er er t inmm wu n jaargang 16 nr 3 Henk zelf tuin winterklaar? Spinazie en knoflook Dat er een mooi essenbos mag ontstaan, waar in de zomermaanden kinderen spelen, ouders genieten op het bankje, de koelbox met lekkernijen onder handbereik staat, de slangen genieten van de hoop en de padden spelen in de poel. Dat definitieve besluiten over de A27 maar snel mogen worden genomen, zodat wij binnen onze vereniging er niet meer over hoeven te praten of te twisten. Dat Jan, “onze trouwe eierman”, weer het hele jaar ons blijft voorzien van zijn verse eieren en wij hem als tegenprestatie een kop dampende koffie en een bakje warme soep blijven geven. Het is hem gegund. JD De redactie efhebbe li *van he rs En een wens voor alle wandelaars en bezoekers aan ons complex, de aloude ANWB wijsheid: Laat niet als dank voor uw aangenaam verpozen, ons uw schillen en de dozen. r *groen uu EM Het heeft soms veel voeten in aarde om een nieuwe Bladgroen te produceren met een kleine redactie, maar net voor het eind van het jaar is het weer gelukt. Het was een gedenkwaardig jaar, zowel voor het klimaat, dat compleet op hol geslagen leek, als voor de politieke wereld om ons heen. Wat is het dan fijn dat we daar in de tuin afstand van kunnen nemen. Niets hoeft, alles mag op onze eigen vierkante meters. Niet iedereen is het daarmee eens, en ook die mensen kunnen erop rekenen dat ze bij ons hun tegendraadse mening kwijt kunnen. Daarom staat in dit nummer een uitgebreid interview met Henk Vreekamp, een markant ATV-lid, dat van zich doet horen zodra hij vindt dat er met de rechten van burgers wordt gesold. Henk houdt er ideeën op na die niet door iedereen gedeeld zullen worden. Dus wie wil reageren kan dat doen in het volgende nummer. Wij staan immers voor de dialoog met iedereen. En voor verdraagzaamheid, zoals rozen (China) en phloxen (VS) naast elkaar mogen bloeien in een tuin. Het is een filosofie die je terugvindt in het stuk over de tuinkunstenaar Piet Oudolf. Zijn ‘Nieuwe Tuinieren’ is één groot pleidooi voor alle vormen van verdraagzaamheid. We hadden dit jaar met geen betere filosofie af kunnen sluiten. eerste Het allerbeste in het nieuwe jaar: blijf positief verbonden met jezelf en de omgeving. Een goede gezondheid, geluk en veel humor om chagrijn te verjagen. Sterkte toegewenst om tegenslagen te overwinnen en maak van elk probleem een uitdaging. december 2016 t Een vrolijk uiteinde en een goed begin! VAN DE MAKERS 3 Heeft u een moestuinvraag? Bladgroen helpt u graag! INHOUD 6 8 16 Mail uw vraag naar: bladgroenutrecht@gmail.com U krijgt persoonlijk antwoord en wellicht wordt uw vraag ook (anoniem) in Bladgroen behandeld. 4 6 tuin winterklaar? Als je een moestuin hebt, moet je hem winterklaar maken. Hoe? Evert legt het nog een keer uit. 8 henk zelf Henk is een gematigd mens, zegt hij zelf. Maar zijn meningen zijn gepeperd. Een gesprek over vrouwen en principes. 16 balans op de tuin Het jonge gezin Van der Veen stelt zich voor: balanszoekers in een druk en gevaarlijk bestaan. 22 Paradijs binnen handbereik De tuinen van Piet Oudolf werden verfilmd. Een pleidooi voor een eigen paradijs binnen handbereik. En verder… 14 Spinazie 20 Knoflook 24Rinus en Gijs 26 Over ons 28 Milieuagenda 30 Maatschappelijke stage 31 Colofon 22 5 Elk seizoen vraagt zo zijn activiteiten in het tuinseizoen. De afsluiting betekent het oogsten van alles wat niet bestand is tegen de vrieskou van de komende winter zoals de sluitkolen winterwortelen, bieten en de knolselderie. Toch blijft de tuin niet verweesd en kaal achter, want gelukkig zijn er gewassen die de gehele winter tot volgend voorjaar kunnen blijven staan, denk aan boerenkool, palmkool, spruiten, winterprei, pastinaak, groenlof en aardpeer. Je laat de tuin zó achter, dat die de winter goed doorkomt. Je moet die klus klaren voor de vorst in de grond komt. Je noteert wat waar stond en maakt op grond daarvan (wisselteelt) een planning voor het nieuwe seizoen. Je legt tevens de basis voor een nieuwe, snelle start. Nu veel aan groenten van de tuin is verwijderd, heb je meer zicht op de grond en (hardnekkig) onkruid. Je kan er beter bij zonder groenten te beschadigen. weg ermee! Maar wat is onkruid? Onkruid is alles wat je op een bepaald moment niet op de tuin tussen je planten wil hebben. Het kan ook een plant zijn die het vorig jaar was blijven staan en nu weer opkomt, bijvoorbeeld aardappel tussen je uien. Weg ermee. Onkruid gaat woekeren, neemt ruimte, licht en voedsel weg en vormt een bedreiging voor je gewassen waar je productie van verwacht. Verwijder nu het aanwezige onkruid zoals kleine graspollen, maar het is nu ook de tijd om het hardnekkige onkruid met de neiging te overwoekeren te verwijderen. Men maakt onderscheid tussen zaadonkruid en wortelstokonkruid. 6 Moestuin winterklaar Je tuin ‘winterklaar’ maken: wat houdt dat precies in, wat moet je voor de winter doen en wat kan later – in het voorjaar – ook nog wel? Enkele soorten hardnekkig onkruid, je kent ze wel, zijn: • Zevenblad (aegopodium pedagraria) verspreidt zich snel door je tuin. Het maakt lange, ondergrondse uitlopers, een achtergebleven wortel kan in één seizoen 3 m2 bedekken. Het overwoekert snel andere planten. Zo put je dit onkruid uit: verwijder het hele seizoen door zowel het dichte bovengronds bladerdek als het ondergronds wortelstelsel. Zet dit m.n. in het voorjaar door, want dan heeft de plant geen reserve opgebouwd en is verzwakt. • Haagwinde (calystegia sepium) is een wortelonkruid dat andere planten beklimt en verstikt. Dring het terug door ook de lange, melkwitte wortels uit te spitten. Let op kleine uitlopers en graaf die gelijk met de witte wortel uit. • Kweekgras (elymus repens) heeft veel ondergrondse uitlopers, die kunnen zich heel snel uitbreiden en groeit overal doorheen. Het gras neemt water, licht en voedingsstoffen weg van andere planten. Schoffel het kweekgras composthoop, maar zet het in een vaas). Trek het kruid gewoon handmatig uit de grond, dat gaat gemakkelijk. Doe je dit alles niet, dan wordt dit het volgende jaar nog erger. Want onkruid groeit in mooie winterdagen gewoon door en als in het voorjaar de temperatuur stijgt en de dagen lengen maakt het onkruid – voordat jijzelf aan de gang gaat – een groeispurt. niet, zo maak je alleen maar stekjes aan en stimuleer je verdere verspreiding. Dring terug door met wortels en al met een riek uit te graven en af te voeren (niet op je composthoop). • Heermoes of paardenstaart (equisetum arvense) op je land is een signaal voor een zure (kalkarme), schrale en slecht drainerende grond. De wortels scheiden stoffen af die groei van andere planten verstoort. De wortel gaat diep de grond in om daar voedingstoffen te halen. Wat te doen? Uitgraven, bekalken en langdurig afdekken. Uitputten door de bovengrondse delen structureel en over lange periode weg te halen. • Ridderzuring (rumex obtusifolius) heeft een lange penwortel. Snijd steeds af of beter nog: uitgraven. • Perzikkruid of Jezus- of Christuskruid (Polygonum Pericaria) zaait zich ontzettend uit en kan binnen korte tijd een hele tuin overwoekeren. Voorkom uitzaaien en bedenk dat het zaad lang kiemkrachtig is (dus geen zaaddragend perzikkruid op de Wat kan je nog meer doen tegen onkruidvorming? In de herfst is er veel bladval en dat ligt allemaal op jouw tuin en jouw pad! Hark een laag bijeen om op de bedden te leggen. Geschikt zijn bijvoorbeeld appel-, linde-, vlier-, kastanje- en populierbladeren: die verteren snel. Minder geschikt is beuken- en eikenblad: daar zit te veel looizuur in, die verzuurt de grond. Blad op je plantenbedden is een vorm van oppervlaktecompostering. Ook de regenwormen komen aan hun trekken, ze nemen grote hoeveelheden blad mee de grond in en dragen zo bij aan verbetering van de bodem, die wordt voedzamer en luchtiger. De bodem slaat niet dicht. Een laag bladeren vormt ook een isolatielaag. Het microleven in de bodem houdt zich staande, blijft zich ontwikkelen en is bezig met omzetten van organisch materiaal in voor de planten opneembare voedingsstoffen. Dek de grond niet af met houtsnippers. Die onttrekken stikstof aan de grond en het duurt lang voor ze verteerd zijn. EM 7 Henk zelf ‘Ik ben een gematigd mens’ Henk Vreekamp is een markant lid van ATV stadion. Er wordt naar hem geluisterd en hij wordt door sommigen gevreesd: om zijn stellig geponeerde meningen en de manier waarop hij – nauwelijks tegenspraak duldend – communiceert. Hij is een van de belangrijkste criticasters van het bestuur. Misschien wel van elk bestuur dat ATV stadion in de loop van de tijd heeft gehad, met uitzondering van Jos Versantvoort. Genoeg aanleiding dus voor een gesprek over het verschil in bestuursstijl tussen mannen en vrouwen, basisdemocratie en de A27, en o, ja – de tuin. Het is alweer vijf jaar geleden dat we Henk Vreekamp in Bladgroen spraken over zijn tuin en ons complex. Inmiddels is hij lid en woordvoerder van de Actiegroep Verontruste Volkstuinders op ons complex, zoals hij dat ook verwoordt in zijn blog Oostbroekselaan, www.oostbroekselaan.nl. Henk zelf heeft een moestuin, met bonen, kolen en pastinaken. Hij beschermt ze zorgvuldig 8 tegen de koude wind met een prachtige zelf opgekweekte, meterslange hoge haag van laurierkers. ‘Beter dan een muur,’ vindt Henk. Maar je doet er wel tien jaar over om hem zo te krijgen. Ook voor nieuwe leden is het misschien weleens goed dat ze weten wie Henk Vreekamp is. Want ze kennen hem wel uit zijn teksten, maar verder niet. ‘Dat was op uitnodiging van Bladgroen hoor. Voor mij hoeft die aandacht niet. Ik behoor tot de mensen die zoveel mogelijk rust willen.’ Zit je hier ook voor je rust? ‘Nee, uit nostalgie. Mijn ouders hadden ook moestuinen. We woonden buiten op een ‘buiten’, in de tuinmanswoning van een landgoed in Doorn. Tegenwoordig is het van Bartimeus, de blindenstichting. Die kregen subsidie om er gehandicapten te laten werken. Zo konden ze een half landgoed op kopen. Mijn geboortegrond. Onze oude moestuin is nu gerestaureerd en helemaal in oude staat teruggebracht. Het is dus nostalgie – maar het moet ook 9 nog wat opbrengen. Ik doe het niet voor de bloemen op tafel, alhoewel ik wel een rozenliefhebber ben – maar dat is ook de enige bloem waar ik van hou. De rest interesseert me niet zo.’ Je wilt een thematisch interview? ‘Ik dacht, misschien kunnen we iets delen wat betreft bijzondere ervaring met vrouwen. Je kunt het in ieder geval slecht treffen met een bestuur, en als het dan vrouwen zijn, wordt het alleen maar erger, iets valser. Toevallig zitten we daar nu mee bij ATV Stadion. Vind je dat echt? En gaan we het alleen over de vrouwen hebben? HV: ‘Nou, dat is een heel belangrijk onderwerp. Ik ben daar helemaal niet bang voor en ook nog eens een eenvoudige hetero die uiteraard graag een leuke vrouw in de buurt heeft, een van de targets in het leven. Ik heb daar flink over nagedacht. Als mediaspecialist en als antropoloog. In de tuin ervaren we iets heel bijzonders op dit moment. We zitten in de overgang van het oude mannen systeem naar het oude vrouwen systeem. De nadelen van die oude mannen heb ik ruimschoots meegemaakt, zoals eigengereidheid en solisme – het waren allemaal eigenheimers. Meestal waren het de voorzitters die die handicap vertoonden. Dat heb je altijd natuurlijk bij dit soort verenigingen, je krijgt niet de beste bestuurders. Meestal zijn het mensen die een beetje teleurgesteld zijn in het leven.’ Gaat het nu niet beter, met een vrouwelijk bestuur? 10 ‘Nee, helemaal niet. Slechter zelfs. Ze zijn alleen qua schrijfvaardigheid beter. Maar bestuurlijk erger. In het oude vrouwensysteem komt daar een complicatie bij. We hebben het over emancipatie gehad de laatste tientallen jaren, maar wat betekent dat? We hebben te weinig gezien wat voor gevolgen die eeuwenlange onderdrukking heeft gehad. In psychologisch opzicht. Onderdrukte mensen gaan uitwegen zoeken. Kijk, mijn moeder en schoonmoeder moesten nog ontslag nemen als ze trouwden. Dat is nog maar 50 jaar geleden. Mensen die zich onderdrukt voelen gaan meestal uitwegen zoeken. In de geneeskunde bij voorbeeld. Hoeveel vrouwen hier op de tuin niet aan homeopathie doen, ik heb ze weleens kreunend voor hun tuin aangetroffen… Sektes horen daar ook bij. En waarzegsters enzo, dat zijn allemaal overblijfselen uit de tijd dat mannen het voor het zeggen hadden. Ik heb het dan vooral over de lagere middenklasse. Maar ja, wat zit hier? Geen adel. Je ziet dat patroon hier herhaald in zogenaamd plantonderhoud. Er kwam eens iemand bij de winkel met viooltjes om het een beetje op te vrolijken. Toen zei het bestuur: dat mag niet want dat is niet inheems. Dat betekent gewoon dat de tulpen ook terug moeten naar Turkije. Dat betekent Geert Wilders, als je door denkt.’ Gaat dat niet wat ver? ‘Je moet de spot ermee drijven. In mijn weblog de Oostbroekselaan heb ik het ook beschreven. Het gaat gewoon om een valse man/vrouw tegenstelling. Degene die zich het meest uit, die wordt de pispaal. Zoals ik. En waarom doen die vrouwen zo? Ze zijn bang dat ze niet daadkrachtig genoeg overkomen. Dan gaan ze gekke maatregelen nemen. Mij hebben ze bij voorbeeld verboden te maaien hier. Het andere nadeel van zo’n oude vrouwenbestuur, is dat er een soort angstcultuur ontstaat.’ Ik ben wat allergisch voor dat begrip geworden… ‘Ik zeg gewoon wat ik denk – het is een begrip uit de organisatiekunde. Meer niet. Die angstcultuur wordt gebruikt om leden tegen elkaar op te zetten. Ik en een paar andere mensen worden ‘het groepje’ genoemd. Een recent voorbeeld is dat een paar bang gemaakte vrijwilligers in de tuinwinkel naar het keukentje vluchtten zodra leden van de actiegroep daar voor een tuindienst gereedschap kwamen ophalen.Ik ben een keer de winkel uit geslagen. Dat komt allemaal door die vrouwencultuur, waardoor vrouwen totaal gaan overdrijven uit angst dat ze onder het glazen plafond blijven steken. Dus geweldscultuur is daar een vervolg op.’ Arme Henk… ‘De aanleiding voor de hele ellende is de affaire Jos Stekelenburg geweest. Dat was gewoon het effect van roddel. Hij werd van drie strafbare feiten beschuldigd en toen werd hij al geschorst. Dierenmishandeling, vernieling en diefstal. Maar wat was er aan de hand? Van die dierenmishandeling wist hij niks, want hij heeft wel een grote waffel, maar een klein hartje. Dierenmishandeling is typisch een jeugdprobleem. De autobanden van Johan zijn door iemand anders lek geprikt, en Jos heeft geen hek gestolen, maar het gewoon teruggepakt van de composthoop, want dat was van hemzelf. Hij werd dus van drie dingen beschuldigd die nergens op sloegen. Toen ben ik erin gesprongen. Dit gaat niet. Het is nu door een advocaat opgelost. Dat geeft ook weer een soort domper op de vereniging. Het wordt niet weersproken. Daar komt zo ook nog de oude ontwijkcultuur bij. Nog een voorbeeld: het is mij verboden om te maaien op het stuk voor mijn tuin. Dat werd me meegedeeld in een mail toen ik in Zuid Frankrijk aan het werk was. Ik heb het toen omgekeerd. Ik begin er net zo vaak over te zeuren tot het ze de strot uit komt.’ Waarom wind je je eigenlijk zo op? Je kunt toch ook dingen naast je neer leggen? ‘Je hebt een bestuur om te besturen. Als ze foute beslissingen nemen, moeten ze gecorrigeerd worden.’ Maar je hebt zelf net omschreven wat voor soort mensen je denkt dat in dit soort besturen zitten. Waarom relativeer je het dan niet, denk je: zoek het uit, en doe je gewoon wat je denkt te moeten doen? ‘Ik heb er geen zin in om elke keer naar een advocaat te lopen.’ Maar dat hoeft toch niet voor jezelf? Voor Jos is iets anders. Maar jij maait toch als je dat nodig vindt? Zou je niet wat anarchistischer moeten zijn? Zouden we dat allemaal niet wat meer moeten zijn hier, een beetje relaxter? ‘Nee, ik ben geen anarchist, eerder een links liberaal. Ik ben landelijk voorzitter 11 geweest van de PvdA studenten. Maar ik hield niet van links lullen en rechts doen. Mijn jeugdlectuur was de filosoof Soren Kierkegaard. Dat las ik elke twee weken in de UB toen ik nog op school zat, op het gymnasium in Utrecht in de jaren zestig.’ ‘Het is allemaal een uiting van wat ik een angstcultuur noem. En het is een effect van geroddel. Anonieme brieven schrijven hoort daarbij.’ ‘Opschrijven. Want er zijn mensen gealarmeerd, in bestuurlijke zin. De AVVN staat nog achter ze, maar de wereld is groter dan de koepel van volkstuinen.’ Qua mentaliteit is de overheid niet verder gekomen dan Mussert.’ Ik krijg opeens de indruk dat het hier niet zo gezellig is. Ah, nu begrijp ik het, dat is een echte vrouwenkenner, inderdaad… Maar als je nou zo gevormd bent, hoe is het dan mogelijk dat je je zo opwindt steeds? Wat kan het je schelen? Je bent toch antropoloog genoeg om te kunnen denken: dit is een fase in de ontwikkeling van die vereniging? Misschien duurt het nog een jaar of twee, en dan nemen de dertigers het over, jonge mensen, die tegenwoordig heel bewust leven met hun kleine kinderen, zelf eten willen verbouwen. Dat is toch een heel grote trend in Utrecht. Die krijgen schoon genoeg van dat geruzie hier. Mark my words… Wees toch eens iets geduldiger, en heb wat vertrouwen in de jeugd. ‘Daar heb je gelijk in. In de tijd van Jos Versantvoort was dat anders. Dat is de enige goede voorzitter geweest. Die had al statuur van zichzelf. En hij was voor rede vatbaar. Die heeft verhinderd dat je met een puntensysteem gekastijd zou worden bij de schouw. Daar heb ik me ook nog tegen verzet. Maar die hele schouw is een lachertje. Zo is de Actiegroep Verontruste Volkstuinders ontstaan. Die heeft geconstateerd dat er 45 verwaarloosde tuinen zijn. Een derde.’ Je bent bang dat de gemeente het op een gegeven moment zat wordt en het complex een andere bestemming geeft? ‘Omdat ze zeggen dat de gemeenteraad er niet toe doet. En dat de ambtenaren het voor het zeggen hebben. Eerst zegt Rijkswaterstaat dat ze geen staat in de staat zijn en daarna bagatelliseren ze de mening van de gemeenteraad. Dat deden ze in de jaren dertig ook. Dat bedoel ik. Dat gebeurde bij het doordrukken van de A27. Mussert was ook hoofdingenieur van Rijkswaterstaat Midden Nederland. Vergeet dat niet. Het is een vorm van massamoord, die zogenaamde ring, een ecologische wurggreep, alleen langzamer.’ ‘Dat is te hopen.’ Zo gaat dat toch in het leven? ‘Ik wil het ook nog even hebben over de anonieme brieven die rond zijn gestuurd. Daarin wordt gedreigd met gif en stenen. En gesuggereerd dat ik onder invloed sta van een bepaalde vrouw. ‘Henk met de geile ogen’ stond erin. Dat is vast van vrouwen afkomstig.’ Waar bemoeien al die mensen zich toch mee? Hebben ze niets beters te doen dan op andermans tuinen te letten? ‘We moeten nuchtere, kritische burgers zijn.’ En daarom houd je je zo bezig met de verbreding van de A27? ‘Ik gebruik dat knooppunt hier regelmatig, en er zijn bijna geen opstoppingen meer, dus een verbreding is niet nodig. En wat is de consequentie? Die ring is een wurggreep geworden. Net als in Parijs. Volgens mij had Mussert nog wel een paar andere actiepuntjes… Welke thema’s had je nog meer? ‘Ik dacht dat ik het wel gehad heb zo – ‘ PT Voor hun eigen tuin mag ik hopen. Maar wat moeten ze met de tuinen van anderen? ‘Dat doen mannen.’ Zo hoor je nog eens wat. Wat ga je daar dan mee doen, Henk? 12 Zou dat niet ook komen omdat we elkaar hier de tent uit aan het vechten zijn? ‘Die hebben hart voor de volkstuinen.’ ‘Ze hebben vaak spic en span tuinen, dat is waar. Dat is mijn stijl ook niet, nee. Ik ben nogal gematigd, wat dat betreft. Maar goed, we hebben begin september een schouw gedaan, en inderdaad kwamen we op veel verwaarloosde tuinen, en een paar tuinen die alleen campingtuin zijn. Dat zijn de uitersten. Om praatjes te voorkomen heb ik foto’s gemaakt.’ O ja? En de dode rat dan, die dit voorjaar voor mijn deur lag? ‘Ja, eigenlijk wel – ‘ Dat zul je uit moeten leggen. 13 spinazie (Spinacia oleracea) Spinazie behoort net als rode biet, zuring en snijbiet tot de familie van de Ganzevoetachtigen. De oorsprong ligt in West-Azië vooral in Perzië en ook in China werd spinazie al eeuwen geleden geteeld. In de loop van de 12e eeuw met de verovering van Spanje door de Moren kwam deze groente als cultuurgewas Spanje binnen. In de 16e eeuw was spinazie in Noord-Europa al een belangrijk gewas. De vroege teelt Qua rassen zijn er twee hoofdgroepen: • Rondzadige: Het zaad en het blad is rond, groeit traag en is minder geneigd door te schieten. Zaaiperiode vanaf maart tot begin mei. • Scherpzadige: Er zitten scherpe stekels op het zaad, groeit snel, maar kan snel in het zaad schieten, het blad is lang, spits en rechtopstaand. De scherpzadige kun je al eind januari zaaien. Dit zaad is niet vorstgevoelig, ook niet als ze is gekiemd. Daarom geschikt voor de (zeer) vroege teelt. Zaaien Als het dus gaat om de scherpzadige ligt de geschiktste zaaiperiode in januari en februari. Kies je voor de zeer vroege teelt dan kun je bij gunstig weer d.w.z. geen vorst aan de grond, al eind december zaaien. Zoals gezegd ondervindt het zaad 14 geen schade van vorst, ook niet als het al gekiemd is. De huidige zachte winters maken het vroege zaaien ook nog eens mogelijk. Bij vroege teelt kiemt het zaad langzaam: na bijna twee weken. Een optie is het zaad eerst 24 uur te weken of voor te kiemen in vochtig zand. Zaai zo dun mogelijk op een rijafstand van 15 cm. De afzonderlijke planten (voor optimale ontwikkeling) 5 à 10 cm afstand in de rij. Staan ze na opkomst toch te dicht op elkaar dan mag je ze naderhand best flink uitdunnen: het blad wordt dan steviger van structuur en donkerder van kleur. Geef na het kiemen ook de jonge planten vooral ‘s ochtends regelmatig water, zeker in droge periodes zonder regen. Voorkom schimmelvorming door naast de planten en niet op het blad te gieten. Zo zorg je ervoor dat de spinazie gestaag doorgroeit. Locatie Normaliter gedijt latere-teelt spinazie in de halfschaduw. In tegenstelling tot de latere teelt behoeft vroege teelt – vroeg in het jaar – bij voorkeur juist een zonnige plek. Wisselteelt Ook spinazie behoeft wisselteelt: een roulatie van 1 x per 4 jaar. Bodem en bemesting De ideale bodem voor spinazie is: losse, luchtige en doorlatende, maar wel vochthoudende grond. In de winter niet te nat. Spinazie groeit slecht op zure grond, bekalk dus in de herfst het plantbed waar je spinazie gaat zetten. Spinazieteelt vraagt om een flinke hoeveelheid compost die je oppervlakkig in de teelaarde verwerkt. Eenmaal ontkiemd groeit hij snel. Hij vraagt dan ook vocht en veel stikstof. Daar zit weer wel een gevaar in: te zwaar bemest maakt de planten slungelig en ook lok je schimmelziekten uit. Wees zuinig met voor de plant snel opneembare stikstof. Spinazie heeft de hebbelijkheid nitraat op te slaan, dat is schadelijk voor je lichaam. Zware bemesting die je te kort voor het zaaien toedient, loopt uit op verbranding van de kiemplanten. Naast stikstof reageert spinazie positief op vinassekali. De oogst En dan is het zo ver. Hoe pak je het oogsten aan? Bij de vroege en zeer vroege teelt en een zachte winter kan je op zijn vroegst eind maart oogsten. Snij je spinazie precies op tijd; je bent net te laat als je spinazie in het zaad schiet of het blad begint te vergelen, want dan is de plant al nitraat aan het opslaan. Wil je een tweede keer oogsten, snij of knip de plant niet te laag af. Maar een tweede oogst is niet altijd zeker en de opbrengst is minder.Vaak komen na de eerste oogst insecten op de afgesneden stengels af en leggen hun eitjes daarin. Oogst standaard de gepaste (wat je eet) hoeveelheid spinazie en oogst op dezelfde dag dat je het gaat bereiden. Dit vermindert het gevaar van het omzetten van nitraat in nitriet. Voedingswaarde Spinazie is zeer gezond voedsel boordevol vitaminen (C, E, B1, B2, B3, B6 en caroteen) en mineralen (ijzer, kalium, natrium, calcium, fosfor). Er zit wel een addertje in het gewas, te weten nitraat en oxaalzuur. Oxaalzuur is een zout dat in vergelijking met andere gewassen bij spinazie in hogere concentraties voorkomt. Te veel kan leiden tot diarree en zelfs braken. Gelukkig raken we door koken veel van het oxaalzuur kwijt, nog meer als je het kookvocht afgiet. Kalk of een zuivelproduct toevoegen bindt het oxaalzuur. Nitraat is een stofwisselingsproduct, dat in elke plant voorkomt, maar spinazie heeft het in hogere mate. Als je het nitraatgehalte in de spinazie laag wilt houden, vermijd dan bemesting met makkelijk opneembare stikstof. Nitraat wordt bij koken omgezet in schadelijk nitriet. Dus kort stoven en geen restjes weer opwarmen. Oogst de spinazie zo kort mogelijk voor je het gaat bereiden. Nitraatomzetting voltrekt zich bij kamertemperatuur. Bewaar de vers geoogste spinazie in de koelkast. Doe dat ook als je na bereiding nog wat overhoudt. Ook wordt wel aangeraden om spinazie niet in een aluminium pan te koken. EM 15 BALANS ZOEKEN OP EEN TUIN de familie Van der Veen Wij zijn altijd op zoek voor deze gesprekken naar nieuwe tuinders op ons complex. Dit keer zijn we gestuit op een jong gezin dat pas sinds juni op ons complex vertoeft. We willen alles, nou ja bijna alles, van hen weten. We treffen elkaar op hun tuin, op een zonovergoten septembermiddag, zo ongeveer op het heetst van de dag. Het wordt een beetje een houtje-touwtjegesprek, van de hak op de tak, in de loomheid van de zomerhitte. Wie zijn zij? Zij zijn Maarten van der Veen, zijn partner Maartje Kouwen-van der Veen en hun kinderen Floris (2 jaar) en Teijn (6 maanden). Ze hebben een druk bestaan, werken voluit en draaien een jong gezin. Veel vrije tijd blijft er voor hen niet over, televisie kijken ze nauwelijks, tijd voor lezen hebben ze niet (Maarten heeft nog 20 ongelezen boeken liggen) en als ze al lezen heeft dat meestal met hun vakgebied te maken. Maartje is wetenschapsjournalist biologie en schrijft voor Bionieuws, het vakblad voor biologen. Ze beschrijft en analyseert ontwikkelingen binnen 16 het vakgebied, houdt interviews met wetenschappers en bezoekt wetenschappelijke congressen. Maarten doet heel iets anders. Hij heeft Kunstmatige Intelligentie gestudeerd in Groningen. Hij is verbonden aan het Rode Kruis en werkt daar als coördinator internationale noodhulpverlening. Vanuit het Nederlands kantoor in Den Haag houdt hij zich bezig met digitale processen om de hulpverlening sneller en efficiënter te laten verlopen op basis van alle informatie die beschikbaar is. Verbinden van informatie en dat ter beschikking stellen aan de hulpverleningsorganisaties. Hij heeft niet alleen een kantoorbaan. Regelmatig wordt hij uitgezonden naar noodgebieden. Recentelijk is hij naar de Filippijnen, vanwege de orkaanverwoestingen en naar Malawi in verband met de overstromingen geweest. Soms is hij dan zo’n twee maanden van huis en ter plaatse is hij ook weer coördinerend actief om de werkzaamheden van de verschillende hulporganisaties, zoals bijvoorbeeld Artsen zonder Grenzen en Cordaid met elkaar in vloeiende pas te laten verlopen. 17 Postzegeltuin Maarten en Maartje wonen in Utrecht, tot volle tevredenheid, met slechts één maar. Hun tuin is maar 27 m2, een postzegel zoals Maarten zegt. Voor hun twee kleine kinderen biedt deze tuin te weinig uitdagingen en binnenshuis lopen ze tegen de muren op. Bovendien wilden ze hun kinderen graag laten opgroeien in een groene omgeving, met modder en takken om mee te spelen, en slakken en vogels om je over te verwonderen. Ze stonden voor een keuzemoment: verhuizen, naar een ander huis met een grote tuin, of…..? Een ander huis kopen bleek geen optie. Dan zouden ze bijvoorbeeld in Leerdam terecht komen, maar dat zou voor Maarten betekenen dat zijn reistijd naar Den Haag aanmerkelijk verhoogd zou worden. Iets dat hij juist niet wilde met zijn jonge kinderen. Maarten en Maartje hadden een kleine volkstuin van 25m2 bij Koningshof. Dat beviel prima, maar voor de kinderen was er niets te beleven. Tegelijkertijd hadden zij veel plezier aan 18 het tuinieren, en het eten en wecken van zelfgekweekte groenten. Wilden zij zich kunnen ontspannen in het buitenleven, dan moesten de kinderen er zich ook kunnen vermaken. En zo zijn ze een zoektocht in Utrecht begonnen naar een volkstuin die voor ieder lid van het gezin iets te bieden had. Na een aantal complexen bezocht te hebben, hebben ze uiteindelijk besloten voor ATV Stadion te kiezen, na aan twee tuindiensten meegedaan te hebben (verplicht voor aspirant leden). Het bomenrijke complex beviel hen, en ze konden snel een tuin met een goed huisje overnemen. Ze vermeden zo een wachtlijst waar ze bij een enkele vereniging wel twee of drie jaar op kwamen te staan. Met hun jonge kinderen wilden ze niet enkele jaren in de wacht blijven staan. Een tuin met een huisje was een absolute voorwaarde, want ze waren van plan hun vrije tijd, de weekends, vooral buiten door te brengen met de kinderen. Zonnepanelen In juni hebben ze de tuin betrokken, een goed onderhouden tuin, met een huisje, en redelijk onderhoudsvrij. De eerste maanden heeft Maarten hard gewerkt aan het huisje om dat hun woninkje te maken. Hij is geen technicus zegt hij. Maar wel heeft hij zonnepanelen geplaatst, waardoor ze nu beschikken over stroom van 220 volt (dan kun je je laptop opladen) tot 5 volt. Daarmee hebben ze een zelfvoorzienende stroomvoorziening. Nu kan hij bijvoorbeeld elektrisch maaien en hoeft er geen aggregaat te draaien, zodat er minder geluidsoverlast ontstaat. Ook heeft hij een composteerbaar toilet aangebracht. Omdat de kinderen ’s middags moeten kunnen slapen, heeft Maarten een stapelbed gebouwd in een soort bedstee constructie. Stromend water komt via een vat waarmee ze een weekend water hebben. En voor het sproeien van de tuin hebben ze twee tonnen van 200 liter, waarmee het hemelwater wordt opgevangen. Al noemt hij zich dan geen technicus, handig is hij wel. Intussen is ook de buitenkant van het huisje onder handen genomen en is van kleur verspoten, groen is heel lichtgrijs geworden. En ja, de tuin is van het hele gezin. Dus moest de tuin kindvriendelijk en kindveilig worden. De kinderen moesten zich er vrijelijk kunnen bewegen. Daarom zijn hekjes geplaatst, is de sloot afgezet en kunnen de kinderen binnenshuis en buiten gaan en staan waar ze willen, zonder dat de ouders ergens op moeten letten. Nu komt de tuin aan de beurt. Ze waren al begonnen met het uitbreiden van een enkele smalle border tot groentebed, maar dat verliep dit jaar teleurstellend. Slakken zijn dol op jonge sla. Wie niet eigenlijk? Komend jaar wordt dat anders. Ze willen de borders uitbreiden, zoeken naar de beste plekken op de tuin om groenten te kweken. Een grondmonster wordt genomen om te kijken aan welke voeding de grond behoefte heeft. En de hagen en bestaande beplanting worden aangepakt. De broer van Maarten is hovenier en komt in het najaar om adviezen te geven over een herinrichting van de tuin. Ja, en voor een kind-veilige tuin wordt onderzocht of er planten staan die giftig zijn, want ‘kinderen steken alles wat een kleur heeft in hun mond.’ En de tuin moet onderhoudsvrij zijn. Weinig schoffelen en wieden, en vooral zaaien, planten en oogsten. Eten van de eigen opbrengst en daarvan genieten op de tuin, is hun devies. Maarten en Maartje hebben zo’n druk bestaan, dat ze op hun tuin maximaal van hun vrije tijd willen genieten met de kinderen. Op de tuin zoeken ze balans in hun leven, zoals Maarten zegt:‘We willen hier tuinieren, de kinderen kunnen zich vermaken, de tuin moet netjes zijn en dan kunnen wij ontspannen.’ Zij willen hun kinderen een jeugd bieden in de natuur, in het groen, voorlopig ver weg van de mediale en digitale wereld en daar doen ze veel voor. JD 19 Knoflook (Allium savitum) Knoflook is, net als ui, een smaakversterker. Veel gerechten knappen ervan op als er een teentje knoflook meegebakken, gekookt of erover uitgeperst is. Knoflook is een van de meest gebruikte ingrediënten in bijna elke keuken ter wereld. Alsof dat nog niet genoeg is, worden er ook allerlei goede eigenschappen aan toegeschreven. Knoflook zou helpen tegen hoge bloeddruk, het kan het cholesterol gehalte verlagen en hart- en vaatziekten voorkomen. En het is ook nog een geneesmiddel tegen tumoren, epilepsie en kiespijn, alsmede hooikoorts, verkoudheid, griep, insectenbeten en schimmelinfecties. In de late Middeleeuwen werd het zelfs gebruikt tegen de pest. Maar het meest tot de verbeelding spreekt toch wel dat het extra kracht zou geven en dat knoflook, mits in voldoende mate geconsumeerd, de lust op zou wekken. Knoflook is dus, met een mooi woord, een afrodisiacum. De Grieken en Romeinen aten er al flink van voordat ze ten strijde trokken, omdat de mannelijkheid er extra door wordt gestimuleerd. Het lijkt een aansporing voor de vrouwen onder ons om eens te kijken welk effect het dan wel niet op de andere sekse zal hebben. Daar kom je gauw genoeg achter als je er maar genoeg van teelt, en dat kan al 20 snel. Mochten we weer een zachte winter krijgen, dan kunnen de teentjes nog tot begin december de grond in zodat ze wortel kunnen zetten. Anders moet je wachten tot begin maart. Want knoflook zaai je niet. Je koopt gewoon een aantal bollen waar stevige tenen aan zitten en die zet je stuk voor de stuk in een keurig rijtje in de grond op vijftien centimeter afstand van elkaar. Zo worden het vanzelf bolletjes. Het is niet erg als er daarna vorst overheen komt, net zoals bij bloembollen, is dat alleen maar goed voor de groei. Knoflook doet het het beste op de plek waar het jaar daarvoor courgettes en pompoenen hebben gestaan. Een goede buur voor knoflook is de ui, de wortel en de biet. Omdat knoflook wat kali kan gebruiken, kun je in de winter de as van je open haard of je houtkachel heel goed op het knoflookbed kwijt. Dat knoflook kou nodig heeft om te gaan groeien komt door zijn afkomst: hij komt van oorsprong uit Siberië en is via Zuid Azië in de landen rond de Middellandse Zee terecht gekomen. Hij werd 3000 jaar voor Christus al verbouwd door de Egyptenaren en kreeg daar een ceremoniële betekenis. De Romeinen hebben vervolgens voor verspreiding door heel Europa gezorgd. Eeuwig leven Zelf de kracht van knoflook ervaren? Doe het dan meteen goed. Snijd ’s ochtends drie teentjes knoflook fijn, vermeng ze met een eetlepel honing. Eet dit dagelijks bij het ontbijt, en merk hoeveel energieker en gezonder je wordt. Het eeuwige leven is niet gegarandeerd, maar met knoflook moet je eind kunnen komen. Het enige nadeel van knoflook is de geur, die – chic – ook wel de ‘natuurlijke oliën’ worden genoemd, de zwavelhoudende stof allicine. De bekende knoflooklucht komt niet uit de maag, maar wordt door onze longblaasjes en onze huid vrij gegeven. Wie knoflook eet, kan dat dus het beste in gezelschap doen, dan heeft niemand last van de ander. En het voorkomt ook de scheldpartijen die vroeger wel ontstonden met ‘mensen met een migratieachtergrond’ die ‘knoflookvreters’ werden genoemd, lang voordat er alternatieve scheldwoorden werden bedacht die met geiten te maken hebben. Een ander probaat middel tegen knoflooklucht is het kauwen van peterselie en het drinken van rode wijn. Maar dat kan weer andere nadelen hebben. Het blijft behelpen. PT 21 Barbara den Uyl, inderdaad, de dochter van de bekende PvdApoliticus, maakte dit jaar een film over het werk van Piet Oudolf. Oudolf is inmiddels de meest bekende tuinontwerper van Nederland. Zijn parkachtige tuinen vind je van Stockholm tot New York, waar ze vooral grote vlakten beslaan. Het bekendst is zijn High Line, een park gemaakt op een verlaten treinviaduct dat dwars door New York loopt. Piet Oudolf heeft daar iets gemaakt wat kenners van zijn werk al heel lang in hem bewonderen: een tuin die continu verandert als je er doorheen loopt, en die – door de hoogte van de beplanting – een overweldigende indruk maakt op elke bezoeker omdat je er onderdeel van wordt. De planten zijn vaak hoger dan jijzelf. Het mooie van de film van Barbara den Uyl is dat ze Piet Oudolf precies heeft laten uitleggen hoe zijn stijl van tuinontwerpen tot stand is gekomen. Daarbij zie je veel voorbeelden van beplantingen die in de loop der jaren ook mee zijn gegroeid met Oudolf ’s ontwikkeling. En hoe belangrijk het is dat zijn tuinen goed onderhouden worden, zoals de Vlinderhof in het Maximapark bij Leidsche Rijn, waar veel vrijwilligers ervoor zorgen dat het park in de geest van Oudolf blijft bestaan. De film is als DVD te koop bij www.vanderhoopfilm.nl. Waarom ik er hier aandacht voor vraag, is omdat Piet Oudolf ook voor volkstuinders een bijzondere inspiratie kan zijn. De tijd dat een volkstuin er alleen was om mensen van verse groenten te voorzien, ligt ver achter ons. Groenten zijn er tegenwoordig in overvloed, en tegen lage prijzen overal te koop. Natuurlijk kan 22 paradijs binnen handbereik de tuinen van piet oudolf het meer voldoening geven om ze zelf te verbouwen, de groenten en het fruit zijn vaak lekkerder, want verser, maar de essentie is toch dat de meeste volkstuinders van hun tuin een plek willen maken om zich af te zonderen en een eigen ‘paradijs’ willen maken. Daar hoort soms bij dat er groenten verbouwd worden, maar zeker niet altijd. Een eigen plek maken is voor velen ook belangrijk. Wie zulke tuinders omschrijft als bewoners van een ‘veredelde camping’ heeft te weinig oog voor de veranderingen die de laatste decennia plaats hebben gevonden in de tuinwereld. Ik maakte voor het eerst kennis met het Nieuwe Tuinieren in de jaren tachtig. Piet Oudolf, Romke van der Kaa en Henk Gerritsen maakten zich vanaf dat moment, ieder op hun eigen manier, sterk voor tuinen waarin vaste planten met elkaar een per seizoen wisselende, maar altijd dynamische eenheid vormen. Ze propageerden een manier van tuinieren waarin mensen zich vrij zouden voelen, en tegelijkertijd afgeschermd van de waan van alledag.Wat opvalt en inspirerend is aan het werk van Oudolf is dat hij bijzondere combinaties maakt in zijn beplanting, die je ‘in het wild’, niet snel zal tegenkomen. Piet Oudolf cs vragen om verdraagzaamheid, want alleen dat levert volgens hen de mooiste tuinen op. De tuinen in de geest van het Nieuwe Tuinieren moeten persoonlijke paradijzen zijn. In zulke paradijzen is de hoogte, structuur en duurzaamheid van planten cruciaal. Ze moesten wat hen betreft ook mooi zijn als ze in verval raakten. ‘Mooi bruin is niet lelijk,’ zegt Oudolf nog steeds. En dan wijst hij vaak op compleet verdorde donkere bloemhoofden die tegen de achtergrond van geel geworden grassen op afstand nog een prachtig beeld opleveren. Ze zorgen voor een atmosfeer die je sprookjesachtig zou kunnen noemen. Oudolf was al eerder, samen met zijn vrouw Anja, op zoek gegaan naar zulke planten. Hij vond ze vooral in de Verenigde Staten, op de prairies, maar ook in de hogere gebieden van het voormalige Joegaslavië. Ze zochten en vonden in de literatuur studies over grassen en phloxen van de Duitse botanicus Karl Foerster 18741970 (hij is bekend door zijn uitspraak: ‘Das Leben ohne Phlox ist ein Irrtum’ – ‘het leven zonder phlox is een vergissing’). Hij maakte er prachtige tuinen mee in de buurt van Potsdam. Foerster werd onder het nazi-regime tegengewerkt in zijn liefde voor de Amerikaanse prairieplanten, omdat de nationaal socialisten vonden dat alle planten inheems moesten zijn. Direct na de Tweede Wereldoorlog mocht hij de Goethetuin in Weimar opnieuw inrichten, een vorm van eerherstel die het begin werd van een zegetocht zodat hij aan het eind van zijn leven met prijzen en eerbetuigingen overladen was. Het nieuwe tuinieren van Oudolf is schatplichtig aan het onderzoek en de volharding van mensen als Foerster. In het bijzonder geldt dat voor zijn beschrijving en veredeling van tientallen grassoorten die ieder op zich een tuin een compleet ander aanzien kunnen geven door hun groeien bloewijze, ook al zijn ze van dezelfde familie, zoals de Miscanthus sinensis ‘Morning Light’ of ‘Silberturm’. Of Molinia caerulea ‘Moorhexe’ (een variant van het pijpestrootje). Grassen zijn dan ook altijd terug te vinden in de Oudolf beplantingen. Maar dat geldt ook voor Eupatoriums, het reusachtige leverkruid, in zowel de rode (E. maculatum ‘Atropurpureum’), als de nog hogere witte variant (E. maculatum ‘Album’), waarvan de bloemhoofden in de herfst en de winter zo’n mooie basis vormen voor spinnewebben, dauw, rijp en sneeuw. Het levert de mooiste foto’s op. Maar dat niet alleen. Oudolfs pleidooi voor het niet winterklaar maken van tuinen, maar juist het behoud van uitgebloeide planten tot het voorjaar, blijkt een geweldig toevluchtsoord te creëren voor overwinterende insecten en vogels. Het paradijs is zo niet alleen binnen handbereik voor de hardwerkende 21e eeuwse stedeling, op zoek naar een eigen plek, maar ook voor dieren die steeds vaker het loodje leggen in onze versteende omgeving. Het nieuwe tuinieren zou in dit opzicht een voorbeeld kunnen zijn voor een op moderne leest geschoeide volkstuinbeweging, die zou moeten streven naar bereikbare paradijzen voor iedereen, in plaats van vierkante meters die in kilo’s te kwantificeren productie op moeten leveren. Het paradijs is onmeetbaar. PT 23 Rinussie, waar ben je in godsnaam nou weer mee bezig?! Takken met een snoeischaar in stukjes knippen. Je lijkt wel van lotje getikt. Wat maak je nou een trallemant. Laat me toch met rust. Als je ’t wil weten: Al dagen had ik mijn takkenvuilnis langs de weg gezet, aan het eind van de maand lag het er nog, het begon spontaan te composteren. Toen dacht ik bij mijn eigen: Ik ga versnipperen en dan kan het spul op mijn eigen composthoop. Weet je wat ik denk? Ik hoor het al: je krijgt ’t weer op je praatklieren. Ik zal het heel kort en krachtig, luid en duidelijk zeggen: de dienstregeling vuilophaal is tot nader orde MOGELIJK veranderd, ik praat nu met hoofdletters opdat ik er later niet op wordt aangekeken, MOGELIJK wordt vuilophaal in het kader van bezuiniging geschrapt. Composthopen, jochie, en anders gewoon op ‘t bagagedragertje mee naar huis. Oi joi joi. Ai jai jai. Effe wachten, is dit zereneus, ik zal het goed zeggen opdat je me niet verkeerd begrijpt: Serieus?! Het vrouwtje ziet me al aankomen met troep van de tuin. Schattebout, dat je een volkstuin hebt is tot daaraan toe, groente: oké, maar GEEN ZOOI. Man, maak er toch niet zo’n drama van, als je zo veel gromt, heb je een hondenleven. À propos, waar is dat bakbeest van een vuilcontainer gebleven? Hij is niet hier, hij is niet daar, hij is er wel, maar waar? Is nou net een vraag voor de regering, zij die zich boven ons gesteld 24 Over wat is en komen gaat hebben. Maar als we nou met z’n allen NEE zeggen tegen de 7 euro-korting op ons abbelement van ATV Stadion, krijgen we in ruil de container terug. Deal. Dit staat niet hoog op de agenda, sterker nog, zó laag dat het van de bladzijde afgevallen is. We krijgen dit muisje wel door het gat in de muur. Zeker en vast. Zet jij je roze bril maar weer op. Mijn goeie ouwe oom Nel zei altijd: wie geen vragen stelt, zal ook geen leugens horen. Hiha-hiha. Ik lach me de broek uit. Hiha-hiha. Je staat daar te lachen als een ezel die een paardenmop heeft gehoord. Laat ons hier over ophouden, je bent nu door de ondergrens aan het zakken. Oké, nou wat anders, weet je dat het bulderbos een park wordt? Een park met alles d’rop en dran. Ik zie ’t helemaal voor me. Picknicktafels, parasols, barbecuestellen, strandstoelen, badlakens en bikini’s. Recreëren onder de bomen. Wie dat bedacht heeft die staat pas in z’n kracht! Vooruitlopen op de klimaatverandering, Rinussie! Want héét gaat ’t worden, dat wil je niet weten en als ik zeg héét dan bedoel ik peperheet, dat brandt aan je r… Ja, ja, dat rijmpje ken ik. En dan is het toch heerlijk koel en zwoel onder de bomen des bulderbosses. Dat wordt onze privé-vluchtstrook van de A27 , een marktplaats voor transparantie, communicatie en verbinden. Dat gaat nog wat worden met die snelle snelweg. Maar, ach, hoe kleiner ATV Stadion, hoe knusser. De schade blijft vast beperkt, want onze regering heeft goede contacten met Gemeente en Rijkswaterstaat. Komt goed. Zij die zich boven ons gesteld hebben, behartigen en bewaken onze belangen. Die weg, hè, ik droom en zie hem in gedachten. Elke dag. Voor ons tuindorp zie ik voordelen, echt waar. De geluidswal is op andere plekken langs het traject 12 m hoog en bij ons 2 m. Boffen wij effe! Uitzicht op snelweg. Ons park noemen we “Wegzicht”. Neem je verrekijkerd maar mee. Bermrecreatie, autospotten. O, wat een heerlijke tijd in ’t verschiet! Maar de zoutsloot met je gedroomde waterpartijen verdwijnt. Weg met je Zicht. Juist een kans! Ons complex wordt er alleen maar groter van, krijgen we Complex Commissie Natuurgebied Bermplanten. En reken maar als je in het park je bammetje eet, dat er ’s wat kruimeltjes met jam vallen, hup, mieren! En waar mieren zijn, komen spechten, ga zo maar door, ziedaar een keten van explosies van flora en bermfauna: stinsenplanten, bijen, hommels, egels, vogels van allerlei pluimage… Ja, en daar komen dan weer andere rare vogels op af: zo bloeien d’r liefdesnestjes op in je liefdesparkje. Kijk ‘m nou. Je zit te ja-knikken als een wiebelhondje op de hoedenplank van m’n auto. We komen hier om te tuinieren, hoor. Jij achter de meiden an? Kijk ’s in de spiegel, jochie. Je bent op een leeftijd dat je biologische klok al heel lang geen koekoek meer roept. En je vergeet de schooltuinen, schrijf die leuke aspirant-tuinlidjes maar op je buik. Wat leren die jongelui nog van tuinieren? Straks kennen ze tomaten enkel nog van een pizza. Als de auto’s over de schooltuinen gaan knallen, zeg dan maar dag met je handje. Als, àls àls. Hoe kom je daar nou bij? Als de Dom valt, legt ‘ie in de Zadelstraat. Wat ben je aan ’t zuurbekken, Grassie. Je tunnelvisie staat aan. Ik ben allang een ander plan aan het wakker kussen. Je kent de winkel annex clubhuis annex café annex hangplakplek, toch? Je bedoelt ons opgekalefaterde CoenWestphaaltje. Juistum. Da’s een hele oppervlakte, vooral met die tractoraanbouw d’ran. Daarop komen ze: de nieuwe schooltuinen. Daktuinieren is het nieuwe tuinieren. Nee, zij die zich boven ons gesteld hebben, blijven helemaal bij. Allee, lang genoeg geluld, we zijn d’r om te tuinieren! Ik ga m’n Vlijtige Liesjes bewateren, die staan helemaal droog. Ajetó. Ajetó 25 ATVStadion OVER ONS Eén van de meest gestelde vragen op de introductieochtenden is hoe lang het duurt voordat je aan de beurt bent voor een tuin. Dat ligt helemaal aan jezelf, zeg ik dan altijd maar, als je echt wilt en niet bang bent om wat ontginningswerk te doen, kan het snel gaan. Er zijn mensen die maanden of zelfs jaren op de wachtlijst staan en ook mensen die binnen een paar weken op een tuin zitten. Zo ook onze zes nieuwste leden, die niet konden wachten om aan de slag te gaan. Op tuin 17 is Elle Klein Gunnewiek gekomen. Ze zag de voormalige tuin van Francien van Randeraad meteen helemaal zitten. Ze was niet de enige, dus heeft ze in snel tempo haar verplichte tuindiensten gedaan om op de wachtlijst te komen. En het is gelukt.We hopen dat ze daar nog heel lang met veel plezier mag tuinieren. Op de tuin ernaast, tuin 18, zijn Maarten en Maartje van der Veen met hun beide kinderen gekomen. Even dacht ik dat ze er helemaal in getrokken waren, zo vaak zag ik ze op de tuin, maar dat was toch niet het geval. Gewoon optimaal geprofiteerd van het prachtige warme najaar. Dat ze gelijk hebben. 26 Op tuin 33 zijn Lianne Baay met haar man en kinderen gekomen. Op de eerste dag hebben ze kisten vol appels geplukt en daarna zijn ze, vrolijk fluitend, gaan ontginnen. Dat was wel een beetje nodig. De tuin van Dick Groenewoud stond al ruim een jaar lang leeg, in de hoop dat het hem toch nog zou lukken om na zijn zware hartinfarct weer terug te komen. Als je een tuin al zo’n 40 jaar hebt (ik heb het niet opgezocht hoor, maar bijna vanaf het begin), dan wordt het een deel van jezelf en dat geef je niet zomaar op. Maar helaas gaat het echt niet meer lukken. Dick heeft nu in zijn tuin thuis een toom kippen genomen; dat is niet zo ver lopen en toch ook een hoop gekakel. Binnenkort ga ik de dames bekijken en een kopje koffie drinken, want we zijn toch maar mooi 14 jaar tuinburen geweest. Daarbij heeft Dick altijd zoveel voor de tuinvereniging gedaan, dat een officieel afscheidsbezoek wel het minste is. Dick heeft beloofd dat we zijn verzamelde foto’s vanaf 1974 mogen gebruiken om onze tuinwinkel/tuincafé mee op te fleuren. Nog een tuin die een paar doorpakkers nodig had is tuin 73. Die zijn gevonden in de persoon van Alma van der Heijden en Julia Papilaya, twee vriendinnen die van wanten weten en niet alleen op gebied van tuinieren. Binnen een week was de tuin onherkenbaar opgeknapt en bleken ze zelfs een groot terras te hebben dat nooit zichtbaar is geweest onder alle groen. Kunnen ze ook even gaan zitten om uit te puffen en tevreden te zijn over hun werk. Op tuin 83 is Willemien van Rhijn gekomen. Tuin 83 was eerder van Daphne de Vos. Het huisje is dit voorjaar helemaal opnieuw opgebouwd, nadat een storm het oude huisje, dat ook wel in een windgevoelige staat was, min of meer had weggevaagd. Daphne wilde liever een kleinere tuin en is naar tuin 131 verhuisd nadat deze vrij was gekomen. Fijn voor Willemien die zich in dat nieuwe huisje wel zag zitten schilderen. En uiteraard ook in de tuin werken, ter inspiratie. Tenslotte heeft tuin 101 (voorheen van Edwin en Sander van de winkel) een nieuwe pachter gevonden in Jelle Rietveld. Dat de tuin eventueel moet verdwijnen heeft hem niet weerhouden. Sterker nog, hij is met veel plezier en energie bezig de tuin op te knappen, zodat hij volgend jaar zijn eigen groenten kan eten. Er zijn nog vrije tuinen! Advertenties hangen op het mededelingenbord. Beschikbaar zijn: Tuin 48 van Marijke Delwel Tuin 99 van Hans Verheijen Tuin 102 van Gertia Haerkens We wensen al onze nieuwe tuinleden heel veel succes en plezier met hun tuin. En we hopen dat ze dit enthousiasme blijven houden en nog jarenlang van hun tuin zullen genieten. Zodat we als volkstuin blijven bestaan, ondanks de ‘dreiging’ van de snelweg en ondanks dat we pas met 68 met pensioen mogen om eindelijk eens echt tijd voor de tuin te hebben. Zodat we een plek houden om tot rust te komen, om met de handen in de aarde te zitten, om te dromen, om ons in het zweet te werken en om gewoon een beetje te klooien. En anderen te treffen die er net zo over denken. Bij de winkel met een broodje en een kopje soep. Dingen die het leven mooi maken. Woudie Blok Anneloes van den Brink (ledenadministratie) 27 Milieu-agenda Treeker Kerstfeest Bij het Treeker Kerstfeest met winterwandeling en hoornblazers kom je helemaal in de Kerststemming. Het landgoedkantoor wordt speciaal voor de kerstviering versierd en er is een knapperend haardvuur. Om 15.00 uur is er ontvangst met een glas glühwein, warme chocolademelk en kerstcake. Om 15.30 uur start de midwinterwandeling met onderweg mooie kerstverhalen en verrassende ontmoetingen in het bos. Datum: 17 december Tijd: 15.00 - 17.30 uur Locatie: Landgoed kantoor Den Treek-Henschoten, Treekerweg 23, Henschoten. Aanmelden: via e-mail secretariaat@dentreekhenschoten.nl of tel.nr. 033-4953637 Kosten: € 10 p.p. De opbrengst gaat naar aanschaf van nieuwe banken. Tafelwerkplaats • Zelf kleine producten van hout maken voor aan de muur • Meewerken aan tafels voor openbare plekken • Houten voorwerp van thuis repareren • Timmerproject met kinderen Er is vakkundig advies en begeleiding. Data: 10 en 17 dec. Tijd: 10.00 - 17.00 uur Locatie: Tafelboom, Rotsoord 32, Utrecht Aanmelden: post@tafelboom.nl of tel.nr. 0641503680 / 030-2120173 Je kunt ook mee lunchen, bijdrage: € 5 p.p. Kerstmarkt Utrecht Kleine markt met zelfgemaakte producten, goede koffie en heerlijk eten. Data: 4, 10 en 11 dec. Tijd: 11.00 - 18.00 uur Locatie: Mariaplaats Utrecht Kerstmarkt Leidsche Rijn Muziek, kerstkoren, draaimolens, levende kerststal, kinderopvang. Data en tijden: za. 17 december 14.00 - 21.00 uur zo. 18 december 12.00 - 17.00 uur Locatie: Centrum Vleuterweide, Leidsche Rijn 28 december 2016 Kerstactiviteit ‘t Winkeltje van Oostbroek Diverse kramen met snuisterijen, eten en drinken. In de winkel te koop: fruit, groentesappen. Achter de winkel is een grote, gevarieerde en goed verzorgde kruidentuin. In grote herenhuis wordt voor de kinderen enkele keren het kerstverhaal voorgelezen. Datum: zaterdag 10 december Tijd: 11.00 - 16.00 uur Locatie: ‘t Winkeltje van Oostbroek, Bunnikseweg 45a, De Bilt (route via toegangsweg de Hoofddijk). Kerstactiviteit Landgoed Heidestein Kraampjes en verantwoorde hapjes en drankjes, snert, worst, glühwein, chocolademelk. Er is een levende kerststal waar je in kunt lopen. Er zijn zangkoren, orgelmuziek en midwinterhoornblazers uit Twente. De bezoekers mogen ook op de hoorn blazen.Voor kinderen is er een beestenroute met houten beelden van dieren. Data: 25 en 26 december Tijd: 11.00-16.00 uur Locatie: Prinses Margrietlaan, Zeist (bordjes schaapskooi volgen). Kerstactiviteiten Landgoed Beerschoten • Kerstviering: Levende kerststal, glühwein en chocolademelk, speurtocht Eerste kerstdag: poffertjeskraam Tweede kerstdag: broodjes bakken in een vuurkorf. Locatie: Paviljoen Beerschoten, De Holle Bilt 6, De Bilt Data: 25 en 26 december Tijd beide dagen: vanaf 12.00 uur • Wandeltocht onder leiding van gids: De ene helft van de wandeltocht voert over landgoed Beerschoten, de andere helft over landgoed Houdringe. In dit gebied leven reeën, de vos en vele vogels zoals de raaf. Er staan eiken en beuken van ruim 225 jaar oud, met een doorsnede van meer dan een meter. Data: 25 en 26 december Tijd: 14.00 - 15.00 uur Locatie: Paviljoen Beerschoten, De Holle Bilt 6, De Bilt 29 Maatschappelijke stage Ik heb mijn stage samen met Mathijs bij de ATV Volkstuinen gedaan. Het principe van de stage is dat het gebied waar de volkstuinen zijn netjes wordt gehouden. Dit gebeurt eigenlijk door de volkstuinders, maar er wordt ook veel stage gelopen. Netjes houden houdt in, dat het onkruid weg wordt gehaald, composthopen worden gemaakt en grond wordt omgespit. Voor mijn stage had ik drie leerdoelen: 1. Gestructureerd leren schoonmaken. 2. Handarbeid met andere mensen leren uitvoeren. 3. Leren tuinieren. Nou moet ik tot mijn grote spijt zeggen, dat leerdoel 3 niet is gelukt, dat komt door het volgende: Toen ik deze stage nam, dacht ik dat ik heel veel ging tuinieren, dat wil zeggen, aan bloemetjes frunniken en planten water geven. Maar wij hebben eigenlijk vooral geschept, gezaagd en gewied. Gelukkig is mijn moeder wel van het tuinieren, dus als ik ooit nog grote behoefte voel om dat te leren, kan bij haar terecht. Leerdoel nummer 2 is erg goed gelukt. Omdat je iedere week met andere mensen moet werken, ben je gedwongen om met andere mensen handarbeid uit te voeren. Als iedereen precies hetzelfde doel heeft, gaat dat veel makkelijker dan je denkt. Ook was het vaak zo dat Mathijs en ik samen met één volwassene moesten werken en dan heb je één duidelijke leider, wat het veel makkelijker maakt. Dat wil niet zeggen dat wij helemaal geen inbreng hadden, integendeel: Wij waren vaak de leiding over HOE het werk gebeurde. De volwassene was de leiding over DAT het werk gebeurde. De samenwerking liep dus altijd goed! Leerdoel nummer 1 was het belangrijkste voor mij omdat ik altijd naar een berg werk kijk als: ‘Onbegonnen werk! Daar begin ik niet aan!’ Deze Bergen Werk waren er genoeg bij de volkstuinen: 80 takken die gezaagd moesten worden, Enorme Bergen zand die weg moesten, grondboren die we tussen bomen, hekjes en composthopen in moesten prikken. Kortom: een heel gedoe! Wat ik nu dus heb geleerd is, dat het helemaal geen onbegonnen werk is, als je maar doorwerkt. Dit is een heel waardevolle les. Wat wij hebben bijgedragen aan de ATV Volkstuinen is eigenlijk heel simpel. wij hebben gedaan wat heel veel mensen daar doen. Dit principe heet ‘tuindienst’.Wij deden iedere week mee, dus we hebben gewoon een steentje bijgedragen. Het is niet zo dat het werk wat wij gedaan hebben niet was verricht zonder ons, maar we hebben gewoon geholpen. De mensen zijn daar erg blij mee. colofon enzo Er zijn mij een aantal dingen bijgebleven van mijn maatschappelijke stage. Het eerste is de heel erg lekkere koffie die ze er hadden. Het tweede is dat we eigenlijk altijd lol hadden. Het maakte niet uit of we het meest saaie klusje ooit hadden of dat we de meest epische dingen moesten doen. We hadden altijd lol en hadden er eigenlijk ook altijd zin in. Al met al was het een leuke stage die ik met veel plezier heb gedaan. Bas Pellikaan Bladgroen is een onafhankelijk orgaan van A.T.V. Stadion Utrecht. redactie: Jan Deering en Pauline Terreehorst vormgeving: Marijke Badings medewerkers: Woudie Blok Anneloes van den Brink Evert Muntslag bijdrage: Bas Pellikaan (maatschappelijke stage) foto’s Henk Vreekamp: Sebastiaan ter Burg foto’s fam. vd. Veen: Marijke Badings De Bladgroen-redactie is te bereiken per mail op: bladgroenutrecht@gmail.com Bijdragen zijn welkom. afzender: atv stadion postbus 85235 3508 AE utrecht