor belangrijke beslissingen is vaak de toestemming van AVA of de RvC nodig. De directeuren hoeven geen (mede-)eigenaar te zijn, maar worden aangetrokken omdat zij goed leiding kunnen geven. De RvC (benoemd voor AVA) houdt toezicht op de werkzaamheden van de directie en voorziet de directie ook van advies. Aansprakelijkheid Voor de aandeelhouders heeft de bv en de nv als pluspunt dat zij als eigenaren een beperkt risico lopen. Deze vennootschappen bezitten namelijk rechtspersoonlijkheid. Schuldeisers kunnen hun vorderingen daarom alleen op de bv en de nv zelf verhalen en niet op de eigenaren (de aandeelhouders) of bestuurders (de directieleden) persoonlijk. Dat bestuurders van een bv niet persoonlijk aansprakelijk zijn, is nogal eens betrekkelijk. Banken eisen namelijk van directeur-aandeelhouders vaak persoonlijke zekerheden voor leningen die bestemd zijn voor de bv. Bij faillissement van de bv of de nv kan het ingebrachte vermogen van de aandeelhouders verloren gaan, maar ze kunnen niet nog eens privé aangesproken worden. Ze zijn dus nooit meer kwijt dan wat ze voor de aandelen hebben betaald. Bij wanbeleid kunnen de bestuurders van de bv en de nv wel persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Voor de bv is er een uitzondering op de regel dat de aandeelhouders nooit aansprakelijk kunnen zijn. Bij de bv is er sprake van een uitkeringstoets: Als bestuur en aandeelhouders wisten of konden weten dat een winstuitkering zou leiden tot het niet meer kunnen betalen van de schulden van een bv moeten ze het tekort dat daardoor is ontstaan aanvullen. Continuïteit Als een aandeelhouders of directeur wegvalt, blijft de vennootschap als rechtspersoon toch gewoon bestaan. Publicatieplicht en belastingen Eenmaal per jaar moeten bv’s en nv’s hun financiële situatie openbaar maken. Zij voldoen daaraan door hun jaarrekening (balans & winst-en-verliesrekening) te deponeren bij de Kamer van Koophandel. Vanwege hun rechtspersoonlijkheid ontvangen de bv en de nv zelf een belastingaanslag over hun winst: de vennootschapbelasting. §10.5 Vereniging Voor non-profit organisaties zijn de volgende rechtsvormen mogelijk: nv, bv, vereniging en stichting. De vereniging is een samenwerkingsvorm tussen twee of meer personen die een bepaald doel willen verwezenlijken. Dat een vereniging geen winst mag nastreven, betekent niet dat het verboden is winst te maken. De winst mag niet onder de leden worden verdeeld, maar moet ten goede komen aan het gemeenschappelijke doel. Een vereniging moet door minimaal twee personen worden opgericht: samen sta je namelijk veel sterker dan alleen. Algemene ledenvergadering Bij een vereniging heeft de algemene ledenvergadering de hoogste macht. Ieder lid heeft het recht om tijdens de Vergadering zijn stem uit te brengen. Voor een grote organisatie die een paar miljoen leden heeft, kiezen de leden vaak afgevaardigden die samen de algemene vergadering vormen. Bestuur De algemene ledenvergadering benoemt de bestuursleden: een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De bestuurders geven leiding en voeren het beleid uit. Bij grote verenigingen benoemt het bestuur soms een directie. Lees tweede alinea van het kopje ‘Bestuur’ op bladzijde 115 Een vereniging kan worden opgeheven omdat er geen leden meer zijn of omdat de vereniging haar doelstelling heeft bereikt. §10.6 Stichting Een stichting is een rechtspersoon zonder leden die met behulp van een vermogen een bepaald doel wil bereiken. Het doel van een stichting is het streven naar bepaalde idealen. Een stichting mag niet naar winst streven of uitkeringen doen aan de oprichters of de bestuurders. Bestuur Het bestuur houdt zich bezig met het realiseren van de doelstellingen en vertegenwoordigt de stichting naar buiten toe. Een stichting is een rechtspersoon met eigen rechten en plichten. Hierdoor zijn de bestuurders alleen bij wanbeheer persoonlijk aansprakelijk. Als bestuurders wegvallen, benoemt het bestuur zelf hun opvolgers (coöptatie). Stichtingen kunnen worden opgeheven omdat de doelstelling is bereikt of omdat er onvoldoende vermogen beschikbaar is om het doel te verwezenlijken. Een stichting kan ook failliet gaan. §10.7 Financiering van niet-commerciële organisaties. De belangrijkste vormen van financiering voor niet-commerciële organisaties: Budgetfinanciering De overheidsinstelling geeft de plannen en de kosten daarvan door aan de overheid en krijgt een bepaald budget. Lumpsumfinanciering Financiering op basis van een aantal. Per eenheid wordt een bedrag beschikbaar gesteld. Subsidies Financiële tegemoetkomingen op basis van wettelijke regels. Leningen, legaten, contributies en giften. Mogelijkheden van financiering van niet-commerciële organisaties. Contributies zijn betalingen voor het lidmaatschap.