BIOLOGIE H2 Voedingsstoffen stoffen die je lijf nodig heeft Voedingsmiddelen eten en drinken Eiwitten Koolhydraten vetten Water Mineralen vitamine bouwstoffen ♪ ♪ ♪ ♪ ♪ ♪ brandstoffen ♪ ♪ ♪ reserve bescherming ♪ ♪ ♪ ♪ Voedingsvezels -> onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel Bouwstoffen -> belangrijk bij ontwikkeling en wondjes dicht maken Indicator iets waarmee je een andere (voedings)stof kan aantonen zoals ; met jodium kun je zetmeel aantonen de jodium word van donker naar een licht rode kleur schijf van 5 5 belangrijke dingen - je moet goed gevarieerd eten - niet te veel / bewegen - weinig verzadigd vet - veel groente fruit en brood - voorkom voedsel vergiftiging Voedsel vergiftiging krijg je door onveilig eten waar een ziekte verwekkers in zitten daardoor kun je een infectie krijgen Vertering stelsel Vertering is het omzetten van voeding stoffen die niet opgenomen kunne worden door het darm kanaal naar een verteringsproduct die dat wel kan Dat gebeurd door vertering sappen die sappen worden door verteringsklieren gemaakt ; speekselklier, maagsapklier, de lever, alvleesklier en de darmsapklier De lever maakt gal de gal blaas is alleen maar een opslag voor de gal 1 BIOLOGIE H2 Tijdens het omzetten van voedingsstoffen in verteringsproducten vind er een scheikundig proces plaats de verteringsappen bestaan uit enzymen en die breken voedingsstoffen af het deel dat niet afgebroken kan worden word poep darm de darm heeft kring en lengte spieren kringspieren -> ontspand voor het voedselbrok en trekt samen er na lengtespieren -> trekt samen voor het voedselbrok en ontspand er na dit heet een PERISTALTISCHE beweging een voedingsvezel prikkelt de darm spieren waardoor ze die beweging gaan maken het hoeveelheid eten/energie dat je nodig hebt hangt af van een paar dingen; - Geslacht - Leeftijd - Lichaamsgrote - Lichamelijke inspanning BMI – body mass index Veel mensen zijn ondervoed dat betekent dat ze te weinig eten krijgen veel van deze mensen /kinderen hebben wel een dikken/opgezwollen buik dat komt door de eiwitten Er zijn ook mensen met overvoeding een gevolg hiervan is overgewicht Gebit Het gebit maakt ons eten klein zodat we het door kunnen slikken en zodat de oppervlakten van het eten vergroot word omdat het oppervlakten vergoot word kunnen de enzymen er makkelijker bij Tandformule Een tandformule is een schema met daarin de hoeveelheid ; kiezen, hoektanden en snijtanden Hierbij schrijf je de rechter kaak links en andersom 2 BIOLOGIE H2 tandplak is een dus laagje aanslag op je tanden dit bestaat uit ; - etensresten - speeksel - heel veel bacteriën de bacteriën zetten suikers om in zuren die zuren tasten de glazuur op je tanden aan die je tanden beschermen bij ongezond tandvlees zit er tussen de tand en het tandvlees, tandplak tandplak die je niet wegpoetst word tandsteen dat is erg hard zo hard dat je het niet weg kunt poetsen de tandarts moet dit weghalen maag klier speekselklier Sap soort speeksel Enzymen-water-slijm maag maagsappen Zoutzuur-enzymen-water lever gal enzymen alvleessappen enzymen darmsappen enzymen alvleesklier darmsapklier Bestaat uit doet Enzymen – zetmeel afbreken Slijm – gleibaarheid verhogen Zoutzuur- bacteriën doden Enzymen – eiwitten afbreken Verkleinen vet druppels dat proces heet emulgeren Afbreken van ; eiwitten, koolhydraten en vetten Verteerd eiwitten en koolhydraten Darmen De dunnen darm is erg geplooid zodat de oppervlakten vergroot van de de darmwand in de darmvlokken zitten bloedvaten De want van de darmvlokken is heel erg dun zodat water met verteringsstoffen en -producten direct in het bloed kan opgenomen worden Bij een blindedarm ontsteking is niet de blindedarm ontstoken maar het wormvormige aanhangsel De dikke darm haalt het vele vocht uit de voedselresten, als dat niet zou gebeuren zou je heel snel uitdrogen, maar als je diarree hebt dan word er dus te weinig water uitgehaald 3 BIOLOGIE H2 In de celwand van plantaardig eten zit cellulose de verteringssappen van de mens heeft geen enzym om dit af te breken De bacteriën in je dikke darm produceren een enzym die het kan verteren Bij het verteren van cellulose ontstaat glucose een deel word in de dikke darm opgenomen zoogdieren je hebt 3 soorten eters ; herbivoren – planteneters ze hebben een lang darm kanaal plooikiezen – kiezen met harde richels van glazuur vaak geen hoektanden carnivoren – vleeseters kort darm kanaal knipkiezen – scherpen tanden de boven kaak is breder dan de onderkaak hoektanden meestal ; groot, scherp en spits omnivoren - alleseters middellengte darm kanaal knobbelkiezen – knobbelige kiezen om eten te vermalen meestal hoektanden soms kleinen soms grote goedhouden van voedsel we kunnen voedsel zo maken dat het mindersnel bederft dat heet conserveren hierbij maak je de omstandigheden voor schimmels en bacteriën slecht vaak gaan ze hierdoor dood of kunne ze zich niet voorplanten je kunt je eten bijvoorbeeld invriezen dit is een slechte omstandigheid voor schimmels en bacteriën converseermiddelen midden om bederven tegen te gaan bijvoorbeeld suiker aan jam toevoegen dat heet konfijten je hebt ook niet natuurlijke conserveermiddelen sulfiet is daar een van, dat word aan frisdranken toegevoegd additieven vaak worden er ook additieven toegevoegd dat zijn ; kleur-,geur- en smaakstoffen veel snoep en ijs bevat dit van te veel onnatuurlijke additieven kun je hoofdpijn krijgen 4 BIOLOGIE H2 5 BIOLOGIE H2 6