PGO-LEIDRAAD ALGEME NATUURWETENSCHAPPEN MODULE: Heelal GROEPSLEDEN: Joost Bus, Erik Hernaamt, Kenji van Keeken, Ruben Stollman ARIKEL (TITEL): De levenscyclus van een ster 1. Verhelder onduidelijke termen en begrippen Kernreactie Een kernreactie is een proces waarbij de kernen van atomen van samenstelling veranderen, hierdoor kunnen andere elementen ontstaan. Kernfusie (soort kernreactie) Kernfusie is het samensmelten van de kernen van verschillende atomen, waarbij een andere, zwaardere kern wordt gevormd. Wanneer atomen van lichte elementen zoals waterstof samensmelten, wordt hierbij iets van de massa omgezet in energie. Het fuseren van zwaardere atomen kost daarentegen juist energie. De overgang tussen 'licht' en 'zwaar' ligt in deze context bij het element ijzer. Moleculaire wolken Een moleculaire wolk is een interstellaire wolk (wolk gelegen tussen sterren) waarvan de dichtheid en omvang de vorming van moleculair waterstof (H2) toelaat. Planetaire nevel Een planetaire nevel is een uitdijende gasschil in de ruimte geproduceerd door bepaalde types sterren aan het eind van hun leven in de reuzentak van het Hertzsprung-Russelldiagram. Het is een emissienevel, een diffuse nevel die aan de hemel zichtbaar is doordat het aanwezige gas en stof in de nevel door sterren in de buurt wordt verhit en geïoniseerd. Voorbeeld van een moleculaire wolk Voorbeeld van een planetaire nevel Rode reus Een rode reus is een ster die aan het einde van haar levensfase is gekomen. De temperatuur ligt rond de 100 miljoen Kelvin, waarin helium omgezet kan worden tot koolstof. Witte dwerg Een witte dwerg is een ster die aan het einde van haar levenscyclus is gekomen. In de witte dwerg vinden dus geen kernreacties meer plaats. De massa van de kern moet kleiner zijn dan 1,4 zonmassa's (Chandrasekhar-limiet), anders eindigt de ster als een neutronenster of een zwart gat. Blauwe superreus Een superreus is de aanduiding voor de helderste soort min of meer stabiele sterren Rode superreus Een superreus is de aanduiding voor de helderste soort min of meer stabiele sterren. Rode superreuzen ontstaan door het uitdijen van blauwe superreuzen en zijn daardoor meestal groter, enkele honderden malen de diameter van de zon, waardoor ze hun helderheid behouden. Ze dijen uit doordat de kern van de ster steeds heter wordt naarmate de ster ouder wordt, vanwege de kernfusie van steeds zwaarder gevormde scheikundige elementen in hun kern. Supernova Een supernova is het verschijnsel waarbij een ster aan het eind van zijn levensjaar alleen nog maar waterstof heeft in de buitenste lagen. Meer naar binnen toe zijn er zwaardere elementen. De kern bestaat uit ijzer in de vorm van gas. Bij zulke zware sterren kan dat de ster implodeert: een supernova-uitbarsting is herkenbaar aan de enorme hoeveelheid licht die erbij wordt uitgestraald. De ster vlamt op met de lichtkracht van honderden miljoenen tot meer dan een miljard zonnen. Supernovae ontstaan via twee mechanismen: ten eerste zijn ze het natuurlijk levenseinde van alle zware sterren (supernovae typen Ib, Ic en II); ten tweede kunnen witte dwergen in nauwe dubbelsterren zich ontwikkelen tot een supernova (type Ia). De chemische elementen met een atoomnummer groter dan dat van ijzer danken hun ontstaan aan supernovae. Neutronenster Een neutronenster is het eindstadium van een ster waarvan de kernmassa voor de implosie tussen 1,4 en 3 maal die van de zon bedraagt. Omdat aan het eind van de levensduur tijdens het supernovastadium van de ster een aanzienlijk deel van de massa wordt weggeblazen is de neutronenster zelf wat minder zwaar. De straal is in de orde van grootte van 10 kilometer. Zwart gat Volgens de algemene relativiteitstheorie is een zwart gat een gebied waaruit niets, zelfs licht niet, kan ontsnappen, vanwege de extreme vervorming van de ruimtetijd door de zwaartekracht van een zeer compacte enorme massa. Rond een zwart gat is er een denkbeeldig oppervlak dat als grens optreedt, de waarnemingshorizon. Vlak boven deze waarnemingshorizon kan het licht nog net aan de zwaartekracht van het zwarte gat ontsnappen. 2. Definieer het centrale probleem / vraag van het artikel Hoe verloopt de levenscyclus van een ster? 3. Analyseer het artikel / de rode draad Sterren kunnen worden opgedeeld in twee groepen: lichte en zware sterren. Lichte sterren ontstaan uit moleculaire wolken, deeltjes in die wolken trekken andere deeltjes aan waardoor dezen steeds dichter op elkaar gaan zitten, de temperatuur stijgt en op een bepaalde temperatuur beginnen kernreacties; heliumdeeltjes worden gevormd van waterstofdeeltjes. Deze reacties geven energie af. Deze reacties blijven doorgaan, eenmaal aangekomen bij een temperatuur van 100 miljoen Kelvin beginnen de heliumdeeltjes te vormen tot koolstofdeeltjes. Dit soort ster noemt men een rode reus Uiteindelijk worden de buitenlagen van de ster worden weggeblazen waardoor planetaire nevel wordt gevormd. De kern blijft over, deze is erg compact; vaak kleiner dan de Aarde. Dit noemt men een witte dwerg, deze dooft uit totdat deze niet meer te zien is. Er gebeuren geen reacties meer. Zware sterren vormen op dezelfde manier, alleen wordt het geen rode reus, maar dijt een blauw superreus uit tot een rode superreus. Hierin gebeuren kernfusie reacties totdat ijzer (ijzer fusie, en atoomnummers daarboven, kosten energie in tegenstelling tot lagere atoomnummers) het stermateriaal domineert. Wanneer dit gebeurt implodeert de kern. Dit is een supernova. De imploderende kern vormt een neutronenster. Soms is de kern zo zwaar dat de zwaartekracht ervoor zorgt dat er geen licht ontsnapt. 4. Orden de ideeën uit de analyse van het probleem Lichte ster Moleculaire wolk > Ster > Rode reus > Witte dwerg > Uitdoven Zware ster Moleculaire wolk > Ster > Blauwe superreus > Rode superreus > Supernova > Neuronenster of zwart gat >Planetaire nevel 5. Formuleer leerdoelen Wat is de levenscyclus van een ster? 6. Beantwoord je leerdoelen Zie 4. 7. Schrijf een korte samenvatting van de ‘oplossing’ van dit probleem