Proefwerk Wiskunde, B2, Hoofdstuk 3. 1. Geef een formule van de volgende lijnen: (6p) (4p) a. b. c. De lijn door (4, 9) en (8, 1) De lijn door (-1, 7) en (3, -7) De lijn door (1, 2) die evenwijdig is aan y = 4x + 3 (6p) d. De lijn die hiernaast is getekend. (6p) (80p) y 6 4 2 2. (4p) (4p) (6p) (6p) (6p) 3. (6p) Los op: a. 6x – 4 = 2x + 12 b. 8 – 3x = 5x – 8 c. 2 – 4x – 3 = 3x + 5 – 2x d. Error!x + 5 = - Error! x – 1 e. 4(2 – 3x) = 8 – (3x – 2) O 2 4 x Een amaryllis is een snel groeiende plant met prachtige bloemen. Mevrouw de Jong koopt er twee. Plant I is bij aankoop 1,65 cm hoog en groeit per dag 11 mm. Plant II is bij aankoop 7,5 cm hoog en groeit per dag 8 mm. a. Maak voor beide planten een formule voor de hoogte h en het aantal dagen (d) vanaf aankoop Mevrouw de Jong heeft in haar woonkamer ook nog een begonia staan en een sanseferia. Voor de begonia geldt h = 12 + 0,18d Voor de sanseferia geldt h = 10,5 + 0,21d (6p) b. 4. Vader heeft twee dochters, Joke en Gezien. Joke is 3 jaar ouder dan Gezien. Op een gegeven moment zegt Vader tegen Joke: “Ik ben nu precies dubbel zo oud als jullie twee samen, en ik ben óók precies 31/2 keer zo oud als jij” Hoe oud is vader? (8p) Na hoeveel dagen zijn de planten even hoog? 5. Gegeven zijn de volgende twee lijnen l en m: l: y = 5x + 4 en m: y = -5x + 2 (6p) a. b. (6p) Bereken het snijpunt van beide lijnen. Lijn l snijdt de x-as in punt A en lijn m snijdt de x-as in punt B. Bereken de afstand AB.