MRS. GREN (movement respiration sensitivity growth reproduction excretion nutrition) Wat is een organisme? De uitdrukking wordt gebruikt om een afzonderlijk object te beschrijven dat levens processen uitvoerd. Er zijn ongeveer twee miljoen verschillende soorten organismen. Hoe kun je zien of iets leeft of dood is? Is een robot levend? Er zijn zeven eigenschappen van levende dingen. Als iets alle zeven van deze dingen doet in zijn hele leven dat leeft het. De zeven belangrijkste eigenschappen van levende dingen zijn. Movement/beweging Dit is een verandering van positie om te reageren op de omgeving. Dieren bewegen hun hele lichaam van plaats tot plaats, maar planten kunnen alleen delen van hun hele lichaam bewegen. Respiration/ademhaling Dit is het vrijlaten van energie van voedsel of opgeslagen chemicaliën in cellen voor onmiddellijk gebruik door het organisme. Sensitivity/gevoeligheid Individuen hebben informatie van hun omgeving nodig om te reageren op de omgeving en het uitvoeren van andere levende processen. Ze reageren op diversen stimulansen. Planten zullen groeien in de richting van het licht. En dieren bewegen in reactie op iets dat naar hun toe komt. Growth/groei Individuen beginnen klein en groeien naar volwassenheid. Dieren hebben vaak een maximale grootte maar planten gaan door met groeien hun hele leven. Reproduction/voortplanting Hier door krijg je nieuwe individuen. Zij vervangen degenen die dood gegaan zijn en zorgen voor het overleven van hun ras. Excretion/afscheiding Dit is het verwijderen van afval gemaakt door chemische reacties in de cellen van het individu. Dit is inclusief gas, bijzondere verbindingen en water. Planten scheiden gif stoffen uit naar hun bladeren. Daarna vallen de bladeren in de herfst. Nutrition/voeding Het organisme moet energie in nemen om het in leven te houden. Planten nemen verbindingen in en licht om hun eigen chemicaliën te maken. Dieren eten planten of andere dieren om die voedings stoffen binnen te krijgen. Deze zeven punten worden vaak herinnerd door een ezelsbruggetje, bijvoorbeeld MRS GREN. Kan je denken aan een ander ezelsbruggetje die speciaal is voor jou en je vrienden? Kun je bepalen of een auto leeft? Het kan bewegen van plaats tot plaats. Het voedt zich met benzine, ademt zuurstof in en scheidt afval stoffen uit. Zijn motor verbrandt brandstof en sommigen auto’s kunnen reageren op de omgeving door het aanzetten van de lampen als het donker is. Desondanks groeit het niet en plant het zich niet voort, dus het leeft niet. Organ systems Circulatory system This transports all soluble materials around the body. the heart pumps the blood which circulates in blood vessels. Plants move water and dissolved chemicals through vascular bundles (veins) in the stem, leaves and roots. Deze transporteert alle oplosbare materiaal rond het lichaam. het hart pompt het bloed dat circuleert in de bloedvaten. Planten verplaatsen water en opgeloste stoffen door de vaatbundels (aders) in de stengel, bladeren en wortels. Excretory system Waste products by the cells is removed from the body. Excretion usually refers to the removal of urine by the kidneys but should also include the lungs and skin as organs that get rid of wastes. Plants excrete waste through their leaves. Afvalproducten door de cellen verwijderd uit het lichaam. Uitscheiding wordt gewoonlijk de verwijdering van urine door de nieren, maar ook de longen en huid en organen die ontdoen van afval omvat. Planten scheiden van afval door middel van hun bladeren. Nervous system This controls the organism's response to stimuli. It includes the sense organs, brain and nerves. In plants there is no equivalent but there are sensitive regions, e.g. tips of shoot are sensitive to light. Dit regelt reactie van het organisme op prikkels. Het omvat de zintuigen, de hersenen en zenuwen. In planten geen equivalent maar er kwetsbare gebieden, b.v. tips van shoot zijn gevoelig voor licht. Skeletal system Made up of bones and muscles for support and movement. The bones can also protect the body. In plants the vascular bundles have supporting tissue next to them. Plant cells use water and the cell wall support them. Samengesteld uit botten en spieren voor steun en beweging. De botten kan ook het lichaam te beschermen. In planten de vaatbundels zijn steunweefsel ernaast. Plant cellen gebruiken water en de celwand te ondersteunen hen. Digestive system The digestive system takes in, breaks down, and absorbs the soluble products in food and removes undigested food. this is the way all energy and nutrients enter the body. Het spijsverteringsstelsel neemt in, breekt, en absorbeert de oplosbare producten in voedsel en verwijdert onverteerd voedsel. dit is de manier waarop alle energie en voedingsstoffen in het lichaam. Breathing system This consists of the organs associated with breathing and gas exchange. The breathing system helps supply oxygen for respiration and remove carbon dioxide, e.g. lungs in mammals, gills in fish. The leaves of plants have the same function. Deze bestaat uit de organen in verband met de ademhaling en gasuitwisseling. De ademhaling systeem helpt toevoer van zuurstof voor de ademhaling en het verwijderen van kooldioxide, bijv. longen bij zoogdieren, kieuwen bij vissen. De bladeren van planten hebben dezelfde functie.