Neurologisch onderzoek Neurologisch onderzoek van de comateuze patiënt: Glascow Coma Scale: - Eye: ogen openen: 4 3 2 1 - V: verbaal: 5 4 3 2 1 - M: motorisch: 6 5 4 3 2 1 spontaan bij geluidsprikkel bij pijnprikkel afwezig gericht verward onaangepast onverstaanbaar afwezig voert bevelen uit gerichte afweer flexiereactie atypische flexiereactie extensiebeweging afwezig Graden van bewustzijn: - Normaal - Somnolent: “te wekken” - Stupor: “wekbaar door intense stimuli” - Coma Hersenstamreflexen: - Corneareflex - Braakreflex - Vestibulo-oculaire reflexen: oculocephale reflexen, calorische reflexen Craniale zenuwen: - n. I olfacorius - n. II opticus: o bitemporale hemi-anopsie o bovenste kwadrantanopsie o onderste kwandrantanopsie o homonieme hemi-anopsie hypofysetumor op chiasma opticum temporaal proces parietaal proces a. cerebri media (radiatio optica) a. cerebri posterior (occipitale kwab) NB. Anisocorie : n. III oculomotorius-letsel: uitschakeling PS-bezenuwing m. constrictor pupillae => ipsilaterale MYDRIASE NB. Horner-syndroom: OS-uitval: verlamming m. dilatator pupillae => ipsilaterale MIOSE ptosis anhydrosis en vasodilatatie ipsilaterale gezichtshelft - n. III oculomotorius: - n. IV trochlearis: n.VI abducens: n. V trigeminus: o sensibiliteit: m. levator palpebrae, mm. recti superior, inferior, medialis, m. obliquus inferior m. obliquus superior m. rectus lateralis corneareflex: bilateraal oogsluiten cutane sensibiliteit o motorisch: kauwspieren - n. VII facialis: o centrale parese: caudale faciale spieren meer aangetast dan de craniale - n. VIII cochlearis en vestibularis - n. IX glossopharyngeus o unilaterale aantasting: asymmetrisch optrekken van het week verhemelte (naar gezonde zijde toe) lateraal verschuiven van de pharynxwand (naar gezonde zijde toe)= signe du rideau - n. X vagus: o unilaterale uitval leidt tot heesheid - n. XI accessorius: o m. sternocleidomastoideus, m. trapezius - n. XII hypoglossus o tongspieren Motorisch functies: - Spiertonus : o hypertonie: centraal neurologisch lijden o knipmesfenomeen: pyramidale hypertonie o tandradfenomeen: extrapyramidale hypertonie o hypotonie: lager motor neuron - Atrofie/hypertrofie - Kracht: o Parese testen: Barré: pronatie en uitzakken Mingazinni: uitzakken - Spontane spieractiviteit: o fasciculaties o myokymieën o myotonieën (door percussie) - Onvrijwillige bewegingen: o tremor: rusttremor: parkinson (5/sec), essentiële tremor (10/sec) o chorea: Huntington o athetosis o dystonie o tics Reflexen: - - - Peesreflexen o manoeuvre van Jendrassik: spiergroep op afstand laten contraheren verhoogt peesreflex o BICEPS: wortel C5-C6 o BRACHIORADIALIS: C6 o TRICEPS: C7-C8 o KNIEPEES: L3-L4 o ACHILLESPEES: S1-S2 o Hoffman-Trömner: pyramidaal syndroom Huidreflexen o Voetzoolreflex: Babinski pyramidaal syndroom o Cremasterreflex o Buikhuidreflex o Palmomentaal reflex Frontale desinhibitie-tekens o o o o o o Glabellareflex: bekloppen neuswortel sluiten van de ogen = normaal uitputbaar Snotreflex: protrusie lippen bij bekloppen bovenlip Zuigreflex Palmomentaal reflex: samentrekken m. mentalis bij stimuluren duimmuis Grijpreflex Levendige masseterreflex Coördinatie: - Cerebellair onderzoek o Gaan en staan o Vinger-neus proef, hiel-knie proef o Ogen: nystagmus o Spraak: staccato-spraak - Vestibulair onderzoek o Gaan en staan Proef van Romberg: valneiging naar letsel toe Mars ter plaatse van Unterberger: rotatie naar gelardeerde zijde Stergang van Babinski-Weil bij afwisselend voor en achter stappen o Ledematen: wijsproef o Ogen: Nystagmus Dix-Hallpike bij BPPV Sensibiliteit: - Gnostisch o tastzin o vibratiezin o proprioceptie houding en beweging Romberg koorddansersgang op één been staan o cijferschrijven en discriminatie - vitale sensibiliteit o pijn o temperatuur