1 1 1 a b 2 c 3 d 2 e 1 2 2 a b 1 3 c d 1 e 2 f 3 2 3 a b 3 c 2 3 d e 3 f 2 2 2 4 a b c Her-Examen . 2009 Correctiemodel De landgrenzen en districtgrenzen van Suriname. Omdat ze makkelijk te herkennen zijn in het landschap en tamelijk permanent zijn (1) Men is het er vaak niet over eens welke van de bronrivieren de voortzetting is van de hoofdrivier (1) De 12 zeemijllijn/territoriale lijn (1/2) en de 200 zeemijllijn/exclusieve economische zone lijn (1/2) verschil in de territoriale wateren heeft het soevereine rechten (1/2) in exclusieve economische zone heeft het land economische rechten maar geen soevereine rechten (1/2) Bereikbaarheid (1) overzichtelijkheid (1) identiteit (1). Ook goed: homogeniteit van problematiek, natuurlijk potentieel , bevolkingsspreiding. Het district is te groot, daardoor niet overzichtelijk (1) Het is niet erg bereikbaar, alleen door de lucht en via de rivieren, want er zijn (nog) geen goede wegen (1) Het weer en het klimaat in Suriname. De ITCZ was aanwezig terwijl dat normaliter niet het geval is in maart. (1) Er waait het hele jaar door in vochtige zeewind in het kustgebied, dus ook in Paramaribo (2) Altijd hoge zonnestanden ((1/2) altijd een lage luchtdruk ((1/2) Warme lucht zet uit en stijgt op (1) en koelt af (1) waterdamp gaat condenseren/wolkenvorming, gevolgd door neerslag (1) Noordwaarts dan wordt ze tegengehouden door de “koude” zee (1/2) Zuidwaarts gaat ze over land dus snel (1/2) Tigrie gebied ligt in de regenschaduw van de bergen van Centraal Suriname (1) Op Tafelberg veel stuwingregens (1) Geologie, geomorfologie in samenhang met de vegetatie in Suriname. 2 = Coesewijne formatie (1) 3 = Coropina formatie (1) 4 = Demerara formatie (1) 1 = Binnenland (1/2) 2 = Zanderijlandschap ((1/2) 3 = Oude kustvlakte ((1/2) 4 = Jonge kustvlakte ((1/2) Golvend laagland tussen 10 en 100 meter (1) waarop droogbos (1) en savanne vegetatie (1) voorkomen Zwampbos (1) Parwa en mangrove bos (1) Moleson fase (1) chemische vruchtbaar (1) en ondoorlatend voor water (fysisch onvruchtbaar) (1) Falawatra groep in noordwestelijk deel (1) Coeroenie groep in zuidwestelijk deel (1) Marowijne groep in noordoostelijk deel (1) De sociaaleconomische aspecten van de landschappen van Suriname. Toename werkloosheid (1) verminderde inkomsten voor de staat (1) Nassau gebergte (1) goud (1) De bodem is over het algemeen chemisch onvruchtbaar (1) er kan op grote schaal erosie van de bodem plaatsvinden (1) ook goed: de bodem kan inklinken. Her-examen 2009 Correctiemodel. 3 d 2 e Zandbodems (1) e n kleibodems (1) zandbodems hebben de beste fysische eigenschappen (1) Tuinbouw/droge gewassen (1) ze zijn chemische - en fysisch vruchtbaar (1) 5 Enkele fysisch geografische aspecten van Brazilië. 3 a 2 b 2 c 3 d 3 e Manaus en Belem: tropisch (1) omdat ze liggen tussen 231/20 N.B. en 231/20 Z.B. (1/2) Porto Alegre: gematigd (1) ligt tussen 231/20 Z.B. en 661/20 Z.B. (1/2) Tropische regenbos (1) afwijkende vegetatie: Carrasco (1/2) vanwege de zeer onvruchtbare zandgronden (1/2) In Centraal Brazilie vanwege Aw klimaat (1) In Suriname savanne voornamelijk door het in brand steken van het gebied door de mens (1) Etages (1) heel heterogeen bos (1) onderkant van het bos ontbreken van kruidige planten (1) Chemisch onvruchtbaar omdat ze door de hoge temperatuur (1) en veel neerslag zijn uitgespoeld (1) Langs de Amazone vruchtbaar omdat de Amazone elk jaar jonge klei afzet op zijn oevers (1) 2 3 2 3 3 2 6 a b c d e f Het Zuidoosten, het economisch Centrum van Brazilië Minas Gerais (1) Sao Paulo (1) Landbouw (1) Industrie (1) Mijnbouw (1) Minas Gerais: mijnbouw (1) Sao Paulo: industrie (1) Brazilie (1) U.S.A (1) Engeland (1) Koffie (1) Soja (1) Suikerriet (1) Mais is ook goed. Zuidoosten wordt op politiek gebied voorgetrokken (1) In het zuidoosten hebben de ondernemers belastingvoordelen (1) 2 3 7 a b 3 2 2 c d e 4 f Sociaal economische verschillen in Brazilië. Grond (2) Elite is kapitaalkrachtig(er) (1) elite is beter geschoold (1) elite heeft meer politieke macht (1) Suikerrietteelt (1) Goudwinning (1) Koffieteelt (1) Slaven (1) Uit Afrika (1) Het gebied werd voorgetrokken door de Centrale overheid (1) De bevolking is beter geschoold (1) ook goed: het gebied was/is aantrekkelijk voor beter geschoolde migranten uit Europa. Pachten (1) wilde occupatie (1) Pacht overeenkomsten zijn zeer nadelig voor de pachter. B.v.geen continuatie recht, geen vergoeding voor aangebrachte verbeteringen (1) Bij wilde occupatie kunnen ze elk moment verdreven worden (1) Her-examen 2009 Correctiemodel.